In Afrika door Adriaan van Dis

Samenvatting:

Adriaan van Dis in Afrika begint in de hoofdstad van Zimbabwe, Harare. Adriaan van Dis is een reis door Afrika aan het maken als verslaggever voor het NRC handelsblad. Zijn oorspronkelijke doel is om naar Zuid-Afrika te gaan maar hij krijgt hier geen visum voor dus probeert hij dit via Mozambique te verkrijgen. Ten tweede wil hij kijken wat de gevolgen zijn voor een land dat zich afzet tegen een land als Zuid-Afrika.

Het verhaal begint in Zimbabwe. Vanuit Zimbabwe wil hij naar Mozambique. De eerste stad die hij wil bezoeken is Beira. Hij kan hier alleen komen via die Beira-corridor maar deze wordt regelmatig aangevallen door Renamo. Renamo is een zeer geweldadige verzetspartij die erg vreselijke praktijken vericht. Daartegenover staat de Fremilo partij, een marxistisch-leninstische staatspartij dat wordt gesteund door de Sovjet-Unie doormiddel van wapens. Adriaan vindt beide partijen even slecht omdat ze beide slechte praktijken verrichten.

Na lang zoeken vind hij een majoor genaamd John Buckley. Hij is een ex-soldaat die erg veel heeft gevochten in de oorlog. Hij beschermt Adriaan om niet vermoord te worden en heeft veel contacten. John Buckley is lekker eigenzinnig en houdt zich alleen aan zijn eigen regels. Hij reist samen met hem en twee zakenlui uit Harare naar Beira door de Beira-corridor. Onderweg maakt Adriaan kennis met de Renamo en hun vertellen over hun gruwelijke daden zoals het afhakken van hoofden en benen. Een jongen genaamd Arlando is een moordenaar die het hoofd van zijn vader heeft afgehakt en een beker van zijn bloed heeft gedronken. Toen hij jonger was werd hij ontvoerd en is zo het ‘plunderen en moorden’ bij hem eigen geworden. Het Remano is voordeliger voor de burgers omdat boeren geen belasting hoeven te betalen, zegt de Remano.

Hij wil vanuit Beira naar Maputo (de hoofdstad van Mozambique) per boot maar dit mislukt omdat hij last krijgt van zijn rug. Door een wonderdokter, wat spreuken en wat kruiden geneest hij snel. Omdat hij blank is valt hij erg op en wordt hij vaak aangesproken. Als hij wordt aangesproken door een man genaamd Mocambique en zijn vrouw wordt hij meegevraagd om hun oma een bezoekje te brengen over hoe het er daar aan toe gaat. Ze woont op het platteland en Adriaan en Mocambique gaan daar naartoe. Onderweg komen ze allemaal afgebrande dorpen tegen. Adriaan krijgt een kamer in het huis van de ambassadeur en als ze even later verder zoeken vinden ze de oma dan toch wel weer maar moet Adriaan alweer verder omdat zijn visum bijna is verlopen.

Adriaan gaat per vliegtuig naar Imhanbane en daarna naar Maputo om zijn visum te verlengen. In Imhanbane ontmoet hij 2 Nederlandse paters. De 2 paters zorgen voor de buurt en helpen Afrika weer hun geloof te krijgen, met de bijbel natuurlijk.

Hij gaat verder naar Maputo om zijn visum te verlengen en krijgt hierbij hulp van zijn ambassadeur. Als Adriaan ook wat spanning wil besluit hij om per trein naar Ressano Garcia te gaan ondanks dat het hem extreem wordt afgeraden. In de trein zitten allemaal mijnwerkers en Ressano Garcia is het meest gevaarlijke dorpje in Mozambique. Onderweg wordt de trein onder vuur genomen door Remano bandieten. Iedereen gaat op de grond liggen zonder dat er ook maar een beetje paniek heerst. Dit is voor hun dagelijkse kost. Adriaan bezwijkt onder de angst en valt flauw. De Fremilo partij jaagt de Remano bandieten weg en niemand raakt gewond.

Met behulp van de mijnbaan in Ressano Garcia lukt het de schrijver om zonder visum of papieren in Zuid-Afrika te komen. Wanneer hij er dan toch aankomt, met zijn hoge verwachtingen, valt het hem vies tegen. Hij ontmoet een paar botte boeren en hij is er al weer snel klaar mee. Terug in Mozambique wordt hij weer direct met zijn neus tegen de feiten aangedrukt. Hij ziet vluchtelingen die haast omkomen van de honger.

Het verhaal eindigt als hij samen met zijn ambassadeur in een restaurant in Maputo in een restaurant aan het dineren is. Zo krijgt hij een volle menu kaart maar kan hij maar echter 1 ding bestellen: Aardappels met bloemkool. Er zijn twee obers, en Adriaan valt zich iets op: als de ene ober bezig is schuilt de andere achter een paal. Als hij er dan achter komt dat de reden daarvoor is dat ze maar 1 paar schoenen hebben koopt hij voor hun een extra paar schoenen.