Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Publieke werken door Thomas Rosenboom

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover Publieke werken
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 7661 woorden
  • 11 augustus 2015
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
10 keer beoordeeld

Boekcover Publieke werken
Shadow
Publieke werken door Thomas Rosenboom
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Titelbeschrijving:

Thomas Rosenboom, Publieke Werken, Amsterdam 1999 (25e druk)

Motivatie van de boekkeuze:

Vlak voor de zomervakantie kreeg ik het advies om bij mijn volgende boekverslag een boek van niveau vijf te gebruiken. Dat advies heb ik opgevolgd en heb vervolgens op het strand van Samos, mijn Griekse vakantiebestemming, Publieke Werken gelezen. De keuze voor dit boek werd ook bepaald door het feit dat Publieke Werken op de website www.lezenvoordelijst.nl de hoogst mogelijke beoordeling kreeg.

Samenvatting:                           (Bron: http://www.scholieren.com/boekverslag/50947)

Het verhaal speelt zich af tijdens de late tachtiger jaren van de negentiende eeuw; het begin van de moderne tijd. De hoofdpersonen zijn twee al wat oudere neven, die weinig contact meer hebben gehad de afgelopen jaren maar verbazingwekkend veel overeenkomsten hebben. De een, Walter Vedder, woont als vioolbouwer in Amsterdam aan de Prins Hendrikkade, tegenover het Centraal Station. De ander, Christof Anijs, is apotheker in Hoogeveen.

Op een dag leest Vedder in de krant dat er op de Prins Hendrikkade een groot hotel zal worden gebouwd. De hotelonderneming, NV Victoria Hotel, wil een aantal huizen opkopen, waaronder dat van Vedder. Hij ziet meteen in dat hij nu in een machtspositie verkeert: ze kunnen niet om hem heen, en Vedder is vastbesloten om een goede prijs voor zijn huis te vragen. Het onderhandelen begint. Friedrich Ebert komt namens de directeur van NV Victoria Hotel bij Vedder langs om te onderhandelen over de prijs. Ebert doet een bod van twintigduizend gulden. Dit bedrag is veel hoger dan Vedder had verwacht, maar hij geniet zo van het gevoel dat de bouw van het hotel van hem afhankelijk is, dat hij vijftig duizend gulden voor zijn huis vraagt. Hier stemt Ebert echter niet mee in. 
 

Ondertussen heeft Anijs in Hoogeveen concurrentie gekregen van een andere apotheker. In eerste instantie heeft Anijs hier geen problemen mee, maar als dan blijkt dat de nieuwe apotheker, in tegenstelling tot Anijs zelf, een universitaire graad in de farmacie heeft, voelt hij zich de mindere van de twee apothekers. Als ook nog blijkt dat de jonge apotheker goed kan opschieten met dokter Amshoff, burgemeester Pottinga en dominee Festenhout, die allemaal een universitaire opleiding hebben gehad, voelt hij duidelijk dat hij niet meer bij de notabelen van de gemeenschap hoort. Hij gaat zich richten op het deel van de gemeenschap dat nog wel tegen hem opkijkt: de arme turfstekers in het gehucht Elim, naast Hoogeveen. Deze hebben het erg slecht, en Anijs doet er alles aan om hun situatie te verbeteren.


Hierin gaat Anijs erg ver. Hij voert zelfs operaties uit bij een aantal turfstekers, terwijl hij hier niet toe bevoegd is. Dit zorgt voor ergernis en woede bij dokter Amshoff en de andere notabelen.
 

De twee verhalen smelten samen als Anijs de viool van Bennemin krijgt, van een van de turfstekers, om die te verkopen. Vedder komt naar Anijs om de viool te bekijken. Dan krijgt Anijs het hele verhaal te horen over de bouw van het Victoria Hotel en de verkoop van het huis. Vedder en Anijs bedenken samen een geniaal plan: Vedder zal het geld dat hij zal krijgen voor zijn huis investeren in de emigratie van alle turfstekers naar Amerika. In Amerika kunnen de arme turfstekers een nieuw leven beginnen en Vedder met rente terugbetalen. 

Het plan wordt uitgewerkt. De turfstekers ondertekenen de contracten, en er wordt een vertrekdatum vastgesteld. Ondertussen blijft Vedder onderhandelen met Ebert. Vedder kan nu niet meer terug. Voor de emigratie heeft hij zich vastgelegd voor vijftigduizend gulden. NV Victoria Hotel begint met de bouw, zonder het bod van Vedder nog geaccepteerd te hebben. Vedder zit de hele dag in het lawaai en is langzaamaan krankzinnig aan het worden. Als Anijs in Hoogeveen de turfstekers op het perron uitzwaait, zijn de beide partijen, koper en verkoper, er nog steeds niet uit. Ook als de turfstekers vanuit de haven van Amsterdam met de boot naar Amerika zijn vertrokken, hebben Vedder en NV Victoria Hotel nog geen overeenkomst. Vedder kijkt angstig uit naar het moment dat uitkomt dat hij nog niet heeft betaald en dat de turfstekers teruggestuurd worden. 

Dan gebeurt het onvermijdelijke: Ebert meldt Vedder dat het NV Victoria Hotel stopt met de onderhandelingen. Ze bouwen om hem heen en Vedder krijgt geen cent. Bij de opening van het hotel komt Vedder eindelijk in contact met de tot dan onzichtbare man achter Victoria en sterft, geheel in de lijn van het verhaal en de trant van het boek. 

Ook met Anijs loopt het niet goed af. Hij is na het vertrek van de turfstekers in het ziekenhuis beland doordat hij door een zwerm bijen is gestoken. Ook heeft zijn vrouw Martha hem verlaten. 

Alleen met de emigranten loopt het goed af. Als zij in Amerika aankomen blijkt dat de factorij met wie zij de landverhuizerscontracten hadden afgesloten behoorlijk frauduleus bezig was en dat de leiding zijn biezen gepakt heeft. Het komt dus nooit uit dat Vedders geld niet overgemaakt is en eigenlijk zitten de ambtenaren op Staten Island met de hele zaak in hun maag. De turfstekers worden Amerika dan toch maar binnengelaten en kunnen hier een nieuw leven beginnen, zonder dat zij nog iemand schuld moeten afbetalen.

Eerste persoonlijke reactie:

Toen ik het boek net uitgelezen had was ik enigszins opgelucht. Het kostte me namelijk heel erg veel tijd om Publieke Werken uit te lezen. Nadat ik een week lang onder de Griekse zon over de 'spannende avonturen' van twee personages die leefden in het einde van de negentiende eeuw had gelezen, was ik het zat. Het verhaal is in lastige woorden geschreven, en door een aantal gebeurtenissen heel erg op te rekken werd het zeer langdradig. Toch heeft het boek ook een zekere charme, het taalgebruik zit af en toe tegen het poëtische aan en dat is wel erg origineel. Rosenboom weet van alledaagse zaken iets diepzinnigs te maken, door iets te beschrijven waar men normaal niet over nadenkt. Er zitten bijvoorbeeld een aantal passages in het boek waarin een personage voor een raam blijft stilstaan en nadenkt wat erachter gebeurt, terwijl de rest van de straat zich voortbeweegt.         Het boek heeft me verder aan het denken gezet. Een van de personages neemt het op tegen een groot bedrijf en verliest. De macht van bedrijven komt in dit boek dan ook zeer goed naar voren, en dat is zeker stof tot denken.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Open Plekken:

De eerste open plek die ontzettend belangrijk is in het verhaal is een vraag waarop het antwoord heel erg lang op zich laat wachten. Het is namelijk de vraag of Walter Vedder er in kan slagen om zijn huis voor de juiste prijs aan het Victoria Hotel te verkopen. De NV Victoria Hotel heeft namelijk het plan bedacht om een hotel op de plaats van Vedder zijn huis te bouwen. Om dat hotel te kunnen bouwen moeten de huizen die op de gewenste locatie staan worden opgekocht voor een bedrag dat zeer realistisch is. De huiseigenaren krijgen een onderhandelaar aan de deur die ze een voorstel doet dat voor velen zo ontzettend gunstig is dat ze die gelijk accepteren.              Voor Walter Vedder en zijn buren, de familie Carstens, ging deze acceptatie echter niet op. Vedder kreeg van zijn twee oudere buren het recht om te mogen onderhandelen uit hun naam en voelde zich daardoor sterker staan tegenover de onderhandelaars van het hotel. Dit leidde er toe dat Vedder in tegenstelling tot de andere huiseigenaren tegen de onderhandelaars van het hotel ging opbieden.

Friedrich Ebert, de hoofdonderhandelaar die de hele tijd met Vedder en Carstens aan tafel zit, slaat echter elk bod van Vedder af. Er ontstaat dus een situatie waarin geen enkele voortgang wordt geboekt. De onderhandelaars van het hotel kunnen niet tot een akkoord komen met de huiseigenaren, vanwege de onrealistisch hoge vraagprijs van 50.000 gulden per huis. Het hele verhaal lang is te lezen hoe de 'onderhandelingen' zich voortslepen, waardoor er een zekere spanning ontstaat of er een moment gaat komen waarop er een doorbraak komt.

De open plek wordt aan het einde van het verhaal ingevuld. De bouw van het Victoria Hotel gaat namelijk gewoon door ondanks het feit dat er nog geen akkoord is bereikt met twee huiseigenaren. Daardoor ontstaat er een situatie waarin de bouw van het hotel zo ondragelijk wordt voor de buren van Vedder dat zij maar gewoon tegen de geboden prijs hun huis verkopen en vertrekken. Vedder blijft echter weigeren totdat er een moment ontstaat waarop zijn huis omringd is door het hotel en aankoop al niet meer nodig is. De onderhandelingen worden door Ebert afgebroken en Vedder zal zijn huis überhaupt nooit meer verkopen. Het effect van deze open plek op mij als lezer is dat ik me bleef afvragen of het ooit nog goed zou aflopen, en dus door bleef lezen. Toen aan het einde van het verhaal de open plek ingevuld werd, verbaasde en ergerde ik mezelf aan de stommiteit van het personage. Deze open plek liet me dus ontzettend meeleven met de gebeurtenissen in het boek, en had om die reden een erg aangrijpend effect.

Er zijn een aantal citaten in het boek waarin wat hierboven staat goed naar voren komt:

"Dat is weer helemaal de arrogantie van die geldmannen... Die denken: ach, die kleine ambachtslui, die hebben we zo, dat doen we op het laatst wel even - daarom hebben wij al die tijd nog niets gehoord, terwijl de NV al vijf jaar bestaat! Nu, des te beter voor ons: wij hebben geen haast, zij kennelijk wel! Ik kan mij zelfs voorstellen dat zij al met de anderen gesproken hebben, die tapper naast mij zal dat heus niet vertellen, en die waard hier naast jullie ook niet... Misschien hebben zij zelfs al wel toegehapt, en denken ze dat ze slim zijn geweest... Maar in zaken gaat het er niet om wie als eerste instemt, maar wie als laatste instemt: die heeft de beste prijs!"

" 'Mijnheer Vedder, u kunt hier niet blijven,' vermande Ebert zich nu dwingend het woord te nemen tegen de oudere, in diens huis bovendien nog. 'Nu is het rustig, maar vergist u zich niet, dat is alleen maar omdat de sloop vrijwel ten einde loopt. Straks begint de bouw, en dan zal het verblijf hier nog veel ondraaglijker zijn dan het de afgelopen periode al was... We gaan heien, mijnheer Vedder, en daarom ben ik bij u gekomen, weliswaar weer met hetzelfde bod van vijfentwintigduizend als de vorige keer, en met dezelfde wissel als voorschot daarop, maar wijst u het niet af, alstublieft... Er wordt met vier stellingen tegelijk geheid, uw huis wordt volledig door elkaar geschud...' "

"De derde heidag al kwam buurman Carstens met verwilderde ogen de zaak in om afscheid te nemen: ze hielden het niet meer uit, door het gebrek aan rust verslechterde het been van zijn vrouw metterdag, ze hadden in allerijl een bescheiden etagewoning in de YY-buurt gehuurd en zouden vanmiddag nog overhuizen. Tussen de slagen door wist de man nog juist duidelijk te maken dat hij geen nieuwe kleermakerij meer zou openen; de ogen werden te slecht, en na verkoop van het huis zouden ze het best tot het einde redden."

" Nog een keer kuchte Ebert, daarna hernam hij zich en deed hij zijn mededeling op effen, bijna achteloze toon:  'In dat geval moet u onze besprekingen als beëindigd beschouwen. Wij bouwen om u heen. ' "

De tweede belangrijke open plek in het verhaal is de vraag of de emigratie van turfstekers succesvol zal verlopen. De apotheker Christof Anijs bekommerd zich namelijk ontzettend om een groep armen die helemaal aan de buitenkant van zijn dorp wonen. Samen met Vedder bedenkt hij voor hun het plan om ze te laten emigreren naar de Verenigde Staten om ze daar een beter leven voor zichzelf te laten opbouwen. Het geldbedrag dat daarvoor nodig is wordt bij elkaar gebracht door het geld dat de beoogde verkoop van Vedder zijn huis zal opbrengen. Deze open plek heeft dus eigenlijk nog meer spanning dan de eerste. Als de turfstekers namelijk nog op de oceaanstomer onderweg zijn probeert Vedder haastig nog zijn huis te verkopen. Dat blijkt niet te lukken en dan ontstaat er opnieuw spanning aangezien het nu de vraag is of de groep de VS alsnog in mag of toch terug naar huis moet.

Uiteindelijk wordt ook deze open plek ingevuld. De uitkomst van het hele verhaal is dat de organisatie die de emigratie heeft geregeld fraude had gepleegd en dat de directie spoorloos was verdwenen. Om die reden werd de groep dus alsnog toegelaten, de Amerikaanse autoriteiten zagen namelijk geen betere oplossing.     Het effect van deze open plek op de lezer is dat de spanning tot op het allerlaatste moment in het verhaal blijft zitten. Er is ook enigszins sprake van een gelukkig einde en dat maakt het boek wel een stuk mooier. Op de allerlaatste bladzijdes is namelijk de afloop van hun avontuur te lezen en dat is best wel ontroerend. In 500 bladzijdes bouwt de lezer namelijk een band met de groep op, en het is fijn om te weten te krijgen dat het goed met ze is afgelopen.

" 'Natuurlijk! Maar wat je daarnet vertelde, over het factorsbedrijf van neef Al: die geldschieters, dankzij wie berooide landverhuizers toch de oversteek naar Amerika kunnen maken, die laten zich toch met rente terugbetalen? Begrijp je wat ik bedoel? Dat zijn in wezen dus ook beleggers, alleen investeren zij in mensen... in arme mensen, die nu nog verkeerd zitten, maar eenmaal in Amerika aangekomen daar een beter bestaan kunnen opbouwen, en de aflossing en rentebetalingen met dankbaarheid jegens die geldschieter zullen voldoen...' "  

"Vedder hield het niet meer. Terwijl de glazen volstroomden en Anijs fles en filter terugzette kwam hij snuivend overeind, paars aangelopen, en na nog een paar tuitbewegingen met zijn mond verklaarde hij dan eindelijk:                                    

'Vrienden, ik doe het.' ''"

"In wezenloze vertraging ging hij de treden weer af en begon terug naar huis te lopen, lichamelijk gebroken van de slapeloosheid en de drank, geestelijk murw van het woelen en malen, loodzwaar bedrukt onder de onafwendbare catastrofe op til, de landverhuizers die zo aanstonds met hun duplicaatcontracten in de hand de valreep gingen beklimmen, doorstraald van een nieuwe toekomst als door een zinderende zonneschijn, steeds dichter naar de officier toe die boven aan dek stond met de onverbiddelijke passagierslijst - of zou het toch nog zo kunnen zijn dat zij daarop vermeld stonden, dat er vannacht nog een telegram uit Amerika, van neef Al, met de instructie om alle contracten tussen hem en de landverhuizers te erkennen als passagebiljet? Een telegram van omgekeerde strekking kon echter ook, nog later verstuurd, vanochtend pas, nadat het ten kantore van de factor definitief was vastgesteld: de contracten hadden geen enkele geldigheid, er was niet betaald..."

"Na eerder al door u vrijgemaakt te zijn van onze schulden aan de veenwinkels, bevonden wij ons nu bovendien vrij van alle verplichtingen jegens de factor: ja, als een waarlijk vrij volk in een vrij land betraden wij New York!"

De derde open plek in het boek is de vraag hoe het met Christof Anijs afloopt.            Hij wordt in het verhaal getroffen door een boze zwerm bijen en komt daardoor volledig met verband ingepakt in het ziekenhuis te liggen. Dit alles speelt zich aan het einde van het boek af en de open plek wordt niet ingevuld. Het laatste wat we over Anijs te weten krijgen is dat zijn vrouw hem verlaten heeft, hij in het ziekenhuis ligt, en zijn apotheek te koop staat. Het boek heeft dus een open einde en het is aan de lezer om in te vullen hoe het verhaal verder loopt. Het effect hiervan is dat je als lezer na het uitlezen van het verhaal, met het verhaal bezig blijft want je hebt het gevoel dat het nog niet af is. De keuze van de schrijver om een open einde te gebruiken pakte dus goed uit.

"Na zijn ongeluk was Anijs overgebracht naar het ziekenhuis in Assen. Hij kreeg er een kamer voor zichzelf, aan een kapstok in de hoek werden zijn verkreukelde kleren opgehangen, zijn bolhoed bovenop, dan zijn jas aan een knaapje, daaronder uit de pijpen van zijn broek en zijn schoenen op de grond - het leek wel of hij daar zelf stond, maar dat zou hij pas later zien. "

"Martha was naar haar zuster in Groningen. Hij hoorde het van de meid, die met buurman Thomas op visite kwam."

"Na twee maanden lag hij nog steeds in het ziekenhuis, gezwachteld weer als voorheen, in dezelfde witte kamer. Het werd herfst, hij dronk melk, de apotheek stond te koop."

Personages

Walter Vedder:

Walter Vedder is een van de twee hoofdpersonen in het boek. Vedder is ongeveer 60 jaar oud en is een Amsterdamse vioolbouwer. Zijn leven heeft er niet altijd hetzelfde uitgezien want toen hij nog getrouwd was bouwde hij nog kasten en wist daarmee zijn geld te verdienen. Nadat hij een huwelijk had dat kinderloos bleef en zijn vrouw hem verliet besloot Vedder op zoek te gaan naar iets hogers. Dat hogere weet hij te vinden in het bouwen van violen maar in dat beroep weet hij nooit meer status te verkrijgen dan zijn grote concurrent Smolenaars.

Het huis van Vedder staat aan de Prins Hendrikkade op nummer 46 in Amsterdam, tegenover het toekomstige Centraal Station. Ondanks het feit dat Walter Vedder nooit vader is geworden zorgt hij wel goed voor een weesjongen die vaak bij hem langskomt. Theo, de weesjongen, heeft door Vedder dus het gevoel dat hij toch een vader heeft.

 

De interesse van Vedder ligt heel erg bij de dienst Publieke Werken van de gemeente Amsterdam en uit daar regelmatig felle kritiek op. Dat doet Vedder doormiddel van de opiniepagina's van de kranten, waar hij onder het pseudoniem Veritas, dat waarheid betekent, te werk gaat. Vedder heeft een karakter dat er voor zorgt dat hij graag belangrijk wil zijn, en hij probeert zich te mengen in de hogere klassen zoals architecten en bekende musici. Hij voelt zich hierin gesteund omdat hij denkt dat hij in zijn eentje de bouw van het Victoria Hotel kan verhinderen, maar dat lukt niet, net als zijn poging om hogerop te komen. Aan het einde van het verhaal sterft hij doordat hij per ongeluk van zijn eigen dak afviel.

Vedder is naast hoofdpersoon verder ook helper van Christof Anijs, want door zijn rol in het verhaal lukt het Anijs om zijn doel te bereiken.

"Vroeger, getrouwd nog, bouwde hij er kasten, maar toen het huwelijk kinderloos bleef, zijn vrouw hem verliet en hem voor een tweede huwelijk diskwalificeerde door van een ander wel zwanger te raken, bevond hij zich zonder privé-leven meer zo gewichtloos in zijn bewezen onvruchtbaarheid, dat de opwaartse druk hem vanzelf omhoogstuwde, met een afwijking naar het openbare leven: hij verlangde naar een hoger doel, richtte zijn handwerk op de edele vioolbouw, en na lange leerjaren was hij zover dat hij 'Vedder Violen' op de etalageruit kon schilderen. Tegelijk begon hij, in navolging van pseudonimisten als Vitruvius en E.Nigma, de publieke zaak te bekritiseren in allerhande ingezonden stukken, eerst nog ondertekend met een 'een welmenende stadsgenoot', later onder zijn eigen pseudoniem Veritas. "    

"Zijn voet vond geen steun meer. Hij zag nog juist Henkenhafs gezicht vertrekken in ontzetting, toen viel hij kantelend achterover, dwars door de glazen wand heen. Onmiddellijk klonk er weer gejoel op, oneindig machtiger nog dan tevoren, en terwijl links en rechts van zijn lichaam het laken zich wapperend ontvouwde als twee witte vleugels, was het alsof de mensen hem met al die adem wilden terugblazen als een veertje, en zijn val ombuigen in een hemelvaart."

Christof Anijs:

Christof Anijs is de andere hoofdpersoon in het boek. Anijs is apotheker in Hoogeveen en is de zestig al gepasseerd waardoor hij zichzelf steeds ouder voelt worden. De apotheek waar hij de baas van is heet 'De Twaalf Apostelen' en is door Anijs van zijn voorganger overgenomen. De vrouw van Anijs, Martha, is de dochter van de vroeger eigenaar en ook dit huwelijk blijft kinderloos.

Verder gaat de vergelijking met Vedder ook nog op. Anijs wil net als Vedder bij de hogere klasse horen terwijl hij er zelf net niet bij hoort. Hij heeft bijvoorbeeld geen universitaire opleiding gehad, en als hij merkt dat zijn nieuwe concurrent dat wel heeft hangt hij maar een brandmeesterdiploma op. Hij wil zich dus net als Vedder beter voordoen dan hij werkelijk is.

 

Het karakter van de twee heren komt ook in grote lijnen overeen. Ook Anijs heeft er moeite mee dat hij eigenlijk niet heel veel meer is dan een simpele apotheker zonder kinderen. De oplossing die hij daarvoor gebruikt, is het feit dat hij voor allerlei verenigingen in de organisatie gaat zitten, en vanuit zijn voorzittende rol kan hij allerlei feesten en avonden organiseren.

Waar Vedder goed voor Theo zorgt, zorgt Anijs goed voor de 'Veldelingen'. De arme en kwetsbare groep weet meer steun te vinden bij de apotheker van het dorp dan de dokter zelf. Anijs weet zelfs zoveel steun te bieden dat hij over zijn bevoegdheden heen gaat. Hij voert namelijk ook taken uit waarvoor eigenlijk alleen een dokter bevoegd is. Hierdoor ontstaat er een strijd tussen hem en de 'gevestigde orde' van het dorp, die de 'simpele' apotheker veel te ver vinden gaan. Op een van zijn avonturen overkomt ook Anijs een ongeluk, maar Anijs overleeft het wel en komt in het ziekenhuis terecht. Hoe het verder met hem afloopt is onbekend.

Het doel van Anijs is om de 'Veldelingen' te helpen, en speelt daarom de rol van hoofdpersoon ook die van helper in het verhaal.

"Waar De Twaalf Apostelen al generaties lang het aanzien van het publiek genoot, daar was Anijs slechts aangekomen als eenvoudige, inwonende assistent uit Assen. Zeer gretig had hij zich evenwel opgetrokken aan de toenmalige apotheker, een weduwnaar met twee dochters, die op vriendschappelijke voet omging met de eerste burgers van de stad, klassiek gevormd was, en tussen al zijn Latijnse spreuken door bijvoorbeeld ook kon opmerken dat de Faust van Goethe er in de vertaling van Ten Kate beslist nog iets op vooruit op was gegaan. Aldus geestelijk geprikkeld behaalde Anijs zijn diploma met glans, maar niets wees er nog op dat hij de apotheek ooit zou kunnen overnemen, tot de jongste dochter naar Groningen vertrok en de apotheker ziek werd - daarna lachte het geluk hem toe en ging het snel: de oude vond het goed dat hij zijn overgebleven dochter Martha huwde, stierf, en voor hij er erg in had was Anijs de nieuwe apotheker."

"Afgeschrikt door het barse, aristocratische optreden van Amshoff wendden de mensen zich steeds vaker direct met hun klachten tot hem, zonder eerst de dokter te raadplegen. Anijs stelde dan zelf de diagnose, schreef een medicijn voor en verstrekte het terstond en ter stelle, meestal een van de sedatieven uit het aparte kastje."

"Vallend stootte hij met de zijkant van zijn hoofd vol tegen een zwaar voorwerp, dat toch licht meegaf. Hij lag op de grond, zag boven zich de zwarte bijenkorf wild heen en weer zwaaien tegen de blauwe lucht, en hoorde toen een diep gegons. Alsof er een kraan was opengezet, zo perste het bijenvolk zich naar buiten, eerst sproeiend met losse druppels, toen in een ononderbroken, dichte straal."

 

 

Pet Bennemin:  (Pet Benjamin)

Pet Bennemin is de belangrijkste bijpersoon in het verhaal. In de proloog van het boek verteld hij over zijn leven in een arme turfstekers familie die al jarenlang aan het werk is in het Drentse hoogveen. Later wordt duidelijk waarom de proloog dit leven beschrijft. Het boek blijkt over Anijs en Vedder te gaan, en de groep waar Bennemin in feite de leider van is wordt door de twee heren geholpen.

Pet Bennemin heeft een leidende functie in het verhaal omdat hij namens alle 'Veldelingen' spreekt, en ze hoop biedt op een betere toekomst. De reden dat Bennemin deze leidende rol heeft gekregen is het feit dat hij aan alle kinderen van 'het Veld' les heeft gegeven. Bennemin is in tegenstelling tot de rest van de groep wel geletterd en hij en zijn familie hebben geen plaggenhut maar een huis van steen. Verder houdt hij er een goede relatie met apotheker Anijs op na, en die uitstekende band tussen de twee zorgt er uiteindelijk voor dat de hele groep onderdeel wordt van het plan van Vedder om te 'investeren'. Die 'investering', die natuurlijk helemaal geen investering is, pakt zeer goed voor ze uit.    

Als de hele groep eenmaal in de Verenigde Staten is aangekomen schrijft Pet een brief aan Anijs om zijn ontzettende dankbaarheid te betuigen. In de brief beschrijft Bennemin hoe het zijn eigen familie is vergaan toen zij eenmaal in het 'Beloofde Land' waren aangekomen en hoe het met de rest van de groep gaat.

In de Verenigde Staten heeft de familie Bennemin besloten om weer te worden wat zij oorspronkelijk ook was, en dat is joods. De oorspronkelijke familienaam wordt daarbij in ere hersteld, en de brief is dus geschreven door Pet Benjamin in plaats van Bennemin.

Uit de proloog:

"Niemand ging naar het veen, je kwam er terecht. Je klom er niet naar op, je viel er uit een ander leven in neer, als een afgebroken tak, en zulke takken raakten gauw hun eigenschappen kwijt. Ze kregen allemaal dezelfde kleur, gingen lijken op alle andere takken die er al eerder in gevallen waren, daarna leken ze alleen nog maar op veen, tot ze tenslotte ook die eigenschap verloren: dan waren ze zelf veen geworden. Volgens mijn opa was het ons ook zo vergaan. Zelf leefde hij nog naar thora en traditie, hij was vroeger zelfs mohél, dat is besnijder, geweest ergens in de mediene, en alleen hij hield nog in ere dat wij Benjamin heetten; maar wij, de anderen, werden toen allang Bennemin genoemd, onze naam was met ons geloof na zoveel jaren en zoveel graven afgesleten en stomp geworden als onze veenschoppen."

In het verhaal zelf:

"Het huis van Bennemin, het enige steenhuis hier, kwam pas te zien nadat hij het voorlaatste huis al voorbij was. Het lag nog weer iets hoger dan de andere, op de zandkop vlak voor het einde van de wijk, en tekende zich tegen de lucht af met een aardappelschuur ernaast en de oude den van het achtererf."

Uit de Epiloog:

"Als u nu weet dat wij onze naam hersteld hebben in Benjamin, zoals mijn grootvader die droeg toen deze nog leefde naar thora en traditie, dan raadt u zeker al bij welke verwanten wij ons hebben aangesloten. Ja, wij zijn teruggekeerd in het volk van Abraham, en eigenlijk geschiedde het voor wij er erg in hadden."

Friedrich Ebert:

Friedrich Ebert is een bijpersoon in het boek. Ebert is onderhandelaar namens de hotelonderneming NV Victoria Hotel, en moet met de huiseigenaren onderhandelen. Hij is een zeer welbespraakte en nette man die telkens Vedder moet zien te overtuigen dat het hotel gelijk heeft en de juiste prijs bied voor zijn huis.

Over Ebert zijn persoonlijke leven komen we vrij weinig te weten. Hij blijft een vrij oppervlakkig personage die desondanks een enorme invloed op het verhaal heeft. Wel wordt over hem geschreven dat hij een Duitse achtergrond heeft en een zurige geur met zich meedraagt.

Ebert zijn functie is dat van tegenstander, want doordat hij Vedder steeds tegenwind bied bereikt Vedder zijn doel niet. En dat doel is om zijn huis voor 50.000 gulden te verkopen aan de hotelonderneming waar Ebert voor werkt. Ebert is ook de persoon die de pijnlijke mededeling aan Vedder doet dat de onderhandelingen zijn beëindigt en Vedder zijn huis überhaupt niet meer gekocht zal worden.

Vedder beschrijft Ebert als volgt:

"De jongeman had een smal, bleek gezicht met dunne lippen, was gladgeschoren, en oogde wel wat als een dandy: zijn zwarte, in het midden gescheiden haar glansde van de pommade; zijn handen, zelden zonder glacés aan de buitenlucht blootgesteld zeker, waren wit, glad en slank als zeelt; een brede, gebrocheerde das vulde de driehoek boven zijn vest. In afwijking van de gewone dandy maakte Ebert echter een bepaald bescheiden indruk, terwijl hij nu juist daadwerkelijk over de macht en middelen beschikte die andere dandy's slechts trachtten te suggereren. Hij had zijn hoge hoed schuin achter zich op de kassa gelegd; die hoed was een adjudant; het leek wel of zij met hun tweeën waren."    

 

 

"Pas nu Ebert langer achtereen gesproken had hoorde Vedder in zijn stem een zweem van Duits, die eerder naar zuur neigde dan naar zoet - de associé klonk zoals hij bij binnenkomst geroken had, en nu ook bewoog, want met precieuze verfijning overhandigde hij nu de tekeningen uit zijn map."

Fabel en sujet:

In het boek lopen fabel en sujet hetzelfde. De fabel, hoe de gebeurtenissen in het boek hadden moeten lopen volgens de chronologische volgorde, is hetzelfde als het sujet, hoe het in het boek is beschreven.  Het verhaal is chronologisch geschreven, en we lezen dus volgens de correcte chronologische volgorde. Er is in Publieke Werken dus niet iets aan de tijdsvolgorde veranderd, alleen de proloog zou een eventuele uitzondering kunnen vormen. Deze is echter gedicteerd dus heeft het geen invloed op het daadwerkelijke verhaal.

De functie hiervan op het verhaal is dat het duidelijk blijft. Er lopen namelijk twee verhaallijnen in het boek, en als die allebei ook nog eens op chronologisch gebied niet kloppen wordt het te ingewikkeld. Bovendien zit er nu een duidelijke rode lijn in het verhaal en Rosenboom is er zeer goed in geslaagd om alle ontwikkelingen goed te beschrijven.

Als lezer zie je op deze manier alles zich langzaam maar zeker ontwikkelen en daardoor ontstaat het besef dat je er geen grip op hebt. De gevolgen van de beslissingen van een personage aan het begin van verhaal worden later pijnlijk duidelijk. Ik heb me werkelijk zitten opwinden over de stommiteit van Vedder, maar omdat hij aan het begin van het boek besloot een prijs aan te houden werd pas veel later duidelijk dat dit een heel dom besluit was. Rosenboom weet door deze manier van vertellen dus een zeker gevoel van onmacht bij de lezer te creëren, het liefste wil je ingrijpen in het verhaal, maar dat is uiteraard onmogelijk.

De gevolgen van deze beslissing bijvoorbeeld:

"Koortsachtig probeerde hij de berekeningen van Anijs te maken, maar hij wist niet welk bedrag met anderhalf te vermenigvuldigen - er was ook nog geen bod!

            'Een bod,' herhaalde hij onbewogen.

            'Twintig,' zei Ebert.

            'Vijftig'. "

Perspectief

De proloog is in het ik-perspectief geschreven maar het verhaal zelf is vanuit een meervoudige derde persoon geschreven. We zien het verhaal namelijk vanuit de ogen van Vedder en Anijs, en er wordt geen ik-vorm gebruikt. Anijs beleeft het verhaal vanuit het Drentse Hoogeveen en Vedder vanuit Amsterdam. Het verhaal speelt zich af aan het einde van de negentiende eeuw.

Dit perspectief is dus redelijk betrouwbaar want doordat er twee personages aan het woord komen krijg je al een betere inschatting van bepaalde zaken. Er worden in het verhaal twee verschillende visies van twee verschillende personages gegeven, en dat is al betrouwbaarder dan een enkele mening. Toch blijft het vrij onbetrouwbaar aangezien je bij dit perspectief niet alles te weten krijgt en dus ook niet zeker weet of de waarheid wordt verteld. Zoals altijd gaat ook nu weer op dat het enige perspectief dat je kan vertrouwen de alwetende verteller is, en dat is in Publieke Werken niet het geval.

Door het verhaal vanuit twee verschillende personages te beschrijven krijg je een breder beeld van het geheel. Waar dorpsapotheker Anijs zich bijvoorbeeld kan verwonderen over de drukte van de grote steden, is het voor stadsmens Vedder juist wonderlijk dat er ook nog rustige plekken bestaan. Het verhaal wordt dus op een veel bredere manier verteld dan anders het geval zou zijn en dat is zeker een voordeel van dit perspectief. Als lezer krijg je een beeld voorgeschoteld dat niet door maar één persoon is gecreëerd, maar door twee. Je hebt dus meer duidelijkheid over hoe er gedacht wordt over bepaalde zaken en je krijgt bovendien een objectiever verhaal. Hoogeveen zal bijvoorbeeld door Anijs negatiever worden beschreven dan door Vedder. Het is dan aan de lezer om een middenweg te zoeken die dicht bij de waarheid in de buurt ligt. Rosenboom doet hiermee dus opnieuw goede zaken, want het creëren van duidelijkheid is iets wat heel belangrijk is voor het boek.

In het volgende stuk komt de verschillende kijk van de twee personages duidelijk naar voren, Vedder verbaast zich en voor Anijs is het iets wat al niet eens meer opvalt:

"Ze liepen het brugje op, maar al na een paar passen bleef Vedder weer stilstaan, met een bruuske ruk uitkijkend naar rechts. Rimpelloos spiegelde het water zonder verdere overbruggingen meer voort naar het Kruis in de verte. Het gestel van de bruggen daar was nog juist wel zichtbaar, het uithangbord van De Eenhoorn net niet meer. 'Waarom zo'n lang stuk zonder bruggen?' brak hij uit in een verontwaardiging die niet tegengesteld was aan zijn geestdrift maar daar juist een uiting en onderdeel van vormde, en daar ook dadelijk in overging: 'Ik zou er een brug bij eisen! Kijk eens hoever iedereen nu moet omlopen, terwijl ik daar achteraan wel vier bruggen bij elkaar zie!'

            Welstaanshalve keek Anijs een ogenblik nadenkend met Vedder mee over het lange, lege kanaal: het was al te laat in het jaar dan dat er nog turf werd afgevoerd; te vroeg echter nog voor de schippers om al te komen overwinteren - er lagen nauwelijks schepen voor de kade. 'Inderdaad, vier bruggen,' telde hij met milde glimlach. 'Nu, laten we er maar tevreden mee zijn, want vooraleer er hier...'

            'Openbare Werken! Ha! Ik hoor het al! Het is ook overal hetzelfde!' " 

 

Thematiek:

Verhaallaag:

De verhaallaag van het boek is dat Anijs en Vedder hun leven beschrijven. Beide personages leven in een andere omgeving en hebben andere problemen. Anijs maakt zich zorgen over zijn positie als apotheker en om de situatie van 'Veldelingen', terwijl Vedder zich vooral zorgen maakt over de verkoop van zijn huis.                             De verhaallaag beschrijft voornamelijk het dagelijks leven van beide heren en bevat nauwelijks actiescènes. De verhaallaag in dit boek wordt dus door de twee personages beschreven, dat is vrij bijzonder en is in de meeste boeken niet het geval.

Een voorbeeld van het dagelijks leven van de personages is het volgende:

            " 'Schoonmaken?' vroeg de man toen hij een vette, verse makreel aanwees.

            Hij knikte, met dit beding: 'Lever laten zitten.'

            Met de stille glimlach waarmee de ene kenner de andere herkent begon de         man te snijden; om hem niet op de vingers te kijken draaide Vedder zich om.''

Titelverklaring:

Een mogelijke titelverklaring van Publieke Werken zou kunnen zijn dat het met Vedder zijn pseudoniem te maken heeft. Onder het pseudoniem Veritas levert Vedder forse kritiek op de dienst Publieke Werken. Veritas is het vaak niet eens met de beslissingen aangezien hij het beter denkt te weten en grijpt daarbij vaak de locatie aan. De veelvuldige kritiek zou dus een verklaring voor de titel kunnen zijn.

De tweede mogelijkheid is dat Publieke Werken zijn titel te danken heeft aan de bouw van het Centraal Station tegenover het huis van Vedder. De dienst Publieke Werken is hier namelijk verantwoordelijk voor en het heeft grote gevolgen voor Vedder. Door het feit dat er tegenover zijn huis een heel nieuw station verrijst, besluit de NV Victoria Hotel een hotel te gaan bouwen en dat is wat in het hele boek centraal staat.    

Een kritische opmerking over de titel is echter wel gerechtvaardigd, want de beslissing om een hotel te bouwen is niet publiekelijk maar een private. Publieke Werken heeft uiteindelijk niets met de uitkoop van Vedder te maken, en dat is wat het grootste deel van het verhaal in zijn greep heeft. Private Werken was wellicht een betere keuze geweest voor het werk.

" De NV Hotelonderneming Victoria Hotel, opgericht anno 1883 met een maatschappelijk kapitaal groot een miljoen gulden, zal daartoe op aanwijzing van initiator, architect en thans directeur Johann F. Henkenhaf vijf huizen aan het Damrak, en vijf huizen aan de Prins Hendrikkade aankopen, inzonderheid het hoekhuis, bekend als het Huis met het Torentje."

Motieven:

Een motief dat in het boek veel voorkomt zijn de sociale verhoudingen. Telkens wordt duidelijk hoe iedereen zich tot elkaar verhoudt. Anijs en Vedder hebben er bijvoorbeeld allebei last van dat ze bij een hogere klasse willen horen maar het niet voor elkaar krijgen. Anijs heeft een beroep dat veel te hoog gegrepen is voor zijn simpele afkomst en Vedder heeft juist een beroep waar niet op neer wordt gekeken. Beide personages hebben er dus voortdurend last van dat ze niet in de klasse zitten waar ze bij willen horen.

Voor Bennemin betekent zijn sociale status juist dat hij met alles tevreden is wat hij maar kan krijgen omdat hij juist veel te laag op de sociale ladder zit. Als geletterde 'schoolmeester' zit hij tussen een ontzettend arme en kansloze groep. De sociale verhoudingen komen dus telkens terug in het verhaal en zijn een duidelijk motief.

"Waar De Twaalf Apostelen al generaties lang het aanzien van het publiek genoot, daar was Anijs slechts aangekomen als eenvoudige, inwonende assistent uit Assen."

"Toch kon men niet zeggen dat hij vrienden had - voor de middenstand was hij te hoog gestegen, terwijl de kring van notabelen voor hem gesloten bleef, of beter gezegd: zich langzaam gesloten had."

Een tweede motief zijn de pseudoniemen. Vedder levert graag via zijn pseudoniem Veritas kritiek op de rest van de wereld en dat komt telkens naar voren. Telkens is te lezen hoe Vedder denkt over alle verschillende soorten pseudoniemen en omdat het zo vaak en zo uitgebreid in het boek naar voren komt is het zeker een motief. Wanneer het verhaal vanuit Vedder is geschreven gaat het ongetwijfeld over zijn voorliefde voor het hebben van een pseudoniem. Het kwam zelfs zo vaak naar voren dat ik me er na een tijdje aan begon te storen.

 Zelfs op Theo, zijn 'zoon' probeert Vedder zijn passie over te brengen:

" 'Het is een titel!' legde Vedder glunsterend uit. 'Stel je voor, een krant, dadelijk al bij de inhoudsopgave, "J. Accuse, 'Over de buste van prins Hendrik de Zeevaarder' " - ik heb je een pseudoniem gegeven, en een eerste onderwerp om over te schrijven! Begrijp je het nu? Je bent zeventien jaar, oud genoeg om onder eigen pseudoniem iets aan de kaak te stellen!"

Een opmerkelijk derde motief in het verhaal is de levensverzekering van de familie Anijs. Martha, de vrouw van Christof Anijs, weet haar man er telkens aan te herinneren dat zij nog geen levensverzekering hebben afgesloten. Dit lijkt zelfs wel de humor van de schrijver te zijn, want Martha maakt er een sport van om subtiel haar man eraan te herinneren.  

Bijvoorbeeld:

"Wat later had Martha het vraagstuk van de levensverzekering opgeworpen."

" 'Maar in feite kun je toch ook niets voor die mensen doen?' zei Martha. 'We hebben niet eens een levensverzekering!' "

Thematische laag:

De thematische laag van het verhaal is dat er alleen maar goede bedoelingen worden beschreven. Anijs heeft het beste voor met een groep arme mensen en hij doet er van alles aan om ze te helpen terwijl Vedder met de beste bedoelingen zijn huis zo duur mogelijk probeert te verkopen en Theo verzorgt. Anijs en Vedder hebben het allebei beter met andere mensen voor dan met zichzelf, en dat brengt ze in de problemen. Soms staat letterlijk in het verhaal dat een personage het goed voor heeft met iets of iemand, maar meestal is het tussen de regels door te lezen.                 Dat maakt het hebben van de beste bedoelingen tot de thematische laag van het verhaal.

In de motieven komt dit ook wel naar voren. Martha vind bijvoorbeeld dat Anijs beter aan zichzelf kan denken en een levensverzekering moet afsluiten. En het feit dat er  veel verschillen in sociale klasse voorkomen betekent vaak dat Anijs en Vedder met de beste bedoelingen voor hun mindere opkomen. Het pseudoniem Veritas, probeert ook doormiddel van kritiek de situatie te verbeteren en Vedder heeft er eigenlijk alleen maar goede bedoelingen mee.

" 'Maar ik heb Johanna toch helpen bevallen?' verweerde Anijs zich op de verongelijkte toon van iemand die bijna huilt.''

Eindoordeel:

Na het schrijven van dit verslag moet ik toegeven dat mijn kijk op het werk erg is verbeterd. Opeens zie ik wat voor diepgang het boek heeft en dat had ik anders nooit opgemerkt. Mijn mening werd namelijk in eerste instantie voor het grootste deel bepaald door het feit dat het boek soms heel moeilijk en traag geschreven is. Rosenboom gebruikte bijvoorbeeld het woord 'latinerend'. In Griekenland had ik alleen Google tot mijn beschikking en zelfs Google wist niet wat het betekende. Tijdens het schrijven van het verslag kwam ik er achter, dat het waarschijnlijk het veelvuldig gebruiken van de Latijnse taal betekent. Dit woord was zo vreemd gekozen dat het me zelfs nu nog is bijgebleven.

Toch ben ik verder erg positief over het boek. Ik zie opeens het verband tussen Publieke Werken en het Bijbelboek Exodus. In beide werken wordt namelijk een joods volk uit een lastige situatie naar een 'Beloofd Land' gebracht. Rosenboom is een meester in de kleinste verwijzingen aanbrengen dus ik ga er van uit dat dit opzet was. Iemand die erg van lezen houdt zou ik Publieke Werken dus waarschijnlijk wel aanraden want er zit veel meer achter dan je in eerste instantie denkt. De hoogste beoordeling op www.lezenvoordelijst.nl was het dus zeker waard!

 

Dit is een voorbeeld van het lastige taalgebruik in het boek:

"Het was een gekmakende tweestrijd tussen twee even sterke impulsen, enerzijds het lichtende brandpunt angstvallig in het oog blijven houden, anderzijds zich onverwijld derwaarts haasten, en telkens wanneer hij naar het ene neigde leek er uit  de metalen buis waar hij zijn knokkels op wit kneep wel een elektrische stoot te komen die hem de andere kant op dwong, tot hij eindelijk zijn vastgeschroeide hand wist los te scheuren en zich opnieuw een weg naar buiten baande."

"Het was een gekmakende tweestrijd tussen twee even sterke impulsen, enerzijds het lichtende brandpunt angstvallig in het oog blijven houden, anderzijds zich onverwijld derwaarts haasten, en telkens wanneer hij naar het ene neigde leek er uit  de metalen buis waar hij zijn knokkels op wit kneep wel een elektrische stoot te komen die hem de andere kant op dwong, tot hij eindelijk zijn vastgeschroeide hand wist los te scheuren en zich opnieuw een weg naar buiten baande."

Achtergrondinformatie:  (Bronnen: Wikipedia en www.thomasrosenboom.nl)

Thomas Rosenboom (Doetinchem, 1956) groeide op in Arnhem, en ging in Nijmegen psychologie studeren.  Na drie jaar brak hij die studie af om Nederlands te studeren in Amsterdam en slaagde daar voor met hoge cijfers (cum laude).

In 1983 debuteerde hij met de verhalenbundel De mensen thuis (1983); daarin staat ook het verhaal 'Bedenkingen', dat hij al het jaar daarvoor in De Revisor publiceerde. Al snel volgde de psychologische thriller Vriend van verdienste (1985), die direct na verschijnen in het Duits werd vertaald.

Zijn grote doorbraak kwam met de imposante roman Gewassen vlees (1994), waarvoor hij de Libris Literatuur Prijs ontving. Hij had meer dan zeven jaar aan de roman gewerkt, en vijf werkjaren later publiceerde hij Publieke werken (1999) – en opnieuw won hij daar de Libris Literatuur Prijs mee. Het is een unicum, want tot op de dag van vandaag heeft geen enkele andere schrijver die prijs tweemaal ontvangen.

In 2003 verscheen zijn roman De nieuwe man, die genomineerd werd voor de AKO Literatuurprijs en de NS Publieksprijs. Na het Boekenweekgeschenk Spitzen, het pamflet Denkend aan Holland en de verhalenbundel Hoog aan de wind verscheen eind augustus 2009 zijn langverwachte nieuwe roman: Zoete mond.

De romans van Thomas Rosenboom worden vertaald in het Duits, Frans, Deens, Spaans en Hongaars.  Publieke Werken wordt in het Duits bijvoorbeeld vertaald als Neue Zeiten en in het Deens als Offentlige arbejder.

Opmerkelijk is dat het Victoria Hotel dat ik het boek beschreven wordt ook in het echt bestaat en dus geen fictie is. Apotheker Anijs bestond zelf niet, maar is wel heel erg geïnspireerd op een daadwerkelijke apotheker uit Hoogeveen, apotheker Radijs. In 1992 schreef Anne Aalders voor de historische kring Hoogeveen een biografie over hem en dat boek vormt de basis voor Anijs in het verhaal.

In 2015 zal het boek worden verfilmd door Joram Lürsen

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Publieke werken door Thomas Rosenboom"