Negen open armen door Benny Lindelauf

Hoofdpersonen:
Fing:
Zij is de oudste zus, zij moet heel veel voor haar zusjes zorgen, en moet veel voor haar oma doen. Ze is heel rustig. Ze moet ook vaak op haar zusjes passen, en ze mee naar school nemen.
Muulke:
Zij is de middelste zus. Zij verzint altijd spannende en mysterieuze verhalen over de huizen. Daardoor vinden ze het ook heel eng in het nieuwe huis.
Jes:
Zij is de jongste in het gezin, en hoeft thuis bijna niets te doen omdat ze een losse ruggenwervel heeft. Als ze heel veel doet, schiet de ruggenwervel scheef, en kan ze helemaal niets meer.
Nienevee:

Zij hoorde bij een kleine karavaan van 5 mensen. De mensen mochten karavaners niet zo, dus probeerden ze de karavaners weg te jagen. Daardoor leert ze Sjar kennen.
Sjar:
Hij is de zoon van een meubelmaker. Hij is heel klein, en helemaal niet sterk. Zijn vader vindt dat hij niets kan.

Samenvatting
De zusjes Fing, Muulke en Jes verhuizen met hun vader, oma en vier broers steeds
opnieuw. Deze keer komen ze met zijn allen in een oud verwaarloosd huis terecht. Het huis ligt helemaal aan buiten de stad. Zij noemen het huis ‘’Negen Open Armen’’. Omdat het huis negen open armen lang is. Het staat vlak bij het kerkhof. Hun vader wil geld verdienen door sigaren te gaan maken en verkopen. Maar eerst wil de vergunning niet komen en dan mislukken bijna alle sigaren De zusjes speuren het hele huis door en vinden in de kelder een hoofdeind van een bed dat lijkt op een grafsteen. Als ze dan naar de kelder gaan vinden ze daar een hoofdeind van een bed wat lijkt op een grafsteen. Maar toen ging het heel hard regenen en werd alles nat, de hele kelder was volgelopen dus hebben ze het bed opgeruimd. Muulke had ontdekt dat het bed in een schuur was neergezet. Ze gingen er kijken naar wat er op het bed stond dat was een pad en naast het pad stond een klein stoeltje. Ineens hoorde ze Jes gillen. Ze zei dat ze een dooie had gezien in de heg. Muulke ging kijken en ontdekte dat er een klein huisje inzit. In dat huisje woonde Hoempa Hatsi. Ze vroegen waarom Hoempa Hatsi hier zat maar hij zie niets. Hij bleef alleen maar met zijn schaartje doorknippen. Ze kwamen erachter dat hij met zijn schaartje pratte 1x knippen was ja en 2x was nee. Ze roken brand en het kwam van het kerkhof. Ze zagen dat de haag in brandt stond. Ze pakte snel emmers water om de haag te blussen. Hoempa Hatsi vonden ze op de weg zonder wenkbrauwen.
Oma mei vertelde dat ze als dacht dat Hoempa Hatsi hier was. Toen vertelde ze het verhaal van Nienevee.

Er kwam een kleine karavaan naar Sjlammams Sahara. Dat bestond uit 5 mensen.
Sjar die net twaalf was geworden kreeg de opdracht om een vergiftigd stuk worst aan de honden voeren. Toen Sjar op weg ging naar de karavaners kwam Sjtom Bees achter hem aan dat was zijn hond. Net nadat hij de worst gooide viel er iemand boven op hem. Het waren Nienevee en per oggluk. De honden namen niks van vreemden aan, Nienevee pakte de worst en gaf die aan sjar’s hond. Dat hete burgerwelkom. Nienevee had dan ook schijt aan burgers en schijt aan de hele wereld. Altijd probeerde de burgers om de karavaners weg te jagen. Nienevee kon de hond beter maken maar dan moest Sjar een stoel voor haar maken. Op een dag verdwenen de karavanen maar naar 5 jaar kwam Nienevee weer sjar’s werkplaats binnen. Ze vertelde dat per Oggluk dood was hij was uit een boom gevallen. Daarna ontmoete Nienevee en Sjar elkaar elke dag in het maïsveld. Sjar had allemaal meubels gemaakt en die hadden ze dan in het maïsveld. Nienevee vertelde dat ze toen 2 worsten had en Sjar’s hond de andere worst gaf waarbij hij zo weer beter werd.
Nienevee en Sjar besluiten samen weg te gaan uit de stad. Alleen de avond dat Sjar en Nienevee hebben afgesproken om te gaan wordt sjar opgesloten zodat hij niet weg kon. Van wessum vond haar verlaten op het maïsveld en jaar later trouwde ze


Neinevee liet een huis bouwen waar vroeger nooit karavaners mochten komen. Boven de deur van het huis hing ze een bord met daarop ‘Burgerwelkom’. Daar heeft ze gewoond met van Wessum. Sjar had de meubels voor het huis van Van Wessum gemaakt alles zou als hij wou behalve het bed. Daarhad hij een zekerbed van gemaakt. Het ene jaartal was dat hij Nienevee ontmoete en het andere jaartal was van toen ze met Van Wessum was getrouwd. Toen vertrok Sjar uit de stadt. Nienevee kreeg een kind, Hoempa Hatsi alleen werd hij naar een weeshuis gebracht omdat hij de zoon van Sjar was en niet van Van Wessum.
Toen Van Wessum dood was kwam Sjar terug naar Nienevee. Ze gingen samen wonen in het huis. Maar op een dag verwonde Sjar zich aan een guts en overleed 2 dagen later aan een bloedvergiftiging, hij heeft nooit wat geweten van zijn zoon.
Vader kreeg een groote bestelling sigaren voor Sint-Rosa, alleen lukt het nog niet zo goed met sigaren maken. Toen ontdekte ze dat Hoempa Hatsi dat heel goed kon. Ze hebben de sigaren verkocht, en van dat geld konden ze naar het graf van hun moeder gaan.

Tijd:
Het 1e deel heeft tijdsprongen, het 2e deel van het boek is een terugblik en het 3e deel heeft ook tijdsprongen.

Plaats en ruimte;
Het verhaal speelt in 1937 rond Sittard.

Thema:
Mysterie. Ze willen graag dingen weten over het huis en Hoempa Hatsi.

Taalgebruik:
Het taalgebruik was meestal wel normaal, maar ze hadden wel rare scheldwoorden, bijvoorbeeld ulepit en zoerproem. Ze hadden ook aparte namen.