Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Is er hoop door Renate Dorrestein

Beoordeling 4.5
Foto van een scholier
Boekcover Is er hoop
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 4669 woorden
  • 16 augustus 2011
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 4.5
13 keer beoordeeld

Boekcover Is er hoop
Shadow
Is er hoop door Renate Dorrestein
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

DORRESTEIN, R. Is er hoop. Contact Amsterdam, 1e dr. 2009

Vraag 1: Hoe past het onderwerp van dit boek in het gekozen onderwerp?
Is er hoop past uitstekend bij het onderwerp dat ik gekozen heb; psychologische romans. Is er hoop gaat over Igor, een simpele jongen van een jaar of zestien. Hij woont bij zijn oma Nettie en heeft een baan op de sociale werkplaats. In het verhaal worden de gedachtegang van de hoofdpersonen, Igor en zijn oma Nettie, nauwkeurig beschreven. Dit is een belangrijk kenmerk van een psychologische roman. Als lezer kun je je goed inleven in de (hoofd)personen, omdat hun emoties duidelijk worden verteld. Het verhaal wordt chronologisch verteld, waardoor je gaandeweg merkt dat Igor(die aan het begin van het boek zestien is en aan het einde vierentwintig) ’s manier van denken steeds volwassener wordt. Daarentegen merk je als lezer wel direct dat Igor een ander karakter heeft dan zijn leeftijdsgenoten. Zijn oma is een erge jonge oma en voedt Igor op, omdat haar dochter niet bevoegd was om zelf voor hem te zorgen. Haar bezorgdheid om Igor komt in het verhaal goed naar voren. Vaak dwalen haar gedachtes af naar haar verleden, waar ze met moeite en pijn aan terugdenkt. Het feit dat de lezer de karakters van Igor en Nettie goed omschrijft is tevens een kenmerk van een psychologische roman. De schrijver wil immers bereiken dat de lezer niet alleen de verhaallijn volgt, maar ook met de personages meeleeft/meedenkt. Aan het begin van het boek weet je niks over de hoofdpersonen, aan het einde zijn ze als het ware tot leven gekomen. Dit komt doordat de schrijfster in haar boek veel aandacht besteedt aan de karakters, gedachtes en persoonlijke ontwikkelingen van de hoofdpersonen.

Vraag 2: Is er sprake van een innerlijke ontwikkeling van de hoofdpersoon?
Zoals bij vraag 1 al gezegd werd, is Igor aan het begin van het boek zestien jaar oud en aan het eind rond de vierentwintig jaar. Igor is over het algemeen een rustige jongen, maar soms ook erg agressief. Hij heeft, doordat hij een beetje simpel is, namelijk last van driftbuien. Door een aantal gebeurtenissen in het boek is Igor veranderd en/of volwassen geworden. Igor is geestelijk niet helemaal in orde en ontwikkelt zich daarom anders en langzamer dan anderen. Hij krijgt daarom op zijn 16e een baantje op de sociale werkplaats. Zijn werkgever, Jack, geeft hem het gevoel dat mensen hem echt nodig hebben. ‘Het gaat hartstikke goed. Retegoed, zegt Jack. Op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag plakt Igor stickers op dozen die naar Engeland en Polen gaan. Igor mag alleen zijn stropdas niet om. Er staan hier overal machines waarin je vast kunt komen te zitten, zegt Jack, terwijl hij van zijn hand een mes maakt en ermee langs zijn keel snijdt. We gaan wel proberen om je heel te houden, Igor, ik vind je een fijne knul.’ blz. 36. Als Igor al een tijdje aan het werk is op de sociale werkplaats, krijgt hij een nieuwe collega, genaamd Bobbie. Hij wordt dan voor het eerst verliefd. ‘Jack heeft een klembord onder de arm. Naast hem loopt een meisje. Ze is klein van stuk en draagt een vuurrood T-shirt en een witte broek. Haar gezicht is zo rond als de zon. Ze is even blond als het meisje van de poster, maar haar haar zit anders, meer alsof het van dakpannen is gemaakt. Jack stelt het meisje voor als Bobbie. Ze schudt Igor’s hand. En dan zegt Igor zomaar: ‘jij bent net een zonnestraal.’blz. 40. Later blijkt dat Bobbie zich toch niet prettig voelt op de sociale werkplaats en vertrekt ze weer. Igor weigert vervolgens om nog naar zijn werk te gaan, maar na een tijdje trekt hij bij en gaat hij weer als vanouds aan de slag. Na een tijdje wordt Igor opnieuw verliefd op een meisje dat de daklozenkrant uitdeelt bij de Albert Heijn. Hij is dan vierentwintig jaar oud. Op een dag valt haar oog op Igor. ‘Na een week zwaait ze plotseling vanaf de overkant naar hem. ‘Hé!’roept ze. Als vanzelf steekt hij de straat over. (…) Igor legt de biljetten voor zich op tafel. Hij is nu een echte kerel volgens Jack. Hij moet z’n meisje ook eens mee uit nemen. ‘Waar heb je dat geld voor nodig?’ vraagt zijn oma. ‘Om Lisa mee te nemen’ zegt hij met volle mond. Ze verstrakt. ‘Lisa, wie is Lisa?’ ‘Mijn meisje.’ blz. 112. Als lezer merk je dat Igor en Lisa iets krijgen wat veel wegheeft van een serieuze relatie. Lisa trekt op een gegeven moment ook bij Igor en zijn oma in, omdat ze zelf geen onderdak heeft. Hierdoor veranderd Igor’s leven behoorlijk, aangezien hij gewend is om met zijn oma alleen te wonen. Dan vormen ze ineens een klein gezinnetje. Het doet Igor dan ook pijn als Lisa weer vertrekt wanneer ze hoort dat haar ouders naar haar op zoek zijn. Vervolgens eindigt Igor weer zoals hij aan het begin was, alleen is hij acht jaar levens- en werkervaring rijker, wat hem aanzienlijk volwassen heeft gemaakt.

Vraag 3: Wat is of zijn de belangrijkste relatie(s) en verandert/veranderen die?
Te beginnen met de relatie tussen Igor en Lisa, die halverwege het verhaal ontstaat. Igor en Lisa zien elkaar voor het eerst bij de Albert Heijn die zich vlakbij de sociale werkplaats bevindt. Nadat ze een aantal keren een praatje hebben gemaakt, vertel Igor aan een paar collega’s over zijn nieuwe liefde. Zijn collega’s vinden dat Igor haar een keer mee uit moet vragen, dus besluit Igor om samen met Lisa op bezoek te gaan bij Bobbie, zijn ex-collega die op de boerderij Bij de sluis woont. Als ze aanbellen is er niemand thuis en besluiten ze om naar een park te gaan dat vlakbij de boerderij ligt. Aangekomen in het park vinden ze een baby, die helemaal alleen op het veldje ligt. Als vervolgens de ouders in geen velden of wegen te bekennen zijn, besluit Lisa dat ze de baby moeten meenemen. Igor is het met haar eens, want wat je eerlijk vindt, mag je eerlijk houden. Ze noemen de baby Bobbie. Hierdoor verandert de relatie tussen Igor en Lisa ontzettend, aangezien ze samen voor een baby moeten zorgen. Ineens hebben ze samen een grote verantwoordelijkheid, terwijl de baby officieel niet van hun is. ‘Lisa parkeert het karretje met Bobbie erin vlak voor zijn voeten en drukt hem een groot in plastic verpakt pakket in de handen. ‘En als je de buggy zo ook nog meeneemt, draag ik Bobbie. Het is geen doen, met al die trappen.’ Igor zucht. ‘Ze had vandaag zeven natte luiers en twee poepluiers. Zo’n pak Pampers is zó op. (…) Waar bleef je trouwens? Je oma is ook allang thuis. Je moet voortaan meteen naar huis komen, hoor. Ik zit al de hele dag alleen met Bobbie.’ blz. 143. Igor en Lisa zijn dan niet langer vriendje en vriendinnetje, maar ze krijgen een echte serieuze relatie.
Ten tweede verandert de relatie tussen Nettie en Igor. In het begin is Nettie ontzettend bezorgd om Igor. Ze regelt alles voor hem, omdat ze bang is dat Igor niks zelf kan. ‘Ze is pas achtenveertig, ze moet nog zeker dertig jaar mee, en tegen die tijd zal Igor nog steeds niet op eigen benen kunnen staan. Een man van middelbare leeftijd die niet voor zichzelf kan zorgen. Het is te verontrustend om erover na te denken, en met het hier en nu heeft ze trouwens al genoeg te stellen.’ blz. 30/31. Naarmate Igor ouder wordt, neemt Nettie’s bezorgdheid echter niet af. Wel laat ze het minder blijken, ze vindt immers dat hij volwassen moet worden. Ook blijft ze Igor verwennen als het gaat om eten. In acht jaar tijd is hij minstens dertig kilo zwaarder geworden. ‘Dat er in die acht jaar helemaal niets in Igor’s leven zou zijn gebeurd, is beslist niet waar. Hij is namelijk bijna dertig kilo zwaarder geworden. Wafels, chocolademousse, rijstpudding, soesjes en een tulband? Zodra Nettie wakker wordt, weet ze het al. Vanavond weer eens tiramisu maken voor Igor.’ blz. 71. Als Nettie erachter komt dat Igor een meisje heeft, vindt ze dat een prettig idee. Als ze vervolgens uitvindt dat ze dakloos is en dat ze bij hen wil intrekken samen met haar baby, krijgt Nettie twijfelgevoelens. Wat Nettie echter niet weet, is dat de baby niet van Lisa zelf is. Toch accepteert ze dat Lisa en Bobbie bij haar intrekken. ‘Haar collega Fenny zal haar voor gek verklaren als ze met haar verhaal op de proppen komt. Hoe die twee, Lisa en Bobbie, uiteindelijk bij haar op de stoep hadden gestaan. ‘Besef je wel wat je je op de hals haalt? Jij laat altijd alles maar gebeuren, Nettie, vooral om het Igor naar de zin te maken. Wat een onmogelijke taak is. Zie dat nou eens in. Nettie, ik beloof je één ding: hier krijg je spijt van, gloeiende spijt!’ blz. 133. Als Lisa hen vervolgens verlaat, wil Nettie als vanouds weer voorkomen dat Igor ongelukkig wordt.

Vraag 4: Verhaaltechnische aspecten.
a) Het soort literaire spanning die in mijn verhaal het meest voorkomt is emotionele spanning. De kenmerken van emotionele spanning is o.a. dat de hoofdpersoon een gevoel van sympathie bij je oproept. In Is er hoop is Igor de hoofdpersoon. Omdat hij een beetje sneu is, is het zeer aandoenlijk om over hem te lezen, omdat je weet dat hij veel te simpel nadenkt over bepaalde zaken. Zoals op de dag dat hij en Lisa de baby vinden. ‘Wat je eerlijk vindt, mag je eerlijk houden’ is dan Igor’s redenering. Als lezer begrijp je dan dat hij iemand hiermee kwaad doet, zonder dat het zijn bedoeling is. Ook komt er af en toe situatie spanning voor. Zo wordt de Surinaamse afhaalcafé overvallen als de oma van Igor er net een bestelling doet. Als lezer ben je dan even gespannen, omdat je niet wilt dat een van de hoofdpersonen wat over komt. De overige literaire spanning, genaamd kritische spanning, komt niet voor in het verhaal. Kenmerken van deze spanning zijn bijvoorbeeld dat er bepaalde zaken in het verhaal niet kloppen of onlogisch zijn. In dit verhaal gebeurt juist alles met een reden en de schrijfster geeft elke keer goed aan wanneer en waarom iemand op een bepaalde manier handelt.
b) Zoals bij a. al gezegd werd, is de emotionele spanning het meest aanwezig en dus het belangrijkst in mijn boek. Als lezer kreeg ik al snel een positief gevoel over Igor en zijn oma Nettie. Is er hoop is een psychologische roman en verhalen met dit thema kunnen in principe allerlei soorten spanningen bevatten, maar emotionele spanning komt het meest voor. De schrijver van een psychologische roman wil namelijk dat de lezer van het verhaal zich goed kan verplaatsen in de hoofdpersoon/hoofdpersonen. Dat er emotionele spanning in dit verhaal zit, klopt dus met het thema. ‘Terwijl hij verder peuzelt, dwaalt zijn blik langs het prikbord aan de wand waar allerhande briefjes op hangen. En meteen verslikt hij zich bijna. Een foto van Lisa? Verbouwereerd stapt Igor naderbij. Is ze het wel echt? Maar als hij het onderschrift lees, verdwijnen zijn twijfels. WIE HEEFT ONZE DOCHTER LISA GEZIEN? Hij staat als aan de grond genageld. Als Lisa weet dat haar ouders haar missen, wil ze vast terug naar huis. En dan is hij alleen. En hun baby ook.’ blz. 178. Dit citaat laat zien hoe Igor in paniek raakt als hij merkt dat de ouders van zijn dakloze vriendinnetje Lisa naar haar op zoek zijn. Als lezer vond ik dit erg vervelend voor Igor, omdat deze situatie er uiteindelijk voor zou zorgen dat Lisa inderdaad bij hem weggaat.

De opbouw van het verhaal.
Het boek heeft 287 bladzijden en is verdeeld in 4 delen. Elk deel is opgedeeld in hoofdstukken. Ieder hoofdstuk draagt de naam van een ingrediënten of andere benodigdheden voor een recept. Voorbeeld: Rasp en sap van 1 sinasappel, Een bakvorm of vuurvaste. Het verhaal wordt chronologisch verteld. Het begint als Igor een jaar of zestien is en eindigt als hij vierentwintig is. De vertelde tijd is dus ongeveer acht jaar.

Het perspectief.
In dit verhaal geldt het perspectief de meervoudige vertelsituatie; het verhaal wordt vanuit twee personen verteld. Door de ogen van de wat simpele Igor en door die van zijn bezorgde oma Nettie. Deze twee wisselen elkaar af. Het is hierdoor een beetje lastig om het verhaal goed te volgen, maar het is een uitdaging voor de lezer, vooral omdat je zo de hoofdpersonen goed leert kennen.

Citaat bij alleswetende verteller Igor; ‘Hij kijkt naar het steentje op zijn schoteltje. ‘Ge-kon-fij-te gember,’ zegt Janny. ‘Je kunt het bewaren, maar je mag het ook opeten.’ Hij bijt er een stukje van af. Hij kauwt het fijn. In zijn mond gebeurt iets vreemds. Hij moet zijn keel van buiten even vasthouden, voordat hij weer verder kan met stickers plakken.’ blz. 41

Citaat bij alleswetende verteller Nettie; ‘Igor,’ zegt ze waakzaam, ‘wat zie jij eigenlijk als je naar me kijkt, rare jongen van me? Net als ze denkt dat ze met haar onverwachte vraag tot hem is doorgedrongen, ziet ze hoe zijn blik zich naar binnen keert. Stofdeeltjes dansen in de baan avondzon die schuin op zijn gezicht valt. Ze denkt: Stofzuigen.’ blz. 85.

De tijd.
Na deel 1 verstrijken er in één klap acht jaren. Er worden nergens in het verhaal exacte data aangegeven. Wel kun je uit het verhaal opmaken dat het zich niet erg lang geleden afspeelt. Er rijden auto’s en treinen en op straat hangen er posters van meisjes in ondergoed. Als lezer kun je er vanuit gaan dat het zich in de jaren ’90 afspeelt.


Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens


De plaats.
Igor en Nettie wonen in Amsterdam, in een wat minder nettere buurt. Er liggen vaak junks in de lift en in het trappen huis, of opengescheurde vuilniszakken voor de deur. De plek waar ze wonen word ellendig neergezet, waardoor je als lezer af en toe een beetje medelijden krijgt met Igor en Nettie.

Mijn mening over Is er hoop.

Is er hoop is een verhaal waarin een hoop ellende wordt neergezet. Igor is een jongen van mijn leeftijd (zestien jaar) en hij is niet zoals anderen. Zijn oma is erg jong en zijn moeder ook, beiden zijn ze tienermoeders. Dat drukt natuurlijk direct een stempel op het verhaal; een bijzondere jongen, opgevoed door zijn oma en ook nog eens zonder vader. Toch had ik dan wel de neiging om door te lezen, omdat ik na het eerste hoofdstuk al wilde weten hoe het zou aflopen met die simpele Igor. Het verhaal verloopt vlot en er zitten veel belangrijke conversaties in. Ook worden de gedachten van Igor en Nettie, de hoofdpersonen, goed naar voren gebracht. Ik leefde als lezer erg mee met Igor. Zo werd hij op zijn eerste werkdag niet opgehaald door het speciale busje voor de werknemers van de sociale werkplaats, omdat de chauffeur hem over het hoofd had gezien. Omdat zijn oma hem op het hart had gedrukt om bij de halte te blijven staan tot de bus er was, durfde hij zich nauwelijks te verroeren, bang dat de bus hem voorbij zou rijden. Uiteindelijk heeft hij er tot vijf uur ’s avonds gestaan en toen pas besloten om weer naar huis te gaan. De schrijfster heeft de situatie waarin Nettie en Igor leven goed neergezet. Ze hebben weinig geld, Nettie werkt als toiletjuffrouw op een openbaar toilet, Igor op de sociale werkplaats en ze wonen in een klein flatje. Als het verhaal zich (na deel 1) plotseling acht jaar later afspeelt, zou je verwachten dat Igor inmiddels op zichzelf woont, maar dat is niet het geval. Hij woont dan nog steeds bij zijn oma, puur omdat hij totaal niet zelfstandig is. Hij is eigenlijk een hopeloos geval, wat erg aandoenlijk is om te lezen. Toch sloeg ik elke keer met plezier dit boek open, omdat er ondanks alle ellende ook humor en liefde in zit. De manier waarop Nettie met Igor omgaat, laat zien dat ze erg veel om hem geeft. Ook is het erg grappig om de conversaties t lezen tussen Igor en zijn collega’s van de sociale werkplaats. Je denkt als lezer af en toe dat het kinderen zijn die met elkaar praten, terwijl het volwassenen zijn met een afwijking. ‘’Mijn kleuren zijn rood en wit, wat zijn de jouwe Igor?’vraagt Bobbie. Hij wijst op zijn overhemd. Ze begint te lachen. ‘Wit en blauw? Dan zijn we samen de vlag!’ Op een ander bankje zitten Aartje en Theo hand in hand hun brood te eten. ‘Ken je die van die koe in de Kalverstraat?’ vraagt Aartje. Theo knikt. Hij heeft een snor van de chocolademelk. ‘Dat is mijn leukste mop’ zegt Aartje. blz. 42. Dit boek is een absolute aanrader voor iedereen die van psychologische romans houdt, het past namelijk perfect bij dit onderwerp.

Samenvatting Is er hoop. Bron: www.literom.nl
Voor deze bespreking is gebruikgemaakt van: Renate Dorrestein, is er hoop. Uitgeverij Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2009.

Deel 1 (p. 9-67)
Nettie (48) woont in de Amsterdamse Bijlmer met haar zwakbegaafde kleinzoon Igor (16). Net als haar dochter Jolie is ze zwanger geraakt op haar zestiende, zonder te weten van wie. Ze verdient een karig inkomen als toiletjuffrouw in een ondergronds toilettenblok, een weinig inspirerende baan, die ze deelt met Fenny, haar enige vriendin, die haar geregeld adviezen geeft. Netties enige verzetje zijn bezoekjes aan Stanley, een Surinaamse weduwnaar die een toko op een metrostation runt. Ze heeft een oogje op hem.
De roman begint als Igor te horen heeft gekregen dat hij is aangenomen op de sociale werkplaats. Nettie is er blij om: soms heeft ze heel wat met hem te stellen en moet ze hem opsluiten in zijn kamer. Hij leeft in zijn eigen wereldje, praat amper, masturbeert veel en slaat erop los als iets hem niet zint.
Igors eerste werkdag is geen succes: Jack, de bedrijfsleider, heeft vergeten de chauffeur in te lichten om Igor op te halen, zodat hij de hele dag vergeefs op straat staat te wachten en door de felle zon flink verbrandt. Nettie reageert haar boosheid af op Stanley, die haar probeert te kalmeren.
Igor heeft het naar zijn zin op de werkplaats, al botst hij af en toe flink met de andere verstandelijk gehandicapten. Jack waarschuwt voor 'gekloot', anders moet hij weg. Na een maand met wisselende werkzaamheden mag hij naar de poppenafdeling, waar hij poppen in elkaar moet zetten. Daar ontmoet hij een andere nieuwkomer, het meisje Bobbie, met wie hij het snel prima kan vinden. Nettie staat versteld van Igors plotselinge spraakzaamheid. Als Bobbie weg moet uit de sociale werkplaats omdat ze het niet meer trekt en in haar dorp bij familie voor de kinderen gaat zorgen, reageert Igor zich thuis woedend af. Nettie houdt hem enkele dagen thuis en besluit zich op advies van Stanley toe te leggen op het bereiden van allerlei lekkere gerechten, vooral toetjes. Terug op zijn werk krijgt Igor promotie: hij mag helpen stacaravans in elkaar te zetten.

Deel 2 (p. 69-129)
Acht jaar later werkt Igor nog steeds op de afdeling stacaravans. Door het vetmesten van zijn oma is hij dertig kilo zwaarder geworden.
Igor is aangeslagen door de dood en begrafenis van een collega, Aartje. Hij beeldt zich in dat de dood zich heeft vermomd als een vrouw die bij Albert Heijn, vlak bij de werkplaats, daklozenkranten verkoopt. De plek van die vrouw wordt op een dag opgeëist door een meisje, Lisa, dat contact zoekt met Igor. Ze vertelt dat ze net begonnen was als kraamverzorgster, toen ze een fietsongeluk kreeg, hersenletsel opliep, werd ontslagen en dakloos raakte. Ze vraagt naar zijn werk, maar Igor reageert nauwelijks.
Nettie wordt tijdens een bezoek aan Stanley's toko overvallen door een junk op een moment dat Stanley net even weg is. De overvaller gaat ervan door als enkele klanten binnenkomen. Als Stanley terugkomt, besluit Nettie hem niets te vertellen. Thuisgekomen vraagt ze zich voor de zoveelste keer af hoe het verder met haar en Igors leven moet. Ze denkt terug aan haar hippietijd toen ze zwanger raakte en aan haar dochter, Jolie, die ontspoorde, op haar zestiende zwanger werd en van huis wegliep. Ze wil op zoek naar Jolie.
Ondanks dat hij Lisa nu dagelijks vertrouwelijk spreekt, moet Igor nog steeds aan Bobbie denken. Hij besluit haar op te zoeken in het dorp Bij de Sluis. Lisa vraagt hij mee, al zegt hij niet wat het doel van zijn reis is. Ook Bobbie licht hij niet in: het moet voor beiden een verrassing blijven.
Bobbie blijkt niet thuis te zijn. Igor en Lisa gaan naar een naburig veldje vol luierende mensen en spelende kinderen. Op een plaid ziet Lisa een baby. Vol medelijden tilt ze de baby op ('Die baby is hier gedumpt', p. 128) en neemt hem mee. Ze kopen babyspullen en besluiten de baby Bobbie te noemen.

Deel 3 (p. 131-201)
Nettie neemt Lisa en de baby van harte in huis. Via Fenny hoort Nettie weliswaar over de persaandacht voor de ontvoerde baby Babette, maar omdat ze niet beter weet dan dat Bobbie de baby van Lisa is, dringt het verband tussen de ontvoering en de plotselinge komst van een baby niet tot haar door. Wel vraagt ze zich af wat Lisa in de slome Igor ziet. Ze verdringt de gedachte dat ze uit berekening met Igor heeft aangepapt. Ze beseft dat ze nu twee zwakbegaafden in huis heeft.
Bobbie blijkt een voorbeeldige baby en Lisa een zorgzame moeder. Daarnaast weet ze Igor te prikkelen met seksspelletjes en hem over te halen cadeautjes voor haar te kopen, zoals dure oorbellen. Ze overtuigt Nettie ervan dat Igor veel te dik is en op rantsoen moet. Tegen Nettie zegt ze dat haar ouders niets meer van haar willen weten. Ze gaat drie avonden in de week werken bij Stanley.
Nettie lucht bij Stanley haar hart over haar dochter Jolie, die ze wil gaan zoeken. Als ze erop zinspeelt dat het haar schuld is dat haar dochter wegliep, merkt Stanley op dat Jolie misschien wel van Igor is weggelopen en niet van haar. Ook waarschuwt hij haar voor Lisa: ze is geen blijvertje, ze wil naar huis, naar haar moeder.
Als de hongerige Igor in een werkpauze stiekem bij Albert Heijn koek koopt, valt zijn oog op een briefje op een prikbord bij de kassa: een oproep van Lisa's ouders om gebeld te worden als iemand Lisa heeft gezien; zij heeft daklozenkranten verkocht bij dit filiaal van AH en sindsdien ontbreekt elk spoor. Igor grist de advertentie weg, verstopt hem diep in zijn zak en zegt er thuis niets over.
Nettie vindt het reuze gezellig met het gezinnetje in huis en nodigt Stanley uit om hem te tonen hoe goed het wel gaat. Maar de stemming slaat al gauw om als hij bezorgd informeert naar Lisa's ouders en opmerkt dat ze een keer naar huis moet bellen. Lisa reageert woedend en rent de kamer uit. Nettie vraagt waar hij zich mee bemoeit.
Igor raakt van slag als de caravans waar hij aan werkt, een nieuwe uitvoering krijgen. Als hij een weeklang niets uitvoert, geeft Jack hem een waarschuwing. Igor reageert zich af in een café, waar hij dronken wordt en het ene rondje na het andere geeft. Nettie moet hem komen ophalen. Lisa is woedend en wil weten hoeveel geld hij heeft uitgegeven. Ze graait in zijn zakken en vindt het briefje met de oproep van haar ouders. Ze besluit direct naar huis te gaan. Tegen de verbouwereerde Igor zegt ze dat hij Bobbie maar moet terugbrengen. Hij besluit dat te doen en krijgt een idee.



De plaats.
Igor en Nettie wonen in Amsterdam, in een wat minder nettere buurt. Er liggen vaak junks in de lift en in het trappen huis, of opengescheurde vuilniszakken voor de deur. De plek waar ze wonen word ellendig neergezet, waardoor je als lezer af en toe een beetje medelijden krijgt met Igor en Nettie.

Mijn mening over Is er hoop.

Is er hoop is een verhaal waarin een hoop ellende wordt neergezet. Igor is een jongen van mijn leeftijd (zestien jaar) en hij is niet zoals anderen. Zijn oma is erg jong en zijn moeder ook, beiden zijn ze tienermoeders. Dat drukt natuurlijk direct een stempel op het verhaal; een bijzondere jongen, opgevoed door zijn oma en ook nog eens zonder vader. Toch had ik dan wel de neiging om door te lezen, omdat ik na het eerste hoofdstuk al wilde weten hoe het zou aflopen met die simpele Igor. Het verhaal verloopt vlot en er zitten veel belangrijke conversaties in. Ook worden de gedachten van Igor en Nettie, de hoofdpersonen, goed naar voren gebracht. Ik leefde als lezer erg mee met Igor. Zo werd hij op zijn eerste werkdag niet opgehaald door het speciale busje voor de werknemers van de sociale werkplaats, omdat de chauffeur hem over het hoofd had gezien. Omdat zijn oma hem op het hart had gedrukt om bij de halte te blijven staan tot de bus er was, durfde hij zich nauwelijks te verroeren, bang dat de bus hem voorbij zou rijden. Uiteindelijk heeft hij er tot vijf uur ’s avonds gestaan en toen pas besloten om weer naar huis te gaan. De schrijfster heeft de situatie waarin Nettie en Igor leven goed neergezet. Ze hebben weinig geld, Nettie werkt als toiletjuffrouw op een openbaar toilet, Igor op de sociale werkplaats en ze wonen in een klein flatje. Als het verhaal zich (na deel 1) plotseling acht jaar later afspeelt, zou je verwachten dat Igor inmiddels op zichzelf woont, maar dat is niet het geval. Hij woont dan nog steeds bij zijn oma, puur omdat hij totaal niet zelfstandig is. Hij is eigenlijk een hopeloos geval, wat erg aandoenlijk is om te lezen. Toch sloeg ik elke keer met plezier dit boek open, omdat er ondanks alle ellende ook humor en liefde in zit. De manier waarop Nettie met Igor omgaat, laat zien dat ze erg veel om hem geeft. Ook is het erg grappig om de conversaties t lezen tussen Igor en zijn collega’s van de sociale werkplaats. Je denkt als lezer af en toe dat het kinderen zijn die met elkaar praten, terwijl het volwassenen zijn met een afwijking. ‘’Mijn kleuren zijn rood en wit, wat zijn de jouwe Igor?’vraagt Bobbie. Hij wijst op zijn overhemd. Ze begint te lachen. ‘Wit en blauw? Dan zijn we samen de vlag!’ Op een ander bankje zitten Aartje en Theo hand in hand hun brood te eten. ‘Ken je die van die koe in de Kalverstraat?’ vraagt Aartje. Theo knikt. Hij heeft een snor van de chocolademelk. ‘Dat is mijn leukste mop’ zegt Aartje. blz. 42. Dit boek is een absolute aanrader voor iedereen die van psychologische romans houdt, het past namelijk perfect bij dit onderwerp.

Samenvatting Is er hoop. Bron: www.literom.nl
Voor deze bespreking is gebruikgemaakt van: Renate Dorrestein, is er hoop. Uitgeverij Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2009.

Deel 1 (p. 9-67)
Nettie (48) woont in de Amsterdamse Bijlmer met haar zwakbegaafde kleinzoon Igor (16). Net als haar dochter Jolie is ze zwanger geraakt op haar zestiende, zonder te weten van wie. Ze verdient een karig inkomen als toiletjuffrouw in een ondergronds toilettenblok, een weinig inspirerende baan, die ze deelt met Fenny, haar enige vriendin, die haar geregeld adviezen geeft. Netties enige verzetje zijn bezoekjes aan Stanley, een Surinaamse weduwnaar die een toko op een metrostation runt. Ze heeft een oogje op hem.
De roman begint als Igor te horen heeft gekregen dat hij is aangenomen op de sociale werkplaats. Nettie is er blij om: soms heeft ze heel wat met hem te stellen en moet ze hem opsluiten in zijn kamer. Hij leeft in zijn eigen wereldje, praat amper, masturbeert veel en slaat erop los als iets hem niet zint.
Igors eerste werkdag is geen succes: Jack, de bedrijfsleider, heeft vergeten de chauffeur in te lichten om Igor op te halen, zodat hij de hele dag vergeefs op straat staat te wachten en door de felle zon flink verbrandt. Nettie reageert haar boosheid af op Stanley, die haar probeert te kalmeren.
Igor heeft het naar zijn zin op de werkplaats, al botst hij af en toe flink met de andere verstandelijk gehandicapten. Jack waarschuwt voor 'gekloot', anders moet hij weg. Na een maand met wisselende werkzaamheden mag hij naar de poppenafdeling, waar hij poppen in elkaar moet zetten. Daar ontmoet hij een andere nieuwkomer, het meisje Bobbie, met wie hij het snel prima kan vinden. Nettie staat versteld van Igors plotselinge spraakzaamheid. Als Bobbie weg moet uit de sociale werkplaats omdat ze het niet meer trekt en in haar dorp bij familie voor de kinderen gaat zorgen, reageert Igor zich thuis woedend af. Nettie houdt hem enkele dagen thuis en besluit zich op advies van Stanley toe te leggen op het bereiden van allerlei lekkere gerechten, vooral toetjes. Terug op zijn werk krijgt Igor promotie: hij mag helpen stacaravans in elkaar te zetten.

Deel 2 (p. 69-129)
Acht jaar later werkt Igor nog steeds op de afdeling stacaravans. Door het vetmesten van zijn oma is hij dertig kilo zwaarder geworden.
Igor is aangeslagen door de dood en begrafenis van een collega, Aartje. Hij beeldt zich in dat de dood zich heeft vermomd als een vrouw die bij Albert Heijn, vlak bij de werkplaats, daklozenkranten verkoopt. De plek van die vrouw wordt op een dag opgeëist door een meisje, Lisa, dat contact zoekt met Igor. Ze vertelt dat ze net begonnen was als kraamverzorgster, toen ze een fietsongeluk kreeg, hersenletsel opliep, werd ontslagen en dakloos raakte. Ze vraagt naar zijn werk, maar Igor reageert nauwelijks.
Nettie wordt tijdens een bezoek aan Stanley's toko overvallen door een junk op een moment dat Stanley net even weg is. De overvaller gaat ervan door als enkele klanten binnenkomen. Als Stanley terugkomt, besluit Nettie hem niets te vertellen. Thuisgekomen vraagt ze zich voor de zoveelste keer af hoe het verder met haar en Igors leven moet. Ze denkt terug aan haar hippietijd toen ze zwanger raakte en aan haar dochter, Jolie, die ontspoorde, op haar zestiende zwanger werd en van huis wegliep. Ze wil op zoek naar Jolie.
Ondanks dat hij Lisa nu dagelijks vertrouwelijk spreekt, moet Igor nog steeds aan Bobbie denken. Hij besluit haar op te zoeken in het dorp Bij de Sluis. Lisa vraagt hij mee, al zegt hij niet wat het doel van zijn reis is. Ook Bobbie licht hij niet in: het moet voor beiden een verrassing blijven.
Bobbie blijkt niet thuis te zijn. Igor en Lisa gaan naar een naburig veldje vol luierende mensen en spelende kinderen. Op een plaid ziet Lisa een baby. Vol medelijden tilt ze de baby op ('Die baby is hier gedumpt', p. 128) en neemt hem mee. Ze kopen babyspullen en besluiten de baby Bobbie te noemen.

Deel 3 (p. 131-201)
Nettie neemt Lisa en de baby van harte in huis. Via Fenny hoort Nettie weliswaar over de persaandacht voor de ontvoerde baby Babette, maar omdat ze niet beter weet dan dat Bobbie de baby van Lisa is, dringt het verband tussen de ontvoering en de plotselinge komst van een baby niet tot haar door. Wel vraagt ze zich af wat Lisa in de slome Igor ziet. Ze verdringt de gedachte dat ze uit berekening met Igor heeft aangepapt. Ze beseft dat ze nu twee zwakbegaafden in huis heeft.
Bobbie blijkt een voorbeeldige baby en Lisa een zorgzame moeder. Daarnaast weet ze Igor te prikkelen met seksspelletjes en hem over te halen cadeautjes voor haar te kopen, zoals dure oorbellen. Ze overtuigt Nettie ervan dat Igor veel te dik is en op rantsoen moet. Tegen Nettie zegt ze dat haar ouders niets meer van haar willen weten. Ze gaat drie avonden in de week werken bij Stanley.
Nettie lucht bij Stanley haar hart over haar dochter Jolie, die ze wil gaan zoeken. Als ze erop zinspeelt dat het haar schuld is dat haar dochter wegliep, merkt Stanley op dat Jolie misschien wel van Igor is weggelopen en niet van haar. Ook waarschuwt hij haar voor Lisa: ze is geen blijvertje, ze wil naar huis, naar haar moeder.
Als de hongerige Igor in een werkpauze stiekem bij Albert Heijn koek koopt, valt zijn oog op een briefje op een prikbord bij de kassa: een oproep van Lisa's ouders om gebeld te worden als iemand Lisa heeft gezien; zij heeft daklozenkranten verkocht bij dit filiaal van AH en sindsdien ontbreekt elk spoor. Igor grist de advertentie weg, verstopt hem diep in zijn zak en zegt er thuis niets over.
Nettie vindt het reuze gezellig met het gezinnetje in huis en nodigt Stanley uit om hem te tonen hoe goed het wel gaat. Maar de stemming slaat al gauw om als hij bezorgd informeert naar Lisa's ouders en opmerkt dat ze een keer naar huis moet bellen. Lisa reageert woedend en rent de kamer uit. Nettie vraagt waar hij zich mee bemoeit.
Igor raakt van slag als de caravans waar hij aan werkt, een nieuwe uitvoering krijgen. Als hij een weeklang niets uitvoert, geeft Jack hem een waarschuwing. Igor reageert zich af in een café, waar hij dronken wordt en het ene rondje na het andere geeft. Nettie moet hem komen ophalen. Lisa is woedend en wil weten hoeveel geld hij heeft uitgegeven. Ze graait in zijn zakken en vindt het briefje met de oproep van haar ouders. Ze besluit direct naar huis te gaan. Tegen de verbouwereerde Igor zegt ze dat hij Bobbie maar moet terugbrengen. Hij besluit dat te doen en krijgt een idee.


Deel 4 (p. 203-287)
Nettie komt terug van haar werk en vindt niemand thuis. Igor arriveert laat, ziet er verwilderd uit en zegt dat ze Lisa en Bobbie nooit meer terug zullen zien. Veel wijzer wordt ze niet van hem. Wel vindt ze het briefje van Lisa's ouders. Ze gaat hierdoor prakkiseren over Jolie. Zou zij ook daklozenkranten verkopen en moet zij als moeder ook zo'n oproep plaatsen?
Ze denkt terug aan haar dochter. Jolie veranderde op de middelbare school van een ongelukkig kijkend standaardtype in een energiek, zorgeloos meisje. Ze werd gaandeweg brutaler, ging met verkeerde vrienden om, raakte aan de drugs en ging stelen.
Igor gedraagt zich op zijn werk steeds agressiever. Als hij er weer een keer op los mept, waarschuwt Jack hem voor de laatste keer. Een medecliënt geeft hem de raad naar de hoeren te gaan: dan verzuurt zijn zaad niet en wordt hij niet chagrijnig meer.
Nettie verrast Igor thuis met (weer!) een taart. Ze heeft iets te vieren, vertelt ze Igor: ze heeft zijn moeder gevonden. Igor wordt woedend, reageert zich af op de koelkast en de voordeur, en gaat naar de hoeren. Hij betaalt met oma's pinpas.
Igor wordt een dagelijkse hoerenloper. Nettie vraagt zich af waar hij elke avond naartoe gaat en besluit hem te volgen. Gegeneerd gaat ze naar huis terug, als ze erachter komt.
Aan Stanley deelt Nettie mee dat ze Jolie gevonden heeft, sinds een paar maanden verkoopt ze daklozenkranten in Oost. Ze wil hem eigenlijk vragen haar te vergezellen naar haar dochter, maar durft het niet. Ze uit haar zorgen over Igor. Stanley merkt op dat ze de verantwoordelijkheid heeft zelf iets te ondernemen. Ze komen te praten over de geruchtmakende, plotselinge terugkeer van baby Babette, precies op de plaats waar ze verdwenen is. Een familielid dat elke dag, uit een soort ritueel, op die plek kwam kijken, heeft haar gevonden. Nog steeds legt Nettie geen verband met Bobbie.
Nettie 'verrast' Igor met het vooruitzicht van een kerstfeestje dat hij mag geven. Hij mag kennissen uitnodigen en zij zal een plumpudding maken. Als ze daarna begint over een bezoek aan zijn moeder, reageert hij zich af op de kinderwieg.
Nettie en Igor lopen naar het filiaal van AH waar Jolie (volgens de man van de daklozenkrant) kranten verkoopt. Als Igor Jolie vanuit de verte ziet, afgetakeld als een oude vrouw, herkent hij de krantenverkoopster die hij eerder voor de dood heeft aangezien. In paniek rent hij weg. Als Nettie Jolie aanspreekt, begint ze te schreeuwen: 'Dat daar heeft mijn kind gestolen' (p. 248). Jolie blijkt 'Helemaal loco' (p. 249). Nettie is totaal van slag en moet terugdenken aan de rechtszaak waarbij Igor aan haar werd toegewezen. Jolie had ongeïnteresseerd geluisterd naar de overtuigende bewijslast van haar ontsporing en slechte moederschap en Netties wens om voortaan voor Igor te zorgen. Maar na afloop had ze Nettie in het gezicht gespuwd.
Igor heeft zijn toevlucht genomen tot de sociale werkplaats. Uit een flashback wordt duidelijk dat hij Stanley heeft gevraagd om de baby terug te brengen en daar Bobbie (van Bij de Sluis) heeft gezien. (Bobbie blijkt de vrouw te zijn die voor Babette zorgde en haar destijds even alleen heeft gelaten.) Bobbie liep direct naar de baby en nam haar mee.
Nettie is van slag als Igor de hele nacht wegblijft. Ze licht Stanley in, die haar opbiecht dat hij stiekem met Igor de baby heeft teruggebracht. Het leek hem de enige oplossing: anders was Igor misschien in hechtenis genomen.
Dan belt Jack: hij heeft Igor gevonden in de werkplaats, waar hij de flipperkast heeft vernield en de hele koelkast heeft leeggegeten. Hij wil niet meer dat Igor terugkomt.
Igor vindt het allemaal prima, zijn besluit staat vast: hij wil naar Bobbie van Bij de Sluis. Terwijl Nettie ondanks alles met de plumpudding bezig blijft, pakt hij zijn nieuw gekochte koffer in. Dan krijgt Nettie een idee: ze kan een restaurant beginnen, een kookboek gaan schrijven of een cursus desserts opzetten. Maar ze kan Igor toch niet zomaar laten gaan?



Titelverklaring.
Is er hoop is eigenlijk het tweede deel van het gezegde ‘Zolang er leven is, is er hoop’. Het eerste boek, dat gaat over het gezin van de verdwenen baby Babette, heet namelijk ‘Zolang er leven is’. In ‘Is er hoop’ komt Babette ook weer voor, maar gaat het deze keer over Igor en Lisa die haar hebben meegenomen. Deze twee boeken samen vormen dus de uitdrukking Zolang er leven is, is er hoop.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Is er hoop door Renate Dorrestein"