Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Moederkruid door Carry Slee

Beoordeling 7.8
Foto van een scholier
Boekcover Moederkruid
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 5146 woorden
  • 13 oktober 2006
  • 261 keer beoordeeld
Cijfer 7.8
261 keer beoordeeld

Boekcover Moederkruid
Shadow
Een meisje en haar zusje proberen de wereld te bekijken door de ogen van hun ouders. Dat is moeilijk, want die wereld is ingewikkeld en vaak onbegrijpelijk. Als de kleermakerij van hun vader failliet gaat, verhuist het gezin naar een andere buurt. Volgens hun moeder wonen ze hier ver beneden hun stand, en de meisjes mogen zich daarom met niemand bemoeien. De relatie t…
Een meisje en haar zusje proberen de wereld te bekijken door de ogen van hun ouders. Dat is moeilijk, want die wereld is ingewikkeld en vaak onbegrijpelijk. Als de kleermakerij van…
Een meisje en haar zusje proberen de wereld te bekijken door de ogen van hun ouders. Dat is moeilijk, want die wereld is ingewikkeld en vaak onbegrijpelijk. Als de kleermakerij van hun vader failliet gaat, verhuist het gezin naar een andere buurt. Volgens hun moeder wonen ze hier ver beneden hun stand, en de meisjes mogen zich daarom met niemand bemoeien. De relatie tussen de ouders - die toch al niet goed was - verslechtert verder tot de ruzies en het isolement ten slotte bijna te veel worden voor beide zusjes.
Moederkruid door Carry Slee
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel: Moederkruid Auteur: Carry Slee Uitgeverij: Prometheus Plaats van uitgave: Amsterdam Jaar van uitgave: 2001 Druk: Eerste druk Titel en ondertitel: De titel wordt niet uitgelegd in het boek. Er is dus niet echt een direct verband tussen de titel en de inhoud. Ik vind de titel dus moeilijk te verklaren, maar ik denk dat het wordt afgeleid van onkruid. Omdat de moeder in dit verhaal haar kinderen zo ziet en dus ook zo behandeld. Ze heeft alleen maar last van ze en bezorgen haar alleen maar problemen. De moeder denkt dat het hun schuld is dat ze in een achterbuurt wonen. De kinderen mogen niets en kunnen niets goed doen in haar ogen. Ze levert alleen maar commentaar. Het eerste gedeelte ‘moeder’ zal gekozen zijn omdat het verhaal helemaal om haar draait. Bijna alle problemen komen door haar al vindt ze zelf van niet
Dit boek heeft geen ondertitel.
Voorwerk: Dit boek heeft de opdracht dat luidt ‘voor mijn zus’. Ik denk dat ze het aan haar zus opdraagt omdat dit boek een autobiografie is en haar zus in het verhaal ook best een grote rol speelt. Toch verduidelijkt de opdracht de inhoud van het boek niet. Motto: Dit boek heeft geen motto. Samenvatting: Dit boek is een autobiografie en je ziet alles door de ogen van de ikpersoon. Het bestaat uit drie delen, dat wil dus zeggen, drie hoofdstukken. Hoofdstuk één: Het eerste hoofdstuk is een soort van inleiding op het echte verhaal. Er wordt verteld hoe de ouders van de ikpersoon en haar zusje elkaar hebben ontmoet. De moeder kwam op 17-jarige leeftijd in het naaiatelier werken van hun vader. Het was dus haar baas. Hij wordt verliefd en verlaat voor haar zijn vrouw. Ook wordt er gezegd hoe de opa en oma van de meisjes met elkaar omgaan. Hoofdstuk 2: De zusjes verhuizen met hun ouders naar een achterbuurt omdat het naaiatelier van hun vader failliet is gegaan. Ze hebben het moeilijk. Dat komt vooral door hun ouders. Hun vader behandelt de ikpersoon als jongen in plaats van een meisje. Dat komt omdat hij liever nog een zoon had gehad dan twee dochters(hij misbruikt haar ook als ze samen gaan douchen in het badhuis). Ze mogen niets van hun moeder. Ze mogen niet buitenspelen, omdat de moeder van de ikpersoon en haar zusje vindt dar ze daar beneden hun stand wonen. Ze horen daar niet thuis. Ze zijn een veel rijkere omgeving gewend en daarom schaamt ze zich voor de plaats waar ze nu wonen. Niets is er goed en daarom schaamt ze zich voor de plaats waar ze nu wonen. Niets is er goed en daarom mogen ze ook daar niet naar school. Dat moet in een andere plaats dat minstens een half uur lopen is. Dat doen ze samen met hun moeder want ze mogen niet alleen. Zelfs de winkels zijn volgens de moeder van de zusjes te min. Ze mogen geen groente halen bij de ‘verkeerde ‘ groenteboer. Dat zou eventueel een verkeerd beeld geven van de familie. Als na een tijdje duidelijk wordt dat ze er voorlopig nog niet weggaan, wordt de moeder van de ikpersoon en haar zusje iets soepeler. Ze mogen naar buiten en bij andere kinderen thuis komen om te spelen. Maar hun moeder verbiedt hen om daar iets te eten of daar op de wc-bril te gaan zitten. Maar bij de eerste keer gaat het al niet goed. De ikpersoon doet het per ongeluk toch en dan slaat haar moeder meteen helemaal door en begint alles gelijk te ontsmetten. Ze gaat snel naar de moeder van een vriendinnetje die haar van buikpijn afhelpt, want daar denkt moeder niet aan. Een tijdje daarna, plast de ikpersoon bloed en moet gelijk naar de dokter die constateert dat ze een ernstige nierbekkenontsteking heeft. Ze moet zes weken lang op bed liggen en mag niets eten waar zout inzit. Haar moeder denkt alleen maar aan zichzelf, want ze vindt het voor zichzelf vervelend dat ze haar jongste dochter moet verplegen en speciaal eten voor haar moet kopen en maken. Niemand mag weten wat de ikpersoon heeft. Dat moet geheim gehouden worden van de moeder. Moeder heeft altijd last van lichamelijke klachten. Ze heeft het bijvoorbeeld altijd koud. Ook heeft ze voortdurende hoofdpijn en ze lijdt aan smetvrees. Elsje (is het twee jaar oudere zusje van de ikpersoon) en de ikpersoon zitten samen op de zondagsschool, terwijl ze niet gelovig zijn. Als de juf en een vriendinnetje langskomen op ziekenbezoek wordt de moeder heel erg boos op Elsje. Want niemand mocht weten dat de ikpersoon ziek was en ze mocht het aan niemand vertellen. Het gaat steeds slechter met de relatie tussen hun ouders. Als er dan na een tijdje ook nog eens een deurwaarder op de stoep staat om alle kostbare spullen mee te nemen omdat de schulden niet zijn betaald, slaan bij moeder de stoppen door. Dat komt ook vooral omdat zij van niets wist. Dan besluit de vader van de ikpersoon en Elsje opnieuw te beginnen en vanaf dat moment verandert alles. Vader start een nieuw naaiatelier en dat komt in de slaapkamer waardoor het bed dus naar de woonkamer moet. En de flat is toch al zo klein en nu lopen er constant vreemde mensen door het huis heen. Daar kan de moeder niet tegen en jaagt haar de stuipen op het lijf. Na een maand zit het atelier vol met naaisters en op eentje wordt vader verliefd. Hierdoor ontstaan nog meer ruzies. Moeder geeft de zusjes overal de schuld van en kleineert ze heel de dag. Er komt een hoogtepunt als moeder en haar dochters uit school komen en ze vader in bed aantreffen met één van de vrouwen uit de kleermakerij. Een tijd nadat dat gebeurde vertelt haar vader aan de ikpersoon dat hij bij hen weggaat. En ook zijn atelier blijft niet bij hen. Het kan zo niet langer meer. Ze zegt dit tegen haar vriendinnetjes en ze krijgen allemaal medelijden met d’r. Maar na een paar dagen is vader nog steeds niet weg en de ikpersoon en Elsje snappen er niks van. Ze krijgt ruzie met haar vriendinnetjes omdat ze allemaal denken dat ze het heeft verzonnen. Hoofdstuk drie: Hier begint deel drie. Het speelt zich een paar jaar later af. De meisjes worden midden in de nacht wakker gemaakt door hun vader die verteld dat er iets mis is met hun moeder en dat de dokter maar niet wil komen. De volgende ochtend willen de ikpersoon en haar zusje hun moeder gaan roepen om hen naar school te brengen, maar ze moeten alleen(omdat moeder ernstig ziek is). Dit verbaast hen maar ze vragen niks en doen gewoon wat hen gezegd wordt. Als moeder na een paar dagen nog niet beter is krijgt ze een verwijsbrief voor de psychiater (ze is psychisch ‘gek’). Als ze na deze rare dag terug van school komen wordt de ikpersoon opgewacht door Kitty. Dat is een meisje uit de straat die op de fietsenstalling moest wachten. Dat deed ze eerst met haar vriendin maar die is verhuisd. Nu mag de ikpersoon haar helpen. Maar ze heeft niet zo heel veel tijd want ze moet na school elke week een nummertje bij de psychiater halen voor haar moeder. Toch doet ze het. Maar na een tijdje mag ze haar niet meer helpen omdat ze erachter komt dat ze lesbische gevoelens heeft, want ze heeft Kitty gekust. Ze is helemaal overstuur. De hele buurt weet het en niemand doet meer aardig. Behalve de buurvrouw en haar dochter. Met de moeder van Elsje en de ikpersoon gaat het steeds slechter; ze moet steeds zwaardere medicijnen slikken. Dan wordt vader ook nog eens verliefd op het benedenbuurmeisje dat er pas is komen wonen. Moeder scheldt haar uit voor hoer en vader gaat door het lint en begint de moeder van de meisjes te bedriegen. Daarom doet moeder voortaan altijd de deur van binnen op slot en de zusjes moeten zich aan een belcode houden. Als op een dag de deur niet wordt opengedaan, gaan ze snel naar vader’s nieuwe atelier toe, dat nu is verplaatst naar de andere kant van de straat, tegenover de flat. Vader gaat de woning binnen en ontdekt dat hun moeder een zelfmoordpoging heeft gedaan; ze heeft geprobeerd haar polsen door te snijden. Ze probeert aan haar kinderen te laten zien dat zij dit haar hebben aangedaan, als een soort van bewijs. Als ze daarna weer terugkomt, heeft ze een verklaring van de dokter gekregen om in een andere buurt te gaan mogen wonen. Want deze buurt heeft haar gek gemaakt. Het einde is letterlijk: “we stonden voor ons nieuwe huis. Voor het raam van de tweede verdieping zag ik een vrouw. Ze zwaaide naar ons. Ik wilde terugzwaaien. ‘Geen aandacht aan besteden.’ Mama duwde ons gauw het trapportaal in. ‘Denk erom, we bemoeien ons met niemand. Met helemaal niemand.’’
Genre: Het hoofdgenre van dit boek is epiek. Want het is een verhalende tekst en er verloopt tijd. Het subgenre van dit boek is de beleving van de opvoeding. Je ziet de problemen en moeilijkheden van volwassenen door de ogen van een kind. Ook gaat het over de relatieproblemen met haar psychisch/contact gestoorde moeder (Carry Slee). De vorm van dit boek is proza. Want de regels zijn vol en het verhaal is ingedeeld in hoofdstukken en paragraven en alinea’s. Dit boek is een (psychologische) roman. Het heeft alle kenmerken. Je leert de hoofdpersoon (ikpersoon) goed kennen en ze maakt een ontwikkeling door. Ze verandert. Dit geldt ook voor de andere personen in het boek. Dit boek behoort tot de lectuur en niet tot de literatuur, omdat het geen erkenning krijgt van kenners. Het verhaal is non-fictie. Dat komt omdat het niet zomaar verzonnen is. Het is namelijk een autobiografie van het leven van Carry Slee. Tijd: In het verhaal van dit boek wordt gebruik gemaakt van een kunstgreep. Want de gebeurtenissen zijn namelijk niet-chronologisch verteld (zoals ze zich ook daadwerkelijk hebben afgespeeld). De fabel wijkt dus af van het sujet. Er zitten namelijk veel flashbacks in. Die vertellen wat meer informatie over de personages. Ze verduidelijken wat er wordt gezegd en geven uitleg. Er zitten geen vooruitwijzingen (anticipaties) en terugwijzingen (retroversie) in dit verhaal. De gebeurtenissen in dit verhaal zijn niet-continu. Want er zit namelijk een beperking in de beschrijvingen van de gebeurtenissen. Er zitten onderbrekingen tussen. Ook wordt er soms gebruik gemaakt van tijdsverdichting. Verteltijd en vertelde tijd: De verteltijd van dit boek is 202 bladzijdes (ongeveer 5/6 uur). De vertelde tijd van dit boek zal een paar jaar zijn. De vertelde tijd is dus langer dan de verteltijd. Het verhaal is in de verleden tijd geschreven. Het boek speelt zich af in de jaren `50 van de vorige eeuw. Het begint bij dat de familie verhuist is naar een achterbuurt en het boek eindigt wanneer ze weer verhuizen, maar dan naar een betere wijk (volgens moeder). Personages: Ikpersoon: Er zit één hoofdpersoon (round character / karakter) in dit verhaal en dat is de ikpersoon. Ze vertelt over haar leven, je ziet alles door haar ogen. Je leest alles wat ze denkt en voelt en je komt dus ook het mest over haar te weten. Ze is een jong, rustig meisje dat nog op de basisschool zit. Je weet niet precies hoe oud ze is, dat wordt niet verteld. Maar het zal ergens zijn tussen de zes en negen jaar. Ze lijkt een klein beetje op een jongetje omdat ze zo door haar vader wordt behandeld. Daarom heeft ze me hem ook een ‘betere’ band met haar moede. Ze is best wel een verlegen meisje, ze is eerlijk en soms wat emotioneel. Door het verhaal verandert ze niet echt veel. Ze wordt alleen een paar jaar ouder. Elsje: Een ander personage uit het verhaal is Elsje. Elsje is de zus van de ikpersoon, ze is twee jaar ouder. Ze is vrij rustig en verbergt het dan ook goed dat ze een paar keer seksueel misbruikt is door haar vader. Alleen de ikpersoon is hiervan op de hoogte. Zij en de ikpersoon kunnen het goed met elkaar vinden en hebben dus ook bijna nooit ruzie. Elsje is een protagonist. Want ze is zeker geen tegenstander van de hoofdpersoon en ook geen afzijdige. Ze werkt mee met de ikpersoon, haar zusje. Haar personage is een flat character/type.
De moeder Nog een ander maar ook een heel belangrijk persoon uit het boek is de moeder. Ze heeft een mooi gezicht, lang blond golvend haar en grote borsten. Ze is heel erg netjes en precies. Ook lijdt ze aan een soort van smetvrees. De moeder van Elsje en de ikpersoon moet heel erg verdraagzaam zijn vindt z en ze geeft andere altijd de schuld van de problemen terwijl ze ze grotendeels zelf maakt. Ze is hele snel boos en niemand kan iets goed doen in haar ogen. Alles is te min voor haar. Ze is ook erg egoïstisch. Het enige wat ze kan doen is commentaar leveren. Ze voedt haar kinderen heel erg streng op. Ze is een antagonist, omdat ze voor problemen zorgt die weer een negatief effect hebben op de ikpersoon. Haar personage is een round character/karakter. De vader: Ook vader speelt een tamelijk grote rol in dit verhaal. Hij is een beetje de versierder van de buurt. De vader van Elsje en de ikpersoon is een iel mannetje dat zich houterig beweegt. Hij heeft witte dunnen benen en heeft maar een paar haren op zijn hoofd. Hij is erg ontrouw, want hij gaat vreemd met een vrouw uit zijn naaiatelier. Hij is erg handtastelijk. Hij heeft zijn kinderen wel eens seksueel misbruikt, vooral Elsje; zijn oudste dochter. Ook hij is een antagonist, want ook hij zorgt voor problemen die weer een negatief effect hebben op de ikpersoon. Zijn personage is een flat character/type. Bijpersonen: Dan heb je ook nog een paar personages die maar heel even voorkomen in het boek. Dat zijn de afzijdige personen. Zoals opa en oma. Dat zijn de ouders van moeder. Oma heeft vader en moeder gekoppeld. En je hebt Willemijn. Dat is een vriendinnetje van school, net als Ada. Je hebt ook nog de moeder van Ada (lieve vrouw, vangt de ikpersoon op, protagonist), Meneer van Rijn (werkt in de schoenenwinkel), Kitty (meisje uit de buurt, past op de fietsenstalling), Mevrouw Overwater (woont in de buurt), Loes(naaister uit het atelier, mannelijk, grote borsten), Beppie (naaister uit het atelier, jongste van iedereen, lelijke tanden), Corry(naaister uit het atelier), Lennie (onderbuurmeisje, stuk ouder dan Elsje en ikpersoon), Meneer Knoop, oom Jacob en tante Riek (overbuurman en overbuurvrouw, vader start daar een nieuw naaiatelier in de kelder) en de kinderen uit de straat. Al deze personages zijn flat characters/types. Onderlinge relaties tussen de (belangrijkste) personen: In het begin van het verhaal zijn de vader en de moeder verliefd en zijn gelukkig met elkaar. Maar naarmate je verder leest verslechtert de relatie tussen de beide ouders. Er komen steeds meer ruzies en irritaties en op den duur eindigt het op een scheiding. De gezondheid van de moeder gaat ook steeds meer achteruit, waardoor de moeder op het eind zo ziek is dat ze haast geen tijd en aandacht meer besteed aan haar kinderen. Terwijl ze eerst heel erg lette op hoe de kinderen zich gedroegen, hoe ze eruit zagen en hoe ze overkwamen. Ruimte: Het grootste deel van het verhaal speelt zich af in de flat in de achterbuurt waar ze naartoe zijn verhuisd, Ze komen eigenlijk vrij weinig buiten hun eigen woonplaats. Behalve als ze naar de school van de ikpersoon en haar zus moeten , want hun school staat niet in hetzelfde dorp als waar ze wonen. Ook gaan de kinderen een aantal keer naar de kerk. Ze komen vrij weinig buiten (voorla in het begin) want dat vindt hun moeder niet goed en niet netjes. Er wordt veel aandacht besteed aan de beschrijving van de ruimte. Er is dus sprake van concretisering, omdat het gedetailleerd beschreven is en de lezer zich dus een duidelijk kan vormen van de omgeving waarin de gebeurtenissen zich afspelen en waarin de personages zich in dit bewegen. Je kunt er dus ook uit opmaken dat het verhaal zich afspeelt in het verleden. De weersomstandigheden worden in dit boek niet duidelijk weergegeven.
Perspectief: In het boek Moederkruid is gekozen voor de ikvertelsituatie. Dat betekent dus dat er en personage in het boek meespeelt en dat je het verhaal, dus alle gebeurtenissen, door de ogen van de ikpersoon ziet. Je raakt dus goed op de hoogte van zijn of haar ideeën, gedachten en gevoelens. Je leert het innerlijk va de ikfiguur goed kennen. Het effect hiervan is dat de lezer goed met de ikfiguur kan meeleven. Het perspectief van de ikvertelsituatie is dus subjectief. Structuur: De geleding van dit boek bestaat uit hoofdstukken die weer zijn onderverdeeld in paragraven. En die paragraven zijn soms weer onderverdeeld in alinea’s. De hoofdstukken zijn alleen genummerd en hebben dus geen van allen een titel. Na elk hoofdstuk is er telkens een blanco bladzijde. Er zijn in totaal drie hoofdstukken aanwezig in dit boek. Het eerste hoofdstuk is een soort van inleiding, het tweede een soort middenstuk en het derde een soort van slot. De functie van de geleding is om aan te geven of om duidelijk te maken dat het verhaal nu verder gaat met een ander stukje. Dit boek heeft maar één verhaallijn, dat in drie delen is geschreven. Je hebt een inleiding, een beschrijving van hun leven en een einde (hoe het met hun afliep). Het begin is in medias res. Het verhaal van dit boek begint namelijk midden in een handeling. Er ging al wat aan vooraf. Het effect hiervan is dat de lezer nieuwsgierig wordt. In het begin is de spanning nog niet zo hoog. Die komt pas in het midden en aan het eind. Als het bedrijf van vader komt want dat zorgt voor veel stress en natuurlijk het moment als vader vreemdgaat met Beppie van het naaiatelier. Dan zakt de spanning weer wat. Daarna komt het hoogtepunt/de climax. Als moeder bijna zelfmoord pleegt door haar polsen door te snijden. Het boek heeft een gesloten einde. Er hoeft niets meer bij verteld te worden, want het is duidelijk wat er allemaal gebeurt. Maar je zou het natuurlijk ook als een open einde kunnen zien, omdat het allemaal weer opnieuw zou kunnen beginnen. Thema en motieven: Het thema van het verhaal van dit boek is de beleving van de opvoeding. Je ziet de problemen en moeilijkheden van volwassenen door de ogen van een kind. Ook gaat het over de relatieproblemen met haar psychisch/contact gestoorde moeder (Carry slee). In dit verhaal zit een belangrijk literair motief, haat. De moeder uit dit verhaal haat alles om zich heen. Niets is goed of goed genoeg. Ze haat haar kinderen omdat ze vindt dat ze haar alleen maar problemen bezorgen. En ze haat haar man omdat hij in haar ogen niets goed kan doen en ook nog eens vreemdgaat en ze haat ook al de mensen uit de buurt en de buurt zelf. Een belangrijk verhaalmotief vind ik dat er op het einde weer herhaald wordt dat ze gaan verhuizen en dat er weer hetzelfde gebeurd zoals toen ze verhuisden naar de achterbuurt. Deze herhaling valt erg op en daardoor vind ik het een geschikt verhaalmotief. Je kunt het thema van het verhaal niet in verband brengen met de titel. Wel kun je dat met het literair motief. Het deel `kruid` van de titel (van onkruid) staat in verband met haat. Het literair motief en het verhaalmotief zorgen voor een tekststructurerende functie. Door deze herhalingen krijgt het verhaal samenhang. Taalgebruik: Het taalgebruik in dit verhaal is alledaags, en dus eenduidig. Er wordt weinig gebruik gemaakt van moeilijke woorden, zodat de tekst goed te begrijpen is. Ook wordt er geen gebruik gemaakt van te lange zinnen of grote dialogen die moeilijk te volgen zijn. De gesprekken zijn natuurlijk. De taal wordt in de eerste plaats gebruikt om een situatie uit de werkelijkheid te schrijven, dus spreken we van een informatieve of referentiële functie. Er wordt verwezen naar herkenbare elementen uit de werkelijkheid. De stijl van dit verhaal is eenvoudig. Hier is geen meerduidigheid van bepaalde woorden en ambiguïteit aanwezig. Ook was er geen opvallende beeldspraak en waren er geen opmerkelijke stijlfiguren. Er wordt geen gebruik gemaakt van spot, ironie of sarcasme. Recensies: Twee recensies vergelijken, met elkaar en met je eigen mening.
Eerste recensie: Schrijver: Slee, Carry
Titel: Moederkruid
Jaar van uitgave: 2001 Bron: Nederlands Dagblad
Publicatiedatum: 30-03-2001
Recensent: Teunis Bunt
Recensietitel: Carry slee mocht niet bidden
Carry Slee is vooral bekend als kinderboekenschrijfster. Kinderen smullen van de boeken en de kinderjury kiest geregeld voor Slee, maar de recensenten zijn zuinig met hun lof en Griffels of Gouden Uilen gaan ook steevast aan de neus van de schrijfster voorbij. Met moederkruid, een autobiografische roman, richt ze zich voor het eerst op een volwassenen publiek. Volgens mijn woordenboek is moederkruid een onaangenaam riekende plant, waaraan geneeskracht bij kwalen van de baarmoeder wordt toegeschreven. Het boek gaat weliswaar niet over baarmoederaandoeningen, maar wel over de geestelijke wonder die toegebracht zijn door de moeder die je gebaard heeft. Misschien hoopt de schrijfster dat dit boek haar daarvan enigszins zal genezen. Moederkruid is verdeeld in drie delen. In het eerste wordt de voorgeschiedenis beschreven. We lezen hoe de ouders van ikfiguur elkaar hebben leren kennen, maar ook een gruwelijke ervaring uit de jeugd van de moeder; ze was er getuige van hoe haar vader met een breinaald een zwangerschap bij haar moeder onderbrak. Waarom dat verteld wordt, is niet helemaal duidelijk. Is het vanaf dat moment mis gegaan met het meisje dat later de moeder van de ikfiguur zou worden? Misschien, maar de schrijfster legt dat verband niet en suggereert het mijns inziens ook niet. In deel twee verhuist het gezin (ikfiguur, zus, vader en moeder) naar een andere, mindere wijk. Moeder vindt dat ze nu onder hun stand wonen en wil met de buurt eigenlijk niets te maken hebben. Ze legt op haar kinderen bijzonder veel druk. Bijna niets kunnen ze goed doen. Vader is druk met de kleermakerij, die ook nog failliet gaat en verder lacht hij alle problemen weg. In het derde deel gaat het met doe moeder van kwaad tot erger. Ze krijgt psychische problemen, zodat ze van tijd tot tijd een psychiater moet raadplegen. Er zal met moeder best wat aan de hand geweest zijn, maar als lezer krijg je toch voornamelijk de indruk dat moeder een verschrikkelijke aandachtekster is, een verwend kind dat al lang een schop onder haar achterwerk had moeten hebben. Als moeder een zelfmoordpoging doet, mislukt die uiteraard. Moeder wil helemaal niet dood, moeder wil aandacht, wil zielig gevonden worden. Aandoenlijk is de solidariteit die de hoofdpersoon met haar moeder heeft. Slee schrijft consequent uit het perspectief van het kind, dat het nooit goed doet en altijd op haar kop krijgt. Om moeder te ontschuldigen, neemt ze steeds zelf de schuld op zich. De kinderen worden zonder godsdienst opgevoed en ze mogen ook niet naar een christelijke school. Wel mogen ze op zondag met een buurmeisje mee naar de zondagsschool, als ze maar niet meedoen met bidden. Daar lag voor moeder blijkbaar toch een grens. De ikfiguur vindt de zondagsschool weldadig. Ze krijgt de aandacht van de Juf die ze van moeder niet krijgt. Als ze een tijdlang het bed moet houden vanwege een hersenschudding, zoekt de juf van de zondagsschool haar op en bidt met haar. Na het eerste bezoek aan de zondagsschool bedenkt de ikfiguur dat ze God wil binnenlaten in haar leven, maar verderop wordt daar eigenlijk geen aandacht meer aan geschonken. In het boek zijn meer van die losse draadjes. Vader kruipt af en toe bij de zus, Elsje, in het bed en op zijn minst wordt daar de suggestie van incest gewekt. Het wordt een keer genoemd en verder lezen we er niet meer over. Toch vind ik die losse eindjes niet het grootste gebrek. Oppervlakte De dingen die ons verteld worden, zijn behoorlijk schrijnend. Wat mij voornamelijk bijblijft na lezing is echter niet dat de ikfiguur heeft willen of durven duiken. Ik moest denken aan Olifanten op een web van Mensje van Keulen. Ook een boek over de moeder, zij het een liefdevol boek, dat hetzelfde probleem kampt. Bij Van Keulen is het nog wel een graadje erger, daar kabbelt het verhaal het hele boek maar voort, zonder dat het je iets kan schelen. Dat heeft Slee niet, wat volgens mij voornamelijk komt door de dialogen die levendig en puntig zijn. Die dialogen houden het boek fris en zorgen ervoor dat het aangenaam leest. Misschien is dat mijn probleem wel met het boek: ik vind het te gladjes. Ik had liever een wat weerbarstiger boek gehad dat wat dieper in het vlees snijdt. Maar misschien ben ik gewoon niet de goede lezer voor dit boek. Tweede recensie: Titel: Moederkruid

Jaar van uitgave: 2001
Bron: Leesidee/ Leesideeën Off Line 2000-2002
Publicatiedatum: 01-05-2001
Recensent: Miriam Piters
Recensietitel: Moederkruid
De hoofdpersoon is de jongste van de twee dochters. Zij groeit op met zeer onvolwassen ouders. De moeder heeft veel weg van een psychiatrisch patiënt, alleen is zij niet opgenomen in een inrichting. De beide meisjes moeten het doen met die twee mensen, op wie niet te bouwen valt. Vader is kleermaker, moeder een handwerkster die hem leerde kennen toen ze als handwerkster bij hem in dienst kwam. Oma heeft ervoor gezorgd dat het wat werd tussen de twee, want haar dochter zou nooit zelf iemand vinden, zo’n ``Malle Eppie`` als ze is. Vader is een losbol en een versierder, moeder wordt geregeerd door angsten, die zij overdraagt op haar beide dochters. Alle gebeurtenissen worden gezien door de ogen van de jongste dochter, die door haar vader wordt behandeld als was ze een jongen
want dat had ze volgens hem ook moeten zijn: hij wilde een dochter en een zoon, niet twee dochters… De jongste dochter probeert krampachtig alles goed te doen voor haar ouders, terwijl ze zelf stoeit met haar gevoelens voor een meisje uit de buurt. Slee weet niet alleen medeleven op te wekken oor beide meisjes, die lijden onder de opvoeding die ze krijgen, maar ook voor de moeder, die niet zomaar krankzinnig is geworden. Zij doet dit niet met grote woorden of veel pathetiek, maar juist zeer ingetogen en nuchter. Dat zorgt ervoor dat dit boek zeer licht lijkt bij het lezen, maar gaandeweg bekruip je steeds meer het gevoel dat hier op een bewonderenswaardige manier zware thema’s worden aangesneden. Het perspectief komt in deze roman niet gekunsteld over, zoals vaak het geval is wanneer gekozen wordt voor het perspectief van een kind. Maar dat is ook niet verwonderlijk, want we hebben hier te doen met de zeer succesvolle kinderboekenschrijfster Carry Slee. In interviews heeft zij wel eens verteld hoe zij opgroeide met een moeder die psychiatrisch patiënt was. Ieder die wil weten hoe dat is voor kleine kinderen, kan dat navoelen in deze compacte , mooie roman. Vergelijking van de twee recensies: In de eerste recensie wordt een redelijke grote, uitgebreide samenvatting gegeven over hoe het verhaal verloopt. Tussendoor wordt er soms kritiek geleverd op bepaalde elementen uit het boek. Bij de tweede recensie wordt maar een heel beknopte samenvatting gegeven en daarna wat verteld over hoe het is geschreven. Vergelijking van de recensies en mijn eigen mening: Ik vind persoonlijk de tweede recensie beter, want bij de eerste recensie worden alle slechte dingen naar voren gehaald terwijl ik vind dat dit niet allemaal klopt. Ik ben het alleen eens wat er verteld wordt over `de losse eindjes` in dit verhaal. Het is waar dat sommige dingen alleen even genoemd worden en dat de schrijfster er verder niet meer op in gaat. Toch vind ik de tweede recensie beter, want het klopt dat het perspectief in dit verhaal niet gekunsteld overkomt. Gewoon heel natuurlijk. Ook ben ik van mening dat het correct is, dat er gezegd wordt dat je langzamerhand steeds meer het gevoel krijgt dar er op een bewonderenswaardige manier zware thema’s worden aangesneden.
Informatie over de auteur: Carry slee werd geboren in Amsterdam in het jaar 1949. Al vanaf toen ze klein was, was ze bezig met schrijven en bedacht ze verhaaltjes. Op de basisschool had ze al een schriftje waarin ze korte verhaaltjes en gedichtjes opschreef. Na de middelbare school ging ze naar de Academie voor Woord en Gebaar in Utrecht. Ze slaagde voor deze opleiding in 1975 en werd daarna dramadocent in het middelbaar onderwijs. Carry Slee krijgt in het jaar 1982 haar eerste dochter, Nadja. En drie jaar later, in 1983, haar tweede dochter genaamd Masja. Ze vormen haar grootste inspiratiebron. Carry Slee bedacht voor haar dochters toen ze nog jong waren, verhaaltjes van `Keetje Karnemelk`. Nadja en Masja vonden deze zo leuk dat ze ze heeft opgestuurd naar het jeugdblad Bobo, waar ze even later werden gepubliceerd. Daarna besloot ze een boek te schrijven over de belevenissen van Rik en Roosje, gestimuleerd door Keetje Karnemelk. Dit bood ze aan bij de uitgeverij en in 1989 is het in boekvorm verschenen. Dit was het begin van een succesvolle carrière. Inmiddels is Carry Slee een fulltime auteur en zijn er al vijftig boeken van haar verschenen, waaronder ook twee romans voor volwassenen. Maar ze schrijft toch vooral voor kinderen. Kinderen van alle leeftijden. Soms zijn de verhalen waargebeurd, in andere gevallen zijn ze fictie. In haar boeken snijdt Carry Slee moeilijke onderwerpen aan, zoals pesten, scheiden en homoseksualiteit. Bilbiografie: Een paar boeken van Carry Slee voor verschillende leeftijden: Morgen mag ik in het diepe
Klapzoenen en valsspelers
Kaatje Knal en de biefstukbende
Hebbes
Kilometers Cola en knetterende ruzie
Spijt! Afblijven! Paniek
Dochter van Eva Eerste persoonlijke reactie: Ik vond het boek: ...origineel; ik had nog nooit een boek gelezen met zo’n onderwerp. ...zielig; ik vond het sneu voor Elsje en de ikpersoon omdat ze niets mochten en hun moeder hen overal de schuld van gaf. En ook omdat hun vader hen seksueel had misbruikt. Vooral Elsje. Ook vond ik het stom/zielig omdat de vader deed alsof de ikfiguur een jongetje was, omdat hij liever een zoon had gehad in plaats van een dochter. ...niet herkenbaar; omdat ik (gelukkig) niet goed weet hoe het is om in zo’n gezinssituatie te zitten. ...nieuwsgierigmakend; ik ben nu best nieuwsgierig hoe het men hen verder gaat als ze zijn verhuisd naar die nieuwe buurt. ...shockerend; ik vond het een beetje shockerend om te lezen hoe een psychisch ‘gek’ die moeder werd (en dat ze dan daar haar kinderen de schuld van gaf). ...geloofwaardig; het is realistisch geschreven (ook omdat het een autobiografie van het leven van Carry Slee is) en daardoor komt het heel geloofwaardig over. Je kunt je hierdoor goed inleven in het verhaal.

REACTIES

0.

0.

het lijkt mij geen leuk boek.

13 jaar geleden

F.

F.

Het is ook geen leuk boek. Ik heb het boek drie jaar terug gelezen en ik vond het vreselijk. Er zijn vrij weinig overeenkomsten met de leuke jeugdboeken die Carry Slee schrijft. Natuurlijk kan ik op deze manier niet alle volwassen boeken van Carry Slee 'onkruid' noemen.

13 jaar geleden

L.

L.

Mij leek het ook totaal geen leuk boek, maar uiteindelijk heb ik er wel van genoten! Er komt niet echt een verhaal in, maar de gebeurtenissen van het meisje, en dat vond ik wel eens een ervaring om te lezen :)

12 jaar geleden

P.

P.

heel goed verslag man!!!!! super

12 jaar geleden

R.

R.

mij lijkt het wel leuk.
ik moet het nog lezen

12 jaar geleden

E.

E.

Ik heb dit boek ook gelezen, en vond het een goede ervaring. Het zet je aan het denken over je eigen opvoeding, en verbaasd je met de ervaringen die dat meisje op zon jonge leeftijd al meemaakt. Ik raad hem zeker aan!

12 jaar geleden

D.

D.

leuk motto. :)

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Moederkruid door Carry Slee"