Titel: Ik en mijn speelman
Auteur: Aart van der Leeuw
Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
Jaar van uitgave: niet bekend
Druk: 31e druk (1e druk in 1927)
Aantal bladzijdes: 173
Genre:Roman
Waarom dit boek?
Er is geen speciale reden voor mijn keuze voor dit boek. Ik kwam het toevallig tegen en de titel beviel me wel. Na de achterkant te hebben gelezen besloot ik te stoppen met het zoeken naar een geschikt leesboek voor een boekverslag.
Als het boek echter niet voldeed aan de voorwaarden voor een boekverslag, had ik waarschijnlijk het toch nog gelezen.
Mijn eerste persoonlijke reactie
Een apart boek. Misschien komt dit ook wel doordat ik nog nooit eerder zo’n oud boek heb gelezen. Er kwamen veel ouderwetse woorden in voor, waar ik toch in het begin even aan moest wennen.
Het hele verhaal had iets weg van een sprookje en er was sprake van veel beeldspraak en diepzinnige gedichten.
Samenvatting
Claude de Lingendres is een jongeman van twintig jaar oud. Hij is rijk, bezit een adellijke titel en is uitgehuwelijkt aan een vrouw die hij nog nooit gezien heeft. Haar naam is Mathilde d’Almonde.
Op een dag komt er een speelman bij Claude spelen en sinds die dag krijgt hij hem niet meer uit z’n hoofd. Als Claude later op zoek gaat naar de speelman, blijkt hij ziek te zijn. De speelman vertelt hem over zijn verleden en Claude komt erachter dat hij aan het ijlen is. Ondanks dat Claude weet dat de speelman ijlt is hij enorm onder de indruk van zijn verhalen en komt hij vaker terug. Op een dag is de speelman er niet meer en vertelt de vrouw die in hetzelfde huis woont dat hij op reis is gegaan.
Nadat Claude wordt opgehaald voor zijn bruiloft komt hij speelman weer tegen. Valentijn (de naam van de speelman) en Claude besluiten samen op reis te gaan.
Al snel raken ze verdwaalt in het bos en worden ze overvallen door rovers die hun geld en bezittingen afnemen. Valentijn stelt de rovers voor dat als Claude en hij vrijgelaten worden en Claude de kleren mag ruilen met die van de roverhoofdman, dat Valentijn een liedje voor hen speelt. De rovers gaan hiermee akkoord.
Een tijdje later komen Claud en Valentijn een hond tegen die bij hen blijft lopen. Ze besluiten de hond Tiberius te noemen.
Op een gegeven moment komen ze aan in de stad waar de zieke moeder van Valentijn zich bevindt. Hier eten en slapen ze. In de nacht worden ze aangevallen door mannen die hen wil vermoorden. Dit mislukt en het drietal vlucht. Op hun volgende rustplaats als ze wakker vinden Claude en Valentijn wat later Tiberius dood.
Claude verandert zijn naam in Fridolin.
Fridolin ontmoet in een herberg Madeleen waar hij vervolgens verliefd op wordt. Madeleen vertelt dat ze net als Fridolin gevlucht is van huis. Wanneer die avond de mensen die Madeleen zoeken bij de herberg aankomen vluchten Fridolin en Valentijn samen met haar. Met z’n drieën verstoppen ze zich voor een lange tijd in een grot waar vroeger een kluizenaar had gewoond. Hier gaan ze samen liedjes instuderen (Valentijn met zijn gitaar, Fridolin met zijn klarinet en Valentijn met haar mooie stem)
Op een gegeven moment gaat Valentijn voor een paar dagen weg naar zijn moeder. Fridolin en Madeleen blijven achter en Fridolin komt erachter dat Madeleen allemaal juwelen bij haar heeft. Hij grijpt haar beet maar Madeleen steek met een dolk in zijn schouder. Fridolin valt op de grond en wordt pas na ongeveer een kwartier wakker. Madeleen is uit paniek al weg en hij weet niet wat te doen.
Na lang lopen komt hij zijn neef Victor tegen en samen raken ze in gevecht.. Net als Fridolin op het punt staat een eind te maken aan het gevecht door Victor te vermoorden, verschijnt zijn vader met zijn troepen. Zijn vader vertelt Fridolin dat Victor hem probeerde te vermoorden zodat hij vervolgens al het familiegeld zal erven. Victor krijgt vijf minuten te tijd om de zwepen van de troepen te ontvluchten.
Fridolin weet met behulp van de waard in een herberg te ontsnappen aan zijn vader. Na lang lopen komt hij Valentijn weer tegen en samen gaan ze op zoek naar Madeleen. Ze vinden Madeleen in een bordeel en weten te ontsnappen. Madeleen biedt haar excuses aan tegenover Fridolin en hij vergeeft haar.
Vervolgens gaan het drietal naar Floreuse. In het dorp is een pastoor, vader Nicol waar Fridolin en Madeleen beide hun verhaal kwijt kunnen. Een week later trouwen ze en horen ze voor het eerst hun echte namen. Madeleen blijkt in het echt Mathilde d’Almonde te heten en uiteindelijk trouwen ze toch met de gene aan wie oorspronkelijk uitgehuwelijkt zijn. Beide families zijn aanwezig op de bruiloft (vader Nicol had deze namelijk in het geheim ingelicht) en het wordt een groot feest.
Ondanks dat Valentijn veel is aangeboden, zet hij z’n zwervende bestaan voort.
Verhaaltechniek
De schrijfstijl van de auteur is apart. Er komen veel beeldspraken en diepzinnige gedichten in voor. Het grootste gedeelte van het boek bestaat nog uit gedachtes en dromen.
Op bepaalde momenten is een personage lange momenten aan het woord (soms zelfs twee bladzijdes) Ook is er veel gebruik gemaakt van ouderwetse woorden zoals gij, doch en mijzelfe.
Verder is het verhaal geschreven in 58 zeer kleine hoofdstukken en leken al deze titels op dichtzinnen en spreuken.
Plaats:
Het verhaal speelt zich af in Frankrijk en begint in het huis van de adellijke Claude de Lingendres. Claude verbergt zich regelmatig in een geheim kamertje waar niemand iets van afweet. Als Claude op zoek gaat naar de speelman komt hij in een kamer terecht met een bed een stoel met drie poten.
Vervolgens zwerven Valentijn en Claude samen over wegen langs korenvelden, door bossen en verblijven ze ook af en toe in herbergen.
Samen met Madeleen (Mathilde) verstoppen ze zich een lange tijd in een oude grot van een kluizenaar. Deze grot ligt verborgen in het bos waar dichtbij een klein riviertje stroomt.
Tijd:
Alles speelt zich af in de tijd van gepoederde pruiken, duels en de duidelijke verschillen in standen. Dus rond 1700.
Vertelde tijd: Duidelijk is het niet maar ik schat op een half jaar. Het verhaal begon volgens mij namelijk in het begin van de zomer en eindigde rond september.
Ook is alles chronologisch verteld (op een paar kleine flashbacks van gedachtes na)
Hoofdpersonen:
de belangrijkste personages zijn Claude de Lingendres, Valentijn de speelman en Mathilde d’Allemonde.
Claude de Lingendres is een rijke en adellijke jonkman van twintig jaar. Het enige wat over zijn uiterlijk bekend is dat hij bruin haar heeft maar dit in het begin verbergt met een pruik. Verder draagt hij in het begin satijnen sokken, een schoeisel, zijde ondergoed en een fluwelen jas met kantwerk aan de mouwen en knopen uit edelsteen. Dit verandert wanneer hij verplicht is zijn kleren te ruilen met de roverhoofdman. Als Claude niet trouwt met Mathilde d’Allemonde dan wordt hij door zijn vader de gevangenis ingegooid. Hij besluit te vluchten met Valentijn de speelman. Zijn schuilnaam is Fridolin.
Valentijn de speelman heeft een bult op zijn rug. Hij zwerft door het hele land en verovert de harten van mensen met zijn mooie gitaarspel en zang.
Mathilde d’Allemonde is om dezelfde reden als Claude op de vlucht. Haar schuilnaam is Madeleen en ze ook van adellijke stand. In de herberg leert ze Claude en Valentijn kennen en wanneer haar vader haar op het spoor is besluit ze samen met hen verder te reizen.
Hoofdgedachte/thema:
Vrijheid, liefde en schoonheid zijn de belangrijkste thema’s in dit verhaal.
Claude heeft niet de vrijheid om zelf te bepalen met wie hij wil trouwen. Om deze vrijheid in de liefde te krijgen en de vrijheid om te kunnen gaan en staan waar hij wil, kiest hij voor het zwerversleven.
In het begin van het verhaal wanneer Claude nog ‘thuis’ is, is Claude heel oppervlakkig in de liefde. Hij let alleen maar op het uiterlijk en geniet van de lichamelijke liefde. Later in het verhaal leert hij Madeleen kennen en dan is er ook sprake van geestelijke liefde. Claude houdt namelijk niet alleen van haar om haar uiterlijk. Ook vormt hij een sterke band met Tiberius de hond. Dit wordt duidelijk wanneer hij zijn liefde voor Tiberius gebruikt om zijn neef Victor uit te schakelen.
Als laatste is er ook veel sprake van schoonheid. De schoonheid voor de natuur en de muziek.
De prachtige dingen van de natuur wordt regelmatig uitvoerig besproken.
Door de muziek krijgt Claude een hele andere kijk op de wereld. Iedereen in het verhaal blijkt onder de indruk te zijn van de gitaar van Valentijn, de klarinet van Claud en de stem van Mathilde.
Titel:
Het hele verhaal wordt verteld in een ikvorm en die ‘ik’ is Claud. De titel ‘Ik en mijn speelman’ slaat natuurlijk op Claude de Lingendres en Valentijn de speelman. Claude is zo onder de indruk van zijn speelman dat hij met hem mee gaat.
Literatuur geschiedenis
In 1876 is Aart van der Leeuw geboren in Delft en hij begon op het Gymnasium met schrijven. Hij was lichamelijk zwak en een beetje doof waardoor hij weinig met zijn leeftijdsgenootjes speelde. In Amsterdam had hij rechten gestudeerd en na zijn huwelijk is hij gaan wonen in Dordrecht. Hier kreeg hij een baan bij een verzekeringsmaatschappij. Doordat zijn gezondheid sterk achteruit ging door dit werk, ging hij wonen in Voorburg.
In 1931 stierf Aart van der Leeuw aan een longontsteking.
Aart van der Leeuw was een neoromanticus. Dat is te zien aan de vlucht van realiteit in fantasie. Dit is een gevolg van zijn karakter. Hij was namelijk schuw, verlegen en een bijzonder gevoelige man. Door zijn oorziekte raakte hij steeds meer geïsoleerd, kreeg een minderwaardigheidscomplex en ging hij fantaseren en idealiseren.
Het boek ‘Ik en mijn speelman’ is niet beïnvloed door het naturalisme want hier is sprake van een happy-end.
Beoordeling
Vaak was het boek onduidelijk. Het kwam namelijk vaak voor dat Claude in een droomwereld terechtkwam en het niet meer duidelijk was wat nou echt gebeurde. Daar kwam nog bij dat ik moest wennen aan het oude taalgebruik. Andere stukjes waren in tegendeel weer heel realistisch geschreven zoals op het eind de bruiloft van Claude en Mathilde.
Naar mijn mening waren er te veel gedachtes en te veel diepzinnige gedichten. Ik werd er op bepaalde momenten heel moe van en moest echt moeite doen om niet domweg verder te lezen zonder te snappen wat er staat. Daar bedoel ik mee dat ik ga lezen zonder te eigenlijk door te hebben waar het over gaat.
Wat ik op zich wel leuk vond is dat het verhaal is weg had van een sprookje. Er is namelijk een happy-end en je hebt duidelijk een goed en een kwaad.
In het verhaal was er veel sprake van beeldspraak en vergelijkingen. Vooral de vergelijkingen met de schoonheid van de natuur vond ik knap beschreven. Echter verveelde dit snel en vond ik dat het allemaal een beetje uitgekauwd werd.
Tot slot wil ik zeggen dat het een origineel verhaal is met af en toe een paar dode punten.
Mijn conclusie: Een origineel verhaal met een aparte schrijfstijl waar je maar net van moet houden.
Aanraden/afraden: Als je van mooie omschrijvingen van de natuur houdt dan moet je zeker dit boek lezen. Mensen die denken dat het boek te ouderwets is, met veel moeilijke woorden hebben het mis. Iedereen kan dit boek lezen, alleen moet je maar net van de schrijfstijl van de auteur houden.
REACTIES
1 seconde geleden
J.
J.
in dit verslag staat Valentijn met haar mooie stem. dat moet zijn: Madeleen met haar mooie naam
16 jaar geleden
Antwoorden