Ik zucht heel diep
Ik zeg: ‘Ik ook van jou.’ (…) Fräser is een jonge man in de bloei van zijn leven. Hij is handelt door het boek heen heel erg op zijn instinkt. Vrouwen zijn een van zijn grootste hobby’s en zijn motto lijkt ‘lang leve de lol’ te zijn. Nadat hij echter overspel heeft gepleegd slaat dit allemaal om. Hij besluit naar huis te gaan, waar zijn vriendin zit. Een erg wijze beslissingen voor een student die zijn hormonen als gids gebruikt. Hij groeit door het boek heen en komt uiteindelijk terug bij zijn echte liefde Samarinde, met een foutje meer en heel wat wijsheid rijker. Citaat van bladzijde 22: (…) ‘NAVIGARE NECESSE EST, VIVERE NON EST!’, schreeuwt bonvivant Edgar Fräser op het moment dat hij als een kapitein van onze kano welgemikt aan boord stapt. Op twee meter afstand van de vertrekplaats hebben tientallen camping- en dorpsbewoners zich hoopvol opgesteld. We slaan niet om. We slaan echt niet om. We slaan toch om. (…) Silke is het Duitse meisje waar Ronald totaal verliefd op wordt. Ze is een persoon dat zich niet snel schaamt en open staat voor impulsieve acties. Ze houdt gedurende het verhaal een betrouwbaar personage aan, ze zal niet snel veranderen van opvattingen en is zeker van haar beslissingen. Ze staat met beide benen op de grond en laat zich alleen optillen door de man die zij echt leuk vind, zoals Ronald. Citaat uit bladzijde 132: (…) de muziek zwelt aan tot het uiterste; de spanning stijgt ten top; en eindelijk, eindelijk, buig ik me naar Silke toe en ik kus haar, teder en zacht. ‘Hèhè’, zegt ze. (…) Nadine is de Franse van de twee bloed mooie meisjes en gelijk ook de meest onzekere van haar besluiten. Ze doet, net als Fräser, veel dingen op haar intuïtie. Vaak is ze niet erg zeker van haar beslissingen en laat zich, misschien wel daardoor, snel inpakken. Na een nacht te hebben gedeeld met Fräser is zij vreselijk verliefd op hem en wil hem nooit meer kwijt. Dit is een teken van handelen op haar instinkt. Citaat van bladzijde 146: (…) Nadine lacht en snottert. De meisjesstappen in hun kano en meren af. Nadine roept dat ze Fräser lief heeft. Silke lacht naar mij en gebaart hetzelfde. (…) Reza is een personage in het boek die alleen maar naar voren komt via de gedachten van Ronald. Zij is, zoals later in het boek naar voren komt, een persoon dat psychisch niet helemaal goed functioneert. Ze onderhoudt een vreemde ‘haat- liefde’ relatie met Ronald. Uiteindelijk blijkt dat er iets is gebeurd met Reza, maar wat precies wordt niet duidelijk. De auteur verwacht dat je dekt dat ze zelfmoord heeft gepleegd, maar dit verwerkt hij niet letterlijk in zijn verhaal. Reza is een labiel persoon dat door een kleine tegenvaller al van haar stuk gebracht kan worden en door zo een grote zoals het einde van haar relatie met Ronald gebeuren er dingen als zelfmoord. Citaat van bladzijde 141: (…) Daarna kwam ze weer aan tafel zitten, om met een hobbymesje vellen papier in reepjes te snijden en almaar te herhalen: ‘Wie snapt dat, wie snapt hier ooit wat, godverdomme.’ (…) Taalgebruik en stijlmiddelen> Ronald Giphart gebruikt de taal in zijn boek op een uiterst kunstzinnige manier. Hij heeft dan ook een andere stijl van schrijven dan de meeste literaire schrijvers. Hij maakt zodanige zinnen dat de boodschap over komt op een manier alsof het je voorgelezen wordt. Je proeft als het ware de sfeer van het moment en het gevoel dat diegene heeft als hij datgene zegt. Meneer Giphart gebruikt als stijlmiddel vaak vervormingen van woorden om zo beter duidelijk te maken hoe het woord wordt uitgesproken en wat het gevoel was van de persoon die dit zei. In dit citaat is dat bijvoorbeeld het woord ‘hmo’ waarmee homo wordt bedoeld, maar de persoon die het zei vond het woord waarschijnlijk een beetje ‘vies’ en durft het daarom niet erg duidelijk articulerend uit te spreken. Citaat van bladzijde 126: (…) Was dit jaar eindelijk voor zichzelf achtergekomen, durfde eindelijk hardop te zeggen dat hij hmo was, weet je nog? Ik weet nog dat wij hem van onder het dekbed overrompeld en verbouwereerd aankeken. ‘Hoor ik nou goed wat je zegt dat je…?’ vroeg jij. Constantin stond op van de rand van het grote bed, liep naar het raam en zei met katholieke geëxalteerdheid: ‘Ja jongens, ja. Ik ben homoseksueel.’ (…) Wereldbeeld en literatuuropvattingen van de auteur: Vaak kan je Ronald Giphart vergelijken met karakters uit zijn boeken. Dit bevestigt hij ook zelf. Hij verwerkt vaak elementen van zichzelf in de personages en laat ze zo een deel van zijn persoonlijkheid weergeven. Hieruit kan ik dus een wereldbeeld en literatuuropvattingen halen, van meneer Giphart. Ronald Giphart heeft een steeds maar terugkomend idee van literatuur in zijn boeken. Dat is dat hij de twee thema literatuur en seks samen wil koppelen tot een geheel. Dit fenomeen heb ik ook zien terugkomen in zijn boeken ‘Ik omhels je met duizend armen’ en ‘Phileinne zegt sorry’. Ik dek dat dit een van zijn voornaamste literaire opvattingen is. Ronald Giphart heeft, naar mijn mening, een erg oppervlakkig wereldbeeld. Alles wat er gebeurd is voor hem even vreemd of normaal als al het andere. Hij wil laten zien dat hij niets gek vindt en al zeker niets als normaal beoordeelt. Ook dit heb ik uit zijn boeken geconcludeerd. Hij heeft gekke hersenspinsels die hij verwerkt in zijn verhalen en behandelt deze vervolgens als normale ideeën. Dit gebeerd ook visa versa. Normale denkbeeld in zijn verhaal ziet hij af en toe als volstrekt ondenkbaar. Het gekke vindt hij normaal, het normale gek; dit samengenomen komt alles dus op dezelfde graad van ‘gekheid’, of ‘normaalheid’, terecht. Citaat van bladzijde 106 en 107: (…) Reza en ik hadden de mooie gewoonte om als we in geldnood zaten bij dure zaken te winkelen, gebonden boeken te kopen en eersteklas te reizen. En als we echt platzak waren dan spraken we onze laatste girocheques aan om chic te dineren. (...) Recensiebespreking:> Op de achterkant van het boek dat u mij heeft gegeven stond een recensie over het boek van Ronald Giphart uit de ‘Arnhemse Courant’ van Ares Koopman. Deze recensie zal ik gaan bespreken. Het is de bedoeling dat ik een recensie bespreek van een erkend dag- of weekblad, deze zal voorzien van commentaar en hem vervolgens als bijlage toevoegen aan deze brief. Het merendeel hiervan zal ik doen, maar de opdracht om hem als bijlage bij te voegen aan deze brief zal ik niet in slagen aangezien ik geen enkele recensie kon vinden op internet. Hieronder zal eerst de recensie neerzetten en dan in de op daarop volgende alinea mijn bespreking ervan geven. (…) De dag waarop ‘ik ook van jou’ verscheen, was –zoveel is nu wel zeker- een mooie dag voor de Nederlandse letterkunde. (…) Ares Koopman, Arnhemse Courant
Deze recensie is erg positief over het boek van Giphart. Hij beschrijft het als een mooie dag voor de Nederlandse literatuur en daar heeft hij, vind ik, wel gelijk in, ookal weet ik niet of de uitgave van een zo’n boek meteen de dag voor heel Nederland mooi maakt. Natuurlijk heb ik niet genoeg verstand van de Nederlandse literatuur om te concluderen dat het wel degelijk een mooie dag was voor de Nederlandse Letterkunde, maar vanuit mijn, beperkte, oogpunt was het zeker een mooie dag voor onze literatuur toen het boek uitkwam, omdat het een van de leukste boeken is die ik ooit heb gelezen. Mening:> Vervolgens zal ik mijn mening over het boek weergeven. Dit boek grijpt je vast, dat is mijn mening. Als je eenmaal begint heeft het boek je in zijn ban en kan je met moeite het boek opzij leggen. Dit is ook de reden waarom ik het uit had gelezen in drie dagen. Dit ‘vastgrijpen’ is in mijn geval het gevolg van zijn stijl van schrijven en de snelheid waarmee het verhaal zich ontwikkelt. De stijl heb ik al besproken, dus hoef ik dat nu niet weer te doen. Toch wil ik er even aan toevoegen dat ik deze heel mooi en boeiend vond, de gevoelens die Giphart tracht over te brengen komen geweldig over. De snelheid waarmee het verhaal zich ontwikkeld, wat ik dus als oorzaak van het ‘vastgrijpen’ gaf, heeft enige uitleg nodig. Met deze snelheid bedoel ik dat Giphart goed inziet waarneer hij langer over bepaalde details moet doorpraten en wanneer hij wat sneller door het verhaal heen moet schieten. Het is prachtig om te zien hoe hij dit aanvoelt. Kortom, ik vind dit een mooi boek en ik denk ook wel dat ik nog meer boeken van Giphart ga lezen, gewoon omdat ik hem een geweldige schrijver vind. Kortom; dit boek vind ik een echte aanrader voor u. Het is niet een boek dat bij elke doelgroep goed in de smaak zal vallen, maar nu ben ik gezegend met het feit dat ik enigszins weet wat u leuk en mooi vind. Vandaar deze conclusie. De personages hebben een leuk karakter, waardoor het leuk is om over ze te lezen, de stijl van de auteur is perfect en zijn wereldbeeld geeft aan dit alles een leuke slinger. Het verhaal dat wordt beschreven in het boek is nog niet eens het belangrijkste, het gaat meer om de leuke fragmenten die erin zijn verweven en de ‘nadenkertjes’ die ook eens in de zoveel tijd voorkomen. Ik hoop dat u mijn raad zal opvolgen en het boek, wat u mij zelf voor mijn verjaardag rijker heeft gemaakt, zal lezen en er, zoals ik verwacht, veel plezier in zal hebben.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden