Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Je bent maar een mens door Sera Anstadt

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
Boekcover Je bent maar een mens
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 2900 woorden
  • 10 mei 2004
  • 52 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
52 keer beoordeeld

Boekcover Je bent maar een mens
Shadow
Je bent maar een mens door Sera Anstadt
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Boekbeschrijving: a) Titel: Je bent maar een mens Titelbeschrijving: Wanneer de hoofdpersoon tegen haar kennis vertelt over al haar problemen en het moeilijke leven dat ze lijdt, antwoordt deze met: “Ach. Je bent maar een mens”. Bijtitel: Een leven tussen twee tijden Bijtitelbeschrijving: Alle drie de hoofdpersonen lijden een vooroorlogs- en een naoorlogs-leven, wat totaal van elkaar verschilt. Auteur: Sera Anstadt Plaats van uitgave: Uitgeverij BZZTôH, ‘s Gravenhage Jaar van uitgave: 1986 Gebruikte druk: 1e
b) Eerste druk: 1986

c) Opdracht: geen Motto: geen
d) Illustraties: Foto-omslag van John Thornton
Beschrijving: De voorkant en achterkant van het boek zijn donkerbruin. Voorop staan schrijfster, titel, bijtitel, uitgever en boeksoort vermeld. In het midden staat een foto van een lege kamer, waar een vrouw, gekleed in een witte lange jurk, in het midden zweeft en er ligt een bloem onder haar, die ze waarschijnlijk in haar hand vast hield. Achterop staan een foto van de schrijfster, korte inhoudssamenvatting en een korte recensie over haar al geschreven boeken. e) Geleding: 163 blz. en 23 hoofdstukken 2. Samenvatting: Het verhaal gaat over drie personen na de Tweede Wereldoorlog zichzelf op elk verschillende manieren proberen te herstellen. Hanna Frohmann, Rudi en Liesl Moskowitz zijn op verschillende manieren aan elkaar verbonden. Hanna, is op de jonge leeftijd van 12 door haar ouders naar Holland gestuurd, vanwege de oorlog, eerst woonde ze in Duitsland. Haar ouders hadden haar verteld dat ze naar haar toe zouden komen, maar zijn nooit meer boven water gekomen. Hanna heeft in Holland de middelbare school gevolgd in Venlo, daar deed ze gymnasium en speelde ze piano. Hanna werd opgevangen door een pleeggezin, nadat die ook vertrokken, is ze van pleeggezin naar kindertehuis, naar opvanghuis geweest en is uiteindelijk als tiener terechtgekomen in de verpleegzaal van een kamp. Hier ontmoette ze Rudi voor het eerst, haar toekomstige man, hij is zeventien jaar ouder. Rudi heeft als arts in een ziekenzaal in Auschwitz gewerkt, daar heeft hij Hanna ontmoet en is vervolgens met haar getrouwd. Op een gegeven moment worden ze uit elkaar getrokken en komen beiden ergens anders terecht. Hanna komt terecht in Amsterdam waar ze een klein kamertje huurt. Hier ontmoet ze Liesl, een meisje die in de oorlog de hele tijd ondergedoken heeft gezeten. Hanna ligt in het begin dagen op bed, ze is krachteloos. Maar naarmate te tijd strekt, komt ze steeds meer uit bed en probeert voorzichtig contact te zoeken met mensen, wat ze in een kroeg in de buurt vindt. Liesl heeft ondertussen het adres van haar vriend gevonden, die inmiddels in België woont. Wanneer ze daar naar toe gaat merkt ze dat ze niet zonder hem kan maar ook niet met hem. Uiteindelijk besluiten ze om het gewoon op goede vrienden te houden. Rudi en Hanna vinden elkaar terug en gaan samen wonen. Rudi is degene die voor alles zorgt, Hanna blijft weer lange tijd in bed liggen en is erg zwak. Liesl probeert afleiding te zoeken door een tijdje in een soort van gezelschapskamp te leven, waar mensen weer in contact met elkaar moeten komen, in het begin is ze stil, maar komt op een gegeven moment los en leert weer met mensen omgaan. Daarna zoekt ze werk als toneelspeelster, omdat ze vroeger toen ze zich schuil hield toneellessen volgde. Ze vindt ook werk voor het naaien van kinderjurkjes, waar ze een tijdje later ontslagen wordt. Nu richt ze zich helemaal op het toneelspelen, waar ze grote rollen in speelt. Ze reist veel met haar gezelschap. Ondertussen gaat het steeds slechter met Hanna, ze praat nu bijna helemaal niet, geeft Rudi geen aandacht en Rudi ziet dat ook niet zitten. Hij zegt dat hij werk gaat zoeken, maar ondertussen loopt hij buiten om maar niet bij Hanna in de buurt te zijn. Hij kan haar niet verdragen, het wordt hem allemaal te veel. Liesl komt er steeds meer bovenop, ze komt in contact met Rudi, waaraan ze haar verhalen kwijt kan. De twee hebben zo wat steun aan elkaar. Hanna en Rudi vinden eindelijk een nieuw huis, waar Rudi zou kunnen beginnen met een artsenpraktijk. Het huis is groot en er ligt een grote tuin achter. Wanneer Hanna bang wordt voor de huishoudelijke hulp, bouwen ze daar een tuinhuisje voor haar, waar ze rustig in haar ééntje kan zijn. Ze begint met tekenen, waar ze vroeger zo goed in was. Ze tekent herinneringen, dromen en nachtmerries, ze heeft er absoluut geen controle meer over. Rudi laat haar opnemen in een inrichting. Liesl krijgt een relatie met Hans waarvan ze twee kinderen krijgt, Mira en de twee jaar jongere Gido. Na een tijdje komen ze erachter dat het niet werkt en gaan uit elkaar. Een tijd later ontstaat er een verhouding tussen Liesl en Rudi, een geheime want Hanna mag het niet weten. Terug uit de inrichting, is Hanna er weer wat bovenop, Hanna wil dolgraag een kind, omdat dat weer hoop in haar leven zal blazen. Ze baart een zoon, Misja. De verhouding tussen Liesl en Rudi zet voort en Hanna gaat op een gegeven moment tekenles geven in een soort van opvangtehuis, waar mensen met problemen vrijwillig aan verschillende activiteiten mee kunnen doen. Het houdt haar tenminste bezig. Misja is al een stuk ouder. Hij doet gymnasium, speelt piano, heeft vrienden en heeft zijn moeder telkens nodig. Nog steeds is Misja dat waar Hanna voor leeft, ze heeft hem zo hard nodig altijd. Hanna weet al een tijdje van de geheime relatie tussen Rudi en Liesl, ze is blij voor ze. Wanneer ze te horen krijgt dat Misja samen met zijn vriendin in Amerika gaat studeren, slaat ze door, ze bekrast zich zelf met glas en snijd haar polsen open. Wanneer ze wakker wordt ziet ze vage schaduwen, het is allemaal heel vaag, ze wil het liefst slapen. Ze ziet donker, soms wat lichtere schaduwen. Op een gegeven moment onderscheid ze een hoofd tussen de lichten. Het is het hoofd van de Mesjoeleg, die haar wijze woorden vertelt. 3. Vertelsituatie: Het verhaal wordt verteld in hij-perspectief, wat zich telkens afwisselt tussen de drie hoofdpersonen. De verteller speelt zelf geen rol in het verhaal. Citaat: “Toen Hanna zich omdraaide was hij ineens weg. Buiten schemerde het inmiddels. Hanna lag met open ogen en staarde naar het plafond. Ze had het gevoel of de figuur nog bij haar was.” ‘Toen Rudi voorzichtig van haar afschoof waren zijn trekken ontspannen. Hij lag op één elleboog en met zijn vrije hand ging hij langs haar wangen, over haar ogen, haar neusvleugels en haar lippen. Hij opende ze even en kuste haar.’ ‘Iedere week schreef Liesl een lange brief naar Frank. Ze was blij dat ze iemand kon schrijven en haar belevenissen kon vertellen. Na twee maanden kwam er een man naar haar toe. Ze had hem nog niet eerder gezien.’ 4. Tijd: a) Het verhaal begint in chronologische volgorde, in het begin komen er redelijk veel flashbacks voor, dit valt te merken aan de verleden tijd waarin het verhaal opeens loopt, pas wanneer je ongeveer alles weet over de voorgeschiedenis, begint het verhaal weer in een totale chronologische volgorde en dat speelt de rest van het verhaal door tot het einde. Het verhaal speelt zich af vanaf dat de hoofdpersonen ongeveer twintig jaar oud zijn, tot ongeveer hun vijftigste. De flashbacks die tussendoor komen gaan over voor de oorlog, toen de personen nog kleine kinderen waren. b) Het verhaal begint zich af te spelen in augustus 1945, vier maanden na de Tweede Wereldoorlog, dit heb ik letterlijk uit het boek opgemaakt. Het verhaal speelt nog ongeveer 30 jaar door, dit blijkt uit de leeftijd van Hanna die rond de twintig was toen het verhaal begon en ongeveer vijftig als het verhaal eindigt. 5. Ruimte: a) Het verhaal speelt zich voornamelijk in Amsterdam af, waar de hoofdpersonen na de oorlog wonen. In Amsterdam is in het begin, na de oorlog, alles grauw en kapot, er rijden weinig trams, bijna geen auto’s, er heerst honger en er zijn weinig mensen op straat te vinden, kortom een vernielde en verlaten plek. Althans in het begin, later verbeterd het natuurlijk, er is weer wederopbouw en er is weer werk, de levensomstandigheden worden veel beter. Van die tijd wordt niet zo heel veel vertelt, dus heb ik daar weinig informatie over. Het verhaal speelt zich af in een, voor ons, normaal burgerlijk milieu, maar ik denk dat je in die tijd behoorlijk rijk was, als je je kon veroorloven wat Hanna en Rudi hadden. Uit hun latere huis en uit de onderwijs mogelijkheden die Misja heeft, blijkt dat ze een goed besteedbaar inkomen hebben. Er is geen sprake van geldtekorten of problemen, dus ik kan gerust zeggen dat het zich af speelt in een rijkelui’s milieu. b) Er is weinig sprake van belangenruimte, de ruimte heeft bijna geen invloed op het verhaal, want het had zich net zo goed ergens anders af kunnen spelen. Het decor zou wel alleen verwisseld kunnen worden met een ander dorp of een andere stad, want het verhaal zou zich bijv. niet af kunnen spelen in de woestijn. Maar in principe is het verhaal niet verbonden aan de ruimte of omgeving, dus zou het inderdaad net zo goed ergens anders af kunnen spelen.
6. Personen: Er zijn drie hoofdpersonen. Hanna, over haar uiterlijk werd niks verteld in het verhaal. Haar karakter voor de oorlog, is ook niet zo duidelijk beschreven, het enige wat ik uit het verhaal heb kunnen opmaken is dat ze een stil, verlegen kind was dat altijd hoopte dat haar ouders haar zouden komen ophalen. Hoe meer ‘huizen’ ze had gehad, hoe minder ze zich overal thuis voelde. Na de oorlog is ze nog stiller, in het begin denk je dat ze tot zich zelf moet komen en tot rust, om weer normaal te worden, echter duurt dit haar hele leven. Het kost haar veel moeite om mensen onder ogen te komen. De eerste paar weken ligt ze de hele dag in bed, daarna komt ze er steeds vaker uit, maar blijft nog heel gesloten tegenover andere mensen. Tegenover Rudi is het precies hetzelfde. Ze praat amper, ze weet niet waar ze over moet praten. Ze heeft elke nacht nachtmerries over de oorlog, herinneringen duiken steeds op. Hoe hard ze ook vecht tegen alles, het is nooit genoeg. Ze voelt zich eenzaam en ziet geen nut meer in haar leven, haar levenskracht en zin zijn piepklein geworden. Nadat ze Misja heeft gebaard, ziet ze weer hoop. Ze kan het nu verzorgen en er tijd in steken zodat ze iets heeft te doen. Misja groeit op en Hanna wordt opgenomen in een inrichting, zulke zware problemen heeft ze met zichzelf. Later werkt ze zelf in een soort inrichting die mensen vrijwillig bezig houdt met activiteiten. Tekenen, is haar lust en haar leven, ze geeft tekenles aan de mensen met een groot plezier. In haar vrije tijd tekent ze en tekent ze, op een gegeven moment wordt het een obsessie en kan ze er niet mee stoppen, ze heeft geen controle over wat ze tekent, meestal zijn het herinneringen, haar ouders die ze tekent. Ze voelt zich zwak, maar begint heel langzaam, stapje voor stapje, weer hoop in haar leven zien. Rudi is stukken ouder dan zij, maar hij houdt wel van haar, tenminste op het begin. Ook over zijn uiterlijk is niks bekend. Hij is rustig persoon, maar wel een doorzetter, een vechter. Hij is zijn hele leven trouw aan Hanna, hij helpt haar waar hij helpen kan. Hij is er altijd voor haar en stapt niet op als ze het niet meer ziet zitten. Hij heeft niet zo’n erg verleden als Hanna, wel heeft hij alle ellende meegemaakt en dierbare verloren. Na jaren krijgt hij een verhouding met Liesl, het is hem toch te veel om de hele tijd met iemand te leven, die hem geeft liefde uit of biedt. Liesl luistert tenminste naar zijn verhalen en is niet zo asociaal om alle aandacht naar zich zelf toe te trekken. Hij is erg solidair want naast zijn verhouding, die op een gegeven moment tien jaar duurt, woont hij nog steeds met Hanna en verzorgt hij haar nog steeds. Aldus is het een zorgzaam, solidair, lief, slim en behulpzaam persoon. Liesl Moskowitz is een Pools meisje. Over haar jeugd is amper iets bekend en net als bij de rest ook niks over haar uiterlijk. Ze is een echte doorzetter, totaal het tegenovergestelde van Hanna. Wanneer ze ziet dat mensen onaardig tegen elkaar beginnen te doen, mengt ze zich daarin om het op te laten houden. Ze kan daar niet meer tegen, de mensen hebben elkaar al genoeg aangedaan. Ze geeft nooit op, als haar iets tegen zit. Ze probeert altijd iets nieuws als het haar niet lukt. Ze kan makkelijker contacten leggen met mensen dan Hanna. Met mannen in haar leven wil het nooit zo lukken. Hans krijgt een tijd later een relatie met een andere vrouw. Liesl staat er alleen voor, maar ze red het nog steeds prima. Ze is vriendelijk en helpt mensen graag als ze ergens mee zitten. De verhouding tussen Rudi en haar doet haar goed, omdat ze nu tenminste door iemand wordt bemind en haar verhaal kan doen. Ze is zelfstandig en een hard iemand, ze heeft haar levenskracht altijd gehad en geeft de hoop nooit op. 7. Thematiek: a) liefde, levenskracht, verdriet, psychische problemen, woede, onzekerheid, behulpzaamheid, doorzettingsvermogen, solidariteit. b) Roman over drie jonge mensen die in hun jeugd psychische beschadigingen hebben opgelopen, waar ze zeer verschillend mee omgaan. 8. Stijl: a) De zinsbouw is geweldig, de lengte is goed, niet te kort en niet te lang, de bouw is nuchter en eenvoudig, zodat het gemakkelijk en comfortabel leest. Citaat: “O, sorry”, zei Hedda met haar lage stem.”Ik wist niet dat je bezoek had. Ik wilde alleen maar wat thee lenen.” Liesl keek nu ook naar Ernst. Zijn gezicht kreeg een zachte uitdrukking die ze zich nog van vroeger herinnerde, toen hij haar voor het eerst schilderde. b) De woordkeus is neutraal, rustig, zacht, bekend en af en toe romantisch en soms wat ouderwets. Dit maakt het allemaal heel rustig en vriendelijk, waardoor je op een rustgevende toon het boek leest. Citaat: ‘Maar in één huis wonen. Hoe zou dat zijn? In Amsterdam namen ze de tram naar de Beethovenstraat. Op de trap moest Hanna steeds uitrusten. De laatste etage droeg Rudi haar. De kamer zag er slordig uit. Rudi legde Hanna op bed.’ ‘Vaak bleef het helemaal donker. Heel lang. Alleen maar donker. Dat vond ze prettig. Maar soms werd het licht voor haar ogen ook verduisterd door een donkere schaduw die dichtbij bleef en haar hand vasthield.Die schaduw was er vaak, bleef lang en bewoog bijna niet.Ze hoorde dan weleens een zacht geluid. Maar meestal was er alleen gezoem.’ 9. Eigen mening: a) Ik vond het indrukwekkend dat zo’n ongelukkig en triest verhaal op z’n vriendelijke en zachte manier verteld kon worden. Bij het uitzoeken van een boek wilde ik absoluut geen boek wat iets met de oorlog te maken zou hebben lezen. Per ongeluk, heb ik dit boek toch uitgezocht en toen ik erachter kwam dat het wel met de oorlog te maken had, vond ik het jammer maar las door. Ik merkte dat ik het een aangenaam boek vond om te lezen, ondanks dat het dus zo’n triest verhaal is. Het fascineert mij dat zo’n verhaal op zo’n romantische manier verteld kan worden, terwijl het het niet verzacht, of minder erg maakt. Het verhaal op zich zou ik zelf niet gekozen hebben, als ik wist waar het over ging, maar het taalgebruik en de zinsbouw heeft het verhaal zo’n wending gegeven, dat het een ontzettend aangenaam boek was om te lezen. b) Ik vond het einde minder leuk, want ik snapte het namelijk niet. Het was zo’n open einde, zodat je zelf verder kon verzinnen hoe het af zou lopen. Ik vind het leuk, maar dan moet ik wel denkstof hebben, want als ik het einde überhaupt niet snap, kan ik ook niet bedenken hoe het afloopt. Voor mijn part had het einde dus wat meer gesloten mogen zijn, zodat je een duidelijk beeld had, om er verder op te kunnen fantaseren of dergelijke. c) Ik vond het een heel leuk boek om te lezen, eigenlijk was het gewoon geweldig, want het was amusant en leerzaam tegelijk. Ik vind het sowieso al boeiend om over psychische problemen of onderwerpen te lezen, omdat het zo inspirerend kan zijn of je zoveel denkstof geven, voor als je zelf bijvoorbeeld in een soortgelijke situatie komt. Nou weet je nooit hoe die mensen de oorlog hebben meegemaakt, en ik zal het zelf nooit ervaren, hoop ik. Dus is het heel interessant als je erover leest. Waarom ik het zo amusant vond heb ik al uitgelegd bij opdracht a, vanwege de zinsbouw en woordkeus. Het zielige verhaal werd in een zachte en vriendelijke toon gestopt, wat op een natuurlijke wijze niet bij elkaar past. Want je zou bij een hard verhaal ook harde dialecten en woorden gebruiken, verwacht je dus. Nou is dit integendeel net het omgekeerde en daarom vond ik het zo leuk om te lezen. Want elke keer als ik het boek weer opensloeg had ik zin om te lezen en ik werd er rustig van. Het is dus kortom een geweldig leerzaam boek en ik zal het zeker aanraden om te lezen. Want zelf zul je het ook nooit meemaken.

REACTIES

M.

M.

hey Linda, wat een goed uittreksel wat je van het boek je bent maar een mens geschreven hebt! Ik heb het boek nog nooit gelezen laatstaan dat ik er van gehoord heb, maar het lijkt me echt een mooi boek zoals jij er een uittreksel van gemaakt hebt. doeg!

marieke

19 jaar geleden

E.

E.

beste Linda bedankt voor puntje 9 deze kon ik goed gebruiken ik heb zelf het book ook gelezen en vond het nog wel een goed book en een zekere aanrader en nu is mijn leerkracht ook weer eens tevreden he ;p

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.