A. Samenvatting De hoofdpersoon van de drie verhalen waaruit het boek bestaat, is een meisje van ongeveer 14 jaar wiens naam niet in het boek voorkomt. Het meisje woont met haar broer Axel, haar kleine zusje Edie en haar moeder in één huis. Ze heeft ook nog een oudere zus, Bonnie, die op zichzelf woont. Haar vader is jaren geleden vertrokken en haar moeder haalt steeds andere mannen in huis. In het eerste verhaal zit de familie in de auto. Ze zijn op weg naar Bonnie. Axel zit aan het stuur, Edie zit voorin en het meisje zit ingeklemd tussen haar moeder en Bordzek, de Poolse vriend van moeder. Dan stopt Axel ineens. Hij is woedend. Op Bordzek, maar ook op zijn moeder die deze vriend in huis heeft gehaald. Het meisje en het zusje Edie denken wel dat ze weten waarom Axel zo boos is. Het heeft te maken met de geluiden die zij ‘s nachts horen. Bordzek gaat dan naar Axel toe, heel zachtjes. Moeder blijkt niet te willen geloven wat Axel haar zegt en wil haar vriend niet de deur uitzetten. Aan het eind van het verhaal rijden ze weer verder naar Bonnie, nu met moeder aan het stuur. Dan zegt de kleine Edie, die bijna nooit praat: ‘Bordzek klopt altijd zeven keer op je deur, hè Axel?’ Het lijkt erop dat het dan tot moeder doordringt wat er ’s nachts met haar zoon gebeurt. In het tweede verhaal is de oma van het meisje overleden. Zij woonde samen met een man, Skip de Bootsman, die voor haar zorgde. Het gezin erft het geld en de spulletjes van oma op voorwaarde dat ook Skip de Bootsman voorlopig bij hen in kan trekken. Het meisje hoopt tegen beter weten in dat er een leuke man bij hen in huis komt die een soort vaderfiguur voor haar en haar broer en zusje wordt. Het meisje en haar moeder gaan hem van de trein halen. Ook moeder hoopt dat het een leuke man zal zijn. Het blijkt echter dat Bootsman een oude, half demente man is in een rolstoel, en hij heeft ook nog een stinkende luie hond. Moeder is erg teleurgesteld en het meisje moet de rolstoel naar huis duwen. Ze nemen Bootsman toch in naar hun huis en gaan voor hem zorgen. ‘Hij blijft niet lang hoor, moeder!’, spreekt het meisje haar moeder bemoedigend toe. In het derde verhaal is Axel, de broer van het meisje, uit huis gegaan omdat hij weer ruzie had met een andere vriend van zijn moeder. Na een ruzie, waarbij Axel die vriend tegen de grond heeft geslagen is hij vertrokken. Hij woont nu samen met zijn vriend Mortimer in Charlestown. De oudste zus Bonnie komt nu voor het meisje, voor Edie en voor Bootsman zorgen als moeder er weer eens niet is. Hun leventje gaat gewoon verder. Het meisje mist haar broer heel erg. In haar fantasie mist Axel hen ook erg en heeft hij alleen nog maar de goede herinneringen aan hen over gehouden. Ze gaat Axel een brief schrijven, en fantaseert dan zo over hem dat het lijkt alsof hij naast haar zit. Eigenlijk is hij heel de dag bij haar, bij alles wat ze doet. Maar hij zegt tegen haar: ‘Je bent lief zus, maar als ik moet kiezen blijf ik bij Mortimer.’ B. Analyse 1. Noem de titel en de auteur van het boek, vermeld de uitgever en het jaar van de eerste druk. Leg daarnaast uit wat de betekenis van de titel is. Titel: Het is de liefde die we niet begrijpen

Auteur: Bart Moeyaert
Uitgever: Querido
Jaar: 1999
Titelverklaring
De schrijver van het boek heeft de titel ‘het is de liefde die we niet begrijpen’ volgens mij gekozen omdat de hoofdpersoon van het boek en haar broer Axel, niet kunnen begrijpen waarom haar moeder altijd verliefd wordt op de verkeerde mannen. Daardoor komt hun gezin namelijk altijd in de problemen. Vermeld indien mogelijk binnen welke stroming het boek past en noem de kenmerken hiervan. Moderne Vlaamse literatuur. Verder kan ik er niet veel over zeggen, omdat we het in de lessen nog nooit over stromingen gehad hebben en ik heb het niet in het leerboek kunnen vinden. Tot welk genre behoort het boek? Licht je antwoord toe. Dit boek is een psychologische roman. De gedachten en gevoelens van de hoofdpersoon spelen duidelijk een grote rol. Wat is het thema van het boek? Beschrijf het onderwerp in enkele zinnen. Het thema van het boek is omgang met conflicten. De hoofdpersoon van het boek is erg betrokken bij conflicten tussen mensen van wie ze houdt, maar ze maakt er zelf geen deel van uit. Het meisje gaat er op een hele speciale manier mee om, dit zou je als het thema van het boek kunnen beschouwen. Beschrijf in welke volgorde de gebeurtenissen verteld worden. Noteer de belangrijkste gebeurtenissen puntsgewijs onder elkaar en stel dan vast hoe de opbouw is. - Ruzie; - Moeder ontdekt misbruik van haar zoon; - Oma overlijdt; - Skip de Bootsman komt inwonen bij de familie; - Axel gaat uit huis; - Bonnie komt weer thuis wonen; - Het meisje schrijft een brief. Het verhaal wordt dus in chronologische volgorde verteld.
Beschrijf van de belangrijkste personen: hun probleem, hun karakter en hun ontwikkeling, indien die aanwezig is. De hoofdpersoon
Het probleem van de hoofdpersoon is dat ze veel ellende meemaakt met betrekking tot haar familie. Het meisje is op jonge leeftijd haar vader verloren, haar moeder brengt telkens de verkeerde mannen mee naar huis, haar broer, van wie ze erg veel houdt, maakt ruzie met de mannen van haar moeder. Ook moet ze vaak de zorg van haar kleine zusje op zich nemen omdat haar moeder weer met andere dingen bezig is. Wat opvalt aan het karakter van de hoofdpersoon is dat ze alle tegenslagen wel kan verdragen, en dat ze met haar oudere broer ervoor zorgt dat de sfeer in huis niet verpest wordt. Altijd maken ze het toch wel weer gezellig en ondanks alles is ze een vrolijk kind. Axel
Axel, de broer van de hoofdpersoon heeft natuurlijk met dezelfde problemen te maken als zijn jongere zus. Een verschil tussen hem en zijn zus is, dat hij zijn verdriet op een andere manier uit. Hij maakt vaak ruzie en is soms agressief, maar nooit tegen de mensen van wie hij houdt. Wanneer spelen de gebeurtenissen zich af? Waar merk je dat aan? Ik denk dat het verhaal zich in deze tijd afspeelt. Je kunt dat bijvoorbeeld merken aan de moderne opvattingen van de moeder. Die vindt het absoluut niet raar dat ze elke keer korte verhoudingen met verschillende mannen heeft. Ook hebben ze een auto, en reizen ze soms met de trein. Welk perspectief gebruikt de schrijver? Noteer een kort fragment waaraan je dat duidelijk ziet. Het verhaal is een ik-verhaal. Axel en ik zwijgen, en ruimen plaats in voor Bootsman, in het naaikamertje op de tussenverdieping. Mijn moeder heeft gezegd dat ergens onder de dozen een opklapbed staat. We vinden het aan het eind van de ochtend, en klappen het uit. We doen er geen uren over omdat het bed zo goed verstopt zit en we het bijna niet kunnen vinden, maar wel omdat Axel en ik in de dozen beginnen te graven. Eerst lachen we om wat we vinden, maar daarna niet meer. In de dozen zitten herinneringen aan de mannen van mijn moeder, en hier en daar ook iets van mijn vader. Alle albums van voor mijn zus Bonnie geboren was tot verleden jaar nemen we door. Axel vooral wordt er stil van, zeker als we zien hoe onze vader almaar verder weg op de achtergrond staat, en tenslotte helemaal van de foto’s verdwijnt. Voor we het weten zitten we te praten over de liefde die we niet begrijpen. Het is alsof we ook in ons hoofd plaats moeten inruimen. Waar spelen de gebeurtenissen zich af? Indien dit meerdere plaatsen zijn, noem dan de belangrijkste. De meeste gebeurtenissen spelen zich af in het ouderlijk huis van de hoofdpersoon.
C. Leeservaring 1. In hoeverre maken de gebeurtenissen indruk op je? Alles wat het meisje meemaakt is eigenlijk wel treurig, haar eigen vader is weg, haar moeder heeft telkens verschillende foute mannen en haar broer van wie ze erg veel houdt gaat uit huis. Daardoor krijg je wel medelijden met haar. Het is verrassend dat het lijkt alsof ze er helemaal niet zo erg onder lijdt, ze vat alles heel positief op en weet van hele moeilijke situaties toch iets te maken. Dat vind ik best wel bijzonder en het heeft ook wel indruk op me gemaakt. 2. Vind je de opbouw van het boek ingewikkeld? Hoe komt dat? Nee, de verhalen zijn niet ingewikkeld. Het is in chronologische volgorde geschreven, en daardoor is alles heel logisch. De gebeurtenissen zijn goed te begrijpen. 3. Gaan de personen voor je leven? Zijn ze herkenbaar? De personen zijn heel levensecht beschreven, hoewel er toch ook wel veel open plekken zijn die je zelf moet invullen. Naarmate je verder komt in het boek vorm je een duidelijk beeld van het meisje. Ik vond haar niet zo herkenbaar, omdat ze een erg bijzonder karakter heeft dat ik eigenlijk nooit eerder bij iemand heb meegemaakt. 4. Welke eigenaardigheden in taal en stijl zijn je opgevallen? Het taalgebruik is eenvoudig, er wordt gebruik gemaakt van korte zinnen en er wordt veel gesproken. Het verhaal is wel heel erg suggestief geschreven, sommige dingen worden alleen maar een beetje vaag gezegd en je moet daar dan zelf maar wat van maken. 5. Heeft het onderwerp je aan het denken gezet? Ben je door het lezen van mening veranderd? In welk opzicht? Nee, het onderwerp heeft me niet echt aan het denken gezet, maar het verhaal heeft wel veel indruk op me gemaakt omdat ik de manier waarop het meisje omgaat met haar ellende wel bewonder.
D. Verwerkingsopdracht 3.2: Houd een interview met de hoofdpersoon uit het boek naar aanleiding van een belangrijke gebeurtenis. Kun je vertellen hoe het gezin waarin je leeft er op dit moment uit ziet? Ik woon op dit moment in één huis met mijn moeder, mijn kleine zusje Edie, mijn grote zus Bonnie en Skip de Bootsman. Mijn moeder is vaak weg voor haar werk of voor andere dingen, dan pas ik op Edie. Ze is nog veel te klein om voor zichzelf te zorgen. Ik heb ook nog een oudere broer, Axel, maar hij woont op zichzelf bij zijn vriend Mortimer. Wie is Skip de Bootsman precies? Skip de Bootsman is de man die vroeger voor mijn oma zorgde. Tenminste, dat zei mijn oma. Zij is onlangs overleden. Toen ik van mijn moeder hoorde dat er een man bij ons in huis kan wonen, was ik erg benieuwd naar hem. Wat verwachtte je dan van hem? Misschien zou hij wel een vader voor ons worden, en misschien zou mijn moeder wel hertrouwen! Dat zou fantastisch geweest zijn. Een paar dagen nadat we hoorden dat deze man bij ons in huis kwam wonen, gingen mijn moeder en ik Skip de Bootsman ophalen. Ik was erg zenuwachtig, en mijn moeder ook volgens mij. Na lang wachten kwam de trein aan. Om eerlijk te zijn was ik best wel teleurgesteld toen ik zag dat Skip maar een oud opaatje is. Mijn moeder flipte helemaal… ze had echt geen zin om zo’n oud wrak te onderhouden! Was je erg teleurgesteld? Ik wilde de sfeer er een beetje in houden en dus probeerde ik snel over mijn teleurstelling heen te komen, dat lukte ook wel. De komst van mijn zus Bonnie hielp daarbij. Eerst woonde ze op zichzelf, maar ze is weer bij ons in huis komen wonen. Ze helpt mijn moeder door Bootsman te verzorgen en zich te ontfermen over mijn kleine zusje. Doordat zij nu bij ons woont is het gezellig, ook al is Axel uit huis. Waarom is je broer uit huis gegaan? Axel is weggegaan omdat hij het niet meer uithield hier in huis. Dat lag gelukkig niet aan mij, of aan mijn zussen of aan Bootsman. Het kwam vooral door de vrienden van mijn moeder. Ik weet ook niet precies hoe het mogelijk is, maar Axel had altijd ruzie met die mannen. Soms werd hij helemaal agressief. Volgens mij was hij bang dat hij er ooit een dood zou slaan, dus eigenlijk is hij voor zichzelf gevlucht. Je hield veel van je broer, mis je hem erg? Jazeker! Ik mis Axel heel erg… Maar ik weet dat hij gelukkig is bij zijn vriend Mortimer, waar hij nu woont, en dat troost me wel een beetje. Uit het boek begrijp ik dat je vaak fantaseert dat Axel jou heel erg mist. Denk je dat dat in het echt ook zo is? Ik denk dat hij mij wel mist ja. Aan de andere kant, hij heeft een leuke vriend en een druk leven, dus ik denk dat hij ook wel veel andere dingen heeft om zich mee bezig te houden. Ik zou het erg flauw vinden als hij nooit meer aan me denkt, maar ik weet wel zeker dat dat niet het geval is. Misschien mis ik hem meer dan hij mij, maar dat vind ik niet zo heel erg. Je moet je vader ook al missen. Hoe komt dat? Toen ik heel klein was, ik denk een jaar of 4, is mijn vader bij ons weggegaan. De relatie tussen hem moeder liep niet meer goed, daarom is hij vertrokken. Hij heeft nooit meer van zich laten horen. Heb je daar veel problemen mee? Eigenlijk niet eens zo heel erg. Af en toe kom ik natuurlijk wel in moeilijke situaties, bijvoorbeeld als mensen me naar mijn vader vragen. Dat vind ik soms wel lastig. Maar voor mezelf heb ik er eigenlijk niet zo veel problemen mee. Dat komt, denk ik, doordat het zo lang geleden is dat hij weggegaan is. Ik kan me bijna niks meer van hem herinneren, dus weet ik ook niet goed wat ik mis. En we hebben het nu ook gezellig, daarom mis ik hem niet zo erg. Ben je gelukkig? Ja. We hebben het thuis vaak heel leuk, ondanks dat mijn moeder vaak weg is en we best wel veel problemen hebben. We maken het altijd wel weer gezellig.