Waar heb jij je schoolspullen gekocht?

Doe mee aan het Back To School onderzoek over schoolspullen en maak kans op een Bol.com bon van 25 euro.

Het bittere kruid door Marga Minco

Beoordeling 8.2
Foto van een scholier
Boekcover Het bittere kruid
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 2301 woorden
  • 24 april 2015
  • 37 keer beoordeeld
Cijfer 8.2
37 keer beoordeeld

Boekcover Het bittere kruid
Shadow

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerheid en angst. Zelfs als de bezetter toeslaat, blijft er nog een spoor van hoop om aan het lot te ontkomen. Met kleine middelen roept de schrijfster een sfeer op van dreiging, ongegronde hoop …

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerhe…

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerheid en angst. Zelfs als de bezetter toeslaat, blijft er nog een spoor van hoop om aan het lot te ontkomen. Met kleine middelen roept de schrijfster een sfeer op van dreiging, ongegronde hoop en verwachting, die precies weergeeft wat in die jaren in de harten van de vervolgden leefde. Sober omslag, duidelijke druk.

Het bittere kruid door Marga Minco
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Laat van je horen: schrijf een brief en kom in de krant 📰

Ook dit jaar organiseert Nieuws in de Klas een schrijfwedstrijd waarbij het winnende verhaal wordt gepubliceerd in de krant. Schrijf jij het meest vlammende betoog, best onderbouwde of scherpste opinie over wat er nu speelt in de wereld, dichtbij of ver weg? Of het nu gaat over het milieu, geloof, vluchtelingen of het nieuwe kabinet, AI of gender-issues, alle meningen zijn welkom. 

Doe mee!

Boekverslag het Bittere Kruid

Thema

Het thema van het boek zijn de problemen die de Joden in de Tweede Wereldoorlog hebben gehad. Ze zaten voortdurend in onzekerheid en ze waren steeds op de vlucht voor de Duitsers. Dit probeert het boek te vertellen door een levensbeschrijving van een Joods meisje in de oorlog te geven. De Joden zijn op zoek naar vrijheid, iets wat je om de onduidelijkste redenen afgenomen kan worden. Op die manier kun je veel verliezen, zo ook de mensen waar je van houdt. Marga, de hoofdpersoon, verliest bijna haar hele familie door de Tweede Wereldoorlog, dit is heel triest.

 

Vertelwijze

Het verhaal word vanuit de ik-persoon verteld. De ik persoon is Marga, en je beleeft het verhaal dan ook uit haar ogen.

 

Titel, ondertitel & motto

De titel van het boek is het bittere kruid, de ondertitel is Een kleine Kroniek.

Het boek heet zo omdat Joodse mensen vaak bittere kruiden gebruiken. Dit is omdat het hen herinnert aan de bittere slavernij in Egypte.

 

Het motto is er rijdt door mijn hoof een trein vol joden, ik leg het verleden als een wissel om… Dit is omdat de schrijfster de gebeurtenissen van de oorlog van zich af wil schrijven

 

Opbouw

Aan het eind van het boek is een epiloog. Marga gaat dan haar oom en tante in Zeist toe. Dat is de enige familie die ze nog heeft.

Het boek is verdeeld in 22 hoofdstukken. De hoofdstukken zijn niet lang, meestal 4 bladzijdes.

-Hoofdstuk 1 : Op een dag 
-Hoofdstuk 2 : De kloosterlaan 
-Hoofdstuk 3 : De sterren 
-Hoofdstuk 4 : Het flesje 
-Hoofdstuk 5 : De foto’s 
-Hoofdstuk 6 : Het gebeurde 
-Hoofdstuk 7 : Kampeerbekers 
-Hoofdstuk 8 : Verzegeld 
-Hoofdstuk 9 : In bewaring 
-Hoofdstuk 10 : Thuiskomst 
-Hoofdstuk 11 : In het souterrain 
-Hoofdstuk 12 : Sabbat 
-Hoofdstuk 13 : Het meisje 
-Hoofdstuk 14 : De Lepelstraat 
-Hoofdstuk 15 : De mannen 
-Hoofdstuk 16 : Het bittere kruid. 
-Hoofdstuk 17 : Uit elkaar 
-Hoofdstuk 18 : Het kruispunt 
-Hoofdstuk 19 : Het bed 
-Hoofdstuk 20 : De tol 
-Hoofdstuk 21 : Een ander 
Epiloog 
-Hoofdstuk 22 : De halte 

 

Personages

Marga: De hoofdpersoon in dit boek is Marga. Ze is een joods meisje dat rechtstreeks te maken heeft met de jodenvervolging. Ze wordt ouder en wijzer naarmate de oorlog duurt. Ze wordt bang van Duitsers terwijl ze dat eerst niet was.


Vader: Is een traditionele Joodse vader en een pure optimist, door zijn optimisme blijft zijn gezin geloven dat het allemaal snel afgelopen is en dat het wel mee zal vallen. Door zijn optimisme duikt het gezin niet onder. Hij is altijd in voor een grapje en weet Marga altijd gerust te stellen.


Moeder: Is een strenge maar correcte moeder, ze is creatief en wantrouwend maar laat het laatste oordeel altijd aan vader over zodat uiteindelijk altijd vaders wil wet is.


Dave: is de oudere broer van Marga en is erg verstandig en moedig, hij gelooft niet dat alles op zijn pootjes terechtkomt en duikt onder.


Lotte: Is de vrouw van Dave en je komt weinig over haar te weten, Marga kan het goed met haar vinden en Lotte zorgt voor Marga als zijnde een moeder.


Bettie: Is de 1 jaar oudere zus van Marga, ze wordt al vroeg in het verhaal opgepakt dus je komt niet veel van haar te weten. Wel weet je vanuit de herinneringen van Marga dat ze dapper was en dat ze door een haag van kinderen heen ging die het uitscholden

 

Historische tijd

Het verhaal speelt zich af in de tweede wereldoorlog. Dat maakt je uit ongeveer alles op. Marga is een joods meisje en moet dus een Jodenster dragen. Ook word een groot deel van haar familie opgepakt. En zo zijn er nog veel meer dingen waarop je op kan maken dat het verhaal zich in de tweede wereldoorlog afspeelt.

 

Plaats en ruimte

In het begin van het boek woont Marga in Breda, daarna gaat ze alleen naar Amsterdam om daar haar ouders op te zoeken. Ze vlucht en komt bij een arm gezin terecht maar wil het gezin niet tot last zijn. Vandaar dat ze later onderduikt bij een meisje in Heemstede. Als Nederland is bevrijd gaat ze naar Zeist.

Het is voor het verhaal heel belangrijk in welke tijd het zich afspeelt omdat je anders niet begrijpt waarom zij een Jodenster moet dragen en bang is voor de Duitsers.

 

Tijdsduur

Het verhaal speelt zich af van 1940 tot 1945, de periode van de tweede wereldoorlog. En duurt dus 5 jaar. Er zitten geen versnellingen of vertragingen.

 

Tijdsvolgorde

Het verhaal is in de chronologische volgorde geschreven met af en toe een herinnering aan vroeger, namelijk hoe het voor de oorlog was.

 

Perspectief

Het boek is geschreven vanuit het ik-perspectief. Ik vind alleen niet dat er heel veel op de gevoelens van Marga word in gegaan, het word allemaal best oppervlakkig beschreven. Een goed voorbeeld is wanneer Marga te horen krijgt dat haar broer en zijn vrouw zijn gepakt door de Duitsers. Ze huilt helemaal niet en er wordt verder niet op haar gevoel ingegaan.

 

Idee

Het boek is denk ik geschreven om te laten merken hoe het leven voor de joden was in de tweede wereldoorlog. Omdat je het echt meemaakt vanuit het ik-perspectief vind ik dat ook opzich wel geslaagd. Ik vind het alleen wel jammer dat er niet zo diep op het gevoel van Marga word ingegaan omdat je nu niet weet wat het echt als mens met je doet.

 

Samenvatting 
Als in 1940 de oorlog uitbreekt, vlucht de familie Minco uit Breda weg. Na een paar dagen keert de rust weer en men komt terug. Marga en haar broertje en zusje hadden het in hun jeugd in Breda vaak moeilijk. Ze werden uitgescholden en soms geconfronteerd met vreemde vooroordelen. Na een capitulatie gaat het leven aanvankelijk zijn gewone gang. Vader is vol vertrouwen en gelooft, dat de Duitsers hen niets zullen doen. Hij is een vroom man en wil dat "de Joodse wetten en gebruiken" gehandhaafd worden. De kinderen onttrekken zich er hoe langer hoe meer aan. In het eerste oorlogsjaar wordt Marga ziek en ze moet kuren in Utrecht. Haar ouders verhuizen intussen naar Amersfoort, waar ze gaan inwonen bij hun getrouwde zoon Dave en zijn vrouw Lotte. Na een poos is Marga zover herstelt, dat ze mag nakuren buiten het ziekenhuis. Ze trekt ook naar Amersfoort. In die tijd hebben de bezetters juist bepaald, dat de Joden een gele ster moeten dragen. Vader komt thuis met een hele collectie sterren en moeder en de meisjes beijveren zich deze zo keurig mogelijk op de kleren te naaien. Marga is niet zo handig met de naald en draad en de ster komt er scheef op.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen

Vader en Dave moeten zich laten keuren voor de werkkampen. De eerste heeft huiduitslag en wordt afgekeurd en de tweede neemt een drankje in, waardoor de dokter hem ongeschikt vindt. Het drankje heeft een nadelige uitwerking, maar na een paar dagen is Dave weer hersteld.
Mevrouw Zwagers is ermee begonnen het hele gezin te laten fotograferen. Moeder vindt, dat ze ook maar met het hele gezin op de foto moeten. Marga heeft weinig zin, maar toch gaan ze met z'n allen naar fotograaf Smelting. Als moeder op zekere middag naar mevrouw Zwagers gaat om haar de foto's te laten zien, blijkt de hele familie Zwagers te zijn ondergedoken. Het is voor het eerst dat ze horen, dat iemand is ondergedoken.
Op een dag komt er een telegram uit Amsterdam: Marga's zuster Bettie en haar man zijn door een overvalwagen opgepikt. Enige tijd later komen bij Marga thuis ook oproepen om zich te melden. Het lijkt Dave wel avontuurlijk. Ze kopen rugzakken en voeren hun kleding met bont en flanel. Overal stoppen ze doosjes vitaminen in en er worden drie kampeerbekertjes gekocht. Dave en Marga behoe-ven zich echter niet te melden, omdat ze van de dokter een attest krijgen. Lotte mag blijven om hen te verzorgen. Hun ouders moeten naar Amsterdam. Bij het afscheid is vader zeer optimistisch. Moeder denkt aan Bettie. Een paar mannen komen om de koffers en de kamer te verzegelen. Als hun ouders weg zijn, verbreken de kinderen het zegel van de kamer. Dave en Marga blijven zoveel mogelijk in bed. Op zekere dag komt een buurmeisje Marga's racket lenen. Ze krijgt allerlei spullen van Marga cadeau. Marga wil naar Amsterdam, waar haar ouders in de Sarphatistraat op kamers wonen. Ze haalt de ster van haar jas en dan begeeft ze zich op weg. Gedurende die gehele reis zit ze in spanning, maar de tocht verloopt zonder ongelukken. Haar ouders zijn dolgelukkig haar weer te zien. Het Joodse rusthuis naast hen wordt een paar dagen later leeggehaald. Vader, Moeder en Marga verbergen zich in het souterrain, van waaruit ze alleen voeten kunnen zien. Toch weten ze dat er iets afschuwelijks gebeurt.
Nadat ze een dienst in de "sjoel" hebben bijgewoond, lopen ze met een kennis op, met wie ze praten over onderduiken. Vader wil liever nog wat wachten.
Tante Kaatje uit het oudeliedengesticht zal bij hen komen eten. Marga gaat inkopen doen in de Weesperstraat. Ze wordt aangehouden door een dikke man, die een meisje blijkt te zoeken wat van haar leeftijd is. Marga mag gaan en doet haar inkopen. Als ze thuis komt, hoort ze dat Tanta Kaatje niet komt ("het hele gesticht is leeggehaald").
Als Marga in de Lepelstraat loopt, stopt daar juist een overvalwagen. Alle huizen worden leeggehaald. Een soldaat wil ook Marga meenemen, maar ze zegt dat ze niet in de Lepelstraat woont. De soldaat gaat met haar persoonsbewijs naar zijn commandant; na een poosje komt hij terug: Marga kan gaan.
De volgende dag loopt ze weer door de Lepelstraat, die dan is uitgestorven. De winkel van de slager is leeg; er is een plank voor de deur getimmerd.
Op een avond is Marga aan het tennisssen. Ze slaat de bal over de schutting en als ze hem pakt, ontdekt ze dat er achter hun tuin een smalle geul is, waar ze zich best in kunnen verstoppen. Als ze met Vader en Moeder thee zit te drinken, wordt er gebeld. Meteen zijn de mannen binnen. Marga moet de jassen halen. Ze vlucht ongemerkt het huis uit, de tuin in. Door het tuindeurtje en via de smalle geul komt ze op straat. Ze rent naar de Weteringschans, waar Dave en Lotte zijn ondergedo-ken. Daar is ze enige tijd veilig. Alle drie bleken ze hun haar, waardoor de vrouw bij wie ze inwonen, achterdocht krijgt. Ze moeten het huis verlaten en besluiten naar een adres in Utrecht te gaan. Die nacht denkt Marga aan het Paasfeest, aan het verhaal over de uittocht uit Egypte, aan het eten van "ongezuurde brood en het bittere kruid". 
Voor de veiligheid zullen ze apart naar Utrecht reizen. Voor het vertrek gaan ze nog een keer naar de bioscoop. Als Marga op het afgesproken adres in Utrecht aankomt, heeft Dave al opgebeld. Lotte is bij de controle aangehouden en Dave zal zich bij haar voegen. In Utrecht hebben ze geen plaats voor Marga. Ze gaat terug naar Amsterdam, waar ze een kennis heeft. Wout wacht haar bij het Amstel Station op. De volgende dag wordt ze opgehaald door oom Hannes, een boer uit de Haarlemmermeer. Op de boerderij van oom Hannes zijn al veel onderduikers; daarom wordt Marga naar een landarbeidersgezin gebracht. Daar hebben ze geen bed voor haar. Ze moet bij de vrouw slapen, terwijl de man bij de jongens zal kruipen. Op een dag roeit ze naar Aalsmeer, waar ze in een café een afspraak met Wout heeft. Hij heeft voor haar geïnformeerd; het enige wat hij kan zeggen is: "Ze zijn doorgestuurd." Een meisje is op straat aan het tollen. Haar tol wordt verpletterd. Marga's geld raakt op en ze wil het arme gezin niet langer tot last zijn. Wout weet een adres voor haar in Heemstede. Hij heeft ook een nieuw persoonsbewijs voor haar, met een nieuwe naam. Ze leest de naam: "Het was of ik aan mezelf werd voorgesteld." In Heemstede komt ze in een laag huis aan een smalle vaart.


Epiloog: Na de bevrijding bezoekt ze de broer van haar vader, die in Zeist woont. Omdat hij met een niet-Joodse vrouw is getrouwd, hebben de bezetters hem ongemoeid gelaten. Het lot van zijn broer heeft hem echter zeer aangegrepen en iedere dag staat hij bij de tramhalte op hem te wachten, hoewel hij ook bericht van het Rode Kruis gehad heeft.
Hij heeft al jaren een pak en een paar schoenen voor zijn broer bewaard. Op een dag krijgt Marga bericht, dat haar oom gestorven is. Ze gaat naar Zeist en vindt het vreemd, dat ze bij de tramhalte geen bekend gezicht ziet. Tante geeft haar het kostuum, maar ze wil het niet hebben, omdat ze er toch niets mee kan doen. Ze mist het geloof van haar oom: "Ze zouden nooit terugkomen, mijn vader niet, mijn moeder niet, Bettie niet, noch Dave en Lotte."


Epiloog: Na de bevrijding bezoekt ze de broer van haar vader, die in Zeist woont. Omdat hij met een niet-Joodse vrouw is getrouwd, hebben de bezetters hem ongemoeid gelaten. Het lot van zijn broer heeft hem echter zeer aangegrepen en iedere dag staat hij bij de tramhalte op hem te wachten, hoewel hij ook bericht van het Rode Kruis gehad heeft.
Hij heeft al jaren een pak en een paar schoenen voor zijn broer bewaard. Op een dag krijgt Marga bericht, dat haar oom gestorven is. Ze gaat naar Zeist en vindt het vreemd, dat ze bij de tramhalte geen bekend gezicht ziet. Tante geeft haar het kostuum, maar ze wil het niet hebben, omdat ze er toch niets mee kan doen. Ze mist het geloof van haar oom: "Ze zouden nooit terugkomen, mijn vader niet, mijn moeder niet, Bettie niet, noch Dave en Lotte."

 

Mening

Ik vind dit boek goed geschreven. Het is een wat ouder boek maar qua schrijfstijl had ik daar totaal geen last van. Ook vond ik het prettig dat het boek in veel kleine hoofdstukjes was verdeeld, zo zat er een goed structuur in.

Het onderwerp van het boek spreekt mij ook erg aan. De tweede wereldoorlog vind ik best interessant en daarom vind ik boeken uit de oorlog meestal wel leuk. Er zit namelijk een bepaalde spanning in maar ook een hoop gevoel. Het gevoel vond ik in dit boek iets minder maar evengoed vond ik het een best goed boek.

REACTIES

B.

B.

8,9 toppertje ga zo door. Jij komt er wel

4 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het bittere kruid door Marga Minco"