Titel: het instituut
Schrijver: Vincent Blijo

1 Waarom heb je dit boek gekozen?
De achterkant sprak me wel aan en omdat ik dit boek besteld had met lijsters.

2 a Beschrijf wat er op de voorkant van het boek staat.
een bliksemschicht met een blauwe achtergrond

b Wat heeft de illustratie op de voorkant van het boek met de inhoud van het boek te maken?
Helemaal in het begin vertelt de hoofdpersoon, Otto(die blind is) dat hij altijd schrikt van de donder. Hij vindt het oneerlijk dat hij de donder niet ziet aankomen door de lichtflits.

3 Geef een titelverklaring
Otto leeft in een instituut met meerdere blinde mensen.


4 Roman

5 a Wat is het onderwerp van het boek?
Het onderwerp is blindheid en tot welke problemen dat kan leiden. Het onderwerp is ook een beetje de thuissituatie van Otto. Maar daar draait niet heel het boek om.

b Welke bedoeling heeft de schrijver met het boek?
Ik denk dat de schrijver wil laten zien hoe het is om blind te zijn. In dit boek wordt je dat heel duidelijk omdat alles uit de ik-vorm is geschreven. Je weet dus precies wat Otto denkt en meemaakt.

6 Is het een interessant onderwerp?
Ja, ik had nog nooit over dit onderwerp gelezen. Er wordt geschreven over iets wat onherkenbaar is. Ik vind het ook interessant om te lezen hoe een jongen van 11 omgaat met zijn blindheid. Waar ben je dan bijvoorbeeld bang voor en wat vind je leuk.

7 Wie waren de hoofdpersonen in dit boek? Beschrijf kort hun karakter en zeg iets over hun uiterlijk.
Otto is een aardige jongen van 11 jaar. Otto is al blind vanaf zijn geboorte. Hij is eigenlijk een heel gewone jongen met gevoel voor humor. Op het instituut heeft hij een eigen radiozender waar hij heel trots op is. Over zijn uiterlijk is niks bekend

Harm is de beste vriend van Otto. Toen Harm 2 jaar was had hij een tumor in zijn ogen waardoor hij nu glazen ogen heeft. Otto en Harm zijn de enige twee normale kinderen in het instituut, vinden ze zelf.

Sonja is de vriendin van Otto. Sonja is een beetje mollig en lief.


Edwin zit ook in het internaat. Edwin is een heel irritant jongetje waar iedereen een hekel aan heeft.
Edwin is de enige in het internaat die niet helemaal blind is. Waardoor hij zich beter voelt dan de rest. Edwin had bij zijn geboorte met zijn hoofd klemgezeten waardoor hij een afwijking heeft. Hij praat bijvoorbeeld veel in zichzelf.

De moeder van Otto is een aardige vrouw. Ze vindt het wel moeilijk dat Otto blind is. Als ze ontslagen wordt raakt ze aan de drank.

De vader van Otto is ook aardig. Over zijn uiterlijk is niks bekend, maar dat is ook logisch want de hoofdpersoon is blind.

8 Vertel kort waar het boek over gaat.
Het boek gaat over Otto, een jongen van elf jaar. Otto leeft in een instituut omdat hij blind is. Hij leeft samen met 10 andere kinderen die hij allemaal debiel vind. Hij en Harm zijn de enige met een normale intelligentie. Harm en Otto doen altijd wedstrijdjes om wie de meeste kinderen kunnen pesten. Hij ziet zijn ouders 1 keer per maand en dat vindt hij eigenlijk wel genoeg. Op een dag gaan ze met het instituut op kamp, waar Otto helemaal geen zin in heeft. Op het kamp wordt hij ziek en wordt hij naar huis gebracht. Thuis blijkt dat zijn moeder net ontslagen is van haar werk en dat ze een drankprobleem heeft. Zijn moeder gaat voor een tijdje naar de Veluwe om af te kicken. De relatie tussen vader en moeder gaat niet echt goed, ze hebben vaak ruzie.
Als Otto weer beter is gaat hij weer naar het internaat.
Toen bleek dat de zus van Otto gegijzeld was op haar school door de Zuid-Molukkers. Otto en Harm verzinnen een plan om haar te gaan redden. Net als ze onderweg zijn worden de leerlingen van de school al vrijgelaten. Ze hebben geen zin om de leraren te bevrijden dus zijn ze terug naar het instituut gegaan. Doordat Harm broer is van ‘‘een meisje dat ontsnapte aan de gijzeling’’ wordt hij geïnterviewd. Op dat moment wordt ook Otto ontdekt en krijgt hij een echt radiozender bij de AVRO dat Otto’s kraakcorner heet.
Otto’s ouders hebben besloten dat hij na de zomervakantie naar een ziendeschool moet waar hij helemaal geen zin in heeft. Op het laatst gaat zijn vader naar Amerika om daar werk te zoeken. Zijn moeder blijft thuis maar ze is nog wel depressief. Als troost mag hij met Sonja en haar pleegouders mee op vakantie. Sonja’s pleegouders worden dan ook een beetje zijn ouders.

Aan het eind van het boek steekt hij het instituut in brand met benzine uit de brommer van de leiding. Waarom hij dat doet is niet duidelijk en ik snap dat ook niet. Het einde is dus een beetje raar.

9 Geef je beargumenteerde mening over het boek.
Ik vind dit een leuk boek. Het is een boek met een serieus onderwerp en toch met grappige fragmenten. Het is niet een heel moeilijk boek waardoor je er makkelijk doorheen leest, dat vind ik ook wel fijn. Wat ik wel wat minder vond was dat het niet vanaf het begin duidelijk was hoe oud de hoofdpersoon was. Ik had een heel andere leeftijd in gedachten waardoor ik een heel ander beeld had van de situaties. Pas op de helft van het boek kom je te weten hoe oud Otto is.

Zoek twee gedichten die bij het verhaal passen. Leg uit waarom je deze keuze hebt gemaakt

Blind genieten

Een schaap blaat
gefluit van de vogels in de bomen
een zacht briesje
strijkt door mijn haar
de schaduw van een boom geeft koelte
de geur van lavendel hangt in de warme lucht
de oren, de huid en de neus
vertellen een blinde genoeg

Dit gedicht heb ik gekozen omdat als je blind bent, vooral geniet van dingen die je voelt, ruikt en hoort. Dat doet Otto waarschijnlijk ook.

Gehandicapt

hoezo gehandicapt?
als jij de mens niet ziet
maar wel zijn handicap
wie is er dan blind?

als jij die schreeuw om

gelijkheid niet hoort
wie is er dan doof?

als jij je niet open stelt
en ons maar liever buitensluit
wie heeft er dan een handicap?

als er in jouw hart en geest
geen plaats is voor je medemens
wie heeft er dan een
psychisch probleem?

als voor jou de mensenrechten
slechts tellen voor de enkeling
wie gaat er dan mank?

jouw houding naar mensen
met een handicap
kon wel eens de grootste zijn
en ook de jouwe!

Dit gedicht heb ik gekozen omdat de blindheid van Otto een handicap is. Ik vind dit een heel mooi gedicht omdat het betekent dat je een mens die gehandicapt is gewoon, net als elk mens, moet behandelen. Otto wil ook als een gewoon mens behandeld worden en dat gebeurt ook.