Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Over vaders en zonen door Hugo Borst

Beoordeling 7.7
Foto van Cees
Boekcover Over vaders en zonen
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 3383 woorden
  • 15 juli 2005
  • 61 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
61 keer beoordeeld

Boekcover Over vaders en zonen
Shadow
Over vaders en zonen door Hugo Borst
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Gebruikte editie Deze verhalenbundel van de Rotterdamse columnist en tv-persoonlijkheid Hugo Borst verscheen in april 2005 bij de Amsterdamse uitgeverij L.J. Veen. Er waren kort erop al enkele herdrukken noodzakelijk. Voor deze samenvatting werd gebruik gemaakt van de vierde druk in een fraaie, gebonden uitgave. De bundel telt 187 bladzijden. Op de stofomslag staat een foto afgebeeld waarop Hugo Borst zit op de Sparta-tribune met links van hem zijn tien jaar oude zoontje Charlie en rechts van hem zijn vader. Het beeld is een goede illustratie van de titel. Hugo is vader en zoon. Ondertitel De ondertitel van de roman luidt: “De jongenskamer van Van Basten en andere verhalen”. Deze titel is de titel van het eerste verhaal uit de bundel dat over de relatie tussen de vader van Marco van Basten en Marco zelf gaat. Mooi is ook dat de bundel besluit met een verhaal van de zoon van Marco van Basten die helemaal niet zo geweldig kan voetballen. De meeste verhalen zijn reeds eerder gepubliceerd in het voetbaltijdschrift Hard Gras.
Aanrader (voor voetbalfans) Deze bundel verhalen van Borst is een aanrader voor een leerling die van voetbal houdt, die het een en ander van het voetbalverleden afweet en tegelijkertijd het vader-zoonmotief een leuk thema voor zijn lijst vindt. De verhalen zijn qua stijl zeker onder de noemer literatuur onder te brengen. Wel zullen leerlingen er rekening mee moeten houden dat niet elke docent Nederlands de verhalen geschikt vindt voor de literatuurlijst. Sport en literatuur zouden misschien in diens visie niet samen kunnen gaan. Mart Smeets, Tim Krabbé, Jan Siebelink hebben overigens al bewezen dat dit standpunt onjuist is. Ook de gedichten van Henk Spaan over beroemde voetballers (“De zoon van Cruijff en andere gedichten”), zijn echt wel literair te noemen. Voor eindexamenkandidaten vmbo (KL en TL) is de bundel zeker geschikt, maar ik zie niet in waarom eindexamenkandidaten havo of zelfs vwo het niet op hun lijst zouden mogen plaatsen. Het thema vader-zoon is immers een geliefd literair thema met klassiekers als Karakter (Bordewijk) De aansprekers ( Maarten ’t Hart) De kleine blonde dood (Boudewijn Buch). Allemaal nummers die met “ Over vaders & zonen” gecombineerd zouden kunnen worden. Wie niet van voetbal houdt, zal waarschijnlijk minder plezier kunnen beleven aan deze verhalen. Niet omdat de verhalen niet goed geschreven zijn, maar waarschijnlijk omdat dan de achtergrondkennis ontbreekt om de verhalen om hun merites te kunnen waarderen. Motto De bundel heeft twee motto’s. Het eerste is een spreuk van Kenzaburo Oë. “Niet te veel wanhoop en niet te veel hoop.” Deze spreuk kan wel verklaard worden aan de hand van de inhoud van de bundel. Er zijn verhalen waarin vaders heel veel te lijden hebben door wat er is gebeurd met hun zoons. (vgl. de dood van Devin Bosman, de zoon van voetballer John Bosman en de dood van twee zoons van de voetballer Michel Boerebach). Wanneer een vader zijn kind verliest, is er natuurlijk sprake van heel veel verdriet en van veel wanhoop. Maar er zijn ook verhalen met hoop: de vader van Marco van Basten, de zoons van Faas Wilkes. Het tweede motto is een passage van een verhaal. “Om 1.28 uur deed een politieman de celdeur open en zei dat er iemand voor me was. Ik stapte naar buiten. Vader stond in de gang. Hij stak zijn rechterhand op en spreidde zijn vingers in een waaier. Ik stak mijn linkerhand op en spreidde mijn vingers in een waaier en we raakten elkaar met onze duimen en vingers. Dit doen we omdat vader me soms wil knuffelen, maar ik hou er niet van om mensen te knuffelen, dus doen we dit, en het betekende dat hij van me houdt. Uit: Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht. van Mark Haddon. Dit motto spreekt in deze vader-zoonverhalen voor zich. Niet elke vader kan zijn liefde voor zijn zoons op dezelfde manier uiten. Bundelopbouw De bundel bestaat uit zestien verhalen, waarvan er zeven vrij kort zijn en de resterende negen vrij lang. De meeste verhalen gaan over de thema’s voetballen en de vader-zoonrelatie. In een enkel verhaal komt het motief voetbal niet voor en in een ander verhaal komt een enkele keer geen vader-zoonrelatie voor. De meeste verhalen hebben de vorm waarbij de verteller Hugo Borst is die een interview heeft met een bekende (ex) voetballer of een verslag geeft van een ontmoeting met een dergelijk personage. De zestien verhalen zijn chronologisch afgedrukt. Dat wil zeggen dat het eerste verhaal over Van Basten geschreven is in 1994 en het laatste verhaal over de zoon van Van Basten in maart 2005. Na vrijwel alle verhalen geeft Hugo Borst een gecursiveerd gedrukt naschrift. Een soort auctoriaal commentaar. Vaak ook geeft hij aan wat er met het personage van het verhaal daarna is gebeurd. Perspectief De meeste verhalen hebben dus een ik-verteller, die samenvalt met Hugo Borst, de bekende columnist van o.a. het Algemeen Dagblad.
Het thema vader & zoon Vaders zien hun ideeën, toekomstplannen en illusies graag terugkeren in het leven van hun zoon. Niet voor niets volgen zoons hun vaders op in de zaak, hebben zoons hetzelfde beroep als hun vader (de onderwijsfamilie is genoegzaam bekend). Sommige vaders staan prominent aan de basis van de sportcarrière van hun zoon: vgl. de vader van Richard Krajicek. Niet altijd levert dat ook een gezonde verhouding in menselijk opzicht op. Soms kunnen zoons niet voldoen aan de verwachtingen van hun vader. Het valt namelijk niet mee om in de voetsporen van je vader te treden wanneer je de zoon van Cruijff (Jordi) of Mulder (Youri) bent. Ook de zoon van wielrenner Eddy Merckx (Axel) kan nooit zo goed worden als zijn vader, die ooit de beste wielrenner ter wereld was. Die oningeloste verwachting is dan ook een motief in de bundel verhalen. Faas Wilkes (een beroemde voetballer uit de vijftiger en zestiger jaren) heeft twee zonen: een geestelijk gehandicapte oudere zoon en een bijdehante nakomer. Beiden hebben ze wel belangstelling voor voetbal, maar ze zijn zelf geen topvoetballers. Coen Moulijn, de legendarische Feyenoord-linksbuiten, heeft eveneens een gehandicapte zoon, aan wie hij op hogere leeftijd uit liefde een nier afstaat. Twee andere profvoetballers in de bundel (Bosman en Boerenbach) verliezen hun zoons op een tragische manier bij verkeersongelukken. Hun leven lijkt voorbij, vooral Boerebach heeft het ongeluk maar nauwelijks kunnen verwerken. Andere vaders hebben een belangrijke invloed gehad op de carrière van hun zoon. De vader van Marco van Basten heeft zijn zoon intens begeleid: als symbolisch bewijs heeft hij de kamer van Marco vrijwel ongewijzigd gelaten en zijn alle souvenirs nog in de kamer aanwezig. Grappig is dat in het laatste verhaal Marco van Basten een zoon Axel heeft die er op voetballend gebied nauwelijks iets van bakt. Het lijkt Van Basten zelf niet te deren. Daarmee heeft Borst wel een spiegelbeeld gecreëerd in de bundel. Ook houdt hij de lezer een spiegel voor: wat is er eigenlijk van belang in de samenleving? Borst heeft zelf een autistisch zoontje Charlie. In het verhaal “Finding Charlie” gaan ze samen naar de bioscoop. In de drukte aan het einde van de film raakt hij Charlie kwijt: hij raakt helemaal in paniek. Buiten op het Schouwburgplein in Rotterdam vindt hij het ventje terug. Die blijft hem later herinneren aan het feit dat zijn vader hem in de steek heeft gelaten. Hij is bovendien zelf de zoon van zijn vader die hem de voorliefde voor Sparta heeft bijgebracht. Met recht komen alle facetten van de liefde tussen vader en zoon in deze verhalenbundel terug. Ook om die reden kunnen we echt wel spreken van “literatuur”. Samenvatting van de belangrijkste verhalen uit de bundel In deze samenvatting is er voor gekozen om de belangrijkste verhalen van de bundel kort weer te geven. De jongenskamer van Van Basten Hugo Borst interviewt de vader van de bondscoach. Die laat hem het kamertje van Marco zien, waarin alle trofeeën zijn opgeslagen. In het verhaal doet Borst daarvan een opgave: de shirtjes, de medailles, de plakboeken . Het begin van het verhaal (1994) is dat Marco 30 jaar geleden geboren is en dat pa Van Basten dit steeds aan zijn dementerende vrouw vertelt. Hij gaat dagelijks bij haar op bezoek: ook al uit een soort schuldgevoel, omdat hij vroeger veel tijd besteedde aan de voetbalcarrière van Marco. Hij was weinig thuis. Hij bezocht ook alle wedstrijden van AC Milan toen Van Basten daar speelde. Borst vindt ook nog een aantal schriften van de bekende voetballer, waarin hij van jongs af aan heeft aangetekend wat de wedstrijden waren die hij speelde en of hij daarin gescoord had. Het is voor de columnist een waardevol gegeven. Ook ziet hij een schrift waarin Marco schijnbewegingen heeft opgetekend. De vader van Marco heeft altijd een groot stempel gedrukt op zijn voetballoopbaan. Dat lijkt benauwend, maar in het laatste verhaal van de bundel zegt de nieuwe bondscoach dat hij dat zelf niet zo ervaren heeft en ook dat hij het niet benauwend vond. De mooiste plek op aarde In dit verhaal ontmoet Borst de legendarische doelman van het Nederlands elftal uit de zestiger jaren, Jan van Beveren. Borst had hem als kleine jongen bewonderd, omdat Van Beveren toen begon als doelman van Sparta en hij voor de wedstrijd altijd even aan de lat ging hangen. Hij woont in Amerika, maar is op visite bij zijn ouders in Emmen. Van Beveren heeft het voetbal vaarwel gezegd en is toch wel enigszins verbitterd over de manier waarop vooral Johan Cruijff ervoor gezorgd heeft dat er een einde kwam aan de loopbaan van Van Beveren in het Nederlands elftal. Hij werd min of meer onder druk gezet om te bedanken voor Oranje vlak voor de WK van 1974. De beide PSV-spelers (ook Willy van der Kuylen) konden niet tegen de Ajax-hetze van dat moment. Bovendien hadden ze de media tegen. De titel kan worden verklaard uit de opmerking van de oud-doelman dat keepen de mooiste plek op aarde is. Het zou ook kunnen gelden voor de omgeving waar zijn ouders wonen. Zijn vader en moeder komen beiden heel tevreden over: het zijn eenvoudige mensen die kunnen genieten van de gewone dingen van het leven. Van Beveren vertelt dat hij definitief besloten had uit Nederland weg te gaan toen hij als studiogast bij het WK van 1978 allerlei dreigtelefoontjes had gekregen. Dat was voor hem de limiet. Aan het einde van het verhaal krijgt hij nog een foto met handtekening die hij aan zijn vader zal geven. In het nawoord geeft hij aan dat de vader Van Beveren in 2003 overleden is en dat Jan nog steeds in Amerika woont. Wat het vader-zoonmotief betreft, deze vader heeft zich altijd heel bescheiden opgesteld met betrekking tot de loopbaan van zijn zoon. En eigenlijk weet Hugo Borst dat wel te waarderen. Het offer In dit verhaal gaat Borst op bezoek bij de legendarische Feyenoord-linksbuiten Coen Moulijn. Na een Europacupwedstrijd in Parijs hoorde hij dat zijn vrouw bevallen was van een zoon en dat er iets niet goed was. Zijn zoon had een open ruggetje. Het is natuurlijk altijd een zorgenkind gebleven. Het eerste huwelijk van Coen is mede daardoor beëindigd. Hij leeft nu samen met een tweede vrouw en is bijna op pensioengerechtigde leeftijd. Hij heeft nog steeds een modezaak waar de klanten speciaal voor hem komen. Halverwege het interview vertelt Moulijn dat hij binnenkort een nier zal afstaan voor zijn zoon en dat hij dat een doodnormale zaak vindt, hoewel de operatie niet zonder risico is. Tussen door zijn er anekdotes te lezen over de vliegangst van Moulijn en Bouwmeester . Ze gaan daardoor met de boot naar Engeland voor een wedstrijd tegen Tottingham Hotspurs. Maar ze hebben heel slecht weer en ze hebben veel meer problemen dan de andere spelers die met een uurtje vliegen al in Londen zijn. Ook heeft Moulijn het over zijn transfers. Hij krijgt op een bepaald moment 100.000 gulden tekengeld, maar hij had natuurlijk veel meer kunnen verdienen, zeker vergeleken met de jonge voetballers van nu. Hij is regelmatig bezoeker van businessclubs in de Feyenoordkuip, heeft kritiek op de voorzitter Jorien van der Heerik en blijkt een uiterst sympathieke man te zijn. Hij heeft nog altijd angst in vliegtuigen en liften. In het nawoord stelt Borst dat de nier niet aangeslagen is en dat de zoon later nog een andere nier krijgt van een nichtje.
De zonen van Faas De 80-jarige Faas Wilkes is één van de eerste Nederlandse voetballers geweest die een profloopbaan in het buitenland begon. Hij speelde o.a. voor AC Milan. Hij heeft twee zoons: de oudste heet ook Faas, is inmiddels dik 50 jaar (liefde voor Feyenoord) en woont nog bij zijn ouders thuis omdat hij een vorm van autisme heeft. Hij is een doodgoede knul, maar heeft een beperkt verstand. Hij weet alles via de Story en Privé. Daartegenover staat zijn veel jongere broer Michael. (voorliefde voor Ajax) Die woont ten tijde van het verhaal/interview ook weer even bij zijn ouders, omdat zijn huwelijk is stukgelopen. Michael komt steeds op voor zijn gehandicapte broer. Zo hebben ze thuis goede afspraken gemaakt over alcoholgebruik, want Faas junior kan slecht tegen drank. Maar Michael vertelt ook een verhaal over Faas die vaak het veld in kwam als de redelijk goede voetballer Michael schoppen kreeg. Borst vraagt hoe het verder moet als vader Faas komt te overlijden. Michael stelt dat het geen punt is: hij zal voor zijn oudere broer zorgen en zijn eventuele nieuwe relatie moet daar alvast maar rekening mee houden. Het is een ontroerend verhaal over broederliefde. In zijn nawoord schrijft Borst dat Michael een modezaak opent met de naam Faas Wilkes als huldebetoon aan zijn vader en aan zijn broer. Lekker belangrijk Een niet zo heel bekende voetballer Michel Boerebach hoort op een bepaalde dag dat zijn twee zoontjes en zijn ex-vrouw een verkeersongeluk hebben gehad. De ene zoon is dood, de andere ligt in coma maar overlijdt na enkele dagen. Een week ervoor was hij met zijn vriendin en de ene zoon nog op vakantie geweest. Vanaf dat moment gaat het heel slecht met de voetballer. Hij schrijft zijn verdriet af in gedichten die eigenlijk meer rijmpjes zijn: hij kan er niet goed over praten met zijn vriendin Angela die tenslotte ook bij hem vertrekt. Hij drinkt te veel alcohol m.a.w. hij kan het verdriet van de dood van zijn twee zoons niet verwerken. Hugo Borst heeft veel medelijden met hem en bezoekt met hem het graf van zijn zoons Lesley en Sven: ze zijn respectievelijk 12 en 10 jaar oud als ze omkomen. Hij schrijft gedichten als “Nooit meer zaterdag” en “Voorrang.” Niets in het leven is nog van belang voor Boerebach. De titel moet dus sarcastisch worden opgevat. Finding Charlie Hugo Borst is met zijn zoon Charlie naar de film in Rotterdam. Dat geeft een prettig gevoel: hij ziet zijn autistische zoontje genieten van de film, de popcorn en de cola. Maar aan het einde van de film is hij zijn zoontje in het gedrang kwijt. Hij ziet het ventje nergens meer. Buiten op het Schouwburgplein ziet hij Charlie ineens terug. Charlie verwijt hem dat Hugo hem in de steek heeft gelaten. Hij is hem slechts 12 minuten kwijt geweest. In een naschrift stelt Borst: de meeste films zien we thuis. Dan kun je je vader niet uit het oog verliezen. Alex is meer van de Knex Borst bezoekt een wedstrijd van de kleine Van Basten. Anders dan zijn beroemde vader is hij helemaal geen ster in voetballen. Zijn vader gaat wel naar hem kijken, maar de prestaties op het veld vallen tegen. Van Basten gaat er heel relaxed mee om: voor hem hoeft zijn zoon Alex geen goede voetballer te worden. Hij kan namelijk heel leuk spelen met zijn Knex. Wel vraagt hij in de rust of zijn zoontje Alex een doelpunt voor hem wil maken. Alex belooft het, maar gaat er toch ook in de tweede helft niet echt voor. Zelfs de penalty die aan het einde van de jeugdwedstrijd altijd wordt genomen, mist hij. Borst vindt het heerlijk, niks geen erfelijke belasting als topsporter. Geen verwachtingspatronen als voetballer. Andere (korte) verhalen in de bundel zijn: Oom Ger Dit is een kort verhaal over een oom van Borst, die zich altijd verbaasde over het transferbeleid van Feyenoord. Zijn kleinzoon Peter van der Berg kon ook goed voetballen, maar ze kochten liever spelers van buiten. Na zijn dood tekent zijn kleinzoon een contract bij Feyenoord, waar hij na een mislukt jaar ook weer vertrekt.
Pingelen (een slechts twee pagina’s tellende column over de textielgigant Hans van Heelsbergen, die met een aantal andere zakenlui enkele jaren geleden Sparta van het faillissement redde. Hij was zelf vroeger goed in pingelen en heeft zijn grote geld ook verdiend met pingelen in Azië, nl. afdingen) Bal Een mooi kort verhaal over Borsts zoon Charlie. Hij beweert dat hij bij zijn eerste verjaardag het woord “bal” kon uitspreken. Dat schept verwachtingen bij Borst: hij zal allemaal voetbalboeken gaan voorlezen; hij ziet het grote geld in de toekomst gloren. Maar in zijn nawoord stelt hij dat zijn inmiddels tienjarige zoontje (die bovendien een vorm van autisme heeft) eigenlijk helemaal geen voetbalfan is. Hij houdt van tekenen en weet alles van dino’s en de Titanic. Aanstootgevend Een korte column over de Engelse bondscoach Glen Hoddle die in een interview beweerde dat gehandicapte mensen in hun vorige leven iets misdaan hadden. Borst ergert zich aan trainers en voetballers die op een dergelijke wijze buiten hun boekje gaan. (natuurlijk, niet in de laatste plaats omdat hij een gehandicapte (autistische ) zoon heeft. Gelukkig werd Hoddle vanwege zijn uitlatingen ontslagen door de Engelse voetbalbond. Ebi wil naar huis Een wat langer verhaal over een Nigeriaanse voetballer bij Heerenveen, Ebi Ebiede. Hoewel hij redelijk goed kan voetballen, mislukt hij bij Heerenveen, omdat hij verschrikkelijk heimwee heeft naar zijn vrouw en kind in Nigeria. Zij krijgen namelijk geen verblijfsvergunning en als Borst hem bezoekt, ziet hij de miserabele omstandigheden waaronder Ebi leeft. Iedere keer komt hij in een leeg huis, waardoor zijn heimwee naar vrouw en kind heel groot is. In het nawoord stelt Borst dat Ebi korte tijd daarna ontslagen is bij Heerenveen en dat er op voetbalgebied erg weinig van hem is terechtgekomen. Devin (over het ongeluk dat het zoontje van John Bosman overkwam: hij stierf bij een verkeersongeluk) Borst schrijft over het verdriet van Bosman.
Jerry’s oorlog Een verhaal over een oorlogsfotograaf (Jerry) in Irak, die de ellende van de oorlog meemaakt in Bagdad. Hij gaat er laconiek mee om: je noodlot kun je toch niet ontlopen en Ajax-Feyenoord fotograferen is ook een hachelijke situatie. Hugo maakt zich tijdens het verblijf in Irak zorgen over zijn vriend, omdat hij hem per telefoon niet kan bereiken. De commune van Jaffa is een kennismaking met Robin van Persie, die bij zijn kunstzinnige vader is opgegroeid nadat zijn moeder hem niet meer aankon. Na zijn twaalfde is het beter met hem gegaan, al bleef hij bij Feyenoord voor problemen zorgen, waarna hij naar Arsenal werd verkocht.) Hij komt in een dikke Mercedes naar het interview. Er wordt voornamelijk gesproken over zijn houding, zijn karaktertrekken en zijn moeilijkheden. (ADHD) Ik las de bundel in de week dat hij verdacht werd van verkrachting (juni 2005). Wat ook moog’ gebeuren (over een vader-dochterrelatie van een Spartafan. De man zuipt zich tenslotte dood) Zijn dochter is een bij mannen populaire vrouw en ze is bestuurslid van de supportersvereniging van Sparta. De voorliefde voor de club heeft ze natuurlijk van haar vader meegekregen. Triest is de manier waarop ze over haar vader schrijft. Ze waren zelfs vergeten zijn as uit te strooien over het Spartaveld. Over de schrijver Hugo Borst (geboren in Rotterdam in 1962) schreef in 1996 een bestseller over een seizoen Feyenoord, “De Coolsingel bleef leeg” (Hard gras 7) dat drie drukken beleefde en werd genomineerd voor de Gouden Uil-literatuurprijs. Het boek werd als sportboek heel goed in de pers ontvangen. Borst is voetbalcolumnist en stadschroniqueur van het Algemeen Dagblad. Recentelijk is hij toegetreden tot de redactie van het voetbaltijdschrift Hard gras. Voor het blad Esquire schrijft hij columns over seks en liefde en de misverstanden tussen mannen en vrouwen. Op zondagavond zorgt hij bij Studio Sport voor ophef en vertier. Rotterdammer Hugo Borst maakt er geen geheim van dat zijn voetballiefde niet het grote Feyenoord is, maar meer de knussere familieclub Sparta in het noorden van de stad.

REACTIES

J.

J.

In het verslag word er geschreven over de voorliefde van hugo borst voor sparta rotterdam, een club uit het noorden van rotterdam.
Terwijl sparta zijn wedstrijden speelt op het kasteel gelegen in spangen, Rotterdam-west.

18 jaar geleden

R.

R.

Ben dan wel geen scholier meer, maar vond ik het stukje over "over vaders en zonen" erg erg goed!

18 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Cees