Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Het gouden ei door Tim Krabbé

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
Boekcover Het gouden ei
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 3091 woorden
  • 18 april 2001
  • 134 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
134 keer beoordeeld

Boekcover Het gouden ei
Shadow

Rex pakte het polaroid-toestel uit Saskia’s mand en maakte een foto van het benzinestation. Een grapje voor zometeen, maar hij zag ook de blikken al voor zich die kennissen, Saskia en hijzelf elkaar nog jaren later zouden toewerpen als ze het onderschrift in het album zagen: TOTAL-tankstation met daarin Saskia, enkele minuten voordat zij voor het eerst op de Aut…

Rex pakte het polaroid-toestel uit Saskia’s mand en maakte een foto van het benzinestation. Een grapje voor zometeen, maar hij zag ook de blikken al voor zich die kennissen, …

Rex pakte het polaroid-toestel uit Saskia’s mand en maakte een foto van het benzinestation. Een grapje voor zometeen, maar hij zag ook de blikken al voor zich die kennissen, Saskia en hijzelf elkaar nog jaren later zouden toewerpen als ze het onderschrift in het album zagen: TOTAL-tankstation met daarin Saskia, enkele minuten voordat zij voor het eerst op de Autoroute zal chauffeuren. De foto aan een punt houdend keek hij hoe het TOTAL station en de geparkeerde auto’s, haast of ze even leefden, uit de chemicaliën opdoemden.

Het gouden ei door Tim Krabbé
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Uitgeverij: Bert Bakker, Amsterdam
Druk: 10e , 1993 1e druk: 1984
De auteur: Tim Krabbé is in Amsterdam geboren op 13 april, in het jaar 1943. Hij woont nu nog steeds in Amsterdam. In 1960, toen hij dus 17 jaar was, deed hij eindexamen HBS-B aan het Spinoza Lyceum. Daarna heeft hij enkele jaren psychologie gestudeerd in Amsterdam. Vóór zijn twintigste had hij al 2 romans geschreven, maar de uitgevers hadden geen interesse in zijn werk. Hij maakte zijn debuut met de thriller ‘De werkelijke moord op Kitty Duisenberg’. Vanaf dat jaar verdient hij de kost alleen met schrijven. Zijn vader en grootvader waren en zijn bekende schilders, evenals zijn broer Jeroen, die ook acteur en regisseur is. Zijn moeder is filmvertaalster en schrijver. Hij is getrouwd geweest met de actrice Liz Snoijk (1987 – 1991). Ze kregen één zoon: Esra. Tim is een verwoed schaker. Van 1967 en 1972 stond hij in de top-20 van de beste schakers van Nederland. Deze interesse voor het schaken, en ook voor het wielrennen, zie je heel goed terug in zijn werken. Vooral in zijn eerste. Boeken: - De werkelijke moord op Kitty Duisenberg (1967, roman) - Flanagan of het einde van een beest (1970, roman) - Fischer (1972, schaakbiografie) - 15 goede gedichten (1973, gedichten) - Red Desert Penitentiary (1975, roman) - De Stad in het Midden (1978, verhalen) - De Renner (1984, roman) - 43 Wielerverhalen (1984, verhalen) - Het Gouden Ei (1984, roman) - De Man die de Babson Task wilde maken (1986, schaak-essay) - De Matador (1991, verhalen) - Vertraging (1994, roman) - De Paardentekenaar (1995, verhalen) - De Grot (1997, roman) (Literaire) prijzen : - P. C. Hooft- prijs 1963 voor ‘de debiele professor’ - Eervolle vermelding van jury voor de Reina Geerligs-prijs 1970 voor ‘Flanagan, of ‘het einde van het beest’. - Diepzeeprijs 1993 voor ‘Het Gouden Ei’ - gouden kalf 1988 voor de verfilming van ‘Het Gouden Ei’ - De Gouden Strop 1995 voor ‘Vertraging’. Samenvatting ‘Het Gouden Ei’ Rex en Saskia zijn in de vakantie op weg naar het zuiden. Ze zijn getrouwd en hun einddoel is een huisje in de heuvels boven de Middellandse Zee. Saskia had Rex een keer verteld over een droom die ze gehad had als meisje van 8 jaar. Ze had eens gedroomd dat ze opgesloten zat in een gouden ei dat door het heelal vloog. Alles was zwart, er waren niet eens sterren, ze zou er altijd in moeten blijven zitten, en ze kon niet doodgaan. Er was maar één hoop. Er vloog nog zo’n gouden ei door de ruimte, als ze tegen elkaar botsten zouden ze allebei vernietigd zijn, dan was het afgelopen. Rex was geschokt dat zo’n beeld van verschrikking bij zo’n jong kind op kon komen, en hij plaagde haar ermee. Hij plaagde haar altijd, en zij hem. Maar daarom hielden ze van elkaar. De stemming in de auto is een beetje geprikkeld. Ze stoppen ergens in Frankrijk bij een tankstation, een TOTAL- station, terwijl Rex tankt, loopt Saskia naar binnen om naar het toilet te gaan. Na een tijdje komt ze terug, maar ze wil nog niet direct verder reizen. Als ze daar een poosje staan, wil ze toch wel door, maar eerst wil ze dan toch nog wel een paar blikjes frisdrank halen. Ze loopt weg, maar de tijd waarin ze weg is, duurt veel té lang. Rex blijft eindeloos wachten, maar Saskia komt niet terug. Ze blijkt spoorloos verdwenen te zijn. Dan maakt het boek een sprong van 8 jaar. Rex zit samen met Lieneke in Italië. Op het strand zien ze geregeld 3 Fransen, 2 mannen en een vrouw. De 2 mannen zijn vaak aan het badmintonnen op een veldje en dan is de vrouw scheidsrechter. Rex wil ook graag meedoen, en dan mag. Hij met Lieneke tegen de andere 2 mannen. Tijdens het spel wordt Rex er steeds zekerder van dat hij met Lieneke wil trouwen. Maar hij is Saskia nog niet vergeten, het lijkt net alsof zij vanaf de kant mee zit te kijken. Rex zegt haar dat hij met Lieneke wil trouwen. Later, na de wedstrijd, doet hij Lieneke een aanzoek, en ze stemt toe maar wil er nog wel even mee wachten. Die nacht krijgt Rex een nachtmerrie over het gouden ei. Hij wordt in doodsangst wakker. Raymond Lemorne was altijd al een vreemde jongen geweest. Al in zijn jeugd was hij ervan overtuigd dat een gedachte eigenlijk onvermijdelijk de daad inhield en dat een daad onvermijdelijk is, als je eraan gedacht hebt. Zo vraagt hij zich op zijn zestiende af wat er zou gebeuren als hij van een flat afspringt. Om hier achter te komen, besluit hij het gewoon te proberen. 6 weken ziekenhuis. 21 jaar later is hij scheikundeleraar. Hij is getrouwd en heeft 2 dochters. Er komt weer een absurde gedachte in hem op. Nadat hij eerst een kind van de verdrinkingsdood heeft gered, vraagt hij zich af of hij ook in staat is om een misdaad te plegen. Op dat moment begint hij met de voorbereidingen voor de misdaad. Elk onderdel van de komende moord en elk detail van zijn idee werkt hij tot in de puntjes uit. Hij maakt een vakantiehuisje gereed om er een slachtoffer in te ‘ontvangen’. Hij bedenkt een plan om zijn slachtoffer vanaf een benzinestation mee te lokken. Als hij klaar is ontmoet hij Saskia. Na de vakantie start Rex een opsporingscampagne om Saskia. Na een aantal dagen meldt een Franse man zich. Rex herkent deze man: hij was een man met een mitella bij het tankstation, acht jaar geleden. Lemorne wil hem wel vertellen wat er is gebeurd, alleen onder de voorwaarde dat Rex hetzelfde ondergaat. Rex stemt toe, terwijl hij weet dat hij dan zal sterven. Lemorne neemt hem mee naar het tankstation en vertelt tot in de details hoe hij haar mee heeft gekregen, hoe zij reageerde, maar hij verteld niet hóé hij haar heeft vermoord. Lemorne geeft Rex een slaapmiddel. Als hij wakker word ligt hij opgesloten in een doodskist en is hij levend begraven. Nu weet hij dus hoe Lemorne Saskia heeft vermoord. Lieneke gaat nog op zoek naar Rex maar hij is spoorloos verdwenen. Personen: Rex Hofman: Rex is een rustige, serieuze man. Hij houdt ervan spelletjes te spelen: hij plaagt Saskia graag en net als Lemorne doet hij graag gedachtenspelletjes. Na 1983 is hij medewerker van een wetenschappelijk jeugdtijdschrift. Hij is dan 41 jaar oud. Hij vindt het vreselijk dat hij niet weet wat er met Saskia gebeurd is. “ze was ergens, het brak zijn hart dat hij niet kon weten waar.””Saskia overkwam op dit moment iets gruwelijks. Het was alsof hij voelde wat zij nu voelde – de angst en de eenzaamheid van het gouden ei”. Pas na 8 jaar durft hij weer iemand ten huwelijk te vragen. Vlak daarna gaat hij op zoek naar Saskia. Saskia Ehlvest: Saskia is 9 jaar jonger dan Rex. Ze heeft last van claustrofobie (angst voor opsluiting) en droomde als kind al dat ze gevangen zat in een Gouden Ei. Daar kon ze alleen maar uitkomen door tegen een ander Ei te botsen. Ze heeft ‘roodgespoeld wriemelhaar’ en ze is ‘ongegeneerd ijdel’. Raymond Lemorne: Raymond is van middelbare leeftijd. Hij is getrouwd en heeft 2 dochters. Hij denkt om bepaalde redenen dat hij aan zaken moet voldoen als hij er alleen maar aan gedacht heeft. Je ziet dat in het boek terug op het moment dat hij van het balkon afspringt en het plan om een misdaad te plegen. Hij is het helemaal niet van plan te doen, maar hij kan niet stoppen. Lieneke: Zij is de nieuwe vriendin van Rex. Hij vraagt haar ten huwelijk, maar na de nachtmerrie over het Gouden Ei blijkt, dat Saskia altijd tussen hen in zal blijven staan. Lieneke is eigenlijk alleen belangrijk voor het verhaal vanwege haar relatie met Rex. Saskia is de grote liefde van Rex. Hij plaagt haar wel, maar dat komt omdat hij echt van haar houdt. Ook in zijn nieuwe relatie met Lieneke speelt zij een grote rol. Lemorne is de ontvoerder van Saskia. Hij neemt ook Rex mee en begraaft hem levend. Thema: Kan je wel zo goed één thema geven? Ik vind er veel meer, ‘k zou niet weten welke nou het sterkst is. Als eerste vind ik de verdwijning van Saskia. Ook een belangrijk thema is doorgaan tot het eind. Lemorne wil gewoon weten tot hoever hij met z’n misdaden kan gaan. Het lijkt alsof hij geen geweten heeft. Hij gaat dan ook door tot het eind. Hetzelfde geldt eigenlijk voor Rex. Hoewel hij weet dat het z’n dood zal zijn, wil hij toch ondergaan wat Saskia gebeurd is. Eerder kan hij gewoon niet rusten. Ze kunnen dus beide de gedachte waaraan ze begonnen zijn, niet meer stoppen. Wat in dit geval leidt tot moorden en een soort van zelfmoord. Een ander thema zou nog kunnen zijn: de eenzaamheid. De eenzaamheid in een nauwe ruimte. Dat komt overeen met de kist en het gouden ei. Eigen mening: Ik vond het een mooi boek. Tim Krabbé schrijft niet zo heel erg moeilijk dus het boekje had ik zo uit. Maar dat was niet alléén omdat het geen moeilijke schrijfstijl had. Het boekje boeide me ook vanaf de eerste bladzijde tot de laatste. Je wilt heel graag weten wát Lemorne met Saskia heeft gedaan, en Tim Krabbé verteld dit pas op de allerlaatste bladzijde. Eigenlijk vond ik het wel jammer dat Rex op zo’n manier op z’n einde moest komen, maar dat komt zeker omdat ik gewend ben aan happy end en dat is er in dit boek niet. Het is gewoon uit als alle raadsels zijn opgelost. Andere schrijvers zouden dan misschien nog een hoofdstuk wijden aan het feit dat Lemorne wordt opgepakt, of dat Lieneke en/ of de politie de beide lijken zouden vinden. Maar aan de andere kant is dit misschien ook wel leuker. Zo ga je als lezer zélf verder denken. Misschien is dat ook wel de bedoeling van de schrijver. Nu je zo’n boekje hebt gelezen ga je wel wat voorzichtiger doen. Je hoort elke keer wel van de verhalen van ontvoering, verkrachtingen, moord etc, maar toch denk je altijd: dat zal mij nooit overkomen. Maar nu je het zo leest uit het gezichtspunt van een moordenaar (Lemorne), ga je daar toch wel anders over denken. Hij zoekt zijn slachtoffer bewust uit. Je weet eigenlijk niet wát voor gevaar je soms loopt. In het boekje staat ook een stukje als Lemorne in het tankstation zit, om zijn slachtoffer uit te kiezen. “hij liep door naar de koffieautomaat en begon uit te kijken naar een geschikt slachtoffer. Tien, twintig vrouwen liepen langs zijn keurend oog naar de wc’s. Hij verwierp ze, en een moment later waren ze weer buiten met bekertjes koffie of blikjes in hun hand, zonder vermoeden dat ze het belangrijkste moment in hun leven waren gepasseerd.” Zoiets klinkt toch wel eng. B: Een overtuiging van de schrijver. Tim Krabbé zegt zelf: “Een kenmerk van schrijven is dat je bij alles wat je doet tegelijkertijd beoordeelt. Ik heb dat vanaf heel jong. Ik kan me sommige van die momenten scherp herinneren. Toen ik een jaar of zes was, kreeg ik van een tante van wie ik heel veel hield een zakje snoep. Ik liep met dat zakje snoep de straat op en dacht: “Wat een stom wijf en wat een vieze snoepjes.” Het was een mentale oefening. Ik dacht: zou ik zoiets kunnen denken? Want ik hou van haar en ik vind die snoepjes heerlijk, maar ik wil weten of ik die verschrikkelijke dingen kan denken. Het bleek dat ik dat kon en ik voelde me er heel schuldig om. In het Gouden Ei gaat het daar ook over. Daarin wil een man weten tot hoever hij kan gaan en tot zijn eigen verbazing blijkt hij tot het einde te kunnen gaan. Hij ziet dat als een wetenschappelijk experiment. Zo iemand fascineert me. Ik ken hem uit de misdaadliteratuur. Hij heeft een defect. Hij heeft geen geweten. Het is een defect dat tegenwoordig een naam heeft, hoewel die steeds wisselt: psycholpathie, sociopathie, moral insanity. Vroeger heette het gewoon gewetenloosheid. Het betekent niet dat iemand slecht is. De figuur in mijn boek is aardig, een goede vader voor zijn kinderen, maar zoals iemand anders een vinger mist, mist hij een geweten.” Tim Krabbé heeft zelf ook claustrofobie, hetzelfde als Saskia ook had. Sinds hij dit verhaal geschreven heeft is de angst groter geworden. “toen ik pas aan het boek begonnen was, ging ik een keer naar de wc. Ik kreeg de deur niet meer open en was heel erg in paniek. Ik ben niet bang aangelegd, maar ik ben wel bang voor het thema van het verhaal, dat er geen dood is en dat het einde die tocht in Het Gouden Ei zal zijn. Dat je niet kunt sterven en je eeuwig eenzaam moet zijn. Het Gouden Ei is een nachtmerrie die ik heb gehad toen ik vijf was. Ik zat opgesloten in een gouden ei dat voor altijd door de ruimte zou vliegen. Dat was werkelijk een goddeloze angst. Een gouden ei met een steeltje eraan, zoals van een paraplu, ook van goud. “ik heb op m’n veertiende besloten dat ik schrijver zou worden, zonder dat ik veel belangstelling voor de literatuur zou hebben. Ik zag dat als een goede manier van uitblinken, me te onderscheiden. Ik heb een enorme geldingsdrang. Ik wil graag beroemd zijn, ik ben heel gemakkelijk in het toegeven van gevoelens die men laag bij de grond noemt. Dit zijn dus een aantal opvattingen. Ik vind zúlke opvattingen wel iets over een schrijver zeggen. Hij heeft heel ‘nieuwerwetse’ opvattingen. Ik denk zo, dus denk ik zo. Niemand die me daar vanaf brengt. Ik geloof dat, dus geloof ik dat. In een andere recensie zegt hij: ik voel me verwant met de jonge Hermans van Nooit meer Slapen, het maakte enorme indruk op me. Dit is wel begrijpelijk. Als je zulke ideeën hebt, dan voel je je natuurlijk ook wel verbonden met Hermans, die dezelfde ideeën heeft. Deze ideeën zie je heel erg goed terug in het boek. Alles wat hierboven geschreven is over Tim Krabbé, heeft hij ook wel laten zien in zijn boek. Belangrijkste natuurlijk de droom over het gouden ei. Ik wil graag punt 5 behandelen: Beschrijf een alternatief, dat de hoofdpersoon had toen zij/hij geconfronteerd werd met het ‘verhaalprobleem’. Weeg dat alternatief af tegen de door de verhaalpersoon gekozen aanpak: Je kunt verschillende hoofdpersonen nemen à ik vind Rex een hoofdpersoon, maar Lemorne ook. Als we Lemorne dan als hoofdpersoon nemen, dan zien we dat hij een soort van gewetenloosheid heeft. Bij alles wat hij doet, wil hij kijken hoe ver hij kan gaan, koste wat het kost. De gedachte waaraan hij ’s een keer ’s begonnen, kan hij niet stoppen. Hij denkt dat een gedachte eigenlijk onvermijdelijk de daad inhield, en dat zo dus een daad onvermijdelijk is, als je er eens aan gedacht hebt. Zo vraagt hij zichzelf af of hij misschien ook in staat is om een misdaad te plegen. En…hij heeft eraan gedacht…dus nu moet hij het ook uitvoeren van zichzelf. Ik weet niet of dit een ziekte is, maar eigenlijk moest hij er voor zichzelf achter komen, dat dit niet hoeft. Dat een gedachte onvermijdelijk de daad inhoudt bedoel ik. Misschien hoort dit ook wel bij de gewetenloosheid, maar toch vind ik zoiets raar. Kan je dat niet stop zetten? Een alternatief voor Lemorne verzinnen: dat is nog niet zo makkelijk. Want hij heeft dat heel sterk, van jongsaf aan, heeft hij deze opvatting al. Misschien moet hij ’s met een psychiater gaan praten, deze mensen kunnen zoiets wel uit zijn hoofd praten en hem op andere gedachten brengen. Rex: als we Rex als hoofdpersoon nemen, dan denken we natuurlijk aan het feit dat ook hij koste wat het kost erachter wil komen wat er met Saskia is gebeurd. Het kostte namelijk zijn leven. Natuurlijk heeft hij Saskia gemist en het is dan ook heel natuurlijk dat hij graag wil weten wat er met haar is gebeurd. Als Lemorne gekomen was, direct na de ontvoering van Saskia, dan kan ik het nog begrijpen dat Rex mee zou gegaan zijn; hij zou toen kunnen hebben gedacht: zonder Saskia kan ik niet leven. Maar nu komt Lemorne pas na 8 jaar! Ondertussen had Rex alweer een nieuwe vriendin, en hij had laten zien dat hij ook zonder Saskia kon leven. Hij dacht nog wel elke dag aan haar, maar toch had hij het gered zonder haar. En zo ‘vast’ waren ze nu ook niet van elkaar. Rex en Saskia hielden wel van elkaar, maar toch werken ze elkaar wel vaak op de zenuwen. Ze zitten elkaar voortdurend te plagen. Rex vond ook niet het ergste dat Saskia ontvoerd was, maar hij vond het ergste dat hij niet wist wát er met haar gebeurde. Hij wist wel dat er iets met haar gebeurde, maar hij kon het niet uitstaan dat hij niet wist wát. Daar is hij het meest benieuwd naar. Niet dat Saskia wat ergst overkomt. Daarom geeft hij ook zijn leven in handen van Lemorne, als die hem vraagt of Rex wil weten wat er met Saskia is gebeurd. Nu zou hij dus eindelijk erachter kunnen komen. Maar hij wist toch al dat Saskia was vermoord, daarom snap ik niet waarom hij dan toch met Lemorne mee gaat. Hij zou ook kunnen denken van: ja, Saskia is dood, de man die hier voor me staat is het bewijs, laat ik me dan er maar in ‘berusten’ en hopen dat het ‘goed’ met Saskia gaat, laat ik maar verder gaan leven en proberen iets van mijn leven te maken, hopelijk komt dan toch nog alles goed met mij.” Nee, zo denkt hij niet, zoiets had ik denk ik wel gedacht als ik in dezelfde situatie kwam te zitten. Nee, hij wil weten wát er met Saskia is gebeurd en gaat dus met Lemorne mee. Mét dat hij bij Lemorne in de auto stapt weet hij dat dit het einde van zijn leven betekent. Lemorne begraaft hem levend en in die paar minuten dat Rex daar zo onder de grond ligt, weet hij dus wat er met Saskia is gebeurd. Daarna is ook zijn leven afgelopen, en wat heeft hij nu? Alleen die paar minuten, verder had hij er niets aan. Dan had hij toch veel beter níét kunnen weten wat er met Saskia was gebeurd? Saskia wist het toch niet dat hij dat deed voor haar, dus daarvoor hoefde hij het niet te doen. Misschien was het dus toch uit liefde voor haar?…….

REACTIES

J.

J.

het as wel goed maar wel lang heel laaaaaaaaaaang

20 jaar geleden

B.

B.

ik vind het uitreksel goed

19 jaar geleden

N.

N.

hoi!
ik had even een vraagje over je verslag van het gouden ei. je hebt namelijk citaten van tim krabbe erin staan..maar ik kan ze nergens vinden op internet..op welke site staan ze??
groetjes natalie

19 jaar geleden

M.

M.

wat praat je kut hoer?

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het gouden ei door Tim Krabbé"