Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Kruistocht in spijkerbroek door Thea Beckman

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
Boekcover Kruistocht in spijkerbroek
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 2e klas havo | 2966 woorden
  • 10 maart 2008
  • 50 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
50 keer beoordeeld

Boekcover Kruistocht in spijkerbroek
Shadow

De zestienjarige Dolf uit Amstelveen geeft zich op als proefkonijn: hij zal door een materietransmitter teruggeflitst worden naar de Middeleeuwen om daar één middag een kijkje te nemen. Maar door een foute berekening komt hij in het jaar 1212 terecht in een Kinderkruistocht die net uit Keulen is vertrokken en niet op het riddertoernooi in Montgivray in M…

De zestienjarige Dolf uit Amstelveen geeft zich op als proefkonijn: hij zal door een materietransmitter teruggeflitst worden naar de Middeleeuwen om daar één middag e…

De zestienjarige Dolf uit Amstelveen geeft zich op als proefkonijn: hij zal door een materietransmitter teruggeflitst worden naar de Middeleeuwen om daar één middag een kijkje te nemen. Maar door een foute berekening komt hij in het jaar 1212 terecht in een Kinderkruistocht die net uit Keulen is vertrokken en niet op het riddertoernooi in Montgivray in Midden-Frankrijk dat hij zo graag wilde bijwonen. Verbijsterd ziet hij duizenden gelovige - en vooral goedgelovige - kinderen, aan wie wonderen zijn beroofd, zingend aan hem voorbijtrekken. Zij zijn van plan met hun blote landen het Heilige Land van de Saracenen te bevrijden. Om vijf uur diezelfde middag moet Dolf weer op de afgesproken plek staan om teruggeflitst te worden naar de twintigste eeuw - tenminste, als er niets fout gaat...

Kruistocht in spijkerbroek door Thea Beckman
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Auteur: Thea Beckman
Uitgeverij: Lemniscaat

Indeling:
B1:belangrijkste gebeurtenissen
B2:hoofdpersoon
B3:Bijpersonen
B4:Probleem
B5:Waar speelt het zich af
B6:Wanneer speelt het zich af
B7:Boodschap van het verhaal
C :Eigen menig
D :Verwerkingsopdracht

B1 belangrijkste gebeurtenissen.

Dolf woont in Amstelveen. Zijn vader kent twee professoren. Dolf gaat bij hen op bezoek, ze zijn bezig met een tijdmachine. Dolf wil graag zelf wel terug in de tijd. Dolf weet de professoren over te halen. Na een aantal voorbereidingen zal hij naar Frankrijk in de Middeleeuwen gaan. Maar door een foutje in de tijdmachine komt hij in Duitsland van de Middeleeuwen. Ze hebben afgesproken om over een paar uur terug te zijn op dezelfde plaats als hij aankwam, daarom markeert Dolf de steen waarop hij staat bij aankomst met zwart en geel krijt. Dolf gaat op weg naar het stadje in de verte.

Na een paar honderd meter ziet hij drie mannen vechten. Het zijn twee mannen op paarden die een derde man op een ezel aanvallen. De man met de ezel heeft een grote knuppel waarmee hij zich aardig goed verdedigen kan. Toch besluit Dolf de man met de ezel te helpen. Samen verslaan ze de twee struikrovers. Ze lopen samen naar een andere plaats in het bos. De man met de ezel zegt dat hij Leonardo heet. Dolf stelt zich voor als Rudolf van Amstelveen. Ze kunnen elkaar niet gemakkelijk verstaan want Leonardo spreekt een oude taal die lijkt op oud Nederlands en op Duits. Dolf leert Leonardo de Arabische wiskunde. (nu de gewone wiskunde)


Na een tijdje praten ziet Dolf op zijn horloge dat hij terug moet gaan. Maar als hij terugloopt ziet hij op de weg waar hij een paar uur geleden was aangekomen alleen maar kinderen. Kinderen zover als hij kan kijken. Hij zoekt naar de plaats waar hij aangekomen is. Opeens ziet hij een jongen staan op de plaats die hij gemarkeerd heeft. Hij probeert de jongen weg te krijgen maar hij wil niet weg. Plotseling is de jongen verdwenen. Dolf begrijpt dat het te laat is. Toch wachtte hij nog een tijd op de gemarkeerde plaats. Er gebeurt niks. Nadat hij een beetje verwerkt heeft dat hij misschien nooit meer terug zou kunnen naar zijn eigen tijd, gaat hij Leonardo zoeken. Als hij Leonardo gevonden heeft, besluiten ze samen met de kruistocht mee te gaan naar Spiers. Dolf en Leonardo zien hoe erg het is, kinderen met bloedkorsten op hun blote voeten en kinderen die van uitputting langs de kant van de weg sterven. Ze vragen aan kinderen waarom ze deze tocht ondernemen. De kinderen zeggen dat ze onderweg zijn om Jeruzalem te veroveren in opdracht van God. Ook zeggen ze dat Nicolaas uitverkoren is om de kruistocht te leiden.

Als ze 's avonds bij Spiers aankomen doen de bewoners van Spiers de poort niet open. Het kinderleger moet dus buiten in het open veld overnachten. 's Nachts breekt er een hevig onweer los en een deel van de stad Spiers verbrandt. De inwoners zijn er van overtuigd dat het een straf van God is omdat ze het heilige kinderleger niet hebben binnen gelaten en komen de volgende ochtend met voedsel naar de plaats waar het kinderleger overnacht. Na een goede maaltijd gaat de gigantische groep kinderen op weg. Dolf en Leonardo lopen in de achterhoede om uitgeputte kinderen op te pikken. Dolf vraagt verder over de heilige zending. De kinderen vertellen dat een van de monniken genaamd Anselmus die Nicolaas begeleiden op zijn tocht zegt dat de zee zal wijken net zoals hij dat deed voor Mozes.

Dolf vindt dat de hele kruistocht niet goed geregeld is, daarom gaat hij naar de leiding. Hij zegt dat het beter kan en vertelt dat als je het in groepen verdeelt het veel beter gaat. Vooral Dom Anselmus is het niet eens met zijn plan maar omdat de andere monnik, genaamd Johannes, hem om weet te praten, mag Dolf zijn plan uitvoeren. Nadat hij de kinderen in groepen heeft verdeeld gaat het veel beter. Er sterven veel minder kinderen, er is meer voedsel en minder ruzie.
Als ze aankomen in Rottweil worden ze niet echt gastvrij ontvangen. Er is niet veel voedsel meer. Dolf bedenkt dat hij nog Nederlands geldt heeft. Hiermee weet hij in de stad genoeg broden te kopen voor het hele kinderleger. Ook worden een paar kinderen ziek. Ze blijken te lijden aan Scharlaken Dood (de pest). Hierdoor moet het leger een tijd hier blijven. Dolf weet door goede maatregelen te nemen de Scharlaken Dood uit te bannen.

Dom Anselmus wil om over de Alpen te komen een gevaarlijke route nemen, maar Dolf weet hem ervan te overtuigen dat ze beter een iets langere, maar veel minder gevaarlijke route kunnen nemen. Eerst steken ze het Karwendel gebergte over. Hierbij sterven veel kinderen. Als ze het Karwendel zijn gepasseerd komen ze in een

gebied van een roofridder. Er worden 50 kinderen weggeroofd. Maar met een slimme list weten Dolf en een paar andere kinderen de geroofde kinderen te bevrijden. Daarna vervolgen ze hun weg en na een aantal dagen komen de Alpen in zicht. Ook de Alpen eisen weer veel slachtoffers.

Na de Alpen denken veel kinderen dat ze bij de zee zouden komen, maar tot hun grote teleurstelling komen ze op een grote kale vlakte. Tijdens de reis over die vlakte blijven veel kinderen in plaatsen waar het kinderleger langskomt. Ook Leonardo neemt afscheidt omdat hij naar zijn ouders in Pisa (tegenwoordig Pizza) gaat. Met nog maar een groep van ongeveer 1500 kinderen bereiken ze de zee.

De avond dat ze daar overnachten vertelt Dom Johannes dat de hele kruistocht een leugen is en als de zee niet zal wijken voor Nicolaas er schepen komen die de kinderen naar Afrika brengen om ze daar te verkopen als slaven. Die ochtend zal Nicolaas de zee laten wijken. Dat lukt natuurlijk niet. De kinderen worden zo boos dat ze Nicolaas doden. Dolf weet de kinderen tegen te houden om mee te gaan op de boten die zogenaamd naar Jeruzalem gaan. Ook Leonardo duikt weer op, hij is de kruistocht achterna gekomen. Samen met Dolf probeert hij de kinderen te kalmeren.

Een aantal kinderen wil toch nog door naar Jeruzalem. Dolf en Leonardo besluiten om samen met hen die verder willen verder te gaan naar Bari, een plaats in de punt van Italië. Daar aangekomen kunnen de kinderen met schepen naar Venetië, om daar de winter door te brengen en daarna weer verder te trekken. Dolf vindt in Bari een bericht uit de toekomst. Hij kan de volgende dag terug. Die dag is hij op tijd op de goede plaats. Maar er komt een stoet met mensen aan die dreigen hem aan de kant te duwen maar net op tijd wordt hij teruggehaald naar zijn eigen eeuw.


B2+3 Personen
B2 De Hoofdpersoon: is Rudolf Wega (ook wel Rudolf van Amstelveen in 1212).
Dit is heel duidelijk, want het verhaal gaat geheel over Dolf. Dolf wordt in het verhaal zelf Rudolf genoemd, omdat ze die naam in de dertiende eeuw kenden. Hij is een slimme jongen en zit in 3 gymnasium, want hij zit in de derde en heeft Latijn op school. Dolf is natuurlijk ook heel moedig want hij wil naar het verleden en hij sluit zich ook aan bij de kruistocht om de kleine kinderen te helpen.

Dolf is ook erg goed in organiseren, hij is een leidend type. Hij leidt ook de kruistocht zo'n beetje. Dit blijkt onder andere uit dat hij de leiding voor een deel op zich neemt en dat de meeste kinderen naar hem luisteren.

Hij heeft ook een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Hij is erg avontuurlijk, want hij gaat terug in de tijd. Verantwoordelijk is Dolf ook. Als hij met de kruistocht meegaat voelt hij zich gedwongen om de kinderen veilig naar Jeruzalem te brengen.

Verder is het ook een rustige jongen met veel respect voor anderen. Hij zelf gelooft niet in het doel van de hele kruistocht, maar hij blijft bij die kinderen en leeft met hen mee.
Hij is (voor in 1212 vooral) vrij grote jongen met blond haar en blauwe ogen. Hij is flink gebouwd en in de loop van het boek wordt hij ook steeds sterker. In het begin is hij erg wit van huidskleur en ook later trekt dat weg en krijgt hij een bruin kleurtje.

Rudolf is snel ongerust en verder ook een lieve jongen. En als hij iets in zijn hoofd haalt moet het ook worden uitgevoerd.
Dolf draagt een spijkerbroek (vandaar ook de titel). Als hij net in die tijd komt draag hij ook een dikke winterjas en stevige berg- schoenen.

B3 Bijpersonen:
Leonardo: is Dolf's rechter hand, een slimme student uit Pizza. Hij is sluw, sarcastisch en behulpzaam. Hij is voor Dolf een grote steun en hij is er altijd als ze hem nodig hebben. Hij hielp iedereen, had het erg druk, maar vond altijd de tijd om met de kinderen te spelen. Hij was een echte hulp. Leonardo had lange, donkere haren, mooie bruine ogen en een gebruinde huid. Hij droeg een groen overkleed met een leren riem om zijn middel met een dolk aan, bruine laarzen en een hoed. Hij was de leider van de knokploeg en droeg altijd z’n knuppel bij zich. En ook zijn trouw ezeltje was er altijd bij.


Mariecke:
Lieve kleine Mariecke zoals Dolf haar noemde. Een meisje van een jaar of acht negen. Een weesje dat haar in Keulen had aangesloten bij de kinderkruistocht in de hoop om het heilige land te bevrijden. Ze was erg naïef en gelovig en kon niet veel want ze had nooit iets geleerd. Maar toch hield Dolf van haar. Zij hield ook erg veel van Dolf ze zou hem nooit in de steek laten. Mariecke leerde wel snel bij. Ze was mager en had donkerblond haar en grote grijze ogen. Haar beentjes waren zo dun dat het leek dat ze haar gewichtje niet eens konden dragen.

Nicolaas:
Een simpele, goedgelovige, domme, naïeve herdersjongen die “een verschijning van de engelen” gezien had. Zijn opdracht was de kinderen naar het heilige land te leiden. Nicolaas was zo gelovig dat hij zich niet bekommerde over de kinderen. Nee dat deed God wel. Hij was heel de tijd bezig met God en bidden. Hij was zo dom en naïef dat hij ergerlijk was. Hij had lange blonde krullen en hij droeg een wit kleed, hij leek precies een engel. Nicolaas en Dolf konden absoluut niet met elkaar opschieten.

Dom Anslemus:
Een gemeen en slecht man die iedereen verraden heeft. Hij deed zich voor als een gelovige monnik maar eigenlijk was hij een boef die zelfs niet voor honderden dode kinderen zijn doel zou wijzigen, die zoveel mogelijk geld wilde verdienen door de kinderen te verkopen als slaven. Want wie wil nu niet zo’n mooi blond slaafje in dienst?
Hij was mager, lang en had een spitse neus en valse ogen. Zijn stem sneed en klonk gemeen. Hij was een man zonder hart en zonder geweten. Hij deed alles om Dolf in de weg te staan en zo vlug mogelijk in Genua te zijn.

B4 Probleem van de hoofdpersoon
Eigenlijk is het probleem dat Dolf verkeerd is terecht gekomen. In Duitsland in plaats van Frankrijk. Dat een middeleeuwse jongen is teruggeflitst in de plaats van Dolf. En dat hij dus ongeveer 3 maanden nog in de Middeleeuwen zit. Besluit hij mee te gaan met de kruistocht.

Voor de rest zijn niet echt problemen.

B5 waar speelt het verhaal zich af
Het boek begint in het laboratorium van de geleerden die hem wegflitsen. Als Dolf in de Middeleeuwen komt, is hij vlakbij de stad Spiers. Dan trekt hij met een kinderkruistocht mee. Ze trekken eerst langs de Rijn naar Straatsburg. Door het zwarte woud trekken ze langs de Kinzig (een smalle heldere rivier) naar Rottweil aan de oever van de Neckar. Vandaar lopen ze een heel eind tot bij het meer van Konstanz, daar blijven ze een poos vanwege de Scharlaken dood. Daarna trekken ze door een streek die nu de Beierse Alpen worden genoemd. Dan trekken ze de Alpen in: als eerste over een hoge bergrug die de Karwendel heet en erna komen ze in het Inn-dal. Ze trekken over de Brenner en dan komen ze in de oude bergstad Bolzano. Daarna trekken ze verder langs het riviertje de Isarco en komen ze op de Povlakte, daar steken ze het riviertje de Oglio over. Ze passeren de stad Cremona en trekken de Apennijnen door. Dan komen ze bij Genua bij de Middellandse Zee. Een klein gedeelte van de kinderkruistocht trekt daarna weer door de Apennijnen. Daarvandaan trekken ze nog door de steden Pisa, de provincie Umbrie, en komen ze bij de Adriatische zee. Nu trekken ze door naar het zuiden, naar het koninkrijk Sicilie. Ze reizen via de stad Bari naar de stad Brindisi en daar wordt Dolf weer teruggeflitst naar zijn eigen tijd 2007.

B6 wanneer speelt het verhaal zich af.
Het verhaal speelt zich eerst af in de twintigste eeuw en als Dolf is weggeflitst in 1212, dat is in de Middeleeuwen. Dit is ook zeer duidelijk want het staat een aantal keer in het boek geschreven.

Het boek speelt zich in ongeveer 2 ½ maanden af want als Dolf in de Middeleeuwen komt is het 24 Juni (dat staat in het boek: Leonardo zegt dat tegen Dolf als Dolf vraagt welke datum het is.) Het boek eindigt op Sint-Mattheus (dan word Dolf weer teruggeflitst naar zijn eigen tijd) en dat is op 21 September. Daartussen zit ongeveer 2 ½ maand.

B7 Boodschap van het verhaal
Zelf denk ik dat je moet opkomen als je iets niet juist vind. En je ding zeggen hoe jij denk dat het beter zal kunnen gaan. Zoals Dolf deed over de organisatie over de kruistocht, hij vertelde ook zijn ideeën over hoe het beter kon gaan.

Ook over samenwerken in groepen. Dat je samen een taak moet uitvoeren. Bijvoorbeeld in het boek:de vissersgroep, kookploeg en ander groepen. Dat je samen meer kunt dan alleen.

Mensen moet helpen. Als ze in de problemen zitten: troosten, helpen, moet inspreken enzovoort. In het verhaal sprak dolf moet in bij de kinderen dat als ze samenwerkte meer konden bereiken.


Ik zelf denk dat er veel boodschappen in het verhaal zit. Maar dit zijn eigenlijk die er echt uitspringen.

C Eigen menig:
Ik vind dit boek erg mooi geschreven, alles wordt zorgvuldig, rustig en nauwkeurig omschreven. Met rustig bedoel ik niet dat je na 2 bladzijden lezen meteen al op de volgende dag bent gekomen.

Dit boek is erg spannend verteld. Vanaf de eerste bladzijde kom je in een avontuurlijke wereld terecht en beleef je mee wat Dolf in een andere tijd met andere omstandigheden meemaakt.

Wat ook veel speelt in het verhaal is het hoe in die tijd kinderen werden behandeld.
Kinderen gaan op jonge leeftijd dood; er is weinig voedsel en kleding en er zijn duizenden kinderen die alleen rondzwerven.

Ik heb nu wel een samenvatting van dit boek gemaakt maar ik kan je nu al zeggen dat ik nog niet eens alle hoofdzaken heb verteld. Ik zou dan ook zo 2 kantjes over dit boek kunnen vertellen want er gebeurd zoveel. Dat vind ik meestal ook zo leuk aan een boek, dat er zo verschillende belangrijke dingen in gebeuren. Dat het verhaal weer 1 maakt. De een is weer nodig voor het ander.

In bijna elk hoofdstuk gaat het over Dolf die een oplossing zoekt voor een probleem. Dat doet hij dan ook erg goed. Het is dan ook bijna altijd ongeloofwaardig, want alles lukt hem zeg maar dan ook. Ik zelf denk als er iets zo gebeuren dat hij niet kon oplossen dat weer iets anders was geweest. Niet zo eentonig.

Het einde vind ik minder mooi, ik zou graag meer over het Heilige Land hebben gelezen. Bijvoorbeeld een deel 2 van het boek.
Ik had zelf gedacht dat ze naar een lang eind, toch het Heilige Land zouden bereikt hebben. En hoe het verder dan zou gaan. Maar dat is dus weer niet zo. Het is ook wel weer leuk van de ene kant je kunt zelf bedenken hoe het gaat aflopen.


Ik denk dat de titelverklaring zeer simpel is want als hij naar het verleden word geflitst. Heeft hij een spijkerbroek, T-shirt en een dik vest aan. Dus daarom kruistocht in spijkerbroek. Omdat Dolf aan een kruistocht meedeed en een spijkerbroek aan had.

Maar om dit (kort) samen te vatten, ik vind dit een heel mooi boek!

D Verwerkingsopdracht
Titel 1. Leugen voor verraad want: de kinderen worden verraden door de priesters en zouden eigenlijk naar Afrika gebracht. Om verkocht te worden als slaven. De kinderen geloven in het verhaal over het Heilige Land. En dat de zee zal op zij zal gaan voor Nicolaas. Die weg door de zee zou hun dan naar het Heilige Land brengen. Maar dat mislukken en dan zouden er een paar schepen zijn die hun naar het Heilige Land zouden brengen. Dat zou dan niet gebeuren.

Ook Nicolaas werd voor gek gehouden. Hij dacht dat hij de uitverkoren was. Dat God hem zou hebben uitgekozen. Dat verhaal klopten niet want de priesters hadden dingen gedaan zodat het leek dat hij de uitverkorene was.

Titel 2. Pech voor de een, geluk voor iedereen want: Dolf had pech want hij was naar een verkeerde plaats geflitst. In Duitsland in plaats van Frankrijk. Een andere jongen word terug geflitst in plaats van Dolf. Dus hij moet ongeveer 3 maanden wachten totdat hij terug geflitst kan worden.

Maar het geluk voor iedereen is dat Dolf er bij komt en alles verbetert voor iedereen. Eten, verplegers, beschermelingen enzovoort. De hele kruistocht verandert door hem op een goede manier. Iedereen luister naar hem, beter dan naar iemand anders.

Dolf lost het goed op als de zee niet wijkt voor Nicolaas. Hij beschermt Nicolaas, maar een priester gaat dood. Omdat hij de kinderen naar Afrika wil laten gaan.

REACTIES

G.

G.

Je bedoeld zeker don anselmus i.p.v. dom anslemus

12 jaar geleden

L.

L.

wat een koel verslachg! Ik ghaa hem zekur gebruijken.! heel errug beddankt tlouwens err staanm veel spellvouten in jhe teksst.

12 jaar geleden

M.

M.

goed verslag, alleen hij lijkt wel een beetje op een ander verslag van dit boek op deze site

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Kruistocht in spijkerbroek door Thea Beckman"