Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Het mirakel door Harry Mulisch

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
Boekcover Het mirakel
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 1772 woorden
  • 5 mei 2003
  • 32 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
32 keer beoordeeld

Boekcover Het mirakel
Shadow
Het mirakel door Harry Mulisch
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel: Het Mirakel
Auteur: Harry Mulisch
Jaar v. uitg: 1956 Samenvatting: De hoofdpersoon is de heer Tiennoppen, een man van ongeveer 35 jaar. Er spoken twee personen door de heer Tiennoppen zijn hoofd, namelijk de persoon de goede heer Tiennoppen en de heer Tiennoppen met vreemde gedachten die soms moorddadig zijn. Zijn vrouw is ongeveer van dezelfde leeftijd maar heeft geen rare gedachten zoals de heer Tiennoppen wel heeft. De verhouding tussen de heer Tiennoppen en zijn vrouw is slecht, soms wil hij haar vermoorden. Andere personen komen in dit boek wel voor maar dit zijn allemaal voorbijgangers en onbekenden, deze spelen dus een kleine rol. In het eerste hoofdstuk is Tiennoppen nog de aardige persoon zonder echt rare ideeën, hij wil bijvoorbeeld de stad helpen als hij een kadaver op de weg ziet, maar dit wordt juist door niemand gewaardeerd. Uiteindelijk knapt Tiennoppen dit zelf op en hij laat het kadaver op zijn kosten weghalen! In de andere hoofdstukken doet hij dingen zoals een melkfabriek in brandsteken (wat je dus niet van hem zou verwachtten omdat hij eerst juist de stad wou opruimen) en later laat hij de stad vol strooien met bloemen. Dat doet hij zodat iedereen blij is. In latere hoofdstukken beginnen dan ook zijn vreemde gedachten over mensen, dood en eenzaamheid. Ook vermoordt hij zijn buurman, overrijdt een bromfietser en licht mensen op door te zeggen dat een prins zou arriveren, terwijl dit niet zo was. Alles wat de heer Tiennoppen veroorzaakt lijkt hem niet te interesseren. Tiennoppen komt overal op voor het individu. In het laatste verhaal wordt hij door niemand meer herkend als de heer Tiennoppen, maar als iemand anders. Dit komt doordat hij op het kerkhof de geest van iemand anders krijgt, maar Tiennoppen weet hier geen raad mee. Als hij zijn vrouw bijvoorbeeld goed wil behandelen, doet zijn geest dit niet, die scheldt zijn vrouw dan uit en Tiennoppen kan hier niets aan doen (denkt hij). Uiteindelijk gaat hij weg bij zijn vrouw en ontmoet haar dan weer op het eind op het politiebureau. Hier komt hij terecht doordat de politie hem ziet op straat en hem herkent als ene Franken. Zijn vrouw moet hem dan identificeren, maar zij herkent hem ook niet meer. Dit is een vreemde gewaarwording voor de heer Tiennoppen. Voor alles wat hij veroorzaakt heeft hij wel zijn redenen: protest tegen de stad, protest tegen het onophoudelijke rumoer en protest tegen de onbekendheid van de stedelingen. Thema en motieven: Het thema is omgaan met de dood. De motieven zijn:  Als Tiennoppen een kadaver ziet liggen, en niemand bekommert zich erover, beld hij de gemeente om te vragen of zij het willen opruimen, en als ze dat niet doen, dan betaald hij het zelf maar.  Iedereen is vrolijk en fluit, dus zet hij de melkfabriek in de brand, en dan kan hij ook een keer fluiten.  Als Tiennoppen in de zon staat voor het gemeentehuis, en er vraagt een man wat er te zien is en hij zegt dat de er een belangrijk man is, dan komt de hele buurt kijken, inclusief de fanfare.
Symboliek: Alles in het boek heeft met de dood te maken, en dat blijkt aan het eind ook, als hij een dood iemand is, maar hij leeft nog wel. Tijd: De verteltijd is 143 bladzijden, en de vertelde tijd is ongeveer 3 maanden denk ik. Door het boek heen lezende wordt je er niet veel wijzer uit hoelang de vertelde tijd ongeveer duurt. Ruimte: Alles speelt zich af in de plaats waar de Heer Tiennoppen woont. Alle gebeurtenissen die worden beschreven in het verhaal, zijn in, bij of vlak naast de woning de Tiennoppen. Personages: Het leuke van alle verhalen is dat het maar om één persoon draait, zo leer je de persoon zelf echt kennen en ook zijn ideeën. Dit is toch wel kenmerkend, omdat hij alleen de persoon is die je leert kennen. Menneer Tiennoppen is een man die veel met de dood bezig is, en zelfs bezig is met de dood van zijn vrouw, en hij slaat ook zijn beste vriend in elkaar. Soms krijg je het idee dat hij gewoon ontzettend gestoord is. Vertelperspectief: Het vertel perspectief is eigenlijk helemaal chronologisch. Er worden wel flashbacks opgehaald, met hoe het vroeger was, en hoe het nu is.
Informatie over de schrijver: Harry Mulisch, Geboren: 29 juli 1927, Nederlands schrijver van Tsjechisch-Hongaars-Oostenrijkse
afkomst. Genres: Poëzie, roman, novelle, kort verhaal, toneel, esssay, autobiografie, reisverslag, reportage
Bijzonderheid: Is volgens eigen zeggen schrijver geworden omdat hij in juli jarig is. Dan is iedereen met vakantie en kun je nooit trakteren op school. Uit frustratie trakteert hij nu op boeken. Citaat: 'Schrijvers zijn extreme, egocentrische, onuitstaanbare mensen. Allemaal. Ik ken er wel een paar, hoor, een paar zijn ook wel mijn vrienden, maar niet omdat ze schrijver zijn: omdat ze andere kwaliteiten hebben. Maar bij voorkeur zoek ik mijn vrienden niet onder schrijvers.' (Het Parool, 5-9-1992). Voor nog meer informatie, kijk bij eerder gemaakt verslag van “Twee Vrouwen”. Recensie: Schrijver: Mulisch, Harry
Titel: Mirakel, Het: episodes van troost en liederlijkheid uit het leven van de heer Tiennoppen
Jaar van uitgave: 1955
Bron: De Volkskrant
Publicatiedatum: 25-02-1956
Recensent: Gabriël Smit
Recensietitel: Bundel wonderlijk fantastische verhalen: Harry Mulisch worstelt in het mirakel met de stad
De jonge schrijver Harry Mulisch is een wonderlijk fantast. Zijn eerste boek "Archibald Strohalm" - in 1951 bekroont met de Reina Prinsen Geerlingsprijs - onderscheidde zich al dadelijk door een heel eigen mengsel van grillige verbeelding en niet minder grillige werkelijkheid. Zijn latere, sterke novellebundel "Chantage op het leven" vertoonde dezelfde karakteristiek; zijn roman "De diamant" - overigens ook minder geslaagd - viel uit de toon. Maar onlangs verscheen HET MIRAKEL, een bundel korte verhalen, waarin men Harry Mulisch wellicht het meest volledig tegenwoordig vindt, het beste dat totnogtoe van hem verscheen. De bundel bevat veertien korte vertelsels over een man die worstelt met een werkelijkheid, die steeds meer het leven van de moderne mens beheersen gaat: De stad. Hoe verschillend de veertien verhalen ook mogen zijn, zij hebben dezelfde man tot hoofdpersoon en worden eigenlijk door een zelfde thematiek verbonden: De heer Tiennoppen, een keurig stedeling, een wat plechtig en stijf uitziende burger met vrouw en kind, belichaamt telkens een aspect van het stadsleven. Hij is daarin geen gewone man, want hij doet zeer ongewone dingen: steekt een melkfabriek in brand, laat auto's in een gracht verzinken, tovert straten met bloemen, verandert onophoudelijk van gestalte zodat ieder hem voor een ander houdt, kortom, hij is een figuur die het mengsel van fantasie en werkelijkheid vertoont dat voortdurend bij Mulisch op de voorgrond treedt. Waarom? De man die woedend de melkfabriek in brand steekt is een protest tegen het ononderbroken stadsrumoer; de man die straten met bloemen tovert is een protest tegen de steenwoestijn van de stad; de man die voortdurend van gestalte veranderd is een protest tegen de anonimiteit van het stadsleven, en zo meer. Mulisch vertelt dus geen gewone realistische verhaaltjes, hij vertelt sprookjes, beter nog: gelijkenissen. Zou Mulisch dus een modern zedenmeester zijn? Een kunstenaar met een boodschap? Zelfontdekking Dergelijke omschrijvingen schenen mij weinig met Mulisch zelf in overeenstemming. Daarom besloot ik er hem eens naar te vragen. Nee, zei hij al dadelijk, voor kunst met een uitdrukkelijke boodschap voel ik niets. Kunst is een vorm van zelfontdekking. Als je een verhaal begint te schrijven heb je een ongeschreven blad papier voor je; dat blad papier ben je zelf. Je ontdekt jezelf, je verwerkelijkt jezelf aan de gestalten die je schept. Wanneer je die gestalten opzettelijk een soort boodschap meegeeft, bederf je het verhaal. Dit betekent niet, dat het verhaal geen bedoeling zou hebben, maar de schrijver zelf behoeft die bedoeling niet te weten. Bij wijze van spreken: de schrijver zelf is er niet bij. Je bedoelt, antwoordde ik, iets als Jaques Bloem van de poëzie heeft gezegd: Dichten en afleren. De kunstenaar dus als creatief medium. Hij moet alles afleren, weglaten wat hem niet door het kunstwerk zelf wordt opgelegd. Zijn kunstwerk bloeit als een bloem in hem op; hij heeft niets anders te doen dan die bloem te plukken. Maar - zoals Mulisch al zei - dit betekent natuurlijk niet, dat zijn kunstwerk geen betekenis zou hebben. En Mulisch begrijpt ook wel, dat de stad in zijn denken, zijn werk een belangrijke rol speelt. Hoe hij eigenlijk de stad ziet, vraag ik hem. - Kijk, antwoordt hij, het is met de stad eigenlijk wonderlijk gegaan. Ik zie dat zo. De mensen hebben hun eerste steden gebouwd om zich te beschermen tegen de natuur, als een afbakening, beveiliging tegen het oergeweld rondom. Maar toen de steden steeds groter werden en ook meer open kwamen te liggen, kwam het gevaar dat vroeger buitengesloten was, weer binnen. Vandaar dat men in de achttiende eeuw de leuze "Terug naar de natuur" aanhief, want toen was het daar weer veiliger. - En nu? vraag ik. - De wereld wordt langzamerhand één stad en de gevaren, waartegen de stad oorspronkelijk moest beschermen, nemen dus binnen de stad ook toe. Denk maar eens aan, als wat je de laatste tijd hebt kunnen lezen over de verwildering van de Amerikaanse stadsjeugd, en die niet alleen. - En hoe zal de mens dat oergeweld in de stad kunnen afbakenen? - Door een stad te bouwen binnen de stad. Een stad kun je ook zien als een levensbeschouwing, een bepaalde ordening. Telkens opnieuw wordt die bedreigd, telkens opnieuw moeten we bouwen. Wanneer ik hem goed begrepen heb, is zijn bundel "Mirakel" een dergelijke poging tot "geestelijke stadsvorming". Dat wil zeggen, in de wonderlijke, half legendarische figuur van de heer Van Tiennoppen heeft Mulisch zich een gestalte geschapen waarin de onbestemde angst voor het oergeweld van de wereldstad vorm kreeg, dus in zekere zin, "stad" werd. Zo is zijn zelfverwerkelijking vooral ook het scheppen van een zekere orde, die hij op zichzelf verovert. Hoe dan ook: in "Mirakel" is het hem voortreffelijk gelukt. Uiteraard zijn niet alle verhalen even sterk, er zijn er ook een paar, die er eigenlijk niet bijhoren, maar over het geheel genomen is het een ongemeen stek boekje. Binnenkort - heeft hij mij ook nog verteld - komt een bundel met grote verhalen uit: "De versierde mens". Kijk er naar uit. Mulisch is een der begaafdste jonge prozaïsten, een kunstenaar met een gevoelige verbeelding en een uitermate lenige uitbeeldingskracht. Al voelt hij dan ook niets voor "kunst met een boodschap", zijn werk heeft wel degelijk een bedoeling: zij geeft op geheel eigen wijze vorm aan het bedreigde leven van de moderne stedeling en aan de wijze, waarop diens hart telkens weer aan die bedreiging poogt te ontkomen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het mirakel door Harry Mulisch"