Analyse van het boek
Plaatsing in hoofdgenres:
Dit boek is epiek. Het boek is epiek omdat het ten eerste proza is. Ten tweede is het epiek omdat in het boek het verhaal het belangrijkste is. Het gaat er namelijk om wat de personages allemaal meemaken en wat ze beleven.
Compositie:
Het verhaal is geen fabel want het hoofdpersonage is geen dier. En het sujet van het verhaal is niet chronologisch.
Op het begin van het boek word bijna het einde van de tweede wereldoorlog beschreven vanuit de plaats Rotterdam, daar is het hoofdpersonage nog een kind. Dit kan je zien op blz 9 “Otto’s vader had Otto aan de ene hand en Frits aan de andere; hij nam zulke grote stappen dat de jongen struikelden over hun voeten.” Later in het boek is het hoofdpersonage al volwassen, ik gok dat dit een sprong is van 20/30 jaar Dit kan je zien op blz 11”In de lente van zijn achtenveertigste levensjaar bezocht Stein het lieflijke Mallorca”. Er zijn verder wel een paar flashbacks in het boek want het is zo dat er soms gepraat wordt over het verleden, bijvoorbeeld een vorige vakantie/ expeditie. Je springt vaak van het heden, naar de vorige expeditie die het hoofdpersonage met Stein had. Soms begint ook een nieuw hoofdstuk een aantal jaren voor het vorige hoofdstuk.
Het verhaal speelt zich af aan het eind van de jaren ‘70, begin jaren ‘80. Otto is dan ongeveer 50 jaar. De flash-backs over de Tweede Wereldoorlog spelen zich af in 1940 - 1945. Het bombardement van Rotterdam was op 14 mei 1940.
De verschillende expedities in het boek duren bij elkaar een paar jaar. Vooral de expeditie naar Banc d’Arguin (na Wessels val) duurt lang,
Handeling:
“Otto’s oorlog” is een psychologisch verhaal. Het gaat over Otto Stein, die worstelt met zijn herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. Ik denk dat het thema van het boek de zoektocht naar een vaderfiguur is. Alles staat hier namelijk mee in verband: de Tweede Wereldoorlog, die ervoor zorgde dat Otto zijn echte vader verloor; zijn verdere leven, waarin hij wildvreemde mannen achternaliep en de verhoudingen tussen hem en de andere twee reizigers, waarbij hij zo graag bewonderd wil worden door Wessel, het 'vaderfiguur' die hij zelf zo bewondert. Dat kan je lezen op blz 11 “Daar leerde hij Wessel Matser kennen, een ontmoeting die zijn leven zou veranderen”. Ondertussen worstelt hij met zijn gevoelens voor zijn overleden echte vader en voor Wessel. Dit kun je zien op blz. 82: “Vertrouwen, schuld en liefde. Simon kon beweren wat hij wou, maar Stein wist zeker dat hij nooit in Nouadhibou verzeild was geraakt als zijn vader niet uit zijn leven was weggerukt toen hij nog een kind was. “.
De hoofdhandeling in het boek is de expeditie die hij voert in het heden. Daar draait het boek namelijk om. En de bijhandeling van het boek is de het verlies van zijn vader in de tweede wereldoorlog en de expedities die hij in het verleden heeft gehad, bijvoorbeeld die met Simon.
De spanning in het boek was goed. Ik heb hier 3 redenen voor. Ten eerste vind ik dat er veel spanning in het boek zit omdat de verhaallijn telkens onderbroken wordt door flashbacks. Ten tweede omdat de hoofdpersonen elkaar zo haten dat ze bijna tot moord in staat zijn. Er zijn namelijk heel veel ruzies tussen de hoofdpersonen van het boek. En ten derde omdat je als lezer ook wilt weten wat er precies met Wessel gebeurd was.
Het boek heeft een gesloten einde, want het boek eindigt namelijk met het einde van de laatste expeditie. Ook vond ik het een gesloten einde want Otto Stein was dood, Wessel was achterlijk geworden en Simon kon een rustig, vredig, gelukkig leven zonder de vervelende Otto Stein leiden. Dat Otto Stein dood is kan je op blz 218 lezen “Daar lag Stein. Zijn hoofd vormde een hart van een bloederige roos. Zijn rug vertoonde ene knik die bij levende mensen niet voorkomt”. Alles is voor mijn gevoel afgesloten en het boek roept geen verdere vragen meer op.
Stof en motief:
Het boek heeft een aantal externe motieven bijvoorbeeld; de oorlog, hier denkt de hoofdpersoon namelijk de hele tijd aan terug en dit heeft het verhaal ook beïnvloedt dit zie je bijvoorbeeld op blz. 52: “Die eerste bom was voor ons huis bedoeld, daar ben ik absoluut van overtuigd. Ik heb er natuurlijk geen bewijzen voor, maar die gedachte heeft me nooit losgelaten.”.
Een intern motief is dat de hoofdpersoon de hele tijd denkt aan het ongeluk dat met een van zijn reisgenoten is gebeurd, en steeds doet voorkomen dat het zijn schuld is. Dit is een extern motief omdat het niet zo vaak bij andere boeken voorkomt, en er gaan wel heel veel boeken over de oorlog.
In dit boek zit geen stof en ook geen toespeling, er wordt niet verwezen naar een ander verhaal.
Personages:
Er zijn 3 belangrijke personen in het boek; Otto Stein, Wessel Matser en Simon Jorna. De echte hoofdpersoon van het boek is Otto Stein. Otto stein is ongeveer 50 jaar oud. Hij heeft donkerbruin haar en hij is een zakenman in Rotterdam. Ook is hij lid van arme 'oorlogsfamilie'. Hij is gemeen, zielig, laat zich voor andermans karretjes spannen, vreemd en onsympathiek, je kan dus zeggen dat Otto een antiheld is. Ook wil hij graag dat zijn reisgenoot Wessel hem respecteert. Otto Stein is een zeer rond karakter omdat je heel erg veel van hem weet.
Een ander personage uit het boek is Wessel Matser. Hij is ook een hoofdfiguur. Wessel Matser is ongeveer 30 jaar oud. Hij heeft blond haar en is wetenschapper, vogelexpert en dichter. Dat kan je lezen op onder andere blz 13 “Waarom Turkije? Om de vogeltrek te bestuderen”. Wessel is arrogant, opschepperig, slim, nieuwsgierig en erg plagerig. Hij wil dat iedereen hem goed vindt en zijn kennis verbreden. Simon kijkt heel erg naar hem op. Hij is ook een rond karakter omdat je wederom veel van hem weet en hij is een beetje een held en een beetje een antiheld want hij heeft goede en slechte eigenschappen.
En tot slotte heb je Simon Jorna. Hij is ook een hoofdfiguur. Simon is ongeveer 25 jaar oud. Hij is klein, heeft een dikke nek en hij is breed. Als beroep is hij fotograaf en hij is de neef van Otto. Dat hij een fotograaf is kan je lezen op blz 14 “Simon moest mee om foto’s te maken”. Ook is hij een beetje dom, onnozel, huilerig, en op het eind is hij gemeen en een beetje waanzinnig. Hij wil de 'oorlog' van Otto winnen, en dus de aandacht en respect van Wessel. Hij ondervindt tegenwerking van Otto, die hem probeert te treiteren, wat hij overigens ook terug doet. Hij is eigenlijk een beetje een vlak karakter, met een paar kleine rondingen. Simon is meer een antiheld want hij heeft veel slechte eigenschappen.
Historische tijd;
De vroegste flashbacks spelen zich af in 1940, tijdens de oorlog. Dat kan je lezen op blz 9 “Rotterdam 14 mei 1940, dat was ook niet misselijk”. Het verhaal dat het laatste speelt, over de expeditie van Stein en Simon alleen, speelt zich af in de vroege jaren '80, want Stein is dan iets over de vijftig en hij is in 1930 geboren. En het boek eindigt in 1983. Dat zie je op blz 218 “Woerden, 16 maart 1983”. Van de vroegste flashback tot het einde van het boek is dus 43 jaar. Maar het echte verhaal duurt ongeveer 13 jaar.
De plaatsen waar het verhaal zich afspeelt, worden iets duidelijker gemaakt door de titels van de hoofdstukken. Dit zijn namelijk allemaal bestemmingen van expedities, behalve het hoofdstuk 'Rotterdam' waarin vooral over het leven van de hoofdpersoon vóór de reizen, o.a. tijdens de Tweede Wereldoorlog, wordt verteld. Een beetje duidelijkheid over de plaatsen is ook wel nodig, omdat de hoofdpersonen de halve wereld afreizen en de plaatsen die ze bezoeken, ook nogal onbekend zijn, zoals Arhavi in Turkije; Nouadhibou, Iouik, Arel en de Banc d'Arguin in Mauretanië en Montfraguë en de Extremadura in Spanje.
Tijdsduur en –volgorde:
Zoals ik hierboven al heb beschreven duurt het echte verhaal 13 jaar en zie je stukken uit het boek met een tijdsduur van 43 jaar. Er zitten heel veel flashback in het verhaal. Het verhaal is een aaneenschakeling van gebeurtenissen en gedachten in het 'heden' (laatste expeditie), 'verleden' (expedities met Wessel) en het 'verre verleden' (de levensloop van Otto, in de oorlog en daarna).
Er zit geen innerlijke monoloog in omdat het niet in het ik-perspectief is geschreven. Ook zit er geen meriasres of post rem in want het begin begint in het verleden en dus niet ergens in het midden of het op einde.
In het verhaal zit een abo vo want het verhaal komt op gang met de voorgeschiedenis. Het begint namelijk met een fragment uit ongeveer 1940 tijdens de tweede wereldoorlog. Dat lees je op blz 9 ”De eerste bom, de bom die Otto Stein tot een obsessie zou worden, zette de tijd stil”.
Perspectief:
Het verhaal heeft een alwetende verteller, je ziet dus niet de gedachten van de personen en leest alleen maar wat ze zeggen of wat er gebeurd. Dit kan je lezen op blz 9 “Otto’s vader had Otto aan de ene hand en Frits aan de andere; hij nam zulke grote stappen dat de jongens struikelden over hun voeten”. kan dus niet met zekerheid zomaar iets aannemen in het boek, bijvoorbeeld dat iemand boos is want je weet de gedachten van die persoon niet.
Opbouw van een boek:
Op de kaft van het boek zie je een fotolijstje met daarin een foto van een man en daaraan baby armpjes. Ik denk dat de man op de foto Otto Stein als (oude) man is en dat de babyarmpjes ook van hem zijn. Je ziet zo de oude en de jonge Otto en dit verklaart de flashbacks.
De titel van het boek is Otto’s oorlog. Deze titel is gekozen omdat de hoofdpersoon van het verhaal Otto Stein is, vandaar Otto. En het hele verhaal draait om de Tweede wereldoorlog en wat er toen gebeurd is. Dat kan je lezen op blz 9 “De eerste bom, de bom die Otto Stein to een obsessie zou worden, zette de tijd stil”. Ook heeft Otto steeds ruzie met zijn reisgenootjes en dat kan je ook als zijn oorlog zien.
Het boek begon met een blik in het verleden, dat was dus ook de proloog. Dat kan je lezen op blz 9 “Rotterdam 14 mei 1940, dat was ook niet misselijk”. Ik denk dat hiervoor gekozen is omdat de oorlog een belangrijke rol speelt in het boek en dat wordt hier benadrukt.
Op het eind maak je de laatste expeditie mee en ik denk dat dit een mooi einde is omdat het nu echt afgesloten is.
Receptie;
Recensie 1;
Het onderwerp van Otto's oorlog, een oudere man die worstelt met anderen, zichzelf en zijn verleden, sprak mij niet heel erg aan omdat ik me niet heel makkelijk in hem kon inleven, maar ik vond het toch wel interessant. Alle gedachten en gevoelens van de hoofdpersoon worden zo beschreven dat je als lezer gaat meeleven en ook best wel begrip voor hem krijgt. Ik vond het wel onprettig om te lezen dat hij eigenlijk geen enkele echte vriend heeft, dat niemand van hem houdt. Wessel mag hem nog wel, maar is veel meer bevriend met Simon, waardoor de hoofdpersoon het gevoel krijgt dat iedereen een hekel aan hem heeft. Ook de prachtige vogels en natuur kunnen hem niet gelukkig maken; dat vind ik zo triest om te lezen.
De gebeurtenissen vond ik erg goed beschreven. Omdat ze ook in werkelijkheid zouden kunnen gebeuren, kun je je het meestal echt voorstellen. Ik ben zelf ook eens in zuidelijk Afrika op vakantie geweest en het telkens herhaalde C'est l'Afrique als er weer eens een afspraak niet doorging, kwam mij dan ook erg bekend voor. Zulke grappige dingen waren leuk om te lezen. Maar het feit dat Wessel van een berg stort en dat Stein ook sterft na een nogal ongelukkig leven, vind ik alles bij elkaar eigenlijk te ellendig. Er zit namelijk niets in dat dit compenseert door bijvoorbeeld een grote vreugde voor de hoofdpersoon.
Gelukkig was het taalgebruik wel opgewekt en prettig om te lezen. Zo komen er veel realistische dialogen in het boek voor. Ook worden beschrijvingen van een omgeving, een persoon of een gebeurtenis vrijwel nooit saai, doordat ze voortdurend afgewisseld worden door een flashback, anekdote, gedachte of gesprek. Een voorbeeld van een grappig, luchtig, afwisselend stukje tekst: (blz. 62)
voordat hij zijn aanval op het Turkse Rijk kon voortzetten, vestigde Geris zijn aandacht op een hoop stront in de wegberm. Zo te zien een doodnormale hoop stront, maar over een doodnormale hoop stront had Geris natuurlijk geen ophef gemaakt. Ernstig verklaarde hij de stront tot berestront.
Door alle flashbacks wordt de opbouw wel onduidelijker, maar over het algemeen is altijd duidelijk waar en wanneer alles zich ongeveer afspeelt.
Kortom, Otto's oorlog is wel een mooi verhaal dat op een leuke manier verteld wordt, maar het had van mij iets minder ellendig gemogen. Ook vond ik het niet zo aangrijpend dat het me nog jaren zal bijblijven, maar het is wel leuk om te lezen.
Reactie;
In de recensie staat dat diegene vind dat de gebeurtenissen heel goed zijn beschreven en daar ben ik het mee eens, er worden namelijk vaak heel veel details gegeven en dat brengt de gebeurtenis dan tot leven.
Ook vind hij het allemaal bij elkaar te treurig, daar ben ik het niet mee eens. Ik vind dat juist wel mooi aan een boek. Het wordt een beetje saai als alle boeken leuk zouden eindigen of als alles alleen maar leuk moest zijn. Dit is een beetje afwisseling en dat vond ik niet storend.
Recensie 2;
Ik vond “Otto’s oorlog” niet echt spannend of boeiend om te lezen, maar vooral interessant. Omdat het verhaal meer gaat over de gedachten van Otto dan over bepaalde spannende gebeurtenissen, die zich op dat moment afspelen, vroeg ik me af hoe het verhaal zou eindigen. Toch was het niet erg verrassend dat het verhaal eindigde met Otto’s dood. Ook kwam zijn dood niet onverwachts in het verhaal. Ik vond dit een anti-climax.
Door de vele flash-backs is het verhaal af en toe onduidelijk. Je weet niet wanneer de gebeurtenissen plaats vinden: vóór of na Wessels dood. Daardoor is het best moeilijk om te lezen. Maar de flash-backs maken het verhaal ook spannend; je komt steeds meer te weten over de gebeurtenissen daarvóór en over Otto’s verleden. En uiteindelijk ook over Wessels doodsoorzaak.
Ik zie echter het verband niet tussen Otto’s ervaringen in de Tweede Wereldoorlog en zijn handelingen in deze tijd. Uit het verhaal blijkt wel dat er een verband hoort te zijn, maar zoals recensent van de Volkskrant J.A. Dautzenberg schreef: “Het gedrag van Stein vloeit niet noodzakelijk voort uit zijn jeugdtrauma: als de hele toestand van de oorlog weggelaten was, zou er nog steeds een psychologische roman overblijven over een ouder wordende man die geobsedeerd is door jeugd.” Volgens Dautzenberg gaat het in het verhaal niet echt om de oorlog die Otto als kind meemaakte, maar om de “oorlog” tussen de volwassen Otto en Wessel en Simon. Daar ben ik het ook wel mee eens.
Het verhaal zelf vond ik eigenlijk best saai. Op de excursies naar vreemde landen gebeurt niet echt iets spannends of verrassends en Otto’s herinneringen zijn al net zo. De spanning zit hem - zoals gezegd - vooral in de flash-backs.
Waarschijnlijk had ik het boek niet eens uitgelezen als ik niet voor een boekverslag nodig had.
Reactie;
De schrijver zegt dat hij het boek niet echt spannend of boeiend vond om te lezen, daar ben ik het niet mee eens. Er gebeurden genoeg spannende dingen in het boek die het wel boeiend maken om te lezen. De ruzies bijvoorbeeld.
Ook wordt er gezegd dat hij het boek moeilijk vond om te lezen door de wisselingen in tijd. Daar ben ik het helemaal mee eens. De kopjes van de hoofdstukken maken het wat makkelijker om te zien waar ze nou zijn, maar het is erg onoverzichtelijk in welke tijd het verhaal zich nou eigenlijk afspeelt omdat er heel erg veel sprongen worden gemaakt.
Leven van de schrijver:
Koos van Zomeren werkte van 1967 tot 1971 bij Het Vrije Volk, een krant die ook in het boek voorkomt. Ook heeft Van Zomeren van 1976 tot 1986 bij het weekblad Nieuwe Revu gewerkt. Het blad dat in het verhaal genoemd wordt, Deze week, is hiervan afgeleid. Hij schreef o.a. natuurreportages, waarvoor hij verre reizen maakte. De expedities naar Turkije, Senegal en Mauritanië uit Otto's oorlog verwijzen daarnaar. De natuur speelt sowieso in alle boeken van Van Zomeren een belangrijke rol.
Vóór dit boek schreef hij alleen maar thrillers, wat ook nog lichtelijk terug te vinden is in het verhaal, omdat de hoofdpersonen overwegen elkaar te vermoorden en er wel degelijk een verdacht ongeluk met een van hen is gebeurd.
'Mijn romans gaan allemaal over situaties in de familie, in het gezin. Het gaat nooit over een man die een vrouw wil versieren. Mijn fascinatie voor het gezin kan ik alleen in mijn romans kwijt,' zegt Van Zomeren. Dit is ook in Otto's oorlog heel duidelijk het geval: de vader en de jeugd van de hoofdpersoon zijn heel belangrijk in zijn latere leven. En aan vrouwen versieren denkt hij zelfs het hele boek door niet.
De schrijver heeft volgens mij niet echt een bedoeling met het schrijven van het boek. Hij schrijft boeken omdat hij het leuk vind en hij is er goed in. Het boek is dus puur voor vermaak geschreven en er zit geen verdere betekenis achter.
Eigen mening:
Ik vond de opbouw van de tekst niet heel erg goed. De tekst bestond voor het overgrote deel uit flashbacks en er werden heel veel stappen in de tijd gemaakt waardoor het heel erg moeilijk was om te volgen. De kopjes maakten het wel duidelijker, zoals het kopje; Mauretanië. Dat maakt het duidelijk waar ze zijn.
De formulering van het boek vond ik wel goed. Er was niet heel erg moeilijk taalgebruik zodat het niet te snappen was maar het was ook niet heel erg makkelijk zoals voor een kind. Een voorbeeld van een zin is bijvoorbeeld Blz. 82: “Vertrouwen, schuld en liefde. Simon kon beweren wat hij wou, maar Stein wist zeker dat hij nooit in Nouadhibou verzeild was geraakt als zijn vader niet uit zijn leven was weggerukt toen hij nog een kind was.” Hier zie je duidelijk dat het taalgebruik is aangepast aan de leeftijdsgroep, oudere mensen.
Het verhaal was een beetje geloofwaardig. Alle gebeurtenissen die in het boek voorkwamen waren wel realistisch, bijvoorbeeld ene expeditie. Maar de plaatsnamen konden niet. Die waren erg onrealistisch. Sommige plaatsen bestonden wel maar een aantal ook niet.
Ik denk niet dat de schrijver een boodschap heeft met dit boek. Volgens mij is het boek geschreven voor amusement en niet om een boodschap over te brengen. Ik denk dan ook niet dat de schrijver echt een standpunt heeft, hij heeft dit boek puur voor amusement geschreven zonder boodschap of standpunt.
Bij dit boek heb ik niet echt hele sterke gevoelens. Ik vond het vooral moeilijk om te lezen maar niet interessant. Er waren niet echt stukken die ik heel erg grappig of heel erg treurig vond.
Bibliografie:
- http://www.scholieren.com/samenvatting/31940 Dit heb ik gebruikt voor de type argumenten.
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Koos_van_Zomeren
- http://www.scholieren.com/boekverslag/42572 Hier heb ik het stukje eigen mening gebruikt als recensie.
REACTIES
1 seconde geleden