Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Lucifer door Connie Palmen

Beoordeling 8
Foto van Cees
Boekcover Lucifer
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 7636 woorden
  • 1 april 2007
  • 375 keer beoordeeld
Cijfer 8
375 keer beoordeeld

Boekcover Lucifer
Shadow
Lucifer door Connie Palmen
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Zakelijke gegevens
Eerste druk: maart 2007
Gebruikte druk: 2e
Aantal bladzijden: 350
Uitgever: Prometheus, Amsterdam


Gegevens voorkant
Op de blauwe voorkant staat een witte hand met gespreide vingers afgebeeld.

Genre
“Lucifer”is een psychologische roman die vooral het verschil tussen fictie en werkelijkheid beschrijft en dat is een kernthema in het werk van Connie Palmen. Het is een heel interessant boek over een gebeurtenis uit het begin van de jaren tachtig, toen de vrouw van een Amsterdamse componist om het leven kwam. Palmen geeft dit tragische gebeuren in de vorm van een roman met verwijzing naar de klassieke tragedie. Om de roman heel goed te kunnen waarderen, moet je waarschijnlijk wel een kenner of insider zijn van de gebeurtenissen in de Amsterdamse grachtengordel, maar sommige personages uit de roman zijn heel herkenbaar opgevoerd (vgl. de pijprokende schrijver Aaron Keller die natuurlijk Harry Mulisch moet voorstellen, wat ook al afgeleid kan worden uit diens Cuba-verleden en de gevoelens die hij koesterde voor Che Guevara. In twee hoofdstukken (Bedrijven genoemd) kadert Palmen het verhaal in. De Hoofdstukken II tot en met IV gaan terug in de tijd van de Tachtiger jaren, maar toch wordt ook die in die bedrijven heen en weer gesprongen met de tijd. Dat element vind ik niet het sterkste uit de roman. Verder zou Palmen haar reputatie geen eer aan doen als ze toch enigszins filosofisch het verschil tussen fictie en werkelijkheid beschrijft. In deze roman blijft het wat mij betreft binnen de voor mij toegankelijke perken. Daarom is “Lucifer” wel een interessante roman voor de liefhebber van Palmens werk. Toch is de toekenning op de scholierem.com- schaal standaard twee punten.

De aanleiding voor de roman
In 1981 komt de vrouw van de beroemde Amsterdamse musicus Peter Schat om het leven. Het gebeurt tijdens een vakantie in Griekenland, waarbij zijn vrouw Marina van een muurtje valt. In een rouwadvertenties stond destijds: “De engel is gevallen.” Die zin is Palmen blijven intrigeren en het lijdt 25 jaar later tot het ontstaan de roman , waarin ze de musicus Schat verandert in Lucas Loos. Maar het is duidelijk dat “ Lucifer”een sleutelroman is: de literatuuropgave aan het eind van het boek laats niets te raden over.
Uit Wikipedia: Connie Palmen maakt in haar werk veel gebruik van haar eigen biografie. Vaak is de hoofdpersoon een jonge vrouw die hongerig is naar kennis, schrijverschap en roem. De karakters in haar verhalen zijn doorgaans herleidbaar tot echte personen uit haar nabije omgeving en dat maakt haar boeken tot sleutelromans. Het ontbreekt haar volgens eigen zeggen aan fantasie en daarom beperkt ze zich tot verhalen die dicht bij haar eigen leven liggen. Zelf heeft ze het genre dat ze beoefent eens omschreven als ‘autobiofictie’. De vraag naar het onderscheid tussen werkelijkheid en fictie - waar ligt precies de grens tussen de autobiografie en de autobiografische roman? - is door haar op provocerende wijze onderzocht in I.M.. In deze roman zijn de karakters niet alleen duidelijk gebaseerd op echte personen, maar hebben ook hun namen. De ik-figuur heet Connie Palmen. De critici zijn het er niet over eens of het woordje ‘roman’ op het kaft wel op z’n plaats is. Palmen is niettemin van mening dat I.M. duidelijk een roman is om de eenvoudige reden dat zij zegt dat het een roman is.
Haar romans zijn minder verhalend en meer betogend dan men van een roman gewend is. De vertelvorm wordt in haar werk gecombineerd met essayistische passages. Het verhaal, de relaties tussen personages en hun karaktereigenschappen staan meestal in dienst van het ontwikkelen van een idee. Omgekeerd zijn haar essays juist meer verhalend dan men in dat genre zou verwachten.

De flaptekst
‘Sommige mensen kunnen in een oogopslag een hele omgeving in zich opnemen, maar dat kan ik niet. Eerst moet ik de verlegenheid en lichte weerzin tegen onverwachte ontmoetingen overwinnen om gehoor te geven aan de roep van de wereld en eropaf te koersen. Worstelend met die tegenstrijdigheid kon ik alleen de straat oversteken door mijn ogen strak gericht te houden op de man die zijn hand de lucht in stak en me daarmee persoonlijk lonkte en leidde.
Zo liep ik op die dag in juli naar het kleine gezelschap toe. Ik wist niet dat ik op dat moment op mijn verhaal afstevende en dat daar, op een terras in Amsterdam, de speurtocht begon die me een jaar lang volledig in beslag zou nemen. Het zou een tocht zijn langs de afgronden van een turbulent huwelijk en een evenzo turbulente tijd, een zoektocht naar de betekenis van een eenzame zin in een dodenadvertentie en van een kunst die zelfs atheïsten in het bestaan van God doet geloven: de muziek.
Afstevenen op een verhaal is een misleidende uitdrukking, alsof een verhaal kant-en-klaar op straat ligt en opgeraapt kan worden.
Zo is het niet. Verhalen worden gemaakt en juist daarom zijn ze interessant. Alles wat gemaakt wordt onthult de maker.’

‘Vijfentwintig jaar geleden las ik een zin in de krant. Dit verhaal gaat over die zin, of liever over de zoektocht naar de betekenis ervan. Was ze omringd geweest door andere zinnen, in een column, in een recensie van een toneelstuk of desnoods in een beschouwend stuk over de een of andere ster, dan had ze me niet vijfentwintig jaar achtervolgd. Ongetwijfeld was ze dan bij de eerste lezing van haar raadselachtigheid beroofd door een gezelschap van zinnen dat haar betekenis inperkte en een duiding gaf die andere duidingen uitsloot. Dat was niet het geval. Het was een eenzame zin. Toch was het de omgeving die haar het mysterie verleende waardoor ze me nooit losliet. Ze was omkaderd door een zwarte rand. Ze stond in de kop van een rouwadvertentie.’



Motto en opdracht
Uit “Sympathy for the devil” (1968) van The Rolling Stones is het motto afkomstig.
But what’s confusing you
Is just the nature of my game

Wel grappig dat de mottotekst komt uit “Sympathy for the devil” omdat Lucifer de klassieke benaming is voor de zwarte engel of de duivel. In de tekst staat letterlijk dat de aard van het spel (van de duivel) het meest verwarring schept. Het slaat rechtstreeks op het drama dat in de roman beschreven wordt. Lucas Loos ( zie verder titelverklaring) is de Lucifer (de zwarte engel) of de verpersoonlijking van de in opstand tegen God gekomen engel die zelf denkt te kunnen scheppen en zich dus als een God beschouwt. Wanneer zijn vrouw Clara door het ongeluk om het leven komt, brengt dat verwarring en veel speculaties in zijn Amsterdamse vriendenkring.

Structuur en verhaalopbouw
“Lucifer”is de naam van een klassieke tragedie van Vondel over de gevallen engel. Het is dus niet verwonderlijk dat Palmen de roman indeelt in vijf bedrijven. Alle klassieke tragedies bestaan namelijk uit vijf bedrijven. In het eerste bedrijf beschrijft ze hoe ze 24 jaar na de dood van Clara Wevers(2005) in Amsterdam een aantal heren tegen het lijf loopt die haar wel van de tragedie willen vertellen. In het Tweede Bedrijf wordt dan verteld van de val van Clara van de muur in Griekenland. In het Derde Bedrijf wordt beschreven wat de reactie van de vrienden in Nederland is. Daarbij verandert steeds het perspectief van de vriend die beschreven wordt. Het Vierde Bedrijf is de situatie die de dag van de begrafenis van Clara Wevers beschrijft ; ook in dit deel worden de verschillende reacties van de vrienden beschreven. In het laatste bedrijf keert de ik-verteller weer terug en hoort ze van de vrienden van Lucas Loos die de Tafelkring vormen hun visie op de dood van Clara die ze bewijzen met voorvallen uit het oeuvre van Lucas Loos
Na het slotbedrijf is er een nawoord waarin Palmen iets zegt over de relatie met de geschiedenis van Peter Schat en daarna een literatuuropgave van de boeken die Palmen heeft geraadpleegd.

Toch zijn de vorm van vijf bedrijven de klassieke tragedie en de titel die verwijst naar de klassieke tragedie die Vondel over Lucifer schrijft de enige kenmerken van de klassieke tragedie. In een dergelijk treurspel moet ook namelijk eenheid van plaats, tijd en handeling gerealiseerd worden en dat kan in deze roman niet.
Wellicht dat de eenheid van handeling nog het dichts benaderd wordt, want in de gehele roman draait het tenslotte om de raadselachtige dood van de vrouw van Lucas Loos. Maar er is geen eenheid van tijd, want hoofdstuk I en V spelen 24 jaar na de fatale val en ook de Bedrijven II, III en IV spelen zich niet op één dag af. Eenheid van plaats wordt eveneens niet gerealiseerd: het Tweede bedrijf speelt in Griekenland en de andere bedrijven in Amsterdam (behalve nog een korte passage in Bedrijf IV).

Perspectief
In het eerste bedrijf is er een ik-vertelster die door de heren van de herenclub op de hoogte wordt gesteld van de gebeurtenissen van 24 jaar geleden. In de volgende hoofdstukken is als het ware sprake van een alwetende verteller. Die grijpt ook vooruit in de vertelling. Hij beschrijft de situatie in 1981, maar verhaalt ook over zaken die daarna zullen spelen. Bovendien verandert het perspectief steeds van de ene persoon naar de andere. Door het vooruitgrijpen in de tijd die bijvoorbeeld na 1981 is moet in deze drie bedrijven toch wel het sterkst gedacht worden aan een alwetende/auctoriale verteller. In het Vijfde Bedrijf komt dan weer de ik-verteller Connie Palmen die van de heren van de Tafelkring het geheim over de dood krijgt ontsluierd.
In hoofdstuk I en V vertelt de ikvertelster in de o.v.t als achterafvertelster. Ze heeft het boek volgens de laatste pagina voltooid in augustus 2oo6 en heeft blijkbaar een jaar ervoor de gegevens over de roman in bezit gekregen,
In de andere Bedrijven (II t/m IV) wordt door de auctoriale verteller verteld in de o.t.t. Er wordt beschreven wat er gebeurt en hoe de reacties van de vrienden van Lucas Loos zijn.


Titelverklaring
“Lucifer” is de naam van de engel die voor de zondeval door zijn arrogante opstelling uit de hemel wordt gestoten. Hij is de hoofdfiguur van Vondels gelijknamige tragedie. In deze roman van Palmen komen twee gevallen engelen voor. De eerste is Clara Wevers: op haar rouwkaart staat immers “De engel is gevallen.” Het is een aantrekkelijke en mooie vrouw die door haar vrienden als een engel wordt beschouwd. Wanneer zij van het terras/de rots valt, voldoet ze aan de voorwaarden van de gevallen engel.
Een andere gevallen engel is Lucas Loos (de homoseksuele musicus) die ervan verdacht wordt zijn vrouw om het leven te hebben gebracht. Door zijn arrogante houding tegenover zijn vrienden wordt hij uit de Herenclub gestoten. In het laatste bedrijf wordt verteld dat Lucas Loos in 2003 gestorven is aan aids en dat hij zijn verbouwde verdieping die hij zelf “de hemel”heeft genoemd per kist aan de arm van een takelwagen moet verlaten. Hij wordt dan dus als het ware uit de hemel gegooid, zoals ook Lucifer eens overkwam volgens de religieuze overlevering.
Daarnaast is “Lucifer”ook de naam van het programma dat de journalist/vriend Rafaël wil maken over de componist Lucas Loos. Daarin probeert Rafaël aan te geven op welke manier Lucas Loos over het bestaan denkt, maar in het Vijfde Bedrijf geeft de journalist aan dat het er niet meer van gekomen is nadat hij de .


Tijd en decor
Het eerste bedrijf speelt zich af in 2005: op 26 juli in Amsterdam. De vertelster ontmoet enkele heren van de Herenclub die het hebben over de dood van / moord op Cara Wevers. Dat brengt de vertelster op het idee om een roman over het ongeluk/moord/zelfmoord te schrijven.
Die gebeurtenis heeft zich in 1981 in Griekenland voorgedaan. Dat wordt beschreven in hoofdstuk 2. In bedrijf 3 worden de Amsterdamse vrienden van Lucas Loos en Clara op de hoogte gesteld van de plotselinge dood van Clara. Dat gebeurt allemaal op de zondag na het fatale ongeluk in Griekenland. In het Vierde Bedrijf zijn we enkele dagen verder in de eerste week van augustus 1981 wanneer wordt verteld over de begrafenis van Clara. In het Vijfde Bedrijf keren we terug naar 2005, wanneer de vertelster de geheimen van de Heren van de Tafelkring te horen krijgt.

Het decor wordt gevormd door artiesten en kunstenaars die wonen aan de Amsterdamse grachtengordel. Alleen in het Tweede Bedrijf wordt een uitstapje gemaakt naar het Griekse eiland Skyros waar Clara Wevers om het leven komt. Ook in het Vierde Bedrijf is nog een kort uitstapje naar de Griekse omstandigheden: het verplaatsen van het lijk van Clara Wevers.

Samenvatting van de inhoud

Eerste bedrijf blz. 9
Op 26 juli 2005 loopt de ikvertelster in Amsterdam naar een terras waar een aantal van haar vrienden van de zogenoemde Herenclub aan het discussiëren zijn over de moord/zelfmoord/ ongeluk van Clara Wevers, de vrouw van de musicus Lucas Loos. Dat is precies 24 jaar geleden gebeurd en de vertelster herinnert zich nog de zinsnede uit de rouwadvertentie die haar destijds erg was opgevallen: “Onze engel is gevallen.” De vrienden o.a. de man die Prins wordt genoemd, zijn het niet met elkaar eens over de ware toedracht van het ongeluk of de moord. Aan het tafeltje zit ook Thomas Burggraaf en diens vrouwen Mica en ex-vrouw Jacoba. Zo wordt o.a. verteld over de interesse die Loos had in spirituele seances. Die avond wordt de ikfiguur nog opgebeld door Prins die haar de volgende dag meer wil vertellen . Dat gebeurt en hij vertelt dan ook van de bijzondere aandacht die Loos had voor de ontsnappingskunstenaar Harry Houdini. Die is ooit bij een optreden om het leven gekomen en had aangekondigd dat hij zich zou openbaren in een seance. Prins onthult dat hij met zijn vrienden opzienbarende ontdekkingen heeft gedaan, maar dat hij die nooit openbaar heeft willen maken, omdat hij geen karaktermoord heeft willen plegen op één van zijn vrienden.

Tweede bedrijf blz. 37
In het tweede bedrijf wordt de toedracht van het gebeurde in Griekenland juli 1981 uit de doeken gedaan. Lucas heeft gedurende de dag ruzie gehad met zijn vrouw Clara. Dat was o.a. om het feit dat de homoseksuele Lucas op het strand twee Amerikaanse jongens had ontmoet met wie hij weer geflirt had en die hij voor die avond had uitgenodigd. Het echtpaar had eerst een bezoek gebracht aan twee homofiele vrienden (Henk en Henri) en daar flink zitten drinken. De meegereisde vriendin van Clara Bella Basten was eerder naar de bungalow teruggegaan en was al naar bed gegaan. Dan komen ook de Amerikanen naar hun woning en begint Lucas een interessant verhaal te vertellen over de dood van de componist Tjaikowski. Deze Tsjechische componist zou ook homoseksueel zijn geweest en toch met een vrouw getrouwd en hij zou zijn eigen gifbeker hebben leeggedronken. Lucas is van plan die dramatische stof in een muziekstuk te verwerken.
Clara die graag met Lucas alleen naar Griekenland was afgereisd om haar huwelijk te redden, baalt ervan dat Lucas weer zijn aandacht op jongens richt. Ze flirt opzettelijk en uitdagend met één van de jongens. Dan valt ze plotseling van het muurtje. Hoe dat in zijn werk gaat, wordt niet verteld. Moord/zelfmoord/ of een ongelukje? Haar laatste woorden zijn : Will you share this dream with me?
De volgende ochtend pas maakt Lucas vriendin Bella wakker en vertelt de toedracht. Ook de kinderen Quint (van Lucas en Clara) en Lévi (van Bella) worden ingelicht. Er komen Griekse politieagenten die een soort reconstructie houden. Ook de Amerikanen worden daarbij gehoord. Daarna moeten alle vrienden en kennissen in Amsterdam op de hoogte worden gesteld. Dat doen Lucas, Bella en de andere vrienden in de telefooncel in het dorp beneden. Bella vertelt intussen van de grote liefde die ze heeft gehad voor een schrijver.

Derde bedrijf blz. 95
Het decor wordt verplaatst naar Amsterdam waar een vriend van Clara Wevers, Robin Hofman, op de hoogte wordt gesteld van haar dood. Hij herinnert zich de geweldige schoonheid van zijn vriendin Clara die hij ooit in Parijs had ontmoet. Het was altijd zijn vriendin gebleven, af en toe hadden ze seks met elkaar gehad, maar juist mooie vrouwen hebben maar weinig passie op het gebied van seks, was de visie van Hofman (en van de schrijfster?)
Door de dood van Clara wordt hij weer herinnerd aan de dood van zijn zus. Hij heeft van Clara gehoord dat ze haar ervaringen steeds in dagboeken /schriften had opgetekend en hij moet deze schriften van haar verbranden als er iets met haar zou gebeuren..

Ook andere vrienden worden door Lucas Loos op de hoogte gebracht van de dood van Clara.
Zo is er Rafaël Laporte een journalist die vanwege de zelfmoord van een vriendin Ate, terugkeert van zijn vakantie om de begrafenis bij te wonen. Hij krijgt de rouwkaart van deze Ate onder ogen, maar ook twee brieven van Lucas en Clara apart. Lucas Loos vertelt hem over een droom waarin de dood een rol speelt en Clara schrijft vooral over de dingen die ze in Griekenland beleeft. Als hij de beide brieven heeft gelezen die enkele dagen geleden verstuurd zijn, wordt hij opgebeld door Lucas die hem het slechte nieuws vertelt.

De derde vriend is Bubi, die zelf vrij streng is opgevoed door zijn ouders. Deze zijn echter bij een auto-ongeluk in 1952 om het leven gekomen. Daarna heeft hij de oudere vrouw Puck Baal ontmoet die de vrouw van zijn leven is geworden zonder dat ze een echte liefdesrelatie onderhielden. Hij wordt gebeld door Lucas die hem vraagt de begrafenis voor te bereiden van Clara. Het moet een echte happening worden. Ook moet er een bepaald muziekstuk worden gespeeld. Daardoor is Bubi echt geschokt. Hij kent Lucas Loos van het conservatorium en daarna van de kring met wie hij omgaat en die Che en Fidel aanbidt. Maar Lucas was als een van de weinigen niet lang voor de ideeën van Che en Fidel te porren geweest en had zich daarvan afgewend. Puck belt Bubi aan het einde van de dag weer op om te vragen of hij denkt dat Lucas Clara heeft gedood. “Nee”, antwoordt Bubi.

De Prins die met Mica omgaat, is enigszins jaloers dat Bella naar Mica belt om te vertellen dat Clara dood is. Mica van Hoorn is erg van slag, want enkele weken voordat Clara op vakantie is gegaan, heeft ze een briefje ondertekend waarin ze aangeeft wat er na haar dood met Quint moet gebeuren. Clara heeft dus blijkbaar haar dood zien aankomen. Er staat in dat Quint niet door zijn vader alleen mag worden opgevoed. Daarna gaan ze naar de Sociëteit, waar Mica nogal stemming maakt en net doet voorkomen alsof ze weet dat Clara vermoord is. Daar maken we ook kennis met Otto Griffioen (een felle advocaat) en Aaron Keller die samen felle discussies met Lucas voerden o.a. over de dingen die ze in het verleden met elkaar deelden als de Cuba-kwestie. Keller lijkt in de sleutelroman de positie van Harry Mulisch te bekleden.
Bubi onthult dat Lucas hem per telefoon gevraagd heeft het stuk “De Brug”te spelen. Dat stuk heeft Lucas namelijk ooit geschreven over de moord op Allende, de Chileense premier. Ook door dat bericht nemen de roddels over moord alleen maar toe.

Vierde bedrijf blz. 195
Dit hoofdstuk beschrijft voornamelijk de dingen die gebeuren op de dag van de begrafenis in augustus 1981.Zo wordt o.a. de rouwadvertentie die de ikvertelster in Bedrijf I zo was bijgebleven in het boek afgedrukt. Het heeft natuurlij enkele dagen geduurd voordat het lijk zijn weg naar Amsterdam gevonden heeft: het moest namelijk eerst overgebracht worden naar Athene en er moest geld worden gevonden om het lijk terug te vliegen. Van de Nederlandse ambassade wordt wel hulp gekregen.

Robin wacht de begrafenis af. Maar bij hem wordt bijvoorbeeld vooruitgegrepen in de vertelling naar de begrafenis van Lady Di en het lied dat Elton John voor haar heeft gezongen. Wanneer Lucas en Quint thuiskomen vanuit Griekenland wordt er tussen hen ook gesproken over de dingen die Clara zelf vroeger heeft gedaan: dronken achter het stuur, de stukken die ze speelde als actrice (bijvoorbeeld Mariken van Nimweghen) en haar relaties die ze met andere mannen onderhield. Want het huwelijk tussen Lucas (die immers van mannen hield) en Clara (die vreemdging) was eigenlijk toch een vorm van een schijnhuwelijk. Ze hadden heel veel ruzie. Het was dan ook de vraag of Quint wel de echte zoon van Lucas was. Robin gaat met Puck Baal en Quint de schriften/dagboeken van Clara op een open plek verbranden. Het laatste schrijft verbrandt hij thuis net op het moment dat Lucas thuiskomt, die woedend is.

Rafaël wordt in de vroege ochtend bezocht door Lucas. Die weet dat Clara hem een brief heeft gestuurd en hij wil die laatste brief van Clara lezen. Lucas vertelt zijn versie over de dood van Clara aan Rafaël. Ook vertelt hij over de gedichten van Gerrit Achterberg en diens gestorven geliefde. Achterberg doodde namelijk de hospita op wie hij verliefd was. Het lijk is er intussen nog steeds niet.

Bubi organiseert de uitvaart en denkt daarbij o.a. aan de actie die Lucas eens heeft georganiseerd om een concert met Bernard Haiting te verstoren met allerlei toeters en bellen. Ook zegt hij over aanwijzingen te beschikken dat Lucas vóór de dood van Clara bezig was om een requiem voor haar te schrijven.

De uitvaart zelf trekt veel bekijks in de Amsterdamse artiestenwereld. Aaron Keller en Otto Griffioen zijn niet op tijd op de begrafenis en moeten buiten de aula blijven, wat ze op zich niet zo erg vinden. Bubi speelt het stuk “De Brug” en Keller en Griffioen denken dat Lucas Clara heeft vermoord. De begrafenis zelf duurt vrij kort, maar de kunstenaars blijven allemaal in de aula van Zorgvlied hangen om te praten, te roddelen en te drinken. Puck verhaal over de slechte relatie die Lucas en Clara steeds meer onderhielden. Clara viel Lucas in het openbaar steeds meer af en Puck vertelt over de wispelturige Lucas dat hij zich steeds meer een God begon te voelen, die al een zoon (Quint) heeft. Een van de theorieën van Puck is dat een kunstenaar meer heeft aan een overleden geliefde dan aan een levende. Ze bewijst dat met de geschiedenis van Orpheus die misschien wel eens “opzettelijk” of minder onbewust naar Eurydice heeft omgekeken. Zo kon hij daarna een beter musicus worden en ook Orpheus knoopte daarna homoseksuele banden aan. Niet lang na de begrafenis komt het tot onenigheid onder de kunstenaars van de Tafel en Lucas Loos wordt als een moderne Lucifer uit de kring gestoten.

Vijfde bedrijf blz. 305
De ikvertelster Connie Palmen is in augustus 2005 op de uitnodiging van Prins, Bubi en Rafaël ingegaan. Ze gaan vertellen over Lucas en Lucifer en over het geheim dat ze al die tijd hebben verzwegen. Wanneer de vertelster naar de reden van dat zwijgen vraagt, vertellen ze dat ze geen karaktermoord hebben willen plegen. Ze zijn erachter gekomen dat Lucas een soort requiem voor zijn vrouw Clara schreef. Ook vertellen ze waarom hij uit de Tafelkring gestoten is. Hij heeft onbeschaamd afstand genomen van het verleden en hij verlangde dat Aaron Keller dat ook in het openbaar zou doen. Die beschouwde zijn Cuba-verleden als iets wat toen in die tijd paste en hij is van mening dat er geen openbare schuldbekentenis hoeft te worden gedaan. Dat leidt tot een fikse ruzie tussen Keller en Loos als gevolg waarvan Lucas de kring moet verlaten. Hij blijkt volgens de vrienden helemaal niet zo principieel in zijn kunstenaarsopvattingen te zijn geweest: hij had later uit de ruif die hij eerst fel bevochten had. Dan komt ook het grote geheim van de mannen op tafel en dat wordt onthuld door Rafaël. Die had contact blijven houden en was van plan om voor zijn werk een documentaire te maken over Lucas Loos die hij “Lucifer” wilde noemen. Overigens waren de ontdekkingen van Loos op mondiaal gebied gering geweest o.a. de uitvinding van de klankklok vond weinig navolging. Rafaël had tegelijkertijd een documentaire voorbereid op het leven en werk van een veel betere musicus Claude Vivier. Zo ontdekte hij nogal wat overeenkomsten tussen de beide mannen: o.a. hun homoseksuele geaardheid. Maar ook dat ze beiden en onafhankelijk van elkaar bezig waren aan een werk over Tjaikowski, die immers ook homoseksueel was en een gedwongen dood (zelfmoord) had gepleegd. Claude sterft wanneer hij een ontmoeting heeft met een wildvreemde man die hij heeft opgepikt en het blijkt dat hij zijn dood in een compositie heeft voorspeld. Lucas is eigenlijk jaloers op het feit dat Rafaël ook deze Claude wil brengen in een rapportage. Puck Baal komt dan met een theorie dat het getal drie een belangrijke rol in het leven van Lucas heeft gespeeld maar ook dat hij telkens een nieuwe periode in zijn werk/leven wilde beginnen, maar dan wel de voorgaande periode duidelijk moest hebben afgesloten. Het scheppen van werk met een dode geliefde in het achterhoofd (vgl. Orpheus) is dan gemakkelijker, vindt Puck. Daardoor moest Clara wel sterven, maar of hij ze daadwerkelijk een zetje heeft gegeven, blijft natuurlijk altijd de vraag. Feit is wel dat Lucas Loos veel gegevens heeft verzameld in een ordner die over het stuk “Het tribunaal”gaat waarin de dood van Tjaikowski wordt beschreven. Rafaël begrijpt dan dat Clara moest sterven en dat Lucas zich als een soort God zag die verder ging met scheppen. Hij had al een zoon (Quint) Dat is de hoogmoed van Lucas Loos die daardoor natuurlijk wel ten val moet komen en uit de kring van de Tafelheren gestoten diende te worden. Rafäel bezoekt Lucas nog een keer vlak voor zijn dood: die toont hem zijn hemel: een geheel verbouwde verdieping in het huis dat een sterk erotiserende uitwerking heeft. Lucas lijdt inmiddels aan Aids en sterft in 2003. Zijn lichaam wordt uit het huis getakeld.

Thematiek en symboliek
Natuurlijk heeft de roman als thema het raadsel rond de dood van de vrouw van de Amsterdamse musicus Peter Schat (in de roman Lucas Loos) De raadsels erom heen hebben geleid tot de mogelijkheid van moord, zelfmoord of een stom ongeluk. Connie Palmen beschrijft de gebeurtenissen 24 jaar na dato.

Maar eigenlijk gaat de roman natuurlijk over de relatie tussen fictie en werkelijkheid, het oerthema in de literatuur van “Dichtung und Waarheid”. Wat is de waarheid: een schrijver liegt de waarheid is een gevleugelde uitdrukking geworden. Palmen zoekt een anekdote waarover ze kan schrijven (haar geliefde genre is immers dat van de autobiofictie) ze wordt ermee geconfronteerd en laat dan haar fantasie de vrije loop. Dat een dergelijke opzet natuurlijk ook tot speculaties kan leiden en dat de roman daarmee een sleutelroman van de Amsterdamse grachtengordel wordt, moge duidelijk zijn. Het heeft ook tot woedende reacties uit die kringen geleid. De vraag blijft dus eigenlijk ook bij deze roman van Palmen overeind: in hoeverre mag een schrijver de werkelijkheid naar zijn hand zetten? In feite is dat het oerthema van literatuur. De waarheid in literatuur bestaat natuurlijk niet.

Palmen heeft het thema van de dood van de vrouw van Peter Schat omgewerkt in haar eigen verhaal over Lucas Loos. Daarom gaat de roman in eerste instantie niet over de dood van Clara Wevers en of het moord, zelfdoding of een bizar ongeluk is.


Het valt niet moeilijk om passages in de roman te vinden die wijzen naar het thema van “fictie en werkelijkheid” Hieronder volgen er slechts enkele.

- “Zoals ik daar zat, op het terras, schoten de ideeën als losse lemmata door me heen en was hun onderlinge verband iets wat in een roman ontdekt moest worden. De eigen logica van een roman vertelt de schrijver of hij gelijk heeft of ongelijk. OP elke pagina. De roman dwingt zijn eigen waarheid af. Als is elk woord verzonnen, een roman verdraagt de leugen niet.” (Het eerste bedrijf, blz. 24)

- En vorm is alles. De vorm is het beeld van het raadsel, onthulling en geheim ineen. Alleen een schrijver schept zelf een orde, die laat zich niet de wet voorschrijven door datum en dag. ( Het vierde bedrijf, blz. 288)

- Lucas schaamde zich en wilde zijn gezicht redden. “Mijn verhaal is mooier”, zei hij , “en zoals wel vaker toon je je weer eens de vijand van het creatieve.” Lucas vertelt hier zijn versie over de toedracht van het ongeluk tegen Bubi op de dag van de begrafenis. ( Het Vierde Bedrijf, blz. 294)

- Met onze interpretatie lappen we de historische werkelijkheid natuurlijk aan onze laars.”We maken een opera, geen documentaire:, zei Lucas. “We zijn kunstenaars, geen journalisten of historici Lucas in een gesprek met Rafaël als ze het project “Lucifer” voorbereiden. (Het Vijfde Bedrijf, blz. 337)

- “De waarheid ontfutselen aan iets wat geen waarheid kent,” antwoordde Puck. “De Kunst”, zei Rafaël berustend. “Gewoon van koffie thee maken”, dan kom je een heel eind”, citeerde de Prins de definitie die Bella Basten ooit van fictie gaf. “( Het Vijfde Bedrijf, blz. 349)

- En natuurlijk is het “nawoord een aardige sleutel in deze roman.
Nawoord
“Sommige personages in Lucifer komen uit de hemel vallen, sommige leiden een leven in de literatuur. Sommige personages spelen een rol in de verhalen over het beschreven tijdperk en sommige personages bevinden zich ergens tussenin. Voor elk personage in Lucifer geldt dat ze niets zeggen wat hun niet door de schrijver in de mond is gelegd. De sporadische zinnen die hierop een uitzondering vormen zijn terug te vinden in de opgenomen literatuurlijst.
In de afgelopen jaren sprak ik talloze mensen over Peter Schat en Marina Schapers en over de dramatische gebeurtenis op 26 juli 1981. Ik ben hun dankbaar voor hun verhalen.”
( blz. 351.)

Met dat nawoord kan je als lezer natuurlijk heel goed aangeven dat het thema van de roman het verschil tussen “fictie en werkelijkheid “is: het oeroude literaire thema “Dichtung und Wahrheit. “

Naast het thema komen o.a. ook de volgende belangrijke motieven in de roman voor:
- moord of zelfmoord, gekoppeld aan het “whodunit”-motief
- vriendschap en het verraad aan de vriendschap
- ongelukkige liefde en het verraad aan de liefde (vreemdgaan)
- Orpheusmotief, gekoppeld aan het werk van Gerrit Achterberg
- kunstenaarswereld
- homoseksualiteit
- de Amsterdamse grachtengordel en de rituelen die erbij horen
- hoogmoed (megalomanie) of het Griekse treurspelwoord “Hybris”, vooral gekoppeld aan en uitgewerkt in het personage Lucas Loos
- de eerwraak (van de vrienden na de dood van Lucas Loos)


(Felle) Discussies over de roman
Over “Lucifer zijn in de Amsterdamse kunstenaarswereld felle discussies losgebarsten o.a. over de invulling die Palmen denkt te kunnen geven aan de dood van de vrouw van Peter Schat. In tijdschriften maar ook op het Internet verschenen replieken van vrienden van Peter Schat. Dat gebeurde o.a. naar aanleiding van het optreden van Connie Palmen bij het tv-programma van Pauw & Witteman.

De onderstaande reactie is van een vriend van Peter Schat en is te vinden op het internet :
Floris Guntenaar 40 jaar bevriend met Peter Schat, schrijft:“ It was good to hear what Schat, a leading musician of our day by any standards, has lately been up to, and to attend a kind of music-drama seldom encountered in America” (Andrew Porter in the New Yorker)
In Connie Palmens Lucifer wordt een van de belangrijkste componisten die Nederland kent slinks beschuldigd. Connie die om ‘een onderwerp verlegen zat’ en nu een weldoordachte karaktermoord pleegt.
De door haar verzamelde roddels - zonder enig bewijs - als ‘drama’ gebruikt, in een poging een vileine dubbele moord te verdoezelen: één op Peter Schat en één op zijn werk. Connie draaide en loog bij Pauw en Witteman: over de gevoelens van de door haar gemanipuleerde zoon van Schat, ze loog over de wijze waarop ze haar zogenaamd ‘journalistiek onderzoek’ had verricht (waar ook ik slachtoffer van werd) en het meest schaamteloze: zij noemde hem een leugenaar bij het door haar vertoonde TV interview van ‘haar’ Ischa Meijer met Peter Schat.
‘Acht jaar na dato kán je niet gek worden bij de gedachte aan dat moment’. (het moment dat hij zijn geliefde en moeder van zijn kind voor zijn ogen achterover de rots af ziet vallen)
‘Eén jaar kan, twee jaar desnoods, maar acht jaar is onmogelijk’
Zichzelf presenterend als ‘detective’ én psycholoog noemt ze hem vervolgens een leugenaar.
En dat in één lange literaire adem: Haar Boek.
Connie eigent zich daarmee de gevoelens toe van iemand die ze nooit gekend heeft en van wie ze wist dat hij haar – naar aanleiding van haar boek I.M. – niet hoog achtte. Zelf was ik bijna veertig jaar bevriend met de Peter Schat en tot haar dood met zijn vrouw Marina.
Zijn directheid en natuurlijke oprechtheid bleek voor een aantal van zijn vrienden onmogelijk om mee om te gaan. Het leverde hem veel onenigheid op, vooral met leden van de Herenclub.
Het ging hém daarbij nooit om de personen maar om de inhoud en het argument: muziek en politiek, in die volgorde.
Zijn herziene standpunt ten aanzien van het Communistisch Cuba kwam hem duur te staan. Zijn publicaties van vroegere andere inzichten werden door de Clubvoorzitter als verraad gebrandmerkt, ‘bevuilen van eigen nest’, het soort beschuldiging dat ook Hirsi Ali later ten deel zou vallen, zij het door een andere megalomane Club.

Peters royering maakte hem alles behalve monddood en dankzij zijn scherpe woorden zat er voor de Club kennelijk niets anders op dan met hun eerwraak te wachten tot na zijn dood.
Onder leiding van Bubi (lees Max Pam HP 1 maart) schreef Connie het grotendeels in het Hol van deze Leeuw, Bubi’s huis in Frankrijk. Deze hedendaagse ‘Salieri’, een vroegere vriend van de componist, werd indertijd met enkele andere collega’s publiekelijk door de componist geparkeerd bij een muziekstroming waarvan hij vond dat deze ‘een doodlopende weg bewandelde’. Het werd hem niet in dank afgenomen. Nu zijn scherpe woorden onbereikbaar zijn, werd het kennelijk tijd om deze dubbele moord uit te voeren. Connie werd gebruikt en zij gebruikte de Heren, daarbij haar muzikale verstand lenend van deze Salieri.

Een wild huwelijk en homoseksualiteit hebben niets te maken met talent en componeren, maar het wordt in het boek gebruikt om met een ‘voor het noodzakelijke drama’ bijeen geroddelde moord de aandacht af te leiden van het werkelijke doel: het elimineren van Schats oeuvre. Hij moest zich in Connies visie ‘verlossen van zijn vrouw’ om zijn homoseksualiteit vrijuit te kunnen praktiseren. Van enige belemmering in die zin is echter nooit sprake geweest. Zij leefden samen, hadden beiden hun verhoudingen in een tijd dat de ‘vrije liefde’ usance was. Toen ik hem in 1965 leerde kennen was hij openlijk homoseksueel of correcter biseksueel. Dat was ook voor Marina toen al niets nieuws.

Eén van hun trouwste vrienden én toeziend voogd van hun zoon Annemarie Grewel (Puck in het boek) wordt door Salieri als niet meer levende getuige opgevoerd. De haar op deze wijze toegedichte bijdrage kan door haarzelf niet meer ontkend worden. Eén van de bewijzen van de fieltige opzet van dit boek. Fictie zegt ze nu, maar wel meeliftend óp de roem en óver de rug van Peter Schat, met naam en toenaam: Fictie ? Sleutelroman?

Bij Pauw en Witteman gevraagd of zij de geïnterviewden wel duidelijk had gemaakt wat haar perspectief was en het documentaire karakter ervan, draaide ze als een natte slak om eigen spoor: ‘Dat hadden zij zelf moeten weten’.Eén ding is zeker, had Marina dit boek kunnen lezen, ze had Connie met nagels gewapend haar huis uit gesleurd en alle hoeken van de Grachtengordel laten zien.
Zo was ze wél, en ze kwam altijd fel en zonder enige terughoudendheid op voor haar zoon en geliefde Peter. Geen fictie.


Recensies
“Lucifer”werd na het verschijnen heel veel besproken in de landelijke dagbladen. Vooral in de Amsterdamse artiestenwereld baarde de verschijning van de roman opzien.

Janet Luis schrijft in het NRC over de roman : Lucifer is een sleutelroman. Dat zou wel eens voor veel lezers de charme ervan kunnen zijn. Komt Lucas Loos enigszins overeen met het overgeleverde beeld van Peter Schat? Wie zijn al die vroegere vrienden met wie hij aanzat aan ‘De Tafel’ in ‘De Kring’ en die hier zo uitgebreid aan het woord komen? ‘De Prins’, die veelvuldig in het stuk voorkomt en die een libretto schreef bij een opera van Lucas, is dat misschien Komrij? Maar die heeft toch, anders dan deze Prins, geen vrouw? Is Bubi de Vos W.L. Brugsma, die Boebi werd genoemd? Maar die was journalist en geen musicus. De elegante pijproker Aaron Keller is ongetwijfeld Harry Mulisch en in diens ‘aartsvriend’ Otto Ketting herkennen we moeiteloos Hein Donner. Enzovoort.
Een andere vraag die zich opdringt: wie is nu eigenlijk de Lucifer uit de titel? Is Clara de gevallen engel? Of toch Lucas, die een symbolische val maakte uit zijn zelfgeschapen muzikale hemel? Of nog eerder Connie Palmen zelf, die hier als schepper de strijd aangaat met God? In de roman is op zeker moment sprake van de demonische aard van de literatuur. ‘Ze liegt en bedriegt, verfraait en verdicht, en toch overtreft ze in al haar leugenachtigheid de werkelijkheid in waarheidsgehalte.’ Toch hebben al die verfraaiingen en verdichtingen mij nog niet erg weten te overtuigen van het waarheidsgehalte van deze roman over Peter Schat, of van de dramatische noodzaak ervan. Hij blijft er zo’n beetje tussenin hangen, tussen literatuur en werkelijkheid, tussen treurspel en dorpspomp.


In De Volkskrant schrijft Daniëlle Serdijn : Uit een melange van filosofie, christendom, psychologie, muziektheorie, de klassieken en nog zo wat brouwt Palmen haar eigen mythologische lezing over de dood van Clara Wevers, én over de gebeurtenissen die ertoe hebben geleid dat Lucas Loos, lees Peter Schat, werd geëxcommuniceerd uit de Herenclub. Hij is de gevallen engel, de Lucifer, de verstotene van de Olympus, waarmee Palmen zichzelf handig in de rol van goddelijke schrijver manoeuvreert en in één beweging Mulisch naar de kroon steekt.

Lucifer is niet bepaald een ‘lekker’ boek. Palmen stapelt theorie op theorie, verhaal op verhaal, waardoor er een reusachtig bouwsel ontstaat. Functionele architectuur, dat wel, maar die doet ook kil aan. Palmens plezier zit in het denken, niet direct in de taal, wat blijkt uit slordige formuleringen: ‘Jij huppelt van god naar god, verblind als een konijn dat achter een wortel aanholt.’ Of groeien er in Palmens koninkrijk soms lichtgevende wortels?

In al haar leugenachtigheid heeft de schrijfster vast een waarheidsgetrouw groepsportret geschapen. Maar helaas kan geen lezer het controleren en blijft Lucifer ondanks al Palmens toeren een bundel voor vrienden. Een zaak voor intimi. Misschien hadden we erbij moeten zijn.


Xandra Schutte is op 3 maart 2007 in “Trouw” wel heel wat positiever : Maar “Lucifer’ is tegelijkertijd een moderne, meerstemmige roman waarin volop van perspectief wordt gewisseld, in de tijd heen en weer gesprongen, gefilosofeerd over schrijven en muziek. Een rijk en intrigerend boek , waarin Palmen ongelooflijk veel aansnijdt zonder dat ze de greep verliest. Huwelijksdrama, afrekening van het megalomane idealisme van de generatie ’68, portret van een kunstenaar als jonge en oude man, schildering van een vriendencollectief als een vijver vol haaien- de roman is het allemaal.

In het NRC van 17 maart 2007 buigt ook Arjen Fortuin zich over de uitgave van de roman. Hij pakt een andere invalshoek voor de beschrijving van zijn mening dan Janet Luis in de zelfde krant: “ Maar wat Lucifer echt fascinerend maakt is, hoe kan het ook anders bij Palmen, wat de auteur ermee probeert te tonen over het schrijverschap. Want eigenlijk is het verhaal heel eenvoudig: vrouw valt dronken in afgrond (dat kan gebeuren), maar haar omgeving kan niet leven met het toeval en zoekt een verklaring. Men ontdekt dat de man op een bepaalde manier voordeel heeft gehad van de dood van zijn vrouw. Dat hij wel eens droomde over moord. Dat hij een groot bewonderaar was van Achterberg, de dichter die de vrouw van wie hij hield doodschoot. Het zijn mooie theorieën, het is voer voor moordspeculanten, maar ook niet meer dan dat.
Ook niet voor Connie Palmen. Want zij legt het gros van de speculaties in de mond van schrijvers en andere clubleden die aan haar hun verhaal doen. Daarover schrijft ze tussenzinnen als: ??O wat is dit griezelig,'' verzuchtte Bubi en hij sloeg van opwinding zijn knieën tegen elkaar'. Een man die zoiets zegt en zich zo gedraagt is geen man om serieus te nemen. Niet voor niets is het laatste woord dat over Loos uitgesproken wordt ?Onschuldig'. Het is, ook niet toevallig, veruit het redelijkste karakter van de roman, Puck, die dat woord in de mond neemt.
Een paar keer wordt in Lucifer gememoreerd dat het voor een schrijver onmogelijk is het toeval te accepteren. Precies dat is het thema van dit boek. Daarom moeten er verhalen worden uitgevonden, verklaringen worden bedacht. Er moet orde komen, er moet een verhaal gemaakt worden. Dat dat verhaal de waarheid niet weergeeft is precies de bedoeling ervan. Zo zijn het juist de boze reacties die Palmens visie bevestigen.


Op 2 maart 2007 schrijft Max Pam in zijn spraakmakende recensie “De val van een eerloze verrader” in HP/De Tijd het volgende : Lucifer van Connie Palmen is een sleutelroman, waarvan de sleutel wordt bijgeleverd in de laatste alinea. Daar vermeldt de schrijfster: “In de afgelopen jaren sprak ik talloze mensen over Peter Schat en Marina Schapers en over de dramatische gebeurtenis op 26 juli 1981. Ik ben hen dankbaar voor de verhalen”. Zo, Lucifer is dus een boek dat gaat over Peter Schat en Marina Schapers. Maar waarom worden ze dan in het boek Lucas Loos en Clara Wevers genoemd? Kennelijk is dat gebeurd om te benadrukken dat Lucifer weliswaar een roman is, maar dan wel een roman waarin elke gelijkenis met bestaande figuren misschien helemaal niet zo toevallig is.Daarmee doemt een moreel probleem op.
Al wordt er aan het eind van de roman nog een draai aan gegeven, in feite staat de figuur van Lucas Loos onder de zware verdenking zijn vrouw te hebben vermoord door haar tijdens een vakantie op een Grieks eiland van een muurtje te duwen. En inderdaad, in werkelijkheid is Marina Schapers om het leven gekomen door op Skyros van een rots te tuimelen. De opschudding die dat destijds in Amsterdam veroorzaakte heb ik van tamelijk nabij meegemaakt, waarbij de officiële lezing was dat zij - stoned en dronken - achterover van dat muurtje was gevallen. Nu was me die Marina Schaper d’r ook eentje. […..]
In de roman spelen twee motieven. Ten eerste moest Loos zich van Clara ontdoen om de weg vrij te maken voor de ontdekking van wat door Palmen “de klankklok” werd genoemd, maar voor wat in terminologie van Schat “de toonklok” heette. Schat meende dat zijn toonklok hem zou aanzetten tot het componeren van zijn grootste werken, en tevens dacht hij dat de moderne muziek zich slechts door zijn vinding verder zou kunnen ontwikkelen. […..] Het tweede motief voor Loos om zich van zijn vrouw te ontdoen, is gelegen in zijn homoseksualiteit, die na zijn vermeende daad vrij baan kon krijgen. Ook hier is de werkelijkheid dichtbij. Schat is op latere leeftijd homoseksueel geworden en daarbij heeft zijn identificatie met Tjaikowski een belangrijke rol gespeeld. Het tragische einde van Tjaikowski – hij zou tot zelfmoord zijn gedwongen, toen zijn homoseksuele contacten werden ontdekt – heeft Schat gebracht tot het componeren van het werk Symposion. En Loos doet het hem in romanvorm na. Het is de opmaat van zijn ondergang.
Het blonde jongetje dat er ooit uitzag als een engel zal eindigen door en in een val. ‘Lucifer ‘ heb ik gretig van a tot z gelezen. Ik vond eigenlijk alles even prachtig, maar misschien komt dat, omdat ik bijna alle personages van dichtbij ken of heb gekend. Wel vraag ik mij af hoe iemand die niet bekend is met De Kring en De Herenclub, met Peter Schat en Harry Mulisch, en met al die andere denkers van de grachtengordel, deze roman zal lezen. Over het oordeel van zo’n lezer ben ik minder optimistisch, maar misschien vergis ik mij.



Over de schrijver
Connie Palmen (25 november 1955) schreef vier romans, vier essaybundels en een novelle. Ze bundelde haar interviews in God en vitriool en haar verspreide werk in Als een weke krijger. Met deze boeken behoort zij tot de belangrijkste Nederlandse schrijvers van deze tijd. Zowel in haar romans als in haar beschouwingen ontvouwen zich haar briljante stijl en heldere redeneertrant.

De prijzenkast van Connie Palmen:
• European Novel of the year '91 voor De wetten.
• Het Gouden Ezelsoor 1992 voor De wetten.
• AKO-literatuurprijs 1995 voor De vriendschap.
• Trouw publieksprijs 1996 voor De vriendschap.
• De Gouden Bladwijzer van Humo voor De vriendschap.
• De Publieksprijs voor het Nederlandse boek voor De vriendschap.

Bibliografie
1991 De wetten
1996 De vriendschap
1998 I.M.
1999 Erfenis
2002 Geheel de uwe
2007 Lucifer

REACTIES

".

".

Veel van de namen in het verslag zijn onjuist!

15 jaar geleden

K.

K.

Ik zie in de bespreking de naam : Clara Wegers staan, terwijl het Clara Wevers is.

15 jaar geleden

T.

T.

Kan

5 jaar geleden

J.

J.

"In het eerste bedrijf beschrijft ze hoe ze 24 jaar na de dood van Clara Wegers(2005) in Amsterdam een aantal heren tegen het lijf loopt die haar wel van de tragedie willen vertellen."

Gebeurt dit niet na de dood van Lucas Loos?

Met vriendelijke groet, Joost Commandeur

16 jaar geleden

G.

G.

Hallo,

Goed boekverslag!
Ik heb een vraag.
In klassieke tragedies wordt vaak een deux ex machima in het laatste bedrijf toegepast.

In het vijfde bedrijf van het boek lucifer, daalt Lucas als een engel (hij is dood) uit de hemel neer (het kamertje waar hij stierf heeft hij zelf de hemel gedoopt)

15 jaar geleden

P.

P.

Een goed boekverslag, erg nuttig, maar Tsjaikovski is geen Tsjech maar een Rus.

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Lucifer door Connie Palmen"

Ook geschreven door Cees