Algemene vragen
1. Zou je meer van deze schrijver willen lezen? Waarom?

Ik zou wel meer van deze schrijfster willen lezen. Ik vind de manier waarop het boek is geschreven leuk. De dingen die in het boek gebeuren zijn heel realistisch, hierdoor lijkt het alsof je zelf middenin het verhaal zit.

Ook vind ik het leuk dat het boek spannend blijft en niet saai wordt, hierdoor lees je het heel snel uit.

2. Waarom heeft je boek precies déze titel en niet een andere?

Ik vind de titel van het boek goed bij het boek passen. Drugs speelt de hoofdrol in dit boek. Aan het einde van het boek hadden drie van de hoofdpersonen een overdosis XTC. Één hiervan is eraan overleden.

Ik vind het verder een goede titel omdat er in 1 woord wordt omschreven waar het boek over gaat.

3. Beschrijf twee van de belangrijkste personages uit het boek

Sanne

Sanne is zestien jaar en heeft een tweelingzus; Emma. Ze heeft blond haar en heeft een normaal figuur. Sanne wilt het liefst iedereen te vriend houden en is bijna altijd vrolijk. Ze is een goede leerling en valt goed in de smaak bij de meeste jongens. Ook durft ze risico’s te nemen. Sanne is heel open en houd erg van feestjes.

Sanne is een meisje met pit. Als Sanne voor een moeilijke keuze staat kiest ze vaak de verkeerde. Ze is ook bang voor wat andere mensen van haar denken. Ook denkt ze dat je de werkelijkheid kan ontvluchten door aan de drugs te gaan.

In het boek komt er een wending in haar normale gedrag. Ze wordt opvliegend en haar cijfers worden steeds slechter. Ze sluit zich af en wordt stil. Ook gaat ze steeds meer drugs gebruiken en doet een zelfmoord poging. Pas als aan het einde een vriend van haar dood gaat aan teveel drugs besluit ze om nooit meer drugs te gebruiken.


Joop

Joop is heeft een bedrijf waar hij zelf drugs maakt. In dit wereldje vertouwt hij niemand. Als hij eindelijk weer geld heeft door de drugs, komt hij een oude vriend tegen. Die vriend is nogal boos omdat Joop de drugs onder de vaste verkoopprijs verkoopt. Joop moet hem binnen een week 500 euro betalen en hij moet de drugs voor de normale verkoopprijs gaan verkopen. Als hij dat niet doet gebeurd er iets met zijn vrouw en zoontje.

Aan het einde van het boek wordt joop samen met zijn vrouw opgepakt vanwege het maken en dealen in drugs.


4. Staat de wereld van je boek heel dichtbij of ver(der) af van de jou bekende wereld?

Het boek staat redelijk dichtbij mijzelf. Ik ken zelf mensen die in aanraking zijn gekomen met drugs. Niet zo extreem als in dit boek. Het boek is ook heel realistisch en je wordt meegesleept in het verhaal. Ook komt het verhaal heel dichtbij omdat het over een vriendengroep. De mensen in deze groep zijn allemaal rond de 16 jaar. Zelf ben ik iets jonger, maar hierdoor komt het toch wel dichtbij.


5. Kies één van de opdrachten

Ik heb gekozen voor de opdracht waarin je een hoofdpersoon creëert die het tegenovergestelde is van een personage in je boek.

Ik kies iemand die het tegenovergestelde is van Erik.

Erik heeft het thuis moeilijk. Zijn vader heeft het gezin verlaten. Erik heeft niet zoveel geld en begint daarom in drugs te dealen.

In het boek is er een deel van een hoofdstuk waarin Erik naar Joop gaat. Hij gaat er ‘spul’ (wiet) kopen. Als hij daar is vraagt Joop aan Erik of hij niet toevallig een baantje wilt als dealer. Erik vindt dit een goed idee, hierdoor zou hij wat kunnen bijverdienen. Toch zegt hij niet meteen ja. Een paar dagen later komt hij terug en zegt dat hij het baantje aanneemt. Vanaf nu is hij dus een drugsdealer.

De persoon die ik creëer zou minder impulsief handelen. Hij zou deze baan als drugsdealer niet aannemen. Mijn personage zou er in ieder geval veel beter over nadenken dan Erik deed. Mijn personage zou in eerste instantie niet in aanraken gekomen zijn met drugs. In dit soort dingen verschilt mijn personage dan van Erik.