Motto:
Voor mijn moeder Mia Lindelauf-Boonen,
Die mij een oma vol verhalen gaf,
En voor Guido Bosua, mijn vriend,
Die haar verhalen steeds wilde horen
Indeling
Het boek is ingedeeld in hoofdstukken met titels. Een aantal voorbeelden zijn:
Rampen, Het tegendeel van zorgen [II], Vraag wie haar plaats moest weten, Tien open armen, Onrust, Maria in een leunstoel en Eén been.
Samenvatting
Er kwam een kleine karavaan naar Sjlammbams Sahara die bestond uit vijf mensen (de karavaners). Sjar, de zoon van de meubelmaker die net twaalf was geworden, kreeg de opdracht om een vergiftigd stuk worst aan de honden van de karavaners te voeren (de karavaners waren niet welkom). Toen Sjar op weg ging naar de karavaners kwam zijn hond Sjtom Bees achter hem aan. Net nadat Sjar de worst gegooid had viel er iemand boven op hem. Het waren Nienevee en Per Oggluk. De honden van de karavaners namen echter niets van vreemden aan. Nienevee pakte de worst en gaf die aan Sjars hond. Dat heette burgerwelkom. Sarcastisch bedoeld, want Nienevee had schijt aan de burgers en schijt aan de hele wereld. Altijd probeerden de burgers om de karavaners weg te jagen. Nienevee kon de hond van Sjar wel beter maken maar dan moest Sjar een stoel voor haar maken. Op een dag verdwenen de karavaners, maar na vijf jaar kwam Nienevee weer Sjars werkplaats binnen. Ze vertelde dat Per Oggluk dood was. Daarna ontmoetten Nienevee en Sjar elkaar elke dag in het maïsveld. Sjar had allemaal meubels gemaakt voor haar. Elke keer tekende Nienevee in het zand hoe haar huis er later uit zou zien. En dat het een stoep zou hebben. Nienevee en Sjar besloten samen weg te gaan uit de stad. Alleen de avond dat Sjar en Nienevee hadden afgesproken om te gaan werd Sjar opgesloten zodat hij niet weg kon. Van Wessum vond Nienevee verlaten op het maïsveld en een jaar later trouwden ze. Nienevee liet een huis bouwen waar vroeger nooit karavaners mochten komen. Boven de deur van het huis hing ze een bord met daarop ‘burgerwelkom’. Daar is ze gaan wonen met Van Wessum. Sjar maakte voor hen meubels. Onder andere een zerkbed met daarop twee jaartallen. Het ene jaartal was dat hij Nienevee ontmoette en het andere jaartal was toen ze met Van Wessum was getrouwd. Op dat zerkbed was Sjlammbams Sahara gegraveerd, met een eenzame stoel. Die stoel was de stoel die hij voor Nienevee gemaakt had.
Nadat Sjar de meubels had gemaakt vertrok hij uit de stad. Nienevee kreeg een kind en veel later werd Hoempa Hatsi naar een weeshuis gebracht, omdat hij de zoon van Sjar was en niet van Van Wessum. Maar na de dood van Van Wessum kwam Sjar terug naar Nienevee. Ze gingen samenwonen in het huis. Maar op een dag verwondde Sjar zich aan zijn guts en overleed twee dagen later aan een bloedvergiftiging. Hij wist niets van zijn zoon Hoempa Hatsi. Er kwam een nieuw kerkhof in de stad, of eigenlijk net erbuiten. Op de plek van hun huis. Nienevee weigerde te verhuizen naar een ander huis, dus liet ze het huis verplaatsen. Dat ging niet helemaal goed, want het huis werd niet omgedraaid, zodat de voordeur aan de verkeerde kant zat. Ook zat het huis een beetje los. Haar stenen stoep was gebroken, dus die verhuisde niet mee naar de nieuwe plek. Daar vond ze haar draai niet meer en stierf binnen een jaar.
Dan zijn we 35 jaar verder. De drie zusjes Fing, Muulke en Jes verhuizen met hun vader, oma en vier broers steeds opnieuw. Deze keer komen ze met zijn allen in een oud , verwaarloosd huis terecht, dat helemaal buiten de stad ligt aan het eind van een lange en slingerende weg, genaamd Sjlammbams Sahara. Zij noemen het huis ‘Negen Open Armen’, omdat het negen open armen lang is. Het staat vlak bij een kerkhof. Hun vader wil geld verdienen door sigaren te gaan maken en verkopen. Maar eerst wil de vergunning niet komen en dan mislukken bijna alle sigaren. De zusjes speuren het hele huis door en vinden in de kelder een hoofdeind van een bed dat lijkt op een grafsteen, want er staan twee jaartallen op. Als het later heel erg hard heeft geregend, blijkt alles onder te zijn gelopen, omdat het huis vol gaten zat. Omdat de hele kelder was volgelopen, hebben ze het bed opgeruimd. Muulke ontdekte dat het bed in een schuur was neergezet. Ze ging met Fing kijken naar wat er op het bed stond. Het was een pad en naast het pad stond een klein stoeltje. Ineens hoorde ze Jes gillen. Ze zei dat ze een dooie had gezien in de heg. Muulke ging kijken en ontdekte dat er een klein huisje in zat. In dat huisje woonde Hoempa Hatsi. Ze vroegen waarom Hoempa Hatsi hier zat, maar hij zei niets. Hoempa Hatsi was namelijk ook al bij hun vorige huis geweest. Hij bleef alleen maar met zijn schaartje doorknippen. Ze kwamen er achter dat hij met zijn schaartje praatte. 1x knippen was ‘ja’ en 2x knippen was ‘nee’. Oma Mei vertelde al dat ze dacht dat Hoempa Hatsi hier was. Toen vertelde ze het verhaal van Nienevee Van Boete De Moere en Sjar.
In juni worden er voorbereidingen getroffen voor Sint-Rosa. Elk meisje moet engelenvleugels maken en die op haar rug dragen. Jes kan dat niet, want ze heeft al een rechthouder. Dan wordt gezegd dat Jes Maria wordt, zodat ze geen engelenvleugels om hoeft. Dat wil Jes helemaal niet, maar ze heeft gehoord dat er rechthouders bestaan die niet piepen. Dikke Tonnie wil de rechthouder van Jes zien, dus grijpt Fing in. Ze trekt een del van Tonnies haar eruit. Daarna is Jes verdwenen. Ze denken dat ze naar Maastricht is gaan lopen, om een nieuwe rechthouder te halen die niet piept. Iedereen is bezorgd. Fing vindt haar gewoon in een jutezak bij Hoempa Hatsi. Oma Mei wordt boos op Muulke omdat ze denkt dat Muulke ervoor heeft gezorgd dat Dikke Tonnie aan één kant zowat kaal is. Dan zegt Fing dat zij dat heeft gedaan. Dan wordt Fing op haar beurt boos op Oma Mei, omdat ze nooit heeft verteld dat hun huis op een kerkhof stond. Dan vertelt Oma Mei het complete verhaal uit haar Krokodil (verhalenkoffer).
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
O.
O.
klopt was een beetje oud nederlands ofzo soms
8 jaar geleden
AntwoordenF.
F.
Even een opmerking over het taalgebruik: die "rare" woorden zouden waarschijnlijk inderdaad wel moeilijk kunnen zijn voor Nederlanders, maar ze zijn Limburgs. Het verhaal speelt zich ook af in Sittard, een stad in Limburg. Ikzelf kom uit Limburg, dus ik kon ze zelf prima verstaan en vond het eigenlijk best een leuke toevoeging aan de sfeer.
5 jaar geleden
Antwoorden