Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Het rookoffer door Tessa de Loo

Beoordeling 7
Foto van een scholier
Boekcover Het rookoffer
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 4904 woorden
  • 10 augustus 2001
  • 66 keer beoordeeld
Cijfer 7
66 keer beoordeeld

Boekcover Het rookoffer
Shadow

Een tragische liefde op een middelbare school tussen een lerarers en een leerling. Bespot, verraden en in de steek gelaten is het de vrouw die ten slotte moet boeten.

 

'Toen Guido Maenhout geboren werd was Barbara zo oud als hij nu was. Daarom deed ze net alsof ze nog sliep, toen de matras naast haar opveerde. Ze hoorde hoe zijn benen in zijn broekspijpen gled…

Een tragische liefde op een middelbare school tussen een lerarers en een leerling. Bespot, verraden en in de steek gelaten is het de vrouw die ten slotte moet boeten.

 

'Toe…

Een tragische liefde op een middelbare school tussen een lerarers en een leerling. Bespot, verraden en in de steek gelaten is het de vrouw die ten slotte moet boeten.

 

'Toen Guido Maenhout geboren werd was Barbara zo oud als hij nu was. Daarom deed ze net alsof ze nog sliep, toen de matras naast haar opveerde. Ze hoorde hoe zijn benen in zijn broekspijpen gleden, zijn voeten in zijn schoenen, zijn vingers door zijn haar - al die ingehouden, heimelijke geluiden sneden haar door de ziel. Ze had het gevoel dat de adertjes in haar hoofd knapten terwijl ze zich inspande om ontspannen te lijken: lippen iets van elkaar, gladde roerloze oogleden, handen onbevangen geopend aan weerszijden van haar gezicht. Hij liep op zijn tenen over het tapijt, draaide zich met de deurknop in de hand om.'

Het rookoffer door Tessa de Loo
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Primaire gegevens van het boek Auteur Tessa de Loo Titel Het rookoffer Ondertitel - Verschenen in 1987 Aantal bladzijden 67 Leestijd 2 uur Uitgelezen op 4 november 2000 2. Verantwoording van de keuze Het boek zat bij de Penta Pockets. Dit is meestal toch een selectie van goede boeken. Ik heb ook al ‘de Tweeling’ van Tessa de Loo gelezen, dit boek vond ik minder mooi, omdat het in de geschiedenis afspeelt. Ik vond dat boek wel goed geschreven. Daarom heb ik nou voor een ander boek van haar gekozen. Ook las ik dat het het boekenweekgeschenk was in 1987. Dit is voor mij ook een teken dat het een goed boek is. 3. Verwachting vooraf Doordat ik de achterkaft al had gelezen, wist ik al dat het over een relatie tussen een lerares en een leerling gaat. Ook weet ik dat uiteindelijk de lerares zal moeten boeten.
4. Eerste reactie achteraf 1 niet 2 een beetje 3 erg Spannend X Meeslepend X Ontroerend X Grappig X Realistisch X Fantasierijk X Interessant X Origineel X Goed te begrijpen X Dit werk heeft mij aan het denk gezet Ja
Ik heb iets aan dit werk gehad Nee
Dit werkt spreekt me wel aan, omdat het een verhaal is wat heel realistisch is geschreven. Het zou zelfs gewoon op onze school kunnen plaats vinden. Het is iets wat ook wel vaker voorkomt. Ook de leeftijd van Guido spreekt me wel aan, want ik ben zelf ook van die leeftijd. 5. Uittreksel van het verhaal 5.1 Tijd en ruimte Het verhaal wordt in omgekeerde volgorde verteld. De vorm is in ‘het Rookoffer’ aangepast aan de inhoud en dat heeft tot gevolg dat verrassingen in het verhaalverloop bij voorbaat uitgesloten zijn. Deze omkering is niet de enige ingreep in de chronologie. In het laatste hoofdstuk, waarin Barbara Guido voor het eerst in de klas heeft, verwijst ze al vooruit naar haar rouw om zijn vertrek, een jaar later. Het verhaal beslaat een periode van een schooljaar, van augustus tot augustus. De gebeurtenissen concentreren zich in het huis van Barbara en de school waar zij les geeft. Haar huis is een toevluchtsoord voor Guido, die er tijdens zijn schorsing verblijft. Wanneer de geschiedenisdocent hem op haar balkon ziet roken en hun relatie openbaar maakt, komt er een eind aan hun relatie. De stad waar het verhaal zich afspeelt ligt in elk geval onder de grote rivieren en in de buurt van de grens met België. Guido vertrekt na zijn eindexamen naar Amsterdam, waar hij naar de toneelschool gaat. 5.2 Wijze van vertellen Barbara Rozemeyer is de personale verteller van het verhaal. Wanneer Guido eenmaal vertrokken is naar Amsterdam, gaat zij terug in de tijd, omdat haar herinneringen het enige zijn wat haar nog van hem rest. De lezer blikt met haar gedachten en gevoelens terug op de affaire. Omdat het perspectief bij haar ligt, is de structuur van het verhaal eraan aangepast. 5.3 Spanning Ik denk dat er aan het eind van ieder hoofdstuk wel van spanning sprake is, want iedere keer word je geconfronteerd met iets uit het verleden, en je weet dat je daar in het volgende hoofdstuk meer duidelijkheid over kunt krijgen. 5.4 Thema en motieven Als motieven kun je bijvoorbeeld noemen: leraar-leerlingrelatie, wraak, ‘Chéri’ van Colette, toneel, hypocrisie en roken. Het verhaal draait om de verboden relatie tussen een lerares en een leerling. Guido negeert wel vaker verboden en beantwoordt de avances van Barbara. Zodra hun relatie openbaar gemaakt wordt door de jaloerse geschiedenisleraar Beverman, worden ze tegengewerkt door de schoolleiding en de ouders van andere leerlingen. Barbara kan niet zijn wie ze wil zijn en wordt ontslagen.
5.5 Personages Barbara Rozemeyer is een 36-jarige lerares Frans. Zij heeft een donker pagekapsel rond een ovaalvormig meisjesgezicht. Haar ogen zijn zo donker dat het lijkt of ze alleen uit pupil bestaan. Ze geeft zich willoos over aan de briljante en beeldschone Guido en na de breuk blijft ze werkloos en eenzaam achter. Ze heeft haar haar dan ook gemillimeterd, zoals vroeger vrouwen die niet deugden werden kaalgeschoren. Guido Maenhout is een 18-jarige middelbare scholier, de personificatie van de ideale leerling; vooral zijn talent voor Frans is buitengewoon. Ook zijn uiterlijk lijkt perfect en onmenselijk mooi, totdat Barbara een vertederende fout ontdekt: zijn hoektanden zijn onderontwikkeld. Met veel bravoure zet hij allerlei teksten om in scènes, die hij dan in de spiegel voorspeelt. Zijn passie ligt bij het toneel en hij laat Barbara dan ook probleemloos achter om naar de toneelschool in Amsterdam te gaan. Om zijn boodschap over te brengen speelt hij dan een passage voor uit Chéri van Colette, het boek dat hen een jaar eerder samenbracht. In de namen van beide hoofdpersonages heeft de auteur twee symbolen van de romantiek verwerkt: maan en roos. 5.6 Titelverklaring De titel verwijst naar het roken van een van de hoofdpersonen. Omdat Guido het rookverbod op school negeert, wordt hij tot twee keer toe geschorst. Hoewel Barbara zelf gelobbyd heeft voor dit rookverbod, neemt zij het voor hem op in de docentenvergadering. Hun liefdesrelatie komt aan het licht wanneer een andere docent hem op haar balkon ziet roken. Haar ontslag is als het ware een offer voor de goede naam van de school. 5.7 Samenvatting van de inhoud Barbara is lerares Frans. In haar klas zit Guido, die te perfect en te mooi is om waar te zijn. Ze mag hem daarom eerst niet, maar dan raken ze aan de praat over het boek ‘Chéri’. Het gaat over een jongeman, die een verhouding heeft met een oudere vrouw. Hij verlaat haar voor een leeftijdsgenoot, maar kan zijn ex niet vergeten en wordt doodongelukkig. Zo worden ze toch nog vrienden. Hij leent boeken van haar, ze bespreken ze en hij speelt stukjes na. Op Kerstavond gaan ze dobbelen, drinken wijn en wie een spelletje dobbelen verliest moet iets uittrekken. Ze belanden in bed en zo begint een verhouding, waar niemand ooit achter mag komen. Als Guido wordt geschorst wegens roken in de school, gaat hij overdag bij Barbara thuis zitten, zodat zijn ouders er niet achter komen. Na drie dagen mag hij weer naar school, maar hij wordt later weer geschorst. Dit keer laat de school niets van zich horen en hij is daardoor erg chagrijnig. Barbara moet op een avond naar een schoolfeest en Beverman, leraar aardrijkskunde, probeert haar te versieren. Door leerlingen wordt ze samen met hem in een doolhof geduwd. Ze is bang dat hij haar iets zal aandoen als de gang doodloopt, maar hij is daar helemaal niet, omdat hij de uitgang al lang heeft gevonden. Hij stelt Barbara voor, als hij haar ’s avonds heeft thuisgebracht, om de volgende dag een fietstocht te maken en geeft haar niet de kans om ‘nee’ te zeggen. De volgende ochtend belt hij aan, maar ze doet niet open. Ze haalt Guido over om de schorsing aan zijn ouders op te biechten. Er komt een lerarenvergadering waarin ze moeten stemmen of Guido weer op school mag komen. De leraren beslissen met één stem voor dat hij toch weer terug mag komen. De winnende stem komt van Barbara, terwijl zij altijd actie heeft gevoerd tegen roken in de school. Tijdens de vergadering is het haar wel duidelijk geworden dat Beverman Guido op haar balkon heeft zien staan toen hij haar op kwam halen voor de fietstocht. Nu Guido zijn eindexamen mag doen, moet Barbara hem zijn mondeling afnemen en brengt ze het onderwerp op Chéri. Ze wil hem waarschuwen dat hij ongelukkig wordt als hij haar verlaat, omdat Chéri ook ongelukkig werd. Beverman, die voor de schorsing van Guido was, heeft er de pest in dat hij de stemming heeft verloren en vertelt op de volgende vergadering dat Barbara en Guido een relatie hebben. Nu dat is uitgekomen laat iedereen haar links liggen en komt Guido ook niet meer bij haar thuis. Ze krijgt brieven vol klachten en beschuldigingen van boze ouders en vieze foto’s met jongemannen erop. Guido komt op een avond bij haar langs om te vertellen dat hij niet meer zal komen, omdat hij moet leren voor zijn eindexamen. Op school negeert hij haar. Barbara wordt natuurlijk ontslagen. Een paar maanden later komt Guido langs om nog wat boeken terug te brengen. Hij voert een toneelstukje op uit Chéri, waar Chéri zijn oudere minnares verlaat. Guido blijft die nacht wel slapen, maar sluipt ’s ochtends weg als hij denkt dat Barbara nog slaapt. 6. Verwerkingsopdrachten 6.1 Chéri van Colette Opdracht: zoek informatie over Chéri van Colette. Het veelbesproken toneelstuk en boek in ‘het Rookoffer’. Toen Sidonie Gabrielle Colette op 3 augustus 1954 te Parijs stierf, 81 jaar oud, was ze in Frankrijk een algemeen bekende en buitengewoon populaire schrijfster. Met uitzondering van haar eerste, sterk autobiografisch boeken, de zogenaamde Claudine-reeks, waarvan ze de eerste schreef onder het pseudoniem van haar toenmalige echtgenoot ‘Willy’ (zij werkelijke naam was Henri Gauthier-Vilars), de latere onder de auteursnaam Colette-Willy, heeft ze al haar werk gepubliceerd onder de naam Colette, zonder voornaam. Ze werd geboren op het Franse platteland in het dorp Saint-Sauveur-en-Puisaye. Haar leven verliep bepaald niet langs conventionele paden, maar de plek van haar jeugd bleef voor haar in overdrachtelijke zin altijd een toevluchtsoord. Ze trouwde driemaal, was naast schrijfster een tijdlang danseres in een nachtclub - naaktdanseres werd er gefluisterd, al was men het er niet over eens of ‘naakt’ sloeg op een blote schouder dan wel op een blote borst - en korte tijd dreef ze een winkeltje in zelf vervaardigde cosmetische artikelen: een totale commerciële mislukking. De officiële erkenning voor haar werk vond ze ten slotte als lid van de Belgische Academie voor Franse Taal- en letterkunde en in 1945, toen ze lid werd van de Académie Goncourt. Colette heeft een groot oeuvre op haar naam staan. Het valt grofweg te verdelen in de Claudine-boeken, romans en herinneringen, al zijn die laatste twee categorieën niet gemakkelijk scherp te scheiden. Van de romans noem ik er enkele: Chéri, La fin de Chéri, Le blé en herbe, La naissance du jour, Sido, La chatte en Gigi, het laatste zuiver verhalend werk van Colette. Daarna heeft ze geen figuren meer geschapen: ‘Boven de zeventig jaar verliest de geest de spankracht die nodig is om een figuur te scheppen… Het is tijd voor mij om daarmee op te houden,’ schrijft ze zelf. La vagabonde, L’envers du music-hall, Paris de ma fenêtre zijn voorbeelden van het genre herinneringen. Een groot aantal van haar boeken is verfilmd en Gigi werd bovendien tot onderwerp van een musical. Al spoedig wordt Colette zeer bewonderd om haar prachtige, gevoelige natuurbeschrijvingen, haar bijzondere liefde voor liefde dieren – poezen vooral - , haar uitgesproken zintuiglijke waarneming van de wereld om haar heen. Het hele werk van Colette is aan de zinnen gewijd, schrijft een van haar bewonderaars. Niet alleen bloemen of landschappen, alles heeft voor haar geur en kleur en ze laat lezers daarin delen. In La chatte lezen we : ‘Als haar zinnen geprikkeld werden, rook ze naar hout waaraan de vlammen lekten, naar berken, viooltjes…’ en elders in hetzelfde boek ‘zocht ze [Camille] in de lucht begerig naar de geur van een nauwelijks bedekt blond lichaam’. Colette neemt waar met haar lichaam, niet alleen met ogen en oren, ook en vooral met haar reuk- en tastzin: ‘…ik drukte haar blote arm, fris als de avond…’ lezen we in La naissance du jour. Een centraal thema in al haar werk is de liefde: liefde voor de natuur, voor de dieren, liefde tussen man en vrouw. In Le blé en herbe staan twee heel jonge mensen, bijna nog kinderen, op de rand van de volwassenheid. Het verhaal werd oorspronkelijk als feuilleton in een tijdschrift opgenomen, maar verwekte zoveel schandaal (en dientengevolge opzeggingen van abonnementen) wegens al te grote openhartigheid, dat de publicatie werd gestaakt. Later werd het in boekvorm uitgegeven. Zelf zei ze erover: ‘Ik wilde laten zien dat liefde niet aan leeftijd is gebonden en zich altijd op dezelfde wijze wil uitdrukken.’ In Chéri en La fin de Chéri staat de liefde centraal van een jonge man voor een oudere vrouw, een thema dat haar in zekere zin ook weer bezighoudt in La naissance du jour. Opmerkelijk is dat Colette vierenvijftig jaar oud, haar derde huwelijk aangaat met een twintig jaar jongere man. Haar diepe bewondering en liefde voor Sido, haar moeder, is een ander onderwerp dat we veelvuldig ontmoeten. Ik citeer uit La naissance du jour, half roman, half herinnering aan de moeder: ’…ik ben de dochter van een vrouw die twintigmaal tot wanhoop werd gebracht omdat ze geld voor een ander tekort kwam, die door een sneeuwstorm van deur tot deur rende en de rijken toeriep dat bij een behoeftige haard een kind was geboren, naakt, zonder luiers, in machteloze, naakte handen…Moge ik nooit vergeten dat ik de dochter ben van een vrouw […] die zelf nooit ophield te bloeien, onvermoeibaar, drie kwart eeuw lang…’ La naissance du jour staat vol van de tederste ontboezemingen gericht aan haar geliefde en onmetelijk bewonderde Sido. Vreemde tegenstrijdigheid in Colettes wezen was dat haar verhouding tot haar eigen dochter Colette de Jouvenel, kind uit haar tweede huwelijk, altijd moeilijk is gebleven. Bij de keuze tussen haar kind en het schrijverschap verleende ze het laatste de voorrag. Maurice Goudeket, haar derde man, schrijft in enigszins vage termen die duidelijk maken dat de betrekkingen tussen moeder en dochter wat stroef verliepen: ‘Als zeelkaar maandenlang niet zagen ,vonden ze dat allebei even jammer. Als ze dan weer bij elkaar waren, probeerden ze contact te vinden, wat nooit helemaal lukte.’ Overigens mogen we natuurlijk niet vergeten dat het portret van Sido in het werk van Colette zeker ook een literair motief is geweest en niet noodzakelijkerwijs helemaal overeenkomstig de werkelijkheid behoeft te zijn. Vrouwen hebben in Colette wel een voorvechtster van het feminisme gezien. Als we daarbij niet denken aan het hedendaags feminisme – elk politiek engagement lijkt Colette vreemd – heeft ze zeker haar bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van het denken over de gelijkwaardigheid van de seksen en de zelfstandigheid van de vrouw. Ze heeft zich als onafhankelijke vrouw gedragen – uitgezonderd dan de periode met ‘Willy’ – en komt geregeld terug op het thema van de aloude vijandschap tussen de man en de vrouw. Hoewel ook dit ongetwijfeld een literair motief is, ontkomt de lezer er nauwelijks aan te menen dat Colette zich af en toe in haar romanfiguren projecteert. Na twee mislukte huwelijken vindt ze rust bij een derde man die haar ouderdom heeft begeleid. In Colettes wereldbeeld is de liefde: een beetje verdriet, een beetje plezier en veel wijsheid. Sidonie Gabrielle Colette. Franse romanschrijfster (geboren Saint-Sauveur-en-Puisaye 28 januari 1873, gestorven Parijs 3 augustus 1954). Vanaf haar jeugdjaren werd zij sterk beheerst door de wilskrachtige figuur van haar moeder Sidonie (Sido in haar autobiografische romans). Het huwelijk in 1893 met de romancier en muziekcriticus Henri Gauthier-Villars (Willy) en hun vestiging te Parijs betekenden voor Colette zowel het begin van een literaire carrière als het verlies van de inspirerende contacten met haar moeder en met de natuur, die zij haar leven lang in haar – literaire – ervaringen zal terugzoeken. Wanneer haar eerste huwelijk strandt in 1906 is er eigenlijk geen sprake van literaire roem van Colette zelf. De echtscheiding inspireerde haar tot La retraite sentimentale (1907). Vanaf 1910 neemt ze de literaire directie op zich van Le Matin en ontmoet haar tweede man, Henri de Jouvenel (1912), vader van haar dochter, Bel-Gazou genoemd in enkele van haar geschriften. In de jaren 1913-1920 ontpopte Colette zich als een volwaardig journaliste. Haar artikelen uit de jaren van de Eerste Wereld Oorlog verschenen in Les heures longues (1917) en in Dans la foule (1918). De novelle Mitsou ou comment l’esprit vient aux filles (1917) vertolkt het nieuwe optimisme van Colette die nu gelooft in de mogelijkheid voor de liefhebbende mens de totale overgave van zich zelf te aanvaarden. De man komt echter steeds meer naar voren als de zwakke figuur, de eeuwige vijand die de harmonische wereld van de vrouw stoort, en daarom in haar leven slechts een marginale, niet-essentiële rol speelt. Zo heeft de eerst in feuilletonvorm verschenen roman Chéri (1920) als onderwerp de verzaking van de liefde van de reeds ouder Léa voor de jonge Chéri, daar zij inziet dat elk verzet tegen de tijd nutteloos is. De jongeman, geobsedeerd door de aftakeling van Léa, ziet slechts een uitweg in zelfmoord (La fine de Chéri;1926). 6.2 Recensies Opdracht: ga in 5 Nederlandse kranten na wie de recensies schrijven. Zoek 2 recensies van het boek dat jij hebt gelezen. Lees deze recensies met een markeerder of een pen in de hand en onderstreep die zinnen/passages die jij interessant/opvallend/leuk vindt. Schrijf tot slot een commentaar van minimaal 125 woorden, waarin je aangeeft waarmee je het wel of niet eens bent en wat je van de recensie hebt geleerd.
Recensenten: NRC Handelsblad K.L. Poll
Vrij Nederland Fons Sarneel
Trouw Boonstra
De Gelderlander dhr. Mes
Het belang van Limburg Vanheeswijck
Recensie 1
Er is een Duitse schilder, Georg Baselitz, die naam heeft gemaakt door stelselmatig alles op zijn kop te schilderen: naakten, portretten, stillevens en landschappen. Voor een keer is dat wel aardig, maar als een kunstenaar daar zijn handelsmerk van maakt en steeds opnieuw vertelt hoe bijzonder die werkwijze is, ga je je toch afvragen of het niet gewoon een maniertje is. Misschien zou zijn werk beter ondersteboven kunnen worden opgehangen zodat iedereen in een oogopslag kan zien wat het voorstelt, eventueel met een kaartje ernaast waarop gewoon, dus niet ondersteboven te lezen staat hoe het schilderij tot stand is gekomen. Tenslotte wordt een ets ook altijd in spiegelbeeld in de etsplaat gekrast, een litho idem dito op de steen getekend, en bewijzen de vele anamorfosen, trompe-l’oeilschilderijen en achterglasschilderingen dat er in het verleden vaker goocheltrucs zijn uitgehaald, echte kunstgrepen waarbij er inderdaad iets wonderbaarlijks uit de hoge hoed werd getoverd. Mammoetoplage In de novelle ‘Het rookoffer’ van Tessa de Loo, die de komende Boekenweek in een mammoetoplage van 460 duizend exemplaren wordt verspreid, bedient de schrijfster zich eveneens van een bepaald procédé, in de hoop daarmee spanning te creëren en indruk te maken. Zij gooide om te beginnen de chronologie van haar verhaal om. ‘Het rookoffer’ begint niet bij het begin, maar met de afloop, en eindigt met het begin. Daar blijft het echter niet bij: de gebeurtenissen worden zelf ook weer opgesplitst in oorzaak en gevolg, zodat een lezer die gewoon op de eerste pagina begint en dan doorleest, op allerlei passages en zinsneden stuit die pas verderop worden verklaard. Dat gebeurt heel doelbewust, maar nodig was het misschien niet. Hoe dan ook het komt af en toe over als aanstellerij. De lezer moet onwillekeurig denken aan de lichtvoetige stijloefeningen uit het gelijknamige boekje van Raymond Queneau (dat indertijd zo mooi door Rudy Kousbroek is vertaald). Toch heeft Tessa de Loo wel gevoel voor humor, zoals blijkt uit het gedrag van haar personages, maar zij gaat wel heel erg gebukt onder de angst te oppervlakkig en anekdotisch te blijven. Waarschijnlijk kan daaruit de overdreven zware constructie van het Boekenweekgeschenk worden verklaard. Op zich zelf is het overigens geen onaardig verhaal. Het is de kortstondige liefdesgeschiedenis tussen een lerares Frans in de provincie en een beeldschone 18-jarige eindexamenleerling, die haar op haar eigen terrein, de Franse literatuur, de baas blijkt te zijn. Hij wil later naar de toneelschool en draagt om zijn talent te bewijzen een paar toepasselijke passages voor uit het werk van Colette en Sartre waar zij niet van terug heeft. In plaats van dit tot hoofdthema te maken, is Tessa de Loo verder druk bezig met het betreden van platgetreden paden. Een bekrompen schoolbestuur, anonieme brieven, progressieve ouders met weinig aandacht voor hun schoolgaande zoon en een jaloerse collega: daar kijkt geen lezer meer van op. Waar die lezer zich wel over verbaast zijn de zorgeloos neergeschreven clichés, waarmee ons een dieper inzicht in de lerares wordt gegund. “Een jaar later zou ze zich, in haar rouw om het vertrek van Guido, afvragen of het een kwade geest geweest was, die hem op haar pad had gebracht, en of deze daarmee misschien de bedoeling had gehad haar te straffen voor haar jarenlange ontkenning van de tijd.” Ook het praten over “antieke meubelen” zonder enig nader stijlkenmerk te vermelden geeft mij te denken, zo niet over de smaak van de lerares Frans, dan toch over die van de schrijfster.
Recensie 2 Heel wat boeken gaan over de liefde. In de boeken die tot de literatuur behoren loopt het vaak slecht af. Loopt het goed af, dan is de kans groot dat we met pulp te maken hebben. Literatuur probeert de lezer te laten nadenken over de werkelijkheid, vandaar de nadruk op de tragiek van het bestaan: de geliefden krijgen elkaar niet. Pulp probeert de lezer een aangename droom te verschaffen, waardoor die tragiek een moment kan worden vergeten: de geliefden vallen elkaar in de armen en leven nog lang en gelukkig. In Nederland wordt zowel pulp als literatuur uitgegeven. Dat schept verplichtingen voor de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek, die jaarlijks tijdens de Boekenweek een speciaal voor de gelegenheid geschreven boekje cadeau geeft. Dit jaar heeft de Stichting met Tessa de Loo een diplomatieke keuze gedaan, want haar novelle Het rookoffer is pulp en literatuur tegelijk. Het boekje eindigt met geluk en begint met ellende, wat volgens de bovenstaande redenering tot pulp stempelt, maar eigenlijk loopt het verhaal slecht af, waardoor het toch ook tot de literatuur moet worden gerekend. Hoe dat kan? Heel eenvoudig: Tessa de Loo heeft haar verhaal achterstevoren verteld. In het eerste hoofdstuk wordt Barbara Rozemeyer door haar minnaar Guido Maenhout verlaten, in het laatste hoofdstuk wordt zij op hem verliefd. De overige hoofdstukken laten zien hoe uit dit veel belovende eind het treurige begin is voortgekomen. Het in elkaar schuiven van de episoden in deze omgekeerde chronologie is niet onverdienstelijk gedaan. Als “exercice de style” verdient Het rookoffer daarom een voldoende. Helaas heeft deze prestatie blijkbaar zoveel inspanning gevergd dat voor het verhaal zelf geen energie meer is overgebleven. Tessa de Loo heeft zich van de liefdesgeschiedenis van haar helden wel heel makkelijk afgemaakt. In haar novelle stapelden de clichés zich op, gedragen door dezelfde kleurloze, zij ’t niet geheel van pretentie gespeende stijl die mij ook al zo tegenstond in haar roman Meander. Om te beginnen is de plot één groot cliché. Het rookoffer beschrijft de tragische liefde van een lerares aan een middelbare school in het zuiden des lands voor een – achttien jaar jongere – leerling. Men mag driemaal raden welk vak Barbara Rozemeyer doceert? Inderdaad: Frans. Zoals we uit de bioscoop weten, horen liefdesrelaties tussen leraressen en leerlingen nu eenmaal net zozeer bij Frankrijk als rode wij en camembert. De rode wijn wordt trouwens ook in Het rookoffer gedronken, de camembert blijft buiten schot. Daar staat tegenover dat er op een kritiek moment wèl een plaat met chansons (al is het dan slechts van Jacques Brel) op de draaitafel belandt. Tessa de Loo beschrijft een en ander als volgt: “Aangemoedigd door meeslepende melodieën als ‘Brussel was toen nog…’ en ‘O Mariken, Mariken…’ gaven ze zich over aan de liefde; Guido, in zijn overwinningsroes, wild en heethoofdig, Barbara met een wanhopige gretigheid alsof het de laatste keer was.” Over de aard van hun relatie hoeft niemand zich na zo’n alinea nog illusies te maken. Men kan Tessa de Loo veel verwijten, maar niet dat zij haar lezers ooit in het ongewissen laat. Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van Barbara en dat is jammer, want uit niets blijkt dat deze Barbara onze aandacht waard zou zijn. Zij wordt neergezet als een tamelijk kleurloos, conventioneel wezen, dat zich kleedt “als een Parisienne” omdat ze meent dat dit vaan een lerares Frans wordt verwacht. Zij is gescheiden, naar een huwelijk “waarin het weliswaar nooit stormde, maar waarin ook nooit de zon scheen”. Een andere, al even sprankelende metafoor is verwerkt in de mededeling dat zij “in feite nog maagd was op het gebied van de liefde”. Verrassender is de verwijzing naar haar “gevoel voor humor” (waarvan echter in Het rookoffer geen gebruik is gemaakt) en men zou zelfs een poging tot diepzinnigheid kunnen zien in de verzekering dat Barbara tot aan haar kennismaking met Guido “de luxe van een minimaal tijdsbesef” had genoten. Guido lijkt een iets interessanter personage, dank zij de merkwaardige gewoonte zijn gevoelens bij voorkeur te uiten via korte toneelstukjes waarin hij zelf alle rollen speelt. Dat zou een paar intrigerende scènes hebben kunnen opleveren, als Tessa de Loo niet steeds onmiddellijk na afloop met toelichting en explicatie was gekomen. Nu illustreren de toneelstukjes alleen wat we al wisten, namelijk dat Guido iet ten onrechte na zijn eindexamen naar de toneelschool zal verdwijnen. Een gegeven dat al bij voorbaar een doem zonder enige werpt op zijn verhouding met Barbara. Het verlies van haar geliefde is echter niet de enige ramp die Barbara overkomt. Zij raakt ook nog haar baan kwijt, doordat een jaloerse collega (die zonder enige subtiliteit wordt afgeschilderd als een weerzinwekkend varken) tijdens een lerarenvergadering de affaire met Guido ter tafel brengt. Het is kortom een en al ellende, precies zoals het op de achterflap staat aangekondigd. Daar kan men lezen: “Besport, verraden en in de steek gelaten is het de vrouw die ten slotte moet boeten.” Toen ik dit voor het eerst las dacht ik even met een parodie van doen te hebben, maar nu ik Het rookoffer uit heb weet ik dat het allemaal bloedserieus is bedoeld. Waar het Tessa de Loo ten enenmale aan ontbreekt, is humor, fantasie en een tikje perversie: kwaliteiten die daarentegen volop aanwezig zijn in “het alternatieve Boekenweekgeschenk” dat Hugo Brandt Cortius onder het Pseudoniem Dolf Cohen heeft geschreven voor de Bijenkorf. In Liegen, loog, gelogen vertelt de 83-jarige Cohen over een enerverende tocht door de binnenlanden van Marokko in het gezelschap van de actrice Olga Zuiderhoek. Er vindt een ontmoeting plaats van Willen Aantjes (wat een verrassende onthulling oplevert) en het gezelschap wordt middenin de woestijn gegijzeld. Maar dat is lang niet alles waarmee dit kleine boekje volstaat. Roddel, kolder en venijn buitelen vrolijk over elkaar heen in een niet te ontwarren melange. Het verhaal Liegen, loog, gelogen (dat zijn titel alle eer aan doet) lijkt in niets op pulp, maar heeft veel weg van literatuur. Daarvan demonstreert het in elk geval van begin tot eind een der voornaamste verdiensten. Want zoals Brandt Cortius het ergens zelf uitdrukt: “Een waarheid kan iedereen zelf verzonnen hebben, een leugen niet.” Tessa de Loo moest tijdens de Boekenweek maar eens gaan winkelen in de Bijenkorf. Commentaar Wat heel duidelijk is in deze twee recensies, is dat ze het over het algemeen een slecht boek vinden. Wat ze zeggen over het verhaal ben ik het wel mee eens, het is niet echt origineel. En inderdaad: er zitten veel clichés in. De relatie tussen een lerares en leerling is niet echt iets nieuws voor ons als lezers. Maar daarentegen is juist de chronologie die in dit boek gekozen is iets totaal verrassends, ik moest er wel even aan wennen, maar daarna vond ik het juist wel leuk. Ik vond het inderdaad wel jammer dat ik niet echt in de personage van Barbara kon kruipen, en ik ben ook wel van mening dat als ze Guido als perspectief had gekozen, dat dat leuker was geweest. Wat ik eigenlijk ook wel jammer vond, was dat er alleen naar hun twee gekeken, ze ging verder er niet op in, wat voor een leraar Beverman was. Niet voldoende in ieder geval. Wat ze ook had kunnen doen, was de ouders van Guido een belangrijkere rol laten spelen. Ik denk als ze dat ook had gedaan, dat je zelf veel beter in de personages. Over het algemeen ben ik het dus wel met de recensenten eens. Een echt heel bijzonder boek is het niet. Aantal woorden: 211 7. Eindoordeel Het taalgebruik in dit boek is makkelijk. Het is een dun boekje, en je hebt het zo uit. Je leest er makkelijk door heen. Er staan ook geen moeilijke woorden in het boek. Wat ik heel leuk vond, was de chronologie, omdat het precies omgekeerd was. Dit was wel even wennen, maar dat duurde niet zo lang. Dat vond ik dus wel leuk in het boek. Maar doordat het een best dun boekje was, kwam je weinig te weten over de personages zelf, je krijgt alleen de informatie die echt nodig is en meer niet. Dat vind ik zelf jammer, want dan wordt het lastiger om een beeld bij de personen te krijgen. Als ze dat wel had gedaan, ben ik van mening dat je je veel meer kunt inleven in de personages. Dit ontbrak in dit boek een beetje. Maar doordat het boek op een school afspeelt, en Guido ongeveer van onze leeftijd is, ga je je toch een beeld vormen. Op het einde van het boek moest ik ook mezelf betrappen op het feit, dat ik voor Barbara mijn lerares Frans van vorig jaar voor ogen had. Zij was een nog niet zo oud, en daarom deed ik dat in gedachten waarschijnlijk. Dus ik had eigenlijk wel bepaalde personen voor ogen, maar je weet weinig over de karakters van de hoofdpersonen. De gebeurtenissen waren helaas niet echt bijzonder. Het is niet echt een origineel verhaal. De relatie tussen een lerares en een leerling is al een onderwerp waar wat meer over is geschreven. Dit vind ik jammer aan een verhaal, want je wordt niet echt meer verrast over het onderwerp.

REACTIES

S.

S.

Ik vind het verslag heel goed
maar ik heb de zelfde uitgave voor mijn neus en het boek heeft geen 67 maar 92 bladzijden. Dat was het.

14 jaar geleden

R.

R.

Hoi Astrid,

Bedank voor je uittreksel, hij was erg duidelijk.

Liefs Robby

21 jaar geleden

R.

R.

Duidelijke samenvatting. Bedankt!

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het rookoffer door Tessa de Loo"