Niemand houdt mij tegen door Evert Hartman

Zakelijke gegevens Naam auteur: Evert Hartman
Titel: Niemand houdt mij tegen
Naam uitgever: Lemniscaat
Jaar van verschijnen: 1991 Uitleg waarom boek gekozen is Ik heb dit boek gekozen omdat het mij een van de leukste uit de lijsterserie leek. De titel sprak me ook aan alleen toen ik de achterkant las viel het wel weer wat tegen. Ik heb toch besloten om het boek te gaan lezen en het is me niet tegengevallen. Mening Ik vond het een mooi verhaal. Het is een sciencefiction. Meestal houd ik daar niet zo van maar in dit boek kon ik alle dingen heel goed voorstellen. Bijv. auto’s die je niet hoeft te besturen maar alleen maar hoeft te programmeren. Soms vond ik het wel moeilijk te begrijpen omdat er veel nieuwe benamingen in voorkwamen zoals Multicom, BIAC en klonen. Ik haalde daardoor gemakkelijk alles door elkaar. Ik had ook af en toe het landkaartje nodig om het verhaal verder te kunnen volgen maar dat maakte het ook wel weer spannend. Sommige stukken waren wel voorspelbaar zoals het stuk met de achtervolgingen met de auto maar ik vond weer het stuk waarin Wesley na een schipbreuk bijna verdronk hartstikke spannend. Ik vind dit echt een meeslepend boek, ik had het ook binnen de kortste keren uit! Als ik het boek een cijfer mocht geven zou het een 8 zijn.
Samenvatting Het verhaal speelt zich af in Nederland, in het jaar 2136. De zeespiegel is dan zo gestegen dat Utrecht en Amersfoort aan zee zijn komen te liggen. Rotterdam ligt als een eiland met zware dijken eromheen in zee, en Amsterdam is steen voor steen afgebroken en ten noorden van Zwolle weer opgebouwd, maar ligt nu alweer vier meter onder zeeniveau. Het landschap is ook veranderd: het verkeer verplaatst zich in tunnels en de steden liggen grotendeels onder de grond. Veel bovengrondse gebouwen zijn afgebroken, waardoor het land teruggegeven wordt aan de natuur. Natuurkennis is de belangrijkste wetenschap geworden. De hoofdpersoon is Richard Maas. Hij is16 jaar en woont bij zijn ouders Angeline en Claus, in Amsterdam. Richard studeert gezondheidswetenschappen wat hij thuis kan doen met een holovisie, een televisie met een driedimensionaal scherm. Op een dag ontmoet hij Wesley, een kloon. In een warenhuis zien zij hoe twee Vlaamse meisjes door de politie worden opgepakt. Vreemdelingen zijn niet welkom, want Nederland is vol en illegalen worden meteen de grens over gezet. Doordat iedereen een elektronische persoonskaart moet hebben valt een illegaal persoon al gauw door de mand. Richard is op slag verliefd op Stefanie geworden, een van de Vlaamse meisjes, en besluit haar op te sporen. Als hij later in bed ligt wordt hij wakker gemaakt door zijn vader. Die vertelt hem dat de meisjes in Eindhoven zijn ontsnapt en of hij er meer van weet. Dit omdat ze het verdacht vonden dat Richard naar ze had gevraagd op het politiebureau. Hij legt alles uit en de politie vertrekt. Nu is Richard zo nieuwsgierig en besluit om op onderzoek uit te gaan. Als hij Wesley de volgende dag weer tegen komt vertelt hij zijn verhaal en besluiten ze om samen te gaan zoeken. Op hun tocht komen ze Rasja tegen, een meisje uit het dorp Galgeberg. Daar wonen mensen die kortlevers worden genoemd (mensen die nog maar kort te leven hebben). Maar zij bezorgt hun veel problemen. Toch krijgen ze een beetje medelijden met haar en ze nemen haar mee. Samen zoeken ze naar de twee Belgische meisjes. Maar is rasja te weten gekomen dat ene Pascal de Vlaming geld verdient voor hulp aan illegalen. De volgende dag gaan ze dus alle drie op zoek naar Pascal. Via hem komen ze bij Raymond Muller terecht. In ruil voor geld vertelt hij dat de meisjes in een schuilplaats op de Lieropse heide zitten. Dichtbij de schuilplaats horen de jongens een vrouw met Pascal praten. Plotseling begrijpt Richard dat hij de meisjes moet waarschuwen. Ze weten niet dat Pascal handelt in genetisch materiaal en daar radeloze illegale mensen voor worden gebruikt in ruil voor persoonskaarten. De meisjes Anik en Stefanie en de jongens vluchten weg. Alleen is de terug reis moeilijker dan ze gehoopt hadden want de agenten die midden in de nacht bij Richard thuis kwamen, de broers van Rasja, en de twee mannen uit Lierop zaten hun achterna. Om ze af te schudden reden ze eerst richting Rotterdam waarna ze met de boot terug naar Amsterdam zouden gaan. Maar ook dat mislukt totaal want als de boot strand, verdrinkt Wesley bijna en om bij een dorpje te komen moeten ze nog lang lopen en verdwalen ze uiteindelijk ook nog. De mannen uit Lierop hebben ze kunnen afschudden maar de broers van Rasja hebben het nog niet opgegeven. Ze proberen of de schoolmentor van Richard, Silvester, een oplossing weet. Hij moet Pascal en Rudo misleiden. Ook dat mislukt en uiteindelijk worden ze allemaal opgepakt en lijkt alles tevergeefs te zijn geweest. Richard zet dan alles op alles om te zorgen dat Stefanie en Anik een verblijfsvergunning krijgen. Wat hem niet lukt krijgt Wesley door te bluffen voor elkaar. Uiteindelijk mag Anik blijven, maar Stefanie moet terug. Met moeite legt Richard zich hierbij neer. Bespreking verhaalaspecten Fictie en werkelijkheid Het verhaal non-fictie, niet waar gebeurd. Het speelt zich af in de toekomst in het jaar 2136 wat dus ver in de toekomst is. Bij dit verhaal heb je wel fantasie nodig, wat ook de bedoeling is van de schrijver. Personages De hoofdrolspelers zijn: Richard, Wesley, Rasja, Anik en Stefanie. Richard Maas is een jongen van zestien, die in Amsterdam woont. In zijn tijd, 2136, staat heel west Nederland onder water door de stormen in 2076 en 2091. Richard is een strijd lustige jongen zonder broers of zussen. Als hij de Vlaamse meisjes ziet in het warenhuis is hij meteen verliefd op een van hen. Hij woont met zijn ouders, Claus en Angeline, één verdieping onder de grond. Richard volgt de studie gezondheidswetenschap. Zijn studie begeleider is Sylvester. Richard beoefent de sport judo. In het begin van het verhaal krijgt Richard een nieuwe vriend, Wesley. De belangrijkste bijrollen zijn: Claus en Angeline, de ouders van Richard, Joyce, de 'moeder' van Wesley. Sylvester, de studiebegeleider van Richard. Anita, de vrouw van Sylvester. Rudo en Alexander, de neven van Rasja. Pascal de Vlaming, de 'illegalenhelper'. Raymond Muller, verkoopt Richard’s informatie. De namen die hierboven staan zijn de belangrijkste bijrollen in het verhaal, het zijn de vijanden en degene die Richard helpen bij de zoektocht. Opbouw verhaal Het is een chronologisch verhaal. Alles wordt verteld in de volgorde waarin het gebeurt. Er zijn dus ook geen terugblikken of flashbacks. Tijd Het verhaal speelt zich af begin de 22e eeuw, om 2136 om precies te zijn. Alles is heel modern en veel steden liggen onder de grond. Vertelsituatie Het verhaal wordt verteld in de personale vertelsituatie. Ruimte Het verhaal speelt zich als eerste af in Nieuw-Amsterdam, totdat de twee de meisjes achterna gaan en dan in eindhoven terecht komen, ook komen ze in rotterdam. Vertelde tijd De vertelde tijd is een week, in die week gaan ze de meisjes achterna en worden ze zelf ook weer achterna gezeten.
Titelverklaring de titel is: Niemand houdt mij tegen. Hiermee wordt bedoeld dat de hoofdpersoon (Richard) kost wat het kost zal vinden. Dus dat niemand hem tegen zal houden om dat doel te bereiken. Informatie over de auteur Evert Hartman werd op 12 juli 1937 in Dedemsvaart geboren. In 1947 verhuisde hij met zijn familie naar Kampen. Na zijn eindexamen ging hij eerst in militaire dienst, en begon in 1958 aan zijn studie sociale geografie aan de Rijksuniversiteit in Utrecht. Ondertussen was hij al begonnen met les geven in Hoogeveen. Hij was daar leraar aardrijkskunde tot 1992. Daarna wijdde hij zich volledig aan het schrijven. Op donderdag 7 april 1994 overleed hij in zijn woonplaats in Hoogeveen. Evert Hartman was getrouwd en had twee zonen. Als jongen van zestien jaar wilde hij al verhalen schrijven. Voorzichtig begon hij met het schrijven van korte verhalen voor ‘eigen gebruik’. Zijn eerste boeken waren avonturenromans voor volwassenen, zoals Signalen in de nacht. In 1978 begon hij met het schrijven van jeugdboeken. In 1979 verscheen Evert Hartmans eerste jeugdboek Oorlog zonder vrienden, dat onmiddellijk geweldig populair werd. Het boek werd bekroond door vele kinderjury’s en ontving de Europese jeugdboekenprijs voor actuele literatuur, Padua 1980. In Vechten voor overmorgen geeft Evert Hartman een gedurfde kijk op een toekomst die erg dichtbij lijkt. Het onzichtbare licht baseerde hij op ervaringen van een meisje dat ontdekt dat ze helderziend is. Gegijzeld is niet alleen het spannende verslag van een gijzeling. De kinderen en de terroristen zijn volledig op elkaar aangewezen, waardoor de gijzeling een onverwachte wending neemt. In Buitenspel vertelt Evert Hartman een fascinerend verhaal over onder meer jaloezie tussen klasgenoten, de ontvoering van een middelbare scholier en belastingontduiking. In Morgen ben ik beter belandt Mariëlle in het ziekenhuis. Als niet duidelijk wordt, wat er met haar aan de hand is gaat haar vriendin op onderzoek uit. Het boek werd in 1988 bekroond met de prijs van de Nederlandse Kinderjury. Het bedreigde land en De droom in de woestijn zijn spannende verhalen die gesitueerd zijn in het Heilige Land in de tijd van de Bijbel. In Niemand houdt mij tegen, een avontuur in de 22ste eeuw neemt Evert Hartman de lezer mee naar de verre toekomst, wanneer heel laag-Nederland onder water is gelopen. De voorspelling is het verhaal van de student Sander die tijdens zijn ontgroening te horen krijgt dat hij nog twee weken te leven heeft. In De vloek van Polyfemos, de avonturen van Odysseus hervertelt hij de Odyssee van Homeros. Evert Hartman had als grote wens dat zijn boeken verfilmd zouden worden. Gegijzeld werd verfilmd door leraren en leerlingen van de Koningin Juliana-mavo in Veenendaal en uitgeroepen tot de beste amateur-film van Nederland. Zijn boeken zijn enorm populair; daarom is hij ook vier keer bekroond door de Nederlandse Kinderjury.