Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

In de bovenkooi door J.M.A. Biesheuvel

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
Boekcover In de bovenkooi
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 1724 woorden
  • 24 juni 2012
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
8 keer beoordeeld

Boekcover In de bovenkooi
Shadow
In de bovenkooi door J.M.A. Biesheuvel
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Auteur: J.M.A.Biesheuvel.
Uitgever: Meulenhoff.
Eerste druk: oktober 1972.
Gelezen druk: negentiende druk,maart 1988.
Bladzijden: 194.
Genre: psychologische verhalenbundel.
Aantal delen: 28 verhalen.

Motto:

Ils virent dans ce lieu des Goilans(c'eft une espèfe d'oifeaux marins) prefeque auffi gros que les cygnes de ce pays,qui n'avoient pas peur des hommes ,comme n'eftans pas accouftumés d'en voir; mais venoient librement dans les navires, & se laffoient prendre et tuer des matelots.

Uit deel XII van de grote blaeu-atlas,het in kaart gebrachte watergebied rond tierra del Fuego naar gegevens van Schouten en Memaire, 'Magalanique'

Titelverklaring:

Het boek gaat over iemand die psychische problemen heeft en het gaat erover wat diegene dan allemaal denkt en daarom zit hij dus 'in de bovenkooi'.

De titel past bij het hele boek,omdat elk verhaal gaat over dingen die hij zich verbeeldt of bedenkt en wat voor hem dan echt lijkt.

Maar ik heb het verhaal: De grote gieter, gekozen om het leesverslag van te maken en dat gaat over God die op zoek is naar een grote gieter ,omdat de regeninstallatie stuk is. De betekenis van het motto is:

Ze leven in het gebied van de Goilans (het zijn een soort zeevogels) en ze zijn bijna even groot als de ganzen in dit land, die niet bang zijn voor de mensen, omdat ze niet gewend zijn die te zien; maar ze gaan vrijwillig op de schepen af en laten zich pakken en doden door de matrozen.’

Het motto laat zien hoe de schrijver of het leven denkt: de zinloosheid van het leven en de machteloosheid,de vogels worden hier gedood door een sterker persoon en dat is terug te zien in het boek. Er wordt geschreven over de onwetende mens en hoe alles wordt bepaald door de hogere machten.

Tijd in de geschiedenis:

Er wordt niet echt een tijd beschreven waarin het zich afspeelt,omdat het niet belangrijk is voor het verhaal.

Tijdsduur:

De tijd wordt niet duidelijk vertelt,maar het verhaal begint op een middag om 3 uur en het gaat over een periode van ongeveer 7 maanden.

Ruimte:

Er zijn verschillende ruimtes waar het verhaal zich afspeelt,het begint in een ijzerwinkel,daarna speelt het zich bij de persoon in de achtertuin af,vervolgens bij een bedrijf en als laatste in het 'hiernamaals'.

Het zijn allemaal speelruimtes

Hoofdpersonen:

Barendsz is degene aan wie God vraagt om een grote gieter.

'God' is degene die steeds naar beneden komt om Barendsz dingen te vragen

de zoon van god is degene die Barends moet leren hoe alles werkt

Feikema is degenen die voor Barendsz de grote gieter moet maken.

(het innerlijk en uiterlijke kenmerken worden niet beschreven).

De enige bij persoon is de vrouw van God,het enige wat daarvan bekend is,is dat ze graag psalmen hoort zingen.

(Het zijn allemaal characters en ze zijn flat).

Perspectief:

Het verhaal heeft een neutraal perspectief,ik denk dat de auteur daarvoor heeft gekozen,zodat je niet al snel weet hoe het zal aflopen,omdat het verhaal niet zo lang is en het op deze manier toch wat spannend blijft wat er zal gebeuren,ik vind eht goed gekozen,omdat het saai zou zijn als je wist wat er werd gedacht en je dus al wist wat er ging gebeuren.

Taalgebruik:

Het taalgebruik is niet echt moeilijk,maar de zinsopbouw en woorden die gebruikt worden wel wat oud-Nederlands.

Beschrijving personen en ruimte:

Er wordt niet veel aandacht aan besteedt,alleen in het 'hiernamaals' wordt beschreven hoe de regeninstallatie eruitziet en dat er in de ruimte verder niks is.Ook door de naam weet je soms wel hoe het eruit ziet,zoals dat ze het hebben over een ijzerwinkel.

Motieven:

(verhaalmotieven zijn er niet)

Abstracte motieven:

verdriet: Barendsz is verdrietig als hij failliet gaat

onwetendheid: God zegt dingen tegen Barendsz die hij niet begrijpt en niet de gevolgen ervan in ziet.

Hulpeloosheid: Barends weet niet meer wat die moet,nadat die failliet is en schiet zichzelf dood.

Hoop: Barendsz hoopt dat God hem optijd betaalt of dat Feikema hem nog wat extra tijd geeft

ongeloof: Barendsz snapt niet waar die in terecht komt als die dood is.

Thema:

Een aparte man die rare dingen vraagt.

'Hiernamaals'.

De macht van de 'hogeren' en de onwetendheid van de mens. Het hele verhaal gaat over dat God vanalles zegt,maar Barendsz het allemaal wel goed vindt maar niet weet dat die man God is en dus over hem bepaalt en daar komt die later achter.

De volgorde van de gebeurtenissen:

Het verhaal is chronologisch en daardoor krijg je ook geen extra informatie en daardoor blijft het ook spannender.

Barendsz heeft het idee dat als hij in het 'hiernamaals'is,dat het er tijdloos is.

De belangrijkste gebeurtenissen:

Het begint ermee dat er een vreemde man opeens is die vraagt naar een hele grote gieter in de ijzerwinkel van Barendsz

Het volgende is dat Barendsz naar Feikema gaat om te vragen of die zo'n gieter kan maken,maar Feikema wil het wel proberen,maar als die klaar is wil die het patent op de regeninstallatie en het geld van de vreemde man(God) en als Barendsz dat niet regelt zal Feikema Barendsz failliet verklaren.

Als God een paar keer terug komt en steeds niet wil betalen en niet het patent wil geven,maar alleen 'rare' dingen zegt en Barendsz zijn ziel aan hem verkocht heeft,dan pleegt Barendsz zelfmoord,omdat die het niet meer ziet zitten.

De laatste belangrijke gebeurtenis en ook wel de belangrijkste is dat Barendsz in het 'hiernamaals' komt en eindelijk snapt wat er allemaal is gebeurt,maar eigenlijk wil hij terug om alles uit te leggen aan Feikema maar dat mag niet van God en uiteindelijk maakt hij de regeninstallatie.

De spanningsopbouw is dat je niet weet of God nog zal betalen en het patent zal geven,het hoogtepunt is dat Barendsz in het 'hiernamaals' komt en alles snapt.

Het begin:

Het is geen informatieve opening,want het verhaal begint meteen,maar het hele boek heeft wel een soort van informatieve opening. Door het eerste verhaal van het hele boek te lezen snap je wel het soort verhalen die daarna komen en daarom is eht niet nodig om bij elk verhaal informatie te geven,want dat is ook wel moeilijk,omdat de verhalen niet echt logisch zijn vaak.

Het einde:

Elk verhaal heeft een soort van gesloten einde,want meestal wordt het verhaal wel duidelijk en waar het steeds over ging is ook wel afgelopen,maar het verhaal kan ook nog verder gaan en het einde is ook vaak hetzelfde als het hele verhaal al is.

Mening:

Ik heb dit boek gekozen,omdat ik nog verhalen moest lezen en dit boek vond op internet en het me wel een grappig boek leek.

Er zit volgensmij niet echt een gedachte van de auteur in het boek,alleen dan dat wat ook al in het motto staat.

Ik vind het niet zinvol dat dit thema behandeld heeft,het is wel leuk om te lezen wat diegene allemaal denkt soms,maar verder heeft het niet echt een zinvol thema.

Ik vind het wel geloofwaardig beschreven,al kunnen de meeste gebeurtenissen niet echt,zoals een brommer die op de zee rijdt,maar hoe die persoon dat denkt en hoe geloofwaardig het voor hem is,is wel goed beschreven.

Ik kan me niet verplaatsen in de hoofdpersoon,want daar wordt ook niet heel veel over vertelt,alleen over zijn gedachtes en soms weet je niet eens wie zijn gedachtes het zijn en wat er precies gebeurt en waar.

Het perspectief is goed gekozen,want bij een nader perspectief zou het verhaal niet meer kloppen,want het gaat juist om wat de hoofdpersoon beleefd en denkt en wat hij ervan vindt.

Er wordt niet veel aandacht aan ruimtes besteedt en er worden ook niet zoveel ruimtes gebruikt,het zou het boek wel wat leuker maken denk ik als dat wel gebeurde.

De stijl klopt wel bij de verhalen.

Het verhaal is niet altijd even overzichtelijk geschreven al wordt het vaak wel duidelijk waar het om gaat.

Alle momenten,of ze nou belangrijk zijn of niet, worden niet uitgebreid beschreven.

Ik vond het opzich wel een leuk boek,alleen waren sommige verhalen best wel verwarrend en moeilijk te begrijpen en er werden soms allemaal namen van mensen genoemd die verder niet werden/waren besproken en je dus niet wist wie dat waren. Het was niet zo grappig als ik had gedacht,maar sommige verhalen waren wel leuk.

Auteur:

Jacob Martinus Arend (Maarten) Biesheuvel kreeg op 24 mei 2007 de P.C. Hooft-prijs en in 2008 werd hij benoemd tot ridder in de orde van de Nederlandse leeuw.

Hij wou niet te serieuze verhalen schrijven en schreef naast autobiografische verhalen ook surrealistische.

De genres zijn surrealistische,autobiografisch en fictief.

De vier andere verhalen :

1 Brommer op zee

2 De heer Mellenberg

3 De beo

4 Astrid krikke

Ik kies deze 4 verhalen,omdat ik die het beste snapte.

Bij brommer op zee gaat het erover dat Isaac op de boot staat en een brommer over het water naar hem toe ziet komen en als die bij Isaac is,de man op de brommer vertelt dat hij na lang oefenen met de brommer alle zeeën over reist.

Het thema is eigenlijk dat niets dus onmogelijk is.

Bij het verhaal : de heer Mellenberg wordt eigenlijk vertelt over de ik-persoon en waarom die in een gekkenhuis,zoals hij het zelf noemt,zit en daar een man tegen komt, de heer Mellenberg, en daar leert die dingen van.

Bij het verhaal van : de Beo gaat het over Jacob B. die heel goed wist wat die goed vond en niet en als hij dan in een café een man met een beo op z'n schouder tegen komt,hij eigenlijk zichzelf tegenspreekt door dingen te zeggen die hij juist niet vindt.

Bij het verhaal van Astrid Krikke gaat het over een meisje die hij( de ik-persoon) leuk vindt en die hij kent van de kerk. Veel jongens vinden haar leuk,maar hij is de enige die door haar ook leuk wordt gevonden. Als op een dag alle jongens samen langs haar huis fietsen en zij buiten staat te zwaaien en hij niet terug zwaait,omdat hij haar niet ziet en zijn vrienden het wel naar hem roepen maar hij hen niet gelooft,praat ze niet meer met hem daarna.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "In de bovenkooi door J.M.A. Biesheuvel"