Zakelijke gegevens
Schrijver: Erwin Mortier
Titel: Marcel
Plaats en jaar van uitgave: Amsterdam, 1999 (speciale versie van de boektoppers, 2001)
Aantal bladzijden: 87
Samenvatting
Het boek begint eigenlijk met een soort inleiding. De ik-persoon, waarvan geen naam wordt genoemd, verteld wat er allemaal gebeurd in het huis van zijn Vlaamse grootouders. Daar verblijft hij namelijk redelijk vaak, want zijn ouders zijn regelmatig niet thuis.
Een speciale gebeurtenis in het huis is het schoonmaken van alle portretten van de familieleden, ook wel ‘Allerzielen’ genoemd. Deze activiteit vindt vier keer per maand plaats en wordt altijd bijgewoond door Stella, de huismeid, terwijl zijn grootmoeder, Andrea, dan bij elke foto een verhaaltje verteld. Behalve over een portret: die van Marcel. Hij staat ook bij de portretten in de vitrinekast, en zijn grootmoeder negeert hem ook niet, ze praat alleen nooit over zijn doodsoorzaak. De ik-persoon wordt redelijk vaak vergeleken met Marcel en daardoor wordt hij erg nieuwsgierig over de jongste broer van zijn oma.
Dan komen we eigenlijk aan bij het middenstuk. Grootmoeder is naaister, en krijgt de eervolle opdracht een kledingstuk te maken voor mevrouw Veegaete, de juffrouw van de ik-persoon.
Terwijl het proces van het kledingstuk in volle gang is, gaan de ik-persoon, opa en oma naar een doodziek familielid van oma, Cyriel. Zijn opa en oma nemen voornamelijk afscheid van hem, maar de ik-persoon gaat samen met de zoon van Cyriel naar de zolder, waar Wieland hem foto’s laat zien die hij van zijn vader heeft gekregen. Daar zit er ook een foto van Marcel tussen. Maar gelijk na de vondst, worden Wieland en de ik-persoon geroepen vanaf beneden, om op de foto te gaan met Cyriel. Hij overlijdt een paar weken later en zijn portret komt ook in de vitrinekast te staan.
De ik-persoon vindt ondertussen een brief van Marcel, die hij niet helemaal begrijpt.
Vlak daarna gaat hij samen met zijn grootmoeder naar juffrouw Veegaete, want haar jurk is af. Als hij daar is, vertelt de juffrouw dat ze dit schooljaar wil afsluiten met een les over dieren. Marcel krijgt een super leuk idee: hij neemt de brief van Marcel mee naar school, want die heeft een mooie postzegel van een adelaar en een spin!
Zo gezegd, zo gedaan en de laatste schooldag is gearriveerd. Vol trots laat Marcel de postzegel aan zijn juffrouw zien, die verbleekt. De spin is geen spin, het is het teken van de Nazi’s.
De brief wordt terug aan Andrea gegeven, die hem weer aan de ik-persoon geeft en hem het verhaal verteld.
En zo vallen alle puzzelstukjes in elkaar voor de ik-persoon. Marcel heeft in de Tweede Wereldoorlog voor de Duitsers gevochten: vandaar dat er niet over hem werd gesproken.
Al zijn spullen (voornamelijk brieven) worden begraven door de ik-persoon.
Analyse
Thematiek
Thema
Het thema vind ik de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog, omdat je merkt dat het gewoon alsnog een schande wordt gevonden als iemand uit je familie voor de Duitsers heeft gekozen. Het boek speelt zich af in de jaren ’70, dus na +/- 30 jaar, is het ‘verraden’ nog steeds een belangrijk onderwerp voor sommige mensen en families. (“Er zijn dingen die een mens niet licht vergeet.” Bladzijde 83.)
Motieven
Ik denk dat er twee motieven zijn:
- De dood, want het komt steeds weer terug. De portretten van de overleden familieleden, maar ook Cyriel die dood gaat. (“Cyriel had alles om het ver te brengen.” Bladzijde 37.) (“Hier was de dood zoveel vriendelijker.” Bladzijde 81.)
- De vragen over Marcel, de puzzelstukjes die de ik-persoon zoekt over dit mysterieuze familielid. (“Voorin, op een rij oude poederdozen, lag de brief van Marcel.” Bladzijde 79)
Zoals ik later bij ‘structuur’ ga uitleggen, staan in de laatste paar pagina’s een aantal handige stukjes voor mijn boekverslag. Zo ook een kopje ‘Symboliek’. Hierin staan nog een paar motieven, dus die zal ik hier ook noteren.
- Het huis is een motief. Er wordt in het begin van het boek gezegd dat het ‘ietwat scheefgezakt na twee eeuwen bewoning, stormwind en oorlog’. Het staat symbool voor de familie, want die is er ook zo aan toe.
- Juffrouw Veegaete symboliseert de schijnheiligheid. In de oorlog is ze pro-Nazi, maar als de Duitsers verliezen, doet ze snel alsof ze het niet was en leert Frans.
- Grootmoeder heeft als naaister ook een symbolische betekenis. Ze is kleedster van het leven en de dood, omdat ze hun portretten / graven nog verzorgt.
- En de ‘begrafenis’ aan het einde van het boek heeft ook iets symbolisch, namelijk dat Marcel eindelijk te rusten wordt gelegd in de thuisgrond, en dat de ik-persoon zijn daden goedmaakt, net zoals zijn oma hoopte.
Titel en motto
Titel
De titel is heel simpel te verklaren, namelijk dat het boek gaat over Marcel: wie was hij, waarom wordt er niet gesproken over zijn doodsoorzaak, wat heeft hij gedaan? Alles draait om Marcel.
(“Instinctief prevelde ik: ‘Marcel.’” Bladzijde 48.)
Motto
Dit boek heeft geen motto.
Personages
Ik-persoon: De ik-persoon is de hoofdpersoon, maar deze heeft geen naam (of die heeft hij wel, maar die wordt niet bekend gemaakt in het boek) en bovendien krijg je toch ook niet heel veel van hem te weten. We weten wel dat het een negenjarig jongetje is en dat hij Vlaams is. Hij woont bij zijn grootouders en heeft blijkbaar veel gemeen met zijn oudoom Marcel, want hij wordt vaak met hem vergeleken. (“We liepen over de landweg, de grootmoeder en ik, achter de verharde straten om naar het dorp, onder het lommer van populieren.” Bladzijde 60.)
Andrea / grootmoeder: Dit is eigenlijk de échte hoofdpersoon van het boek. De ik-persoon houdt heel veel van haar, en brengt veel tijd met haar door. Ze is het hoofd van de familie en zorgt zelfs nog voor de portretten van de doden. Ze is trots op haar Vlaamse afkomst, maar schaamt zich toch ook wel heel erg voor de keuze van Marcel en van de meeste Vlamingen in die tijd. Verder is ze naaister en is ze denk ik rond de 65 jaar.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden