Schrijver: Pieter Langendijk Uitgever: Taal & Teken, Leeuwarden
Eerste druk: 1997 Motivatie boekkeuze: Ik heb ‘Het Wederzijds Huwelijksbedrog’ gekozen voor mijn zevende leesverslag omdat dit klassicistisch blijspel één van de weinige was die in onze mediatheek te vinden was. Ik had ‘Het Wederzijds Huwelijksbedrog’ al heel snel geleend, we waren toen nog bezig met de module. Dit had ik gedaan omdat de vakantie eraan zat te komen en ik het klassicistisch blijspel goed wilde laten keuren zodat ik niet in de vakantie met het probleem zat of het boek nou wel of niet mocht. Ik heb het Eerste toneel van het eerste bedrijf gelezen en dat vond ik wel leuk, zodoende heb ik voor ‘Het Wederzijds Huwelijksbedrog’ gekozen. Korte weergave van de inhoud: Het klassicistisch blijspel speelt zich af Utrecht. Lodewijk, een edelman, loopt met zijn vriend Jan, een verlopen soldaat, te slenteren door de stad. Jan begint te klagen dat het lopen zo lang duurt en hij wil weleens weten waarom Lodewijk daar eigenlijk wil rondlopen. Lodewijk legt uit dat hij op zoek is naar een dame die hij de vorige dag zag wandelen in de Maliebaan. Jan snapt het niet, Lodewijk is edel geboren maar kan niet de levenswijze van een heer van stand er op na houden, en dat was erg belangrijk in die tijd om met iemand te kunnen trouwen. Samen hebben Lodewijk en Jan niet veel geld, alles wat ze hebben, hebben ze verdient met kaartspelen en ze hadden afgesproken om het gewonnen geld precies door tweeën te delen zodat ze allebei de helft zouden krijgen. Lodewijk heeft een plan bedacht om de dame te verleiden. Hij wil een graaf spelen en dat moet Jan een baron zijn, zijn neef. Ze willen knechten huren en een koets om in te rijden. Maar Jan vindt dan dat hij nieuwe kleren nodig heeft en ze spreken af dat hij naar een kledingverkoper gaat en Lodewijk naar de waard om hun bagage op te halen want ze moeten ergens anders gaan logeren. Jan contracteert ondertussen nog een paar lakeien. Eenmaal bij de waard vraagt Lodewijk om logeergelegenheid voor een graaf, twee of drie lakeien en een baron. Terwijl de waard en Lodewijk zacht praten nadert Charlotte, een adellijke juffer met haar meid Klaar. Charlotte praat hardop tegen Klaar met de boodschap wat ze allemaal moet halen. Ze noemt allemaal heel dure dingen op en Klaar herhaalt heel zacht allemaal goedkope dingen. Ook Charlotte moet dus op haar centen letten. Lodewijk is klaar met de waard en ook Charlotte is weg. Lodewijk loopt dan naar Klaar toe en presenteert haar een kleine gift. Maar in ruil daarvoor wil hij graag weten wie de dame is die er net was, Charlotte dus. Klaar vertelt dat zijn het puikje van de stad is en aan elke vinger wel een vrijer kan krijgen, haar moeder bezit een grote schat. Klaar vraagt dan waar Lodewijk aan wil beginnen, en Lodewijk vertelt dat hij graag met Charlotte zou trouwen. Lodewijk geeft Klaar wat geld als zij beloofd om af en toe verslag te komen doen van wat Charlotte van Lodewijk vindt. Even later komt Charlotte luidruchtig aangelopen en vertelt dat haar parelsnoer is gestolen. Lodewijk gaat erachter aan maar kan de dieven niet meer stoppen. Charlotte vertelt ondertussen aan Klaar dat het allemaal maar opgezet is om Lodewijk voor zich te winnen. Dan krijgen Charlotte en haar moeder Konstance een zak met geld van de bode. Er zit een brief bij, het is van Charlotte broer, Karel Adelpoort. Hij vertelt dat alles goed met hem gaat, dat hij onlangs getrouwd is en binnenkort langskomt. Lodewijk en Charlotte proberen steeds meer indruk op elkaar te maken door te doen alsof ze nog steeds hoog van adel zijn en erg veel geld bezitten, terwijl ze dat allebei niet hebben. Jan, die zich voordoet als Baron, probeert Klaar te versieren die eigenlijk zou gaan trouwen met Hans, haar vrijer. Maar dan gebeurt er iets ergs, Konstance is het er niet mee eens als Lodewijk en Charlotte met elkaar trouwen. Dan komt Karel langs, hij praat met Charlotte over de graaf die haar bemint, Lodewijk dus en Karel wil een keer met hem praten. Maar Lodewijk weet dan nog niet wie Karel is en heeft hem wel samen met Charlotte gezien en vreest nu dat Charlotte iemand anders heeft. Als Klaar en Jan aan het praten zijn komt Karel met zijn lief Sofie binnen. Ze wordt hartelijk ontvangen. Maar Jan begint het warm te krijgen, hij herkent Karel ergens van en moet zo snel mogelijk weg zien te komen. Maar het is al te laat, Karel begint vragen te stellen en weet even later zeker dat Jan de soldaat was die met zijn paard uit het leger is vertrokken. Dan vraagt Karel naar Jan’s naam en die geeft Jan, een erge lange, verzonnen Poolse naam. Maar als Klaar en Jan bij de deur zijn roept Karel snel: ‘Jan! Jan, luister nog even’. En Jan keert zich om en zo komt Karel erachter wie hij dan echt is en trekt zijn degen. Jan verliest en even later wordt Lodewijk gevraagd om langs te komen omdat die nu waarschijnlijk ook niet de waarheid heeft verteld. Karel probeert uit Lodewijk te krijgen dat hij ook geen echte heer van stand is en vraagt hem even later om te bekennen wie hij is. Lodewijk vertelt dan dat hij afstamt van een oud en adellijk geslacht maar dat in de loop der tijd tot steeds meer armoe is afgegleden. Hij vertelt een ontroerend verhaal en Karel vraagt hem later naar zijn naam. Lodewijk Van Kaalenhuizen. Karel vraagt hem of hij eerlijk is en Lodewijk vertelt hem dat hij zijn zuster en moeder achter heeft gelaten toen hij vertrok, zijn jongste broer was toen al gestorven. Dan weet Karel het zeker, het is de Lodewijk die zoveel jaren werd vermist. Dan kijkt Sofie eens goed en herkent in Lodewijk haar broeder. Ze zijn verenigd en besluiten om terug te keren naar Brussel. En Jan, die wil niks met Lodewijk te maken hebben na het gevecht met Karel.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden