Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Red ons, Maria Montanelli door Herman Koch

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
Boekcover Red ons, Maria Montanelli
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 3618 woorden
  • 20 februari 2019
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
6 keer beoordeeld

Boekcover Red ons, Maria Montanelli
Shadow

Het zogenaamd moderne en liberale Montanelli Lyceum, waar kinderen 'ontzettend creatief' moeten zijn en leraren het veel te goed bedoelen, staat centraal in deze angstaanjagend herkenbare roman. Wanneer een zwakbegaafde jongen voor de ogen van de verteller verdrinkt, wordt hij van school gestuurd. Zijn hieropvolgende aanklacht tegen een omgeving waarin geld de…

Het zogenaamd moderne en liberale Montanelli Lyceum, waar kinderen 'ontzettend creatief' moeten zijn en leraren het veel te goed bedoelen, staat centraal in deze angstaanja…

Het zogenaamd moderne en liberale Montanelli Lyceum, waar kinderen 'ontzettend creatief' moeten zijn en leraren het veel te goed bedoelen, staat centraal in deze angstaanjagend herkenbare roman. Wanneer een zwakbegaafde jongen voor de ogen van de verteller verdrinkt, wordt hij van school gestuurd. Zijn hieropvolgende aanklacht tegen een omgeving waarin geld de maatstaf van alle dingen is geworden is tragisch, omdat hij ondanks zijn kritiek toch duidelijk het product blijft van het door hem gehate milieu. 

 

Red ons, Maria Montanelli door Herman Koch
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Auteur
Herman Koch

Titel
Red ons, Maria Montanelli

Plaats
Amsterdam

Eerste druk
1989

Uitgever
J.M. Meulenhoff

Opdracht
voor Amalia

Samenvatting
 Het verhaal gaat over een 16 jarige jongen die vier maanden na dato terugblikt op zijn schoolcarrière op het Montanelli Lyceum.

De ik-figuur woont in een kakbuurt, waar hij verschillende malen in het verhaal zijn walging over uitspreekt. Met zijn vader heeft hij een slechte relatie, de voornaamste rede hiervoor is dat hij al zeker vier jaar een buitenechtelijk verhouding heeft met een bekakte weduwe. Zijn moeder is van de verhouding op de hoogte, maar is te vriendelijk en niet bij machten om zich ertegen te verzetten. De ikfiguur heeft een verschrikkelijke hekel aan de weduwe. Die volgens hem bij uitstek past in de chique buurt, waarin hij tot zijn spijt ook zelf woont. In het verhaal gaat de ikfiguur vaak te keer over ‘die hele duffe en verwende kankerbuurt’

Hij zit op het Montanelli Lyceum waar hij ook een hekel aan heeft net zoals aan de leerlingen, ouders, docenten en het onderwijssysteem. Volgens hem zijn ze allemaal te rijk en artistiek of te soft en psychologiserend.

Er is een zwakbegaafde jongen op het Montanelli terechtgekomen. De ikfiguur denkt dat het Montanelli zich op de borst heeft geklopt, omdat ze een zwak begaafde jongen op school hadden, die op alle andere scholen geweigerd zou worden.

De ikfiguur had gemengde gevoelens over de zwakbegaafde jongen, aan de ene kant had hij wel medelijden met hem, maar soms zou hij hem wel eens ‘met zijn kop frontaal tegen de tafel aan beuken’.

De normaal altijd strenge leraren trokken de zwakbegaafde jongen voor en waren te soft voor de jongen, volgens de ikfiguur.

Op de rapporten van de ikfiguur staat altijd dat hij een negatieve houding heeft en een slechte invloed op de atmosfeer in de klas.

Zijn overgang had hij te danken aan zijn moeder, die na een slopende ziekte was overleden. Hij kreeg ruzie met zijn vader over de weduwe.

Op een avond hebben de ouders van de ikfiguur en een leraar besloten dat hij naar een psycholoog moet. Na het eerste gesprek met de psycholoog Van der Dussen heeft de ikfiguur wel vertrouwen in hem. Het tweede gesprek ging niet door, omdat Van der Dussen inmiddels overleden was.

De ikfiguur ging een tijdje later met school op een fietskamp. Ook de zwakbegaafde jongen, Erik (vriend van ikfiguur) en Gerard (vriend van ikfiguur) gingen mee. Toen de ikfiguur, Erik en Gerard er stiekem ’s avonds tussen uit knepen, verraadden de zwakbegaafde jongen hen aan de leraren. De jongens wilde wraak.

Toen ze de volgende dag op een brug halt hielden gingen de vrienden op de brugleuningen staan. De zwakbegaafde jongen volgde al gauw hun voorbeeld. De zwakbegaafde jongen deed een ongecontroleerde stap achteruit en viel in het water. Niemand deed iets, ook de gymleraar niet die het beste kon zwemmen van allemaal. De jongen verdronk. De drie jongens werden als schuldige aangewezen, maar ze mochten nog een half jaar op school blijven, om de naam van de school niet te schaden. Bij het kerstrapport kreeg de ikfiguur te horen dat hij moest vertrekken omdat hij zogenaamd niet in het systeem paste. Zijn vader probeerde tevergeefs hem op een andere school te krijgen.

Vier maanden later heeft de ikfiguur een droom, waarin Maria Montanelli de school bezoekt en de luchtmacht beveelt de hele school plat te bombarderen.

Een maand later trekt zijn vader bij de weduwe in, de ikfiguur krijgt honderd gulden per week en hij heeft het hele huis voor zichzelf.

Hij maakt plannen met Erik voor een grote reis. En hij voelt en wil dat er een nieuwe bladzijde van zijn leven wordt omgeslagen. Hij gaat zich nu bedenken hoe het verder moet.

Bron: http://www.zoekboekverslag.nl/boekverslag_incach.php?gid=12642 

Analyse

Titel
Van de oorspronkelijke idealen van Maria Montanelli (die les gaf aan de allerarmste in Napels), is op het Montanelli Lyceum weinig of niets meer overgebleven, volgens de ikfiguur. In een droom vraagt de ikfiguur Maria Montanelli de school te bezoeken. Ze geeft opdracht om het Montanelli Lyceum helemaal plat te bombarderen, nadat ze gezien heeft hoe men haar idealen heeft geruïneerd. De ikfiguur wil dus dat hij, de leerlingen maar ook de leraren gered worden van de afgrijselijke school die zogenaamd de idealen van Maria Montanelli wil integreren in het hedendaagse schoolsysteem.

Bron; https://www.scholieren.com/boekverslag/53210

Motieven
Leidmotief
Ergernis van de ikpersoon kom je op elke bladzijde tegen. Het skelet van het verhaal is uit ergernis aan zijn omgeving opgebouwd. Daarom denk ik dat ergernis een leidmotief is.

Bron; https://www.scholieren.com/boekverslag/53210

Verhaalmotieven
Het eerste verhaalmotief is medelijden. Verschillende malen in het verhaal laat de ik figuur zijn medelijden met de zwakbegaafde jongen en ook vraagt hij zichzelf af of hij hem niet eens zou moeten helpen. Hij is wel erg cynisch in zijn opmerkingen over de dood van de jongen.

Vindplaatsen
“Natuurlijk heb ik ook mijn menselijke kant, en wilde ik best een arm om de schouders van de zwakbegaafde jongen heen slaan en iets liefs tegen hem zeggen en hem laten merken dat ook gewone mensen heus wel van iemand kunnen houden die niet helemaal zo is als je gewend bent.” Blz. 8

“Ik ben niet eens meteen begonnen de zwakbegaafde jongen te pesten. Ik heb hem eerst nog het voordeel van de twijfel gegund.” Blz. 103

“Een keer heb ik Jan Wildschut mee naar huis genomen, ik weet ook niet precies waarom.” Blz. 104

“Ik heb me naderhand nog weleens afgevraagd wat ik gedaan zou hebben wanneer bijvoorbeeld Erik of Gerard erin gevallen was , of zelfs zo iemand als Menno, of ik dan misschien wel mijn leven zou hebben gewaagd, maar ik ben er nog steeds niet helemaal uit.” Blz. 155

Uit deze citaten blijkt duidelijk dat diep in het hart van de ikfiguur toch nog een plekje zit voor de zwakbegaafde jongen. Hij doet zich wel heel stoer en onverschillig voor, maar hij heeft maar een klein hartje.

Het tweede verhaal motief is de dood. In de loop van het verhaal gaan verschillende bekende van de ikfiguur dood. Dit geeft aan dat zijn jeugd bergafwaarts gaat en uiteindelijk ertoe leidt dat zijn gezin uit elkaar valt en de zwakbegaafde jongen verdrinkt met als gevolgd dat de ikfiguur van school wordt gestuurd.

Ten eerste de moeder van de ikfiguur. Op Blz. 10 zei de vader van de ikfiguur al dat het niet zo lang meer zou duren. “Dat kwam omdat toen ik aan mijn vader vroeg hoe het er nou eigenlijk echt voorstond, hij zei ‘dat het niet lang meer zou duren’.” Blz. 10

Op Blz. 59 geeft de ikfiguur al aan dat zijn moeder dood is. “Nu mijn moeder dood is, is het allemaal weer veranderd.”

Hij gaat vrij luchtig met haar dood om. Hij doet alsof het de normaalste zaak van de wereld is, hoewel hij toch best goed met haar op kon schieten.

Ten tweede de psycholoog van der Dussen. De ikfiguur was sinds korte tijd bij hem onder behandeling, maar had toch wel een groot vertrouwen in de man. Toen hij belde voor de volgende afspraak was van der Dussen reeds overleden: “Dokter van der Dussen is vorige week donderdag overleden” zei ze zacht. Blz. 96

En natuurlijk de dood van de zwakbegaafde jongen. Op blz. 9 geeft hij al meteen aan dat de zwakbegaafde jongen komt te overlijden: “Waar dit verhaal in de eerste plaats over gaat is hoe de zwakbegaafde jongen op onze school de dood heeft gevonden.” Blz. 9

Op Blz. 154 gaat de ikfiguur pas vertellen over de details van de dood: “Zonder enige aanleiding deed hij plotseling een stap naar achteren, viel ruggelings in de verkeerde richting achterover en donderde toen in 1 keer door naar beneden.” Blz. 154 Ook dit sterfgeval doet hem nauwelijks iets, alleen vraagt hij zich af of hij de jongen niet te hulp had moeten schieten. Ook het gevolg hiervan: hij wordt van school afgetrapt, laat hem koud.

Het derde verhaalmotief is de relatie tussen vader en zoon. De relatie tussen vader en zoon verliep vrij stroef, want de vader had al geruime tijd een buitenechtelijke verhouding met een weduwe. Zijn moeder lag op sterven terwijl zijn vader op nachtelijke escapades was, dit kon de ikfiguur niet verdragen. Hij had enkele keren met zijn vader in restaurants gegeten. Het was tot een fikse ruzie gekomen, toen zijn vader over de weduwe was begonnen en had opgemerkt dat die ‘zat te popelen’ om hem te ontmoeten. Ook had de ikfiguur een hekel aan de manier waarop zijn vader at.

Toen zijn moeder was overleden trok de vader van de ikfiguur bij de weduwe in. De ikfiguur woonde vanaf nu alleen in het huis. Hij kreeg wekelijks 100 gulden van zijn vader om zichzelf te onderhouden. De relatie was dus vrij afstandelijk. Alleen de tijd rond de dood van zijn moeder hadden vader en zoon een wat hechtere relatie.

“Dat kwam omdat toen ik aan mijn vader vroeg hoe het er nou eigenlijk echt voorstond, hij zei ‘dat het niet lang meer zou duren’.” Blz. 10

“Met een mengeling van angst en pure walging benadert hij de gerechten altijd met vork en mes, om ze op die manier zo lang mogelijk op afstand te houden, tot je ze uiteindelijk toch in je mond moet steken. Iets met je handen aanraken , dat zal bij hem in zijn hoofd niet opkomen, en het schoonmaken van een vis, dat vindt hij waarschijnlijk net zo erg en smerig als de hechtingen uit een verse brandwond te moeten halen.” Blz. 22

“Na afloop ging …lang weer vergeten” Blz. 123-124 Dit stukje speelt zich af vlak na de dood van zijn moeder. Vader en zoon gaan samen wat zitten drinken aan het strand en allebei hebben ze het gevoel dat ze het wel redden met z’n tweeën. Toch heeft de ikfiguur het gevoel dat de weduwe “meerijdt op de achterbank”.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Problemen in de pubertijd. Als je het boek leest, vertelt de ikpersoon eigenlijk alleen over slechte dingen. Zijn sarcasme geeft het geheel een grappig tint, maar hij blijft door de problemen omsingeld.
Hoe hij ook vertelt over het huis van Erik, “daar heb je tenminste gevoel dat ze op je zitten te wachten, terwijl je geen familie bent.”Zijn moeder is ziek, ligt op het sterven en gaat uiteindelijk dood. Zijn vader die “openbaar” vreemdgaat. De omgeving waar ikpersoon hekel aan heeft. En natuurlijk Montanelli Lyceum waarop hij is blijven zitten. Het doet allemaal toe als je vijftien/zestien jaar bent.

Bron; https://www.scholieren.com/boekverslag/53210

Thema
Van het boek is 'jeugdherinneringen'. Het hele verhaal draait om een herinnering van de hoofdpersoon. Hij denkt hierin constant aan zijn overleden klasgenoot die is overleden in zijn bijzijn. Verdere herinnering in het boek besproken zijn de herinneringen aan zijn zieke moeder, het leven voor en na haar dood. Zijn herinneringen aan het Montanelli Lyceum, de leraren, en zijn medeleerlingen. Hij denkt zeer negatief over veel van deze onderwerpen.

Bron; https://www.scholieren.com/boekverslag/53210

Idee
“Ik moet er zo snel mogelijk weg, Montanelli Lyceum ligt vlak om de hoek, zodat je er voortdurend aan herinnerd wordt”

Bron; https://www.scholieren.com/boekverslag/53210

Opbouw
Het boek is opgebouwd uit 14 genummerde hoofdstukken.

Personages
Ikpersoon

Het belangrijkste personage uit dit boek is de naamloze verteller, hij is het ikpersoon. Hij is ongeveer 16 jaar. Hij heeft overal een hekel aan, wat hem een erg overtuigende puber maakt. Eigenlijk is hij van binnen nogal verlegen, maar heeft altijd een grote bek gehad. Hij is bepaald geen lieverdje van de leraren. Hij is nogal negatief over veel dingen, en erg achterdochtig.
Zijn vrienden zijn Erik en Gerard. Op alles wat er gebeurt, heeft hij wel iets scherps en grappigs op te merken. Zelfs toen zijn moeder dood ging, vond hij dat ze elke dag dood zou moeten gaan, omdat hij erdoor veel aandacht van de mensen op school kreeg.
Hij heeft nog geen idee wat hij wil gaan doen in de toekomst, hij kan zich er heel kwaad om maken, als mensen daarover beginnen. ‘Wat wil je later worden?’ Dat is volgens mij precies waar het om draait, dat je dat pas weet wanneer dat ‘later’ eenmaal is aangebroken.’

Jan Wildschut
Een persoon waar het boek om gaat. Een zwakbegaafde jongen. Jan was een vreemde jongen: hij was niet alleen zwakbegaafd, hij had zomer en winter een sjaal en wanten aan. Hij kwijlde als hij at en er bleven altijd broodkruimels op zijn gezicht zitten. Jan had een raar hoofd van een rare kleur. De ikpersoon vond dat het net leek alsof het hoofd niet helemaal goed doorbloedt. Zo’n vieze grauwe kleur had het hoofd van de zwakbegaafde jongen. Het lichaam van de zwakbegaafde jongen klopte ook niet er zat een soort van rare knik in zijn lichaam waardoor hij ook niet helemaal goed liep. Tijdens zijn eerste lessen op M.M. Lyceum, bleek hij anders door de leraren behandeld worden dan de “gewone” leerlingen. Zulke dingen roepen meestal minachting van de medeleerlingen ten opzichte van zo’n persoon. Zelfs tijdens de werkweek hielden de leraren Jan bij zijn hand. Ook al was Jan zwakbegaafde, wist hij precies wat hij deed, blijkbaar genoot hij van alle medelijden die de leraren met hem hadden. Alleen maar Bronstein, geschiedenis leraar had het door, daarom behandelde hij Jan, zoals hij erom vroeg.
Tijdens die werkweek had hij de jongens die naar de film gingen verlinkt. Daarmee wekte hij nog minder sympathie op.
Eigenlijk kon hij niemand wat schelen. Een keer heeft de ikpersoon hem mee naar huis genomen, omdat hij dacht dat jan dan anders zou zijn. Maar het viel tegen..
Er wordt niets over zijn karakter verteld, je leest allen maar de mening van de ikpersoon.

Erik en Gerard
De twee beste vrienden van de verteller. Erik is de dappere van de twee, Gerard is wat banger uitgevallen. Er is over beide weinig te zeggen.

De vader
Vader is geen aardige man. Hij werkt bij de krant, daarom zijn ze naar deze buurt verhuisd. Hij heeft geen geld te weinig. Terwijl zijn vrouw ziek is, gaat hij vreemd met een rijke vrouw, in het boek ‘de weduwe’ genoemd. Nadat de moeder is overleden, vertrekt hij om bij de weduwe te gaan wonen, en laat zijn zoon alleen achter. Hij geeft hem wel geld, maar het is ook niet alles.

De leraren
Alle leraren zijn eigenlijk één personage te noemen. Ze zijn allemaal hetzelfde slappe types. Niets persoonlijks. Alleen over de geschiedenisleraar vertel ikpersoon iets positiefs. Hij is de enige leraar met persoonlijkheid, de enige ook die Jan Wildschut ooit straf heeft gegeven.
Over leraren wordt in het boek gezegd:
‘dat ze leraar hebben kunnen worden, wil nog niet zeggen dat ze ergens verstand van hebben. ‘Iemand met ook maar een beetje persoonlijkheid wordt geen leraar,’ zei de vader van Erik een keer, ‘Persoonlijkheid en leraar, dat gaat nooit samen.’’

Bron; https://www.scholieren.com/boekverslag/53210

Perspectief
Het verhaal is in de ik-perspectief verteld. Je ziet alles vanuit zijn standpunt. Het maakt het boek spannender; het lijkt alsof je alle gebeurtenissen meemaakt, waardoor je de ergernissen die de ikfiguur beschrijft beter begrijpt en meer mee eens bent.

Bron; https://www.scholieren.com/boekverslag/53210

Historische tijd
De historische tijd kan ik niet precies bepalen, maar ik denk dat het een na oorlogsverhaal is, wat zich net zo goed nu kan afspelen. In het verhaal komt een bioscoop voor waar de ikfiguur naar toe wilt gaan. In de bioscoop draait de film The African Queen. Ik heb op het internet opgezocht in welk jaar die film is gemaakt. The African Queen is gemaakt in 1951. Dus ik denk dat het verhaal zich ergens tussen 1951 en 1960 afgespeeld.

Bron: http://www.reelclassics.com/Movies/African/african.htm

Citaat
“Ze kan haar kin ook niet stilhouden, ik begin altijd hardop te kreunen als ik daar langer dan vier seconden naar blijf kijken; alleen zie je dat in The African Queen allemaal met gemak door de vingers, gewoon omdat het zo’n goede film is.” Blz. 146

Verteltijd
Bedraagt 169 blz.

De verteller maakt wel eens een sprongetje in de tijd en dit geeft hij dan ook meestal wel aan, maar het tempo van vertellen veranderd niet opvallend veel.

Bewijs: “ Zo vertrokken we drie weken later met de trein naar het beging punt van de trektocht.” Blz. 128

De verteller geeft al in het begin van het verhaal aan dat de zwakbegaafde jongen de dood gaat vinden, terwijl de jongen pas aan het eind van het verhaal overlijdt.

Bewijs: “Dat de zwakbegaafde jongen de dood heeft gevonden , staat als een paal boven water.”

Het verhaal is niet chronologisch verteld, want de verteller springt regelmatig van onderwerp naar onderwerp en springt tegelijkertijd ook door de tijd, wat het verhaal soms wel wat ingewikkeld maakt.

Bron: http://www.zoekboekverslag.nl/boekverslag_incach.php?gid=12642 


Het verhaal speelt zich ongeveer af in één jaar. Op blz. 26 staat dat Jan Wildschut halverwege het schooljaar de klas binnenkomt. Halverwege is ongeveer december. Op blz. 103 staat dat de hoofdpersoon zijn kerstrapport kreeg en daarin,” tussen neus en lippen door”, stond dat hij vanwege zijn slechte resultaten en het al een keer eerder blijven zitten, wijzer was een andere school te zoeken. Dit is van december tot december, ongeveer een jaar.

Bron; https://www.scholieren.com/boekverslag/53210

Ruimte
Het Montanelli Lyceum.

De school waar de ikfiguur op zit is zo’n twee minuten lopen voor hem.

Volgens de ikfiguur is het Montanelli Lyceum een deprimerend gebouw, wat natuurlijk de haat van de ikfiguur voor de school benadrukt. Het is dus een psychische ruimte.

Bron: http://www.zoekboekverslag.nl/boekverslag_incach.php?gid=12642 

De plaats waar het boek zich afspeelt wordt niet duidelijk in het boek vermeld. Het is in ieder geval een plaats waarin de tweede wereldoorlog gebombardeerd is. Uit achtergrond informatie blijkt dat het zich afspeelt in Amsterdam-Zuid.
De satirische manier waarop de ikpersoon de ruimte beschrijft, al zijn negatieve uitlatingen over de omgeving, benadrukken de ernst van het gebeuren.

Bron; https://www.scholieren.com/boekverslag/53210

Genre
Psychologische roman.

Beargumenteerde mening
Toen ik het boek voor het eerst zag, had ik daar geen bepaalde verwachtingen bij. Ik heb nog nooit iets van Herman Koch gelezen en ook niets over het boek zelf gehoord. Maar vanaf de eerste bladzijde werd ik geboeid door het verhaal. Het kwam, denk ik, vooral door zijn taalgebruik. Sarcastische beschrijvingen van de buurt waarin hij woonde, van de mensen, van de gang van zaken op Montanelli Lyceum.Het trok me aan om verder te lezen. Soms was ik met de ikpersoon niet eens, maar als je verder leest, dan begrijp je ook wat hij ermee bedoelde. Dan vallen alle dingen op zijn plaats.
Ik vond het een interessant onderwerp. Het is een realistisch en bovendien herkenbaar. Niet zo zeer om de dood van de zwakbegaafde jongen; meer om de gedachten van de ik-persoon. Ze staan dan ook centraal in het boek.
Er gebeurde precies genoeg om de lezer duidelijk te maken wat er aan de hand was. Je komt vrij weinig over de vrienden, vader en moeder van de ikpersoon te weten. De schrijver vertelt alleen maar dingen die er toe doen.
Vaak wijkt hij af van een onderwerp, waar hij het over had, maar ik vind het helemaal niet slecht. Het brengt een bepaalde variatie in het verhaal. Daardoor is het niet oppervlakkig. Je moet wel erbij blijven om de draad van het verhaal niet te verliezen.

Het is een goed boek dat een leesbaar verhaal bevat. Ik zou het iedereen aanraden.

Beargumenteerde mening
Toen ik het boek voor het eerst zag, had ik daar geen bepaalde verwachtingen bij. Ik heb nog nooit iets van Herman Koch gelezen en ook niets over het boek zelf gehoord. Maar vanaf de eerste bladzijde werd ik geboeid door het verhaal. Het kwam, denk ik, vooral door zijn taalgebruik. Sarcastische beschrijvingen van de buurt waarin hij woonde, van de mensen, van de gang van zaken op Montanelli Lyceum.Het trok me aan om verder te lezen. Soms was ik met de ikpersoon niet eens, maar als je verder leest, dan begrijp je ook wat hij ermee bedoelde. Dan vallen alle dingen op zijn plaats.
Ik vond het een interessant onderwerp. Het is een realistisch en bovendien herkenbaar. Niet zo zeer om de dood van de zwakbegaafde jongen; meer om de gedachten van de ik-persoon. Ze staan dan ook centraal in het boek.
Er gebeurde precies genoeg om de lezer duidelijk te maken wat er aan de hand was. Je komt vrij weinig over de vrienden, vader en moeder van de ikpersoon te weten. De schrijver vertelt alleen maar dingen die er toe doen.
Vaak wijkt hij af van een onderwerp, waar hij het over had, maar ik vind het helemaal niet slecht. Het brengt een bepaalde variatie in het verhaal. Daardoor is het niet oppervlakkig. Je moet wel erbij blijven om de draad van het verhaal niet te verliezen.

Het is een goed boek dat een leesbaar verhaal bevat. Ik zou het iedereen aanraden.

Verdiepende opdracht
‘de conclusie …. Verkeerde illusies maken’ blz. 154-155.

In dit stuk is Jan Wildschut aan het verdrinken in het water. Iedereen staat boven op de brug zich af te vragen wat ze moeten doen. de ikfiguur vraagt zich op dan moment af of hij erachter aan zou hebben gesprongen als het een van zijn vrienden overkwam. Daar twijfelt hij over, maar nu dat Jan erin is gesprongen twijfelt hij geen moment om erachter aan te springen. Is het er niet achter springen en dus iemand min of meer dood laten gaan de juiste en meest rechtvaardigste oplossing? Je kan debatteren of het de rechtvaardigste oplossing is. Het is daar in tegen wel de meest logische oplossing. Ten eerste is dit natuurlijk allemaal nieuw. Niemand heeft ooit iemand voor zijn ogen dood zien gaan en een enkeling heeft het misschien ooit eens in zijn hoofd gehaald om van een brug te springen. Daarnaast is de ikfiguur ook niet de beste kandidaat om erachter aan te springen. Zijn gymleraar die ook op die brug staat is dat wel. Hij is de beste zwemmer en hij is ook nog een begeleider. Als je dan ook nog een meerekent dat het verdomde gevaarlijk is om erachter aan te gaan en de kans groot is dat jij het ook niet overleeft, is het heel logisch dat niemand die daar op de brug staat actie onderneemt en al helemaal niet de ikfiguur. En dan hebben we niet eens meegerekend dat de ikfiguur Jan totaal niet mag. Dit mag natuurlijk geen reden zijn om iemand dood te laten gaan, maar het is wel degelijk een factor als je beseft dat iemand zijn leven op de lijn zet om iemand te reden.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Red ons, Maria Montanelli door Herman Koch"