1. Noteer de naam van de schrijver en de titel van het boek. Vertel ook wanneer het boek voor het eerst verschenen is.
Het boek heet Het leven is vurrukkulluk en is geschreven door Remco Campert. Het boek is voor het eerst verschenen in 1961.

2. Geef aan waarom je dit boek hebt gekozen? Waarom trok je juist dit boek uit de kast, wat sprak je aan in de beschrijving die een vriend(in) of je de docent gaf?
Ik heb dit boek gekozen omdat het aangeraden werd door mevrouw Van Elzen omdat het centraal stond bij Nederland Leest. Verder had ik al een keer eerder een boek van Remco Campert gelezen en dat was me goed bevallen.


3. Probeer in tien tot vijftien regels samen te vatten wat volgens jou de kern is van het boek.
Het boek gaat over het leven van jongeren, Mees, Boelie en Panda, die leven in de jaren vijftig. In het boek maak je één dag mee uit het verrukkelijke leven van die jongeren. De jongeren maken op deze dag allemaal indrukwekkende dingen mee, die het leven eigenlijk verrukkelijk zouden moeten maken. Toch is dit niet helemaal het geval. Ondanks dat ze feesten zijn ze niet helemaal gelukkig. Het zou misschien zo kunnen zijn dat ze deze dingen (feesten, drinken, seks) doen, om aan hun ongelukkigheden en problemen te ontsnappen. Ook beroven ze iemand omdat ze zich aan hem ergeren. Deze jongeren zitten ook vol met hormonen en hebben seks met elkaar. Dit zijn wel dingen die jongeren doen om er misschien bij te horen en ik vind dan ook dat de schrijver zich goed heeft verplaatst in jongeren hoewel het wel overdreven is natuurlijk. Het moraal is dus denk ik dat het leven van anderen soms goed lijkt, terwijl dit niet het geval is.

4. De meeste literaire romans kennen open plekken. Als lezer kom je niet (direct) te weten waarom dingen gebeuren, personages op een bepaalde manier handelen, kortom, een roman roept vragen op. Formuleer tenminste drie van deze ‘hamvragen’ probeer ze beargumenteerd te beantwoorden met behulp van het begrippenapparaat (personages, thema/motieven, perspectief, ruimte, tijd, spanning, opbouw etc) en voorbeelden uit het boek.
Waarom gaat de grijsaard juist Mees, Boelie en Panda achterna en niet een van de andere jongeren in het Vondelpark?
Ze betaalden zijn drankje en daardoor dacht de grijsaard waarschijnlijk dat ze bevriend met hem wilden raken. De jongeren ergerden zich echter aan hem en beroven hem.

Hoe oud zijn Boelie en Mees?
Nergens in het boek wordt de precieze leeftijd van ze genoemd. Ik denk dat ze tussen de 18 en 23 zijn.
Zullen de grijsaard en de jongen, Tjeerd, het geld terug vinden?
Ik denk niet dat het geld van de roof niet teruggevonden wordt. De grijsaard stopt met zoeken als hij bij Rosa langs gaat, maar Tjeerd gaat verder. Hij komt nog bij het huis van Mees en Boelie, maar verder wordt hij niet meer genoemd in het verhaal.

5. Geef een titelverklaring van het boek. Hierbij kun je gebruik maken van een uittreksel of een verslag op internet, maar noteer dan altijd de bron en zet het af tegen je eigen ideeën en meningen. Misschien ben je het niet eens met een uitleg die in de secundaire literatuur gegeven wordt. Dat kan, maar leg uit waarom!
Het gaat over het leven dat op het eerste oog goed lijkt te zijn, maar er zijn nog bij iedereen verborgen problemen. De titel is dus een beetje cynisch bedoeld.


6. Geef een beschrijving van hoofdpersonage(s) (karakter, uiterlijke kenmerken) Welke ontwikkeling maakt deze door? Wat is jouw mening over dit personage? (In hoeverre deel je zijn levensopvatting, visie, kun je je inleven, begrijp je zijn keuzes / handelwijze?
Boelie
Is een verlegen jongen, die bevriend is met Mees. Ook heeft hij weinig ervaring met vrouwen.

Mees
Heeft in tegenstelling tot Boelie veel ervaring met vrouwen en probeert ook Panda te versieren. Hij speelt graag de baas en is zelfs een beetje arrogant.

Panda
Is een jonger meisje die met Mees en Boelie omgaat. Ze is erg egoïstisch en brutaal. Ze belandt uiteindelijk met Mees in bed.

7. Werk het thema van deze roman uit. Als je gebruik maakt van secundaire literatuur, geef dan zelf aan of je het met deze interpretatie eens bent. Het gaat niet om goed / fout, het gaat om de argumentatie!
Het leven van jonge mensen in de jaren ’50. Campert geeft het meest de sfeer weer rond die tijd en hoe men met elkaar omging. Dat vormt samen een lang verhaal. Hij wil laten zien dat het leven heerlijk lijkt maar dat eigenlijk helemaal niet is, iedereen maakt soms verrukkelijke dingen mee maar dat is meestal voor korte duur. Dat dit zijn bedoeling is, blijkt ook uit het motto vóór het boek, dat bestaat uit 3 regels uit het gedicht Het Tuinfeest van M.Nijhoff.
http://www.scholieren.com/boekverslagen/11453
Ik ben het wel eens met deze interpretatie zoals ook blijkt uit de rest van mijn verslag.



8. Plaats het boek in de maatschappelijke literaire context. Het boek is in een bepaalde tijd geschreven. Leg uit hoe het boek in deze tijd past (denk aan politieke gebeurtenissen, maatschappelijke ontwikkelingen, gebeurtenissen die typerend zijn voor een bepaalde tijd etc.). Vaak past een boek in een literaire stroming of in een genre. Geef aan op welke manier dat voor jouw boek geldt en wat je daarvan vindt.
Het verhaal speelt zich af in de jaren 50 in is erg taboedoorbrekend. Er komt veel seks in voor en dat was voor die tijd ondenkbaar. Hoewel er in de jaren 60 een soort van seksrevolutie was ging Campert nog wel erg ver. Ik denk dat dit een psychologische roman is.

9. Keuze-opdracht: Kies een opdracht die past bij het boek. Deze opdracht mag je zelf formuleren, je mag ook hulp vragen aan de docent. Denk bij deze opdracht aan het verder uitdiepen van personages, het uitwerken van bepaalde literaire begrippen, zoals ruimte, perspectief, aan het maken van een vergelijking tussen meerdere romans, het herschrijven van een eind, het schrijven van een gedicht, zoek 2 recensies en vergelijk die meningen met die van jou etc. Wat je ook kiest, het moet een meerwaarde hebben voor je boekverslag!
Ik heb het boek liefdesschijnbewegingen gelezen en dat boek wil ik vergelijken met ‘Het leven is vurrukkulluk’.
Liefdesschijnbewegingen en Het leven is vurrukkulluk zijn beide geschreven door Remco Campert. Campert hoort bij de stroming ‘de vijftigers’.
Uit beide boeken blijkt dat Campert graag met taal experimenteert. Ook komt in beide boeken veel seks en liefde voor. De verhalen komen niet echt overeen, maar dat is ook logisch. Wel kun je het handelen van de personages vergelijken, omdat ze in beide boeken op intuïtie handelen en ongeveer dezelfde leeftijd hebben. Ook zitten er in beiden boeken een paar flashbacks.

10. Eindoordeel: geef beargumenteerd jouw mening over het boek. Gebruik voorbeelden uit het verhaal en betrek daarbij de volgende aspecten:
a. spanning; denk daarbij aan inlevingsvermogen, open plekken, onverwachte wendingenetc.
Er zit niet heel veel spanning in het verhaal, alleen het moment dat ze de grijsaard beroven kwam voor mij wel erg onverwacht.

b. structuur; wat vind je van de opbouw, zaten er tijdssprongen of
perspectiefwisselingen in, vond je dat makkelijk of moeilijk te lezen?
Er zitten niet veel tijdssprongen in, omdat het zich in één dag afspeelt, er zitten wel een paar flashbacks in maar desondanks is het zeer eenvoudig te lezen.

c. handelen/keuzes personages/identificatie: wat vind je van personages en hun keuzes. Kun je je inleven in hen, waarom wel/niet, vind je dat prettig?

Ik kan me wel inleven in de keuzes van de personages, omdat ik zelf ook jong ben. Maar het is wel een beetje overdreven.

d. morele argumenten; kun je je vinden in de normen en waarden van de personages, waarom wel/niet, leg uit.
Ik kan me niet vinden in de normen en waarden van de personages, omdat ze bijvoorbeeld de grijsaard beroven. Dit past niet bij mijn normen en waarden.

e. stijl/taalgebruik; leest deze stijl prettig of niet? Hoe zou je het beschrijven? Vernieuwend? Alledaags?
Deze stijl leest wel prettig maar ik vind soms dat er vreemde woorden in worden gebruikt. Zoals bijvoorbeeld Engelse woorden die Nederlands worden geschreven.

f. vernieuwing; brengt het boek jou iets nieuws? Zet het je aan het denken?
Het boek brengt mij wel iets nieuws want nu weet ik iets meer over hoe het leven er in die tijd uitzag. Dat wist ik voorheen nog niet. Het zet me niet echt aan het denken.

g. intentie van de auteur; wat wil de schrijver volgens jou bereiken en is hij daarin geslaagd? ( denk bv aan vermaak, het geven van een boodschap)
De schrijver wil vooral vermaken en daarin is hij wel geslaagd.

11. Stop een samenvatting van het boek bij je verslag. Maak deze zelf of haal hem van het internet. Zet dan wel de bron erbij.
'Het leven is vurrukkulluk', zei Panda. 'Jaah', beaamde Mees met een zucht.
Mees en Boelie wandelen op zondagmorgen door een park in Amsterdam, waar Mees het vijftienjarige schoolmeisje Panda oppikt. Gedrieën slenteren ze wat rond, kijken naar de eenden en kopen een ijsje. Een nieuwsgierige grijsaard volgt hen naar een uitspanning, waar ze zitten om een biertje te drinken. Panda gaat naar een openbaar toilet, waar ze een woordenwisseling heeft met Rosa Overbeek, De oude dame die daar toezicht houdt.

Intussen gaat de grijsaard, ondanks zijn smalende opmerkingen aan het adres van de moderne jeugd, bij Mees en Boelie zitten. De jongelui besluiten naar het huis van Mees te gaan dat vlak bij het park ligt. De grijsaard wil hen ook daarheen volgen, maar ze slaan hem eensgezind neer. Terwijl hij bewusteloos in het gras ligt, berooft Panda hem van de tweehonderd gulden die hij in zijn schoen verborgen hield. 'Heb je zo'n pijn aan je voeten, opa?' riep ze zorgzaam uit, ten behoeve van de tot tranen toe geroerde voorbijgangers, 'Verdomd', zei Panda en haalde twee biljetten van honderd uit opa's linkerschoen. Met een snel gebaar stopte ze het geld tussen haar borstjes. Thuis aangekomen maakt Mees aanstalten Panda te versieren, die daar geen bezwaar tegen heeft. Om van Boelie af te komen, herinnert Mees hem aan een afspraak die hij in hotel Asiatique met een journalist heeft. Nauwelijks is Boelie vertrokken, of Mees en Panda gaan uitgebreid met elkaar naar bed. In dit hoofdstuk krijgen we een terugblik op de eenzame jeugd van Mees, zijn ervaringen als pianist in kroegen en zijn mislukte pogingen om een liefdesrelatie op te bouwen.
Boelie wordt intussen geïnterviewd door de journalist Ernst-Jan Zoon, die Boelie na afloop vertelt dat hij zijn vrouw, Etta, er van verdenkt een minnaar te hebben. Hij vraagt Boelie uit te zoeken of zijn vermoeden juist is. Samen gaan ze naar het huis van Ernst-Jan en Etta, waar Ernst-Jan naar een uitzending van een voetbalwedstrijd (Nederland-België) gaat luisteren, terwijl Boelie Etta gezelschap houdt in de tuin. Voornamelijk om een eind te maken aan zijn innerlijke onzekerheid besluit Boelie om Etta te verleiden. Samen gaan ze het huis van de buren in, die een autoritje aan het maken zijn, maar ze worden verrast door hun onverwachte terugkomst, Boelie redt hun uit hun benarde situatie door een verzinsel over gaslucht.
Intussen is de grijsaard in het park bijgekomen en hij merkt tot zijn schrik dat zijn geld weg is. Tjeerd Overbeek, die alles heeft gezien, biedt de oude man aan de drie jongelui op te sporen. Eerst wantrouwt de grijsaard hem, maar tenslotte neemt hij Tjeerds aanbod aan. Tjeerd neemt de grijsaard, die Kees blijkt te heten, mee naar zijn oudtante Rosa Overbeek, de juffrouw van het openbaar toilet, die mogelijk goede adviezen kan geven over wat ze kunnen doen. De grijsaard ontdekt dat Rosa een schoolvriendinnetje van hem is geweest. Tjeerd ziet dat hij overbodig is geworden, omdat de twee oude mensen helemaal in elkaar opgaan en Kees is de belangstelling voor het verloren geld heeft verloren.
Mees en Panda besluiten een feest te geven van het geld waarvan ze de grijsaard beroofd hebben. Met dat doel gaan ze naar de drankwinkel van Jens. Terwijl 's avonds het feest in het huis van Mees en Boelie in volle gang is, de muziek dendert en glaswerk sneuvelt, komt Tjeerd Overbeek aanlopen en blijft voor het hek staan, niet goed wetend wat te beginnen. Tegen zijn zin in, wordt hij door een dronken feestganger naar binnen geloodst, verdwaasd door de ongelooflijke chaos in een wereld die hem totaal vreemd is. Etta, die stomdronken is, maakt een scène met haar man en laat zich door Boelie naar een bed in de zolderkamer leiden. Panda wordt door Jens in zijn auto naar huis gebracht. Mees kijkt toe hoe een jongen, een paraplu als valscherm gebruikend, uit het zolderraam de tuin in springt en statig naar beneden zweeft. Op dat ogenblik voelt Mees een ongekend gevoel van geluk door zijn lichaam stromen.