Louteringsberg door Marcel Möring

Beoordeling 6
Foto van Cees
Boekcover Louteringsberg
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 6843 woorden
  • 1 mei 2011
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 6
6 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Marcel Möring
Genre
Psychologische roman
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
2011
Pagina's
506
Geschikt voor
bovenbouw havo/vwo
Punten
3 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Eenzaamheid,
Familiebetrekkingen,
Liefdesrelatie: problemen,
Maatschappijkritiek,
Moeder-zoonrelatie,
Schuldgevoel,
Vader-dochterrelatie,
Nasleep en verwerking Tweede Wereldoorlog,
Zin van het bestaan

Boekcover Louteringsberg
Shadow
Louteringsberg door Marcel Möring
Shadow
Feitelijke gegevens over het boek

Verschijningsdatum 1e druk: 15 april 2011
Gebruikte druk: 1e
Aantal bladzijden: 516
Uitgeverij: De Bezige Bij

De cover

Op de voorkant staat een wazige afbeelding van een kind. Binnenin het boek staat vermeld dat die afbeelding “Ella” heet. Het is een olieschilderij van Gerhard Richter op canvas geschilderd in 2007.

Genre

Möring heeft in 2006 de roman “Dis” geschreven. In publicaties heeft hij nu gezegd dat dit boek “Louteringsberg” het tweede deel van een op te zetten trilogie is. Er komt dus nog een derde deel aan.
De romans van Marcel Möring verwijzen naar La Divina Commedia, het belangrijke werk van Dante die een queeste maakt van hel, vagevuur naar de hemel. Deel I “Dis” verwijst naar de naam van de stad die Dante aan de hel geeft. Deel II is Purgatorio (“Louteringsberg”)

Deel III zal zeer waarschijnlijk met “De hemel/ het Paradijs” te maken hebben als d evergelijking met Dante wordt doorgetrokken..

“Dis” (flaptekst)
Jakob Noach, tijdens de Tweede Wereldoorlog ternauwernood ontsnapt aan de Duitsers, vestigt zich in de jaren vijftig als schoenmaker in Assen. Door zijn verbeeldingskracht en ondernemingsgeest weet hij zich in een aantal decennia te ontwikkelen tot de meest invloedrijke ondernemer van de stad. Dit geeft hem echter niet de genoegdoening voor het verlies van zijn ouders en broer en aan deze tragiek van de geschiedenis ontkomt de generatie na hem evenmin. Dis is Dantes benaming voor de stad in de hel. Marcel Möring modelleerde zijn nieuwe grote roman, die zich tijdens de nacht van de TT in Assen afspeelt, naar de Inferno. Maar de hel van Assen wordt niet bevolkt door overspeligen, bedriegers en moordenaars. In Dis wordt de hel bewoond door mensen die net als Jakob Noach speelbal zijn van hun tijd. Hun hel is de hel die gemaakt wordt door anderen. Dis is een rijke roman die verwijst naar literatuur, filosofie en historie; veelomvattend en zeer eigentijds.

De flaptekst van “Louteringsberg

In de hete zomer van 2006 verlaat de dochter van Marcus Kolpa het huis waar ze twintig jaar samen woonden. Als zijn moeder overlijdt komen een voor een de spoken uit zijn verleden tevoorschijn. Deze zoektocht naar een familiegeschiedenis haalt hem uit zijn jarenlange isolement. Wat waar leek te zijn, blijkt schijn. Wat orde leek, is chaos. En dan komt Lila.

Samenvatting van de inhoud

Deel 1: Denk je dat je daar bent waar je wilt zijn? (blz. 11-137)

Marcus Kolpa koopt in 1986 een heel groot huis in het oosten van het land. Het is een huis op een heuvel (Marcus zegt “berg”) Het moet opgeknapt worden, want het is een beetje verwaarloosd. Marcus is op dat moment 38 jaar en hij heeft een dochtertje van vijf (Rebecca/Becky) met wie hij samen de woning betrekt. Via een huisarts krijgt hij een huishoudster mevrouw Sanders, die erg goed voor hem en zijn dochtertje zorgt. Ze doet soms dienst als een vervangende moeder. We vernemen dat zijn vrouw Chaja op 13 februari 1983 spoorloos verdwenen is en dat hij nooit meer iets van haar gehoord heeft.
Marcus heeft zijn vader niet gekend en zijn moeder is kort na Chaja’s verdwijning naar Israel verdwenen. Ze hebben nauwelijks contact met elkaar. Becky groeit toch wel harmonieus op, maar Marcus Kolpa laat haar niet naar de middelbare school vertrekken. Hij verzorgt voor haar thuisonderwijs. Hij is gek op haar en beschermt haar goed. De rector van de school is Izaak, een jeugdvriend en die regelt tenslotte dat ze niet naar school hoeft. Ze doet staatsexamen, slaagt met hoge cijfers en gaat dan naar de kunstacademie, waar ze zich ook onderscheidt. Rebecca gaat in de zomer van 2006 naar Londen om aan een kunstproject te werken. Het gaat haar heel goed af.

Dan komt er bericht dat het leven van Marcus zal veranderen. Zijn moeder is in Haifa (Israel) overleden. Hij reist af, maar hij komt te laat want ze is al begraven; volgens de Joodse rituelen binnen 24 uur. Hij krijgt informatie van een oude vriend Levi. Wanneer hij bij de notaris zit, hoort hij van de grote erfenis die hem ten deel valt. (meer dan een miljoen dollar) Ook hoort hij dat ze vroeger zelf een erfenis heeft gekregen van 200.000 dollar, maar hij komt niet te weten van wie dat geld afkomstig is. Nog welgestelde dan hij al was, keert hij naar Nederland terug. Omdat het eenzaam is in zijn huis, daalt hij de berg af om in het dorpscafé wat te gaan drinken. Na enkele wodka’s ziet hij voor het eerst dat mevrouw Sanders die dus al twintig jaar bij hem huishoudster is, in haar vrije tijd aan amateurtoneel doet. Hij vindt dat ze er bovendien best aantrekkelijk uitziet. Ook ontmoet hij zijn jeugdvriend Izaak in het dorpscafé die als rector van de school blijkbaar het amateurtoneel regisseert. Het is geen leuke ontmoeting voor zowel Marcus als Izaak. Wanneer Marcus weer naar zijn huis terugkeert, loopt hij de tuin in. De lezer zit nu met drie vragen die in het hoofd van Marcus Kolpa een grote rol spelen.
- Wie is de vader van Marcus?
- Waarheen is Chaja vertrokken?
- Van wie kreeg zijn moeder de erfenis?
Wellicht door de veel genoten alcohol, zakt Marcus in elkaar. Hij is nu de man geworden die niets weet en zichzelf met verbijstering bekijkt.

Deel 2: Geef mij nu eindelijk wat ik altijd had (blz. 139-221)
Marcus Kolpa wordt de volgende ochtend in de tuin gevonden door mevrouw Sanders. Ze waarschuwt de arts Jannink, maar die kan niets vinden waardoor de flauwte is gekomen.
Zijn jeugdvriend Albert Galles stuurt hem foto’s van Rebecca die een kunstproject in Londen doet : het maken van een berg. Albert heeft haar in Londen opgezocht. Rebecca lijkt een eigen bestaan op te bouwen.

Van de notaris van zijn moeder verneemt Kolpa dat de erfenis die zijn moeder heeft gekregen zijn oorsprong in Amerika heeft. Plotseling is Marcus de volgende dag al in De Verenigde Staten. Hij hoort over ene professor Hollander die de erfenis aan zijn moeder heeft nagelaten. Hij had nog nooit van die man gehoord.
Bij toeval ontmoet hij een mooie, jongere vrouw (Lila Adler) die voor een uitgevrij werkt, en hem vertelt dat ze op zijn roman is afgestudeerd. Ze heeft zijn enige roman tot nu toe bestudeerd en was daarvan erg onder de indruk. Ze biedt zich aan op een presenteerblaadje, maar Kolpa heef nauwelijks interesse in vrouwen. Ze onderneemt een experiment met hem: we gaan elkaar de waarheid vertellen en hij wordt door haar meegenomen naar haar appartement, waar hij ook mag blijven slapen (op de bank) Ze helpt hem zoeken naar het archief van Hollander in een instituut. Ze krijgt daartoe gemakkelijk toegang en als ze het archiefstuk hebben, verkleden ze zich als schoonmakers en stelen zo het archiefstuk uit het gebouw. Ze doorzoeken het document, maar krijgen weinig echte nieuwe informatie. Wel is er een bericht van Hollander aan een Nederlandse vrouw Rivka Polak. (een letteromzetting van Kolpa)
Lila die eigenlijk weinig sjoege heeft gekregen van Marcus, zegt tegen hem dat het tijd wordt dat hij eens begint te leven. Marcus vliegt weer terug naar Nederland en wil nu wel eens een geboorte-uittreksel van hemzelf hebben. Hoe heet hij werkelijk: Kolpa of Polak? Na de oorlog wilden joodse mensen vaak niet meer aan hun joodse naam worden herinnerd en die veranderden ze dan. Albert Galles zal met hulp van zijn relaties het uittreksel regelen.

deel 3: Daar, achter de bergen, in een land dat niemand kent. (blz. 223-353)

In dit deel wordt voornamelijk de verdwijning van Chaja Noach beschreven. In de nacht van 13 februari 1983 wordt Marcus bezocht door de politie. Er is een telefonische bommelding vanuit zijn huis gekomen. Zijn vrouw heeft voor hem een kort berichtje achtergelaten dat ze even naar kantoor is (het is midden in de nacht) Chaja Noach heeft het bedrijf van haar vader Jakob Noach (hoofdpersoon in deel I van de trilogie- Dis-) overgenomen en ze heeft het er erg druk mee. Ze zijn vanuit Amsterdam naar het noorden van het land verhuisd (Assen). Er gaat inderdaad een warenhuis in de fik en de verdenking valt toch ook een beetje op Chaja en of Kolpa. Chaja komt middenin de nacht thuis en de volgende morgen verdwijnt ze voorgoed uit zijn leven. Ze heeft de beide paspoorten meegenomen en er wordt nooit meer iets van haar vernomen. Marcus blijft achter met zijn 1-jarige dochtertje Rebecca. Welke moeder laat nu haar kind in de steek ? Ook zijn jeugdvriend Albert begrijpt niet wat er is gebeurd. Marcus laat weten dat hij erg gelukkig was met zijn vrouw die eigenlijk zijn grote jeugdliefde was. Maar twee keer eerder was het al misgegaan in hun relatie. Later was ze weer teruggekomen (na de dood van haar vader door een auto-ongeluk) en ze heeft hem verteld dat ze niet zonder hem kan. Daarna waren ze getrouwd en hadden ze Becky gekregen. In 1983 (januari) was ze op een feest bij vriend Fred onwel geworden (een epileptische aanval, denkt men) Op de dag van haar verdwijning had ze een afspraak met de dokter gemaakt, waar ze nooit was verschenen.

Jaren later hoort Marcus van Albert dat Fred problemen had met zijn zaak en zich daarom in de cocaïnehandel had gestort. Geld daarvoor had hij van Chaja geleend: er is nog een geheimzinnige schuldbekentenis achtergebleven. Later waren de problemen zo groot geworden, dat hij zichzelf in een laboratorium had opgeblazen. Eerst dacht men aan een ongeluk, maar het bleek later toch een zelfmoord te zijn geweest.

Marcus vertelt in deze episode ook over het Amsterdam van de jaren zeventig. Hij had ook een relatie gehad met Kat, een jeugdvriendin. Maar die bleek na allerlei religieuze omzwervingen in sektes toch liever lesbisch te worden. Ook zij pleegt later zelfmoord. (vgl. La Divina Commedia waarin Dante ene Cato ontvangt; Cato = Kat)
Marcus had haar nooit goed begrepen. Het was in die tijd in Amsterdam gebruikelijk (en bijna een maatschappelijke noodzaak) om linkse denkbeelden te koesteren. (anti-Amerikaans, man-vrouwdiscussie, antikoningsgezind, krakers, RAF, links activisme) Marcus had daarna ingezien dat het allemaal onzin was geweest en hij was er verder niet meer in gaan geloven.
Daarna was Chaja in zijn leven teruggekomen. Jammer genoeg was ze er ook weer uit verdwenen zonder afscheid van hem en Rebecca te nemen.

Deel 4 Waar gaan we heen? (355-425)
Marcus Kolpa blijkt eigenlijk Marcus Polak te heten. Dat is Albert Galles te weten gekomen via zijn netwerkje. Albert vertelt hem dus ook over het verleden van Fred en van de financiële steun die hij van Chaja Noach had gekregen. Ze steunde dus een terroristische organisatie. Was dat de oorzaak van haar vertrek? Rebecca komt over uit Londen: later blijkt dit op verzoek van Albert te zijn geweest. Ze halen haar af van het station en Marcus gaat voor hen koken en wijn drinken. Mevrouw Sanders (voor het eerst hoort Marcus dat ze Ada heet) is er ook bij. Zowel Rebecca als Albert dringen er bij Marcus op aan dat hij wat intiemer wordt met zijn huishoudster. Maar erg veel behoefte aan seks heeft Marcus nu eenmaal niet. Tijdens het eten wordt Albert opgebeld. Hij vertelt direct daarna dat hij weet waar Chaja nu is. Ze leeft nota bene nog.

In het volgende hoofdstukje zitten ze ineens in Israel. Chaja zit daar al sinds 1983 in een psychiatrische instelling. Ze is met een psychose binnengebracht (door de cocaïne veroorzaakt) Volgens de archieven heeft Kolpa haar zelf gebracht, maar hij weet zelf dat het Fred is geweest met het paspoort van Marcus, dat immers door Chaja was meegenomen. Chaja is een mentaal en fysiek wrak en ze heeft in de inrichting één man die haar in bedwang kan houden. Hij zelf heeft een oorlogstrauma opgelopen: de vijand heeft zijn penis afgesneden en die op het oorlogsterrein in zijn mond gestopt. Deze Dov zorgt goed voor haar en zij voor hem. Chaja herkent niemand meer uit het verleden. Toch gaat Rebecca nog even de zaal op om haar moeder aan te raken. Daarna besluiten ze naar huis te gaan.

Deel 5: Midden in de nacht, in een donker bos (blz. 417-506)

Dit deel speelt in 2010, vier jaar nadat ze in Israel zijn geweest en Chaja hebben gezien.
Ada Sanders heeft inmiddels een oude jeugdvriend Willem teruggevonden, die vroeger te verlegen was om haar te vragen. Na een verblijf in Australië had hij zijn grote liefde teruggevonden en ze hadden besloten om a.s. december met elkaar te trouwen.
Marcus Kolpa wil dan het grote huis op de berg verkopen, omdat hij intussen ook wel snapt dat hij er de komende jaren vrijwel alleen zal wonen. Rebecca heeft haar stekkie wel gevonden: ze heeft een project in Berlijn aangenomen en er ook een woning betrokken.
Wanneer Kolpa er aan denkt om zijn huis te verkopen, neemt hij de oude makelaar in de hand. Hij vraagt hem wie de vorige eigenaar was en dat blijkt verrassenderwijs Hollander te zijn. Nu wordt Marcus ineens nieuwsgierig. De neef van Hollander Nathan heeft een biografie over zijn beroemde oom geschreven.

En dan wordt er ineens heel veel duidelijk. De echte (biologische) moeder van Marcus Kolpa is uit Auschwitz gekomen met een vriendin. Ze werden in Nederland opgevangen in het huis van Hollander. De vriendin van zijn vervangende moeder was zwanger geworden (van wie wist men niet, maar de verwachting is dat dit van Hollander was) Ze was in het kraambed gestorven en toen was er wel een probleem wie de kleine Marcus moest opvoeden. Dankzij de bemiddeling van Jakob Noach (vader van Chaja) was Marcus in het noorden van Nederland terecht gekomen onder de hoede van zijn pleegmoeder. Het is dus minder vreemd dat ze in Israel nauwelijks over haar “zoon” had gesproken. Dat is een flinke openbaring voor Marcus.

Maar er komt hulp uit de VS. Lila Adler heeft een afspraak met hem gemaakt: ze heeft namelijk met Nathan Hollander gesproken en ze wil het hem allemaal zelf komen vertellen. Marcus had niet gedacht dat hij Lila nog eens een keer zou terugzien, maar ineens is ze naar “de berg ”gekomen. Hij gaat voor haar koken. Maar dan wordt Marcus onwel, zoals hij jaren daarvoor in 2006 ook was geworden. Hij krijgt een verschrikkelijke herinnering/ droom waarin hij steeds terugdenkt aan een kliniek waarin hij mogelijk is opgenomen toen zijn moeder een tijdje niet in orde was. Maar het lijkt alsof hij dat helemaal verdrongen heeft.
Dezelfde dokter komt weer en die vindt dat hij enigszins ondervoed is en dat zijn bloeddruk ook niet in orde is. Gelukkig is hij op tijd gevonden door Lila die hem wel wil verzorgen. Ze laat duidelijk merken dat ze hem wel ziet zitten. Ook de ogen van Kolpa zijn intussen open gegaan. Lila en hij praten met elkaar en hij vindt haar steeds aantrekkelijker. Hij is echter niet gewend dat vreemden aardig tegen hem doen. (Van Sanders en Rebecca is hij dat wel gewend) Het heeft natuurlijk allemaal te maken met zijn verleden en met het feit dat hij niet veel liefde heeft gekend. Bovendien wordt hij gekweld door verlatingsangst (veroorzaakt door Chaja die hem in de steek heeft gelaten)

Toch pakt hij het deze keer anders aan. Na een lekker maal en wat wijn lijkt de toenadering met de andere sekte er toch van te komen, maar ineens wil Lila naar bed. Ze heeft slaap en Marcus gaat nog in het bos een wandeling maken, waarbij hij tot bepaalde inzichten komt. Het sneeuwt en hij overdenkt zijn leven. Wanneer hij na een tijdje weer bij zijn huis komt, zit Lila hem op te wachten. Ze vraagt waar hij is geweest, maar Marcus weet ineens wat hij wel wil. Hij is erg bezeten geraakt van Lila en op de bank hebben ze voor de eerste keer seks ( voor Marcus is dat 27 jaar geleden). Het bevalt hem echter goed.
De volgende dag is het bed naast hem onbeslapen en Lila is weg. Hij schrikt: is alles een droom geweest of heeft Lila net als Chaja zijn huis in de nacht verlaten? Gaat de geschiedenis zich herhalen?
Meteen is hij weer in paniek. Maar dan komt Lila lekker met een zelfgemaakt ontbijtje zijn slaapkamer binnen. Ze had zijn bed simpel rechtgetrokken. Het is duidelijk dat Dante (Marcus) zijn Beatrice (Lila) heeft gevonden. Hij vindt eindelijk wat hij altijd al had – een citaat uit een gedicht van Herman de Coninck. Dat is tevens een verwijzing naar de titel van deel 2.

Titelverklaring

Marcel Möring is bezig aan een trilogie. In deel I Dis werd gerefereerd aan de helletocht van Dante. Dis is Dantes benaming voor de stad in de hel. Dante beschrijft zijn tocht in La Divina Commedia in drie delen. (Hel, Vagevuur en Hemel)
Het ligt daarom voor de hand om bij “Louteringsberg” ook meteen aan Dante te denken. En dat klopt. Want het tweede deel van Dantes reis is getiteld “Purgatorio” oftewel “Louteringsberg”

Uit Wikepedia: Dante en Vergilius beklimmen de Louteringsberg, die een eiland aan de andere kant van de aarde vormt (zie Wereldbeeld, boven). Op deze berg, die vergelijkbaar is met het vagevuur, worden de boetzamen gelouterd van hun zonden voor ze het paradijs mogen betreden. Overigens was het bestaan van zoiets als het vagevuur nog geen kerkelijk dogma in Dantes tijd, maar het idee leefde sterk in het volksgeloof.
Purgatorio is het meest persoonlijke deel van de Komedie. Op een gegeven moment merkt Dante bijvoorbeeld op dat hij de Louteringsberg weer zal zien en er nog veel tijd zal moeten doorbrengen. Purgatorio is een allegorie voor Dantes eigen loutering, die hem terugbracht op het "rechte pad" (la diritta via, Inferno 1:3).
Aan de voet van de Louteringsberg ontmoet Dante Cato de jongere, die de toegang tot het eiland beheert (canto 1). Hoewel Cato de aartsvijand van Dante's held Julius Caesar was, en hij zelfmoord heeft gepleegd, bevindt hij zich niet in de hel. Waarschijnlijk is dit omdat hij ook in de Aeneis als rechter in de onderwereld optreedt.

Het is duidelijk dat Marcus Kolpa niet voor niets in een huis op een heuvel (berg) gaat wonen. Hij trekt zich terug uit het maatschappelijk leven dat na de verdwijning van zijn vrouw Chaja toch een hel geworden is. Hij moet gelouterd worden van zijn eigen zonden en dat kan het beste op een plek waar hij nauwelijks contact heeft met de bewoners van zijn omgeving. Alleen Ada Sanders komt immers in zijn buurt. De vrienden van vroeger zijn vrijwel allemaal verdwenen. Slechts Albert Gallus blijft contact met hem houden. Aan het einde van de roman is Marcel Kolpa in zekere zin ook gelouterd. Hij maakt nog een wandeling in het bos rondom zijn huis, waarin letterlijk ook het woord ”reiniging’ voorkomt.
“Louteringsberg”staat dus net als in Dantes werk symbool voor de innerlijke loutering/zuivering/catharsis van Marcus Kolpa.
Bij terugkomst weet hij wat hem te doen staat. Hij krijgt toch even al een voorproefje van het paradijs: nl. de wellustige schoot van Lila Adler.

Opdracht

Voor Barbara

Motto

Het motto wordt gevormd door enkele dichtregels van Emily Dickinson.
One need not be a Chamber- to be Haunted-
One need not be a House-
The Brain has Corridors- surpassing
Material Place

Vrij vertaald: Je hebt geen enge kamer nodig of een (spookhuis) je hersens hebben gangen die de materiële ruimte overtreffen.
Oftewel “dingen die je in het verleden hebt meegemaakt kunnen veel meer angsten oproepen bij mensen dan enge kamer of huizen. Je ergste angsten zitten in je hersens en niet in een bepaalde ruimte. Dat geldt natuurlijk in deze roman voor Marcus Kolpa die in het verleden enkele vervelende dingen heeft meegemaakt, waardoor hij zo’n geïsoleerd figuur is geworden.
Hij heeft last van de herinneringen en onverwerkte gebeurtenissen die in zijn hoofd spelen.

Structuur

De roman is onderverdeeld in vijf grote delen die een spreektaalachtige titel hebben met een enigszins filosofische inslag..
- Denk je dat je daar bent waar je wilt zijn? (blz. 11-137)
- Geef mij nu eindelijk wat ik altijd had (blz. 139-221)
- Daar, achter de bergen, in een land dat niemand kent. (blz. 223-353)
- Waar gaan we heen? (355-425)
- Midden in de nacht, in een donker bos (blz. 417-506)
In het eerste deel wordt beschreven dat Marcus Kolpa een huis bovenop een berg betrekt. Hij doet dat in 1986. Hij gaat er met zijn dochtertje wonen en in augustus 2006 hoort hij dat zijn moeder in Israel gestorven is. Hij vliegt er heen en keert snel weer terug want ze is al begraven. Het tijdsverloop is deze eerste episode is dus van 1986 tot 2006 en omvat twintig jaar.

In deel 2 gaat hij naar Amerika om kennis te vergaren over ene professor Hollander. Hij ontmoet er Lila Adler, die zijn enige roman heeft bestudeerd. Dit del speelt voornamelijk in 2006.

In deel 3 gaan we voornamelijk terug naar de periode waarin Chaja Noach (zijn vrouw) uit zijn leven verdween. In dit deel wordt de roman eigenlijk ook een soort generatieroman, omdat Marcus veel vertelt over de politieke en maatschappelijke denkbeelden van de tachtiger jaren. De jaren waarin links vrijwel overal tegen was en ideeën over man en vrouw ruim geventileerd werden.

In deel 4 praat Marcus vooral met zijn vriend Albert en zijn dochter Rebecca over zijn relatie tot zijn huishoudster Ada Sanders. Ze willen beiden dat hij wat amicaler met haar omgaat. Albert weet aan het einde van dit deel te vertellen dat Chaja nog leeft. Ze zit als een lichamelijke en mentaal wrak in een kliniek in Israel. Dit deel speelt dus weer in 2006. Hij besluit haar in de kliniek te laten

In deel 5 is Marcus Kolpa vier jaar verder. Ada Sanders gaat trouwen en hij wil zijn huis verkopen. Hij weet via informatie van de makelaar wie ervoor in het huis heeft gewoond. Die uitkomsten en de komst van Lila Adler naar Nederland geven antwoord op zijn belangrijkste vragen waarmee het boek begon.
- Wie was Marcus’ vader?
- Van wie erfde zijn moeder een grote som gelds?
- Waarom verdween zijn echtgenote Chaja in 1983 zonder een spoor achter te laten?
De structuur van de roman is dus niet geheel chronologisch. Vooral deel 3 wijkt in de chronologische volgorde af.

Perspectief

Marcus Kolpa is een ik-verteller. Hij is geboren in 1948 en in 2006 is hij dus 58 jaar. Hij heeft slechts een roman geschreven, maar dat is een enorm kassucces geweest, waardoor hij van zijn geld kon leven. Hij trekt zich terug met zijn dochtertje in een huis op een heuvel (berg”) daar doet hij niets dan wat koken, wijn drinken en nadenken over de grote vragen in zijn leven. Het is de Louteringsberg. Zijn vrouw (jeugdliefde) Chaja heeft hem in 1983 in de steek gelaten.
Kolpa doet zich voor als een intellectueel. Hij is erg goed voor zijn enige dochter Rebecca voor wie hij zelfs thuisonderwijs verzorgt. Ze gaat studeren als jonge kunstenares in Londen.
Zijn moeder is naar Israel geëmigreerd en zij sterft in 2006. Dan verandert zijn leven, omdat hij verneemt dat ze een grote erfenis heeft gekregen. Ook heeft ze nooit verteld dat ze een zoon had. Dat zijn merkwaardige zaken.
Na het vertrek van zijn vrouw Chaja heeft Marcus jarenlang geen vrouw(en geen seks) meer gehad. In Amerika ontmoet hij Lila Adler.

De tijdlagen van het verhaal

Er zijn diverse tijdlagen in de roman te onderscheiden.
In deel I wordt aangegeven dat Marcus Kolpa in 1986 het huis op de berg betrekt en dat hij in 2006 terugkeert van zijn reis naar Israel. Er is in dit deel dus een tijdsverloop van twintig jaar. Het verhaal gaat derhalve met grote sprongen.
In deel 2 wordt verteld over de reis naar Amerika die Marcus onderneemt. Dat is na de dood van zijn moeder. Die episode speelt dus ook in 2006.
In deel 3 wordt voornamelijk gesproken over het vertrek van Chaja Noach. Di episode begint op 13 februari 1983. Maar in dit deel geeft Marcus ook een terugblik naar zijn periode voordat hij met Chaja was getrouwd en hij in Amsterdam min of meer tegen het establishment vocht. Dat was in deze zeventiger jaren en in deze periode ontmoette hij Kat, de vrouw die later een lesbische relatie was aangegaan. Dit deel doorbreekt dus de chronologische volgorde van de roman.
Deel IV speelt na de terugkomst uit Amerika. Het is nog wel 2006. Rebecca komt over uit Londen en samen met Albert brengt ze verslag uit over het feit dat Chaja nog leeft (in Israel)
Het is nog steeds 2006. Ze maken nog een reis naar Israel waar Chaja in een inrichting zit.
In het laatste deel is Marcus Kolpa vier jaar ouder. Ada Sanders gaat in december trouwen, Lila Adler komt over uit Amerika. Het is najaar 2010.

Het decor van de handeling

Samenhangend met de tijdlagen is er ook sprake van een wisselend decor.
In deel I betrekt Marcel het huis op de berg. Er wordt geen naam van een dorp genoemd behalve dat het huis in het oosten van Nederland staat. Aan het einde van deel 1 vertrekt Marcus naar Israel om zijn moeder te begraven.
In deel 2 is hij voornamelijk bezig in Amerika, waar hij Lila Adler voor de eerste keer ontmoet.
In deel 3 spelen de gebeurtenissen zich af in het noorden van het land (Assen) en voordat ze daar gaan wonen, verblijft Marcus in Amsterdam, waar hij o.a. Chaja maar ook Kat ontmoet.
In deel 4 is er weer sprake van een verblijf in het huis op de berg, maar in het laatste stuk van dat hoofdstuk vertrekken Albert, Marcus en Rebecca naar Israel, waar Chaja in een inrichting zit.
Het laatste deel speelt zich geheel af in het huis op de berg. Marcus Kolpa heeft zijn ideale partner gevonden en dan ook misschien wel het ideale decor. Nu hij Lila heeft, hoeft hij misschien niet meer te verhuizen, iets wat hij voordat ze terugkwam in zijn leven wel van plan was geweest.

Thematiek

Over zijn hoofdfiguur zegt Marcel Möring in een interview het volgende: Iets moet hem in beweging zetten. Dat doet hij niet zelf, daarvoor is hij te geraakt, te teleurgesteld, te gekwetst, te afgestompt. Hij is iemand die speelt dat hij Marcus Kolpa speelt. Maar ik wilde niet dat het eenduidig was, niet dat het één ding was dat hem in beweging zette. Ik wilde dat er op verschillende niveaus iets gebeurde. Het is ook niet zo dat alles tot een volledige afronding komt. Een literaire roman moet onzekerheden hebben.”

Er zijn nogal wat motieven in deze uitgebreide roman terug te vinden. De belangrijkste ervan zijn:
- Impliciet in de roman is er weer sprake van de Jodenvervolging, zoals dat zo vaak bij Marcel Möring het geval is. Deze keer wordt het motief gekoppeld aan de moeder-zoonverhouding. Marcus’ biologische moeder is gekwetst uit de oorlog gekomen en zij wordt ongewenst zwanger in 1947. Bij de geboorte van Marcus (1948) sterft ze en er moet een pleegmoeder voor hem worden gevonden. Het is logisch dat haar vriendin voor de zoon van haar d’r plicht vervult. Met hulp en bemiddeling van Jakob Noach (Chaja’s vader) neemt zij de taak op zich. Maar het is nooit een echte zoon voor haar geworden. Vgl. haar houding in Israel waar ze het bestaan van een zoon altijd ontkend heeft. Dat is indirect de oorzaak dat Marcus te laat bij de begrafenis arriveert. Men wist niet dat hij bestond.

Over zijn eigen moeder-zoonrelatie vertelt Möring in een interview: Weer ligt de wezenlijke vraag voor waarom je, terwijl je iemand heel goed denkt te kennen, toch veel niet van hem weet. “Waarom gaan al mijn boeken daarover? Ik denk dat het heel veel te maken heeft met de band die ik met mijn moeder heb. Ik weet extreem weinig van mijn moeder. Over alles van voor 1957 - toen ik geboren werd en mijn ouders trouwden – kon niet worden gesproken. We hebben het ooit een keer geprobeerd. Dat was één vraag, er kwam één zin antwoord en toen was het afgelopen. Meer zou er niet komen.” Dat element zien we toch in zekere zin terug in de roman”Louteringsberg.”

- Omdat Marcus nooit te weten is gekomen wie zijn vader is, zit in deze roman ook het klassieke Vatersuchmotiv. Marcus is zijn hele leven nieuwsgierig wie zijn vader is geweest; na de dood van zijn moeder hoort hij dat ze flinke erfenis heeft gekregen. Hij is er vrijwel van overtuigd dat degene die de erfenis heeft nagelaten, zijn biologische vader zal zijn. In de Verenigde Staten komt hij er achter dat er een man (genaamd Hollander) is geweest die ten tijde van de bevalling in Nederland is geweest. De biografie die zijn neef Nathan over Hollander schreef, lichtlater een tipje van de sluier op.

- Centraal in de roman is ook de verlatingsangst die Marcus heeft opgelopen doordat zijn vrouw Chaja in 1983 met de noorderzon vertrokken is. Hij weet niet waar ze gebleven is en 23 jaar later hoort hij pas dat ze als een psychisch wrak in een Israëlische inrichting zit. Hij bezoekt haar maar hij beseft dat hij niets meer voor haar kan betekenen. Hij heeft aan die affaire een soort bindingsangst/verlatingsangst overgehouden. Hij kan zich niet meer binden aan andere vrouwen. Als Lila aan het einde van de roman een nachtje met hem de liefde heeft bedreven en de volgende morgen een ontbijtje voor hem klaarmaakt, is hij al weer bang dat ze hem heeft verlaten. Maar deze keer heeft hij geluk. De loutering van het vagevuur is immers volbracht.

- De vader-dochterverhouding. Marcus heeft na het vertrek van Chaja een bijzondere band met zijn dochter opgebouwd. Ze wonen samen in het grote huis. Hij wil haar tegen alle gevaren die van buiten beschermen en weigert haar naar de middelbare school te laten gaan. Toch ontwikkelt Rebecca zich redelijk normaal en zij durft de stappen naar de grote boze buitenwereld wel te maken, waar de zonderlinge Marcus zich het liefst terugtrekt in een groot huis op de “louteringsberg.” Wanneer ze in Londen en later in Berlijn woont, kan ze zich goed onttrekken aan het vaderlijk gezag. Marcus beseft dat ze haar eigen weg heeft gevonden.

- Eenzaamheid en isolement: Marcus woont afgesloten van de dorpsgemeenschap in een groot huis op een berg. De mensen kennen hem nauwelijks en hij weet zelf nauwelijks iets van de mensen in het dorp. (vgl Ada Sanders van wie hij na twintig jaar niet weet dat ze amateurtoneel speelt)

- De zin van het bestaan (en zeker dat van na de oorlog met Joodse voorouders)

Beoordeling scholieren.com

“Louteringsberg” is gewoon een dikke pil van ruim 500 bladzijden en die lees je niet meteen achter elkaar uit. Het tweede deel is overigens goed te lezen zonder dat je het eerste deel ‘Dis” hebt gelezen. Maar het valt gewoon niet mee om zo’n boek met een diepgravende thematiek als de zinloosheid van het bestaan, de existentiële eenzaamheid van de mens en de tragiek van de Joden in het naoorlogse Nederland door te worstelen. Dat zal menig scholier niet meteen lukken. Die moeilijkheidsgraad wordt ook in diverse recensies genoemd, maar zo slecht leesbaar als daarin soms wordt vermeld, was het boek nu ook weer niet. Wel herhaalt Möring zich in diverse hoofdstukken enkele keren en ik ben persoonlijk van mening dat de kunst van het schrijven ook de kunst van schrappen is. Het boek had best een kleine 200 pagina’s korter gekund, zonder dat er aan de inhoud afbreuk was gedaan. Dat heeft wel gevolgen voor de spanningsboog van de lezer. Ik heb zelf een beetje het idee dat Möring met deze trilogie in de voetsporen van A.F. Th van der Heijden heeft willen treden. Deze schrijver deinst ook niet terug voor “woorddiarree”

Ook het einde waarin binnen korte tijd alles samenvalt, vind ik niet zo sterk. De ietwat goedkope oplossing door Lila als een soort deus ex machina tevoorschijn te halen, doet zelfs ietwat goedkoop aan. Aan de andere kant zullen lezers de door het noodlot zo getroffen sombere protagonist na 27 jaar ook wel een seksueel verzetje gunnen.

Ik denk dat het boek te lastig te lezen is voor de onervaren lezers. Wil je hier enig leesplezier uit kunnen halen, dan moet je wel een ervaren lezer zijn en niet terugdeinzen voor het grote aantal bladzijden en de woordenvloed van de schrijver.
Ook qua stijl zal Möring de jonge lezer namelijk niet direct aanspreken. Bovendien is er de klassieke verwijzing naar la Divina Commedia van Dante. Misschien dat latinisten/gymnasiasten op schoolgebied nog de meest geschikte lezers zijn.

De literaire waarde van de roman: drie punten op onze lijst.
Amusementswaarde: ruim voldoende voor de echte lezer.

Belangrijke recensies

Een roman van Marcel Möring wordt altijd besproken in de kwaliteitskranten als De Volkskrant, NRC en Trouw. Dat is zeker het geval nu Möring heeft laten weten dat “Louteringsberg “ deel twee van een trilogie is. Een overzicht van de drie belangrijkste recensies.

Arjen Fortuin op donderdag 14 april 2011 in Het NRC : “Na ruim vier jaar is er het vervolg op Dis, het tweede deel van een beoogde trilogie. In Louteringsberg ligt het tapijt weer met de goede kant naar boven: de roman kent geen bruuske overgangen in stijl of thematiek, is eenvoudig van structuur en plot-driven. De motor bestaat uit twee raadsels in het leven van Marcus Kolpa: hij weet niet wie zijn vader is en zijn vrouw is kort na de geboorte van hun dochter spoorloos verdwenen. In het begin van de roman zet Möring de lijnen voor de ontraadseling van die mysteriën rustig uit.[….] Ook vreemde inconsequenties met Dis treden op, waarin Kolpa werd geïntroduceerd als iemand wiens familie aan vaderskant ‘een eeuw geleden uit België kwam’. In Louteringsberg blijkt diezelfde Marcus Kolpa zijn moeder zelfs nooit naar zijn vader gevraagd te hebben. Dat is niet zozeer een half verhaal, dat is – om in de metafoor te blijven – een weeffout in het tapijt.
Sterker geldt dat voor de afwikkeling van de twee grote raadsels in de roman. Die is in beide gevallen logistiek moeizaam en psychologisch rammelend. Zoals het ook onduidelijk is waarom Marcus Kolpa na een paar grote stappen in de richting van de ‘ontdekking’ van zijn vader, vier jaar niets doet en dan pas de volkomen logische volgende stap zet: een boek kopen over de man die misschien zijn vader is. Voor Louteringsberg geldt dat het Perzisch tapijt weer met de bovenkant boven ligt, maar het resultaat valt des te meer tegen. Het halve verhaal was te verkiezen boven het geheel waarin Möring de raadsels probeert op te lossen, er ‘een midden en een einde’ bij tracht te verzinnen.
De stijl brengt bij dit alles geen redding: Möring heeft gekozen voor een taal zonder lyriek of opsmuk die uitstekend past bij de lusteloosheid van Marcus Kolpa, maar waar in de loop van het boek een geestdodende werking vanuit gaat, ook al omdat Möring terugkerende momenten (hij haalt een sigaar uit de humidor) zonder gêne met woordherhalingen beschrijft. De ‘ostentatieve ernst’ van Kolpa’s werkkamer lijkt te zijn overgeslagen op zijn schepper. Nu doet Louteringsberg je terugverlangen naar de schwung en het plezier waarmee sommige passages van Dis waren geschreven.
Zo is de tweede helft van Louteringsberg een tocht langs teleurstellende paden. Dat Möring aan het eind, Dante indachtig, zijn gelouterde held door een Beatrice-figuur verder laat voeren richting paradijs, doet daar niets meer aan af.

In De Volkskrant zaterdag 16 april is Daniëlle Serdijn aan het woord. Wat niet meteen duidelijk was, was dat Möring met Dis het eerste deel schreef van wat een trilogie zou worden, een reeks. Een kathedrale roman moet de schrijver voor ogen hebben gehad, waarin heel zijn oeuvre paste, zoiets als Gaúdi's Sagrada Familia, maar dan in de vorm van zwaarmoedige verhalen over Joodse families, een onderwerp waarover Möring niet uitgeschreven raakt. [….]Wat het ontrafelen voor lezers extra moeilijk maakt, is dat alle personages oppervlakkig geschetste types zijn, contour- en karakterloos. Over Chaja, bijvoorbeeld, komen we nauwelijks meer te weten dan dat ze in Dis wispelturig was, en in Louteringsberg naïef. Ze leent geld aan een louche vriend die haar bij vage praktijken betrekt. Ander voorbeeld. Kolpa typeert zichzelf en z'n vrienden als intellectueel, maar die status valt werkelijk nergens uit op te maken. Uit ideeën, noch geschriften, observaties noch beschrijvingen. In een boek van ruim vijfhonderd bladzijden verwacht je een flintertje van dat intellect op te vangen. Of misschien een originele gedachte, een treffend inzicht. Helaas. Kolpa's referentiekader bestaat uit basale kennis over Sigmund Freud, een mopje klassiek, en, welke wijn geschonken moet worden. [….]Een ander bezwaar tegen deze roman is dat de richting ervan ineens verandert. Lezen we aanvankelijk over de zoektocht naar de identiteit van een eenling, plots zitten we midden in iets wat op een kritische generatieroman lijkt. 'We waren revolutionairen die de maatschappij daadwerkelijk omkeerden.' In verbijsteringwekkende clichés presenteert Möring Kolpa's ideeën over de voorbije decennia:
Wanneer aan het slot van de roman de geheimen met een dosis toevalligheid zijn opgelost, en Kolpa zijn geschiedenis kent, dan pas is hij in staat te leven, lief te hebben. Daar wordt op gedronken.
Een magere thematiek, wat u zegt. Dan laten we die andere kritiek, die op het gratuite Joodse element met instant bagage, nog buiten beschouwing. Dat komt een volgende keer. In een volgend deel.

Rob Schouten in Trouw van zaterdag 16 april 2011: Na het ontoegankelijke 'Dis' levert Marcel Möring opnieuw een roman af die het de lezer moeilijk maakt. Met 'Louteringsberg', een turf over een bittere intellectueel, verzet hij zich zelfs nog sterker tegen de oppervlakkige tijdgeest. Voor de lezer is het doorbijten.
Marcel Möring vergt veel van zijn lezers. Niet omdat hij zo complex en hermetisch schrijft, maar omdat hij weigert water bij de wijn te doen. Zijn werk is ernstig en diepgravend en hij lijkt wel allergisch voor de smeuïgheid en het effectbejag waarmee veel van zijn collega's hun verhaal vertellen.

Het is Mörings ambitie om het lot van de Wandelende Jood in Nederland te verbeelden. In 'In Babylon' deed hij dat aan de hand van het lot van Nathan Hollander en zijn nicht Nina die, ingesneeuwd in een landhuis, de geesten uit het verleden op bezoek krijgen.

Uit dat boek bleek vooral Mörings prachtige verteltalent, zijn meeslepende verbeelding van de Joodse diaspora op familieschaal. Maar in 'Dis', net als 'In Babylon' een roman waaraan Möring jarenlang werkte, ging het roer om. Niet de vertelkunst maar de atmosfeer begon de boventoon te voeren. In 'Dis' kijkt Jakob Noach tijdens de nacht van de Asser TT te midden van zuipende feestgangers terug op zijn leven. Het boek wilde een soort moderne hellevaart in de trant van Dante schilderen. Maar veel critici waren het erover eens dat Möring zijn hand enigszins had overspeeld en het boek beter wat korter en geconcentreerder had kunnen houden. In het nu verschenen 'Louteringsberg', eveneens naar Dante en het vervolg op 'Dis', blijkt dat Möring zich van die kritiek weinig heeft aangetrokken, integendeel. Ook dit deel is een pil geworden en van een kleurrijk verhaal is al helemaal geen sprake meer.[….]

Heus, er komen ook wel een paar mooi vertelde scènes en verhalen voor in 'Louteringsberg', maar in hoofdzaak is dit boek toch een immense röntgenfoto van een in het leven teleurgestelde man, voor wie de huidige epoche een vat vol weerzin is.
Het ligt in het kritische, niet-behaagzieke karakter van Marcus Kolpa besloten dat dit boek zo'n weliswaar diepserieuze maar ook langdradige en slopende onderneming moest worden. In sommige opzichten herinnerde 'Louteringsberg' mij aan Sartre's roman 'Walging', maar laatstgenoemde hield zijn afkeer van het bestaan tenminste nog in toom. Möring daarentegen laat zijn walging de vrije loop.
Dat maakt het lezen van dit boek tot een moeizame onderneming. Er zit geen schot in de gebeurtenissen en de gedachten van de hoofdpersoon draaien in wezen toch steeds rond in cirkels.
Maar moet een boek dan per se levendig zijn en de lezer in de ban houden?, vroeg ik mij na lezing af. Mag een verhaal over stagnatie niet zelf ook enigszins stagneren?
Möring heeft een ernstige en nogal onaantrekkelijke gesteldheid compromisloos in beeld willen brengen, met het risico dat men hem erom misprijst. Dat is tegen de literaire etiquette en in zeker opzicht dapper, maar het maakt van 'Louteringsberg' eerder een beproeving dan een catharsis.

Over de schrijver en eerder gepubliceerde werk
Bron: website uitgever
Marcel Möring (1958) schreef de romans Mendels erfenis (1991, Geertjan Lubberhuizenprijs), Het grote verlangen (1992, AKO Literatuurprijs), In Babylon (1997, Gouden Uil Literatuurprijs) en Dis (2006, F. Bordewijkprijs 2007 en de longlist van de Libris Literatuur Prijs en AKO Literatuurprijs).

Zijn laatste roman Dis, zijn eerste bij De Bezige Bij, gaat over Jakob Noach, tijdens de Tweede Wereldoorlog ternauwernood ontsnapt aan de Duitsers, die zich in de jaren vijftig als schoenmaker vestigt in Assen. Het is een rijke en avontuurlijke roman die verwijst naar literatuur, filosofie en historie; veelomvattend en eigentijds. Möring publiceerde verder ook verhalen en novellen die werden gebundeld in Bederf is de weg van alle vlees en andere novellen (2007). De novelle Modelvliegen (2000) werd genomineerd voor de Impac Dublin Literary Award, het verhaal ‘East Bergholt’ won de Aga Kahn Prize van The Paris Review (2000) en zijn werk is vertaald in vijftien talen.

REACTIES

T.

T.

geweldig verslag. goed gedaan!

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.