Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Het bittere kruid door Marga Minco

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
Boekcover Het bittere kruid
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 4210 woorden
  • 6 januari 2004
  • 305 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
305 keer beoordeeld

Boekcover Het bittere kruid
Shadow

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerheid en angst. Zelfs als de bezetter toeslaat, blijft er nog een spoor van hoop om aan het lot te ontkomen. Met kleine middelen roept de schrijfster een sfeer op van dreiging, ongegronde hoop …

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerhe…

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerheid en angst. Zelfs als de bezetter toeslaat, blijft er nog een spoor van hoop om aan het lot te ontkomen. Met kleine middelen roept de schrijfster een sfeer op van dreiging, ongegronde hoop en verwachting, die precies weergeeft wat in die jaren in de harten van de vervolgden leefde. Sober omslag, duidelijke druk.

Het bittere kruid door Marga Minco
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
1. BIBLIOGRAFISCHE GEGEVENS. Auteur: Marga Minco
Titel: Het bittere kruid
Ondertitel: Een kleine Kroniek
Uitgeverij: Bert Bakker; Amsterdam
Jaar van 1e druk: mei 1957
Dit boek is gedrukt in september 1995 (41ste druk) Aantal blz.: 90
Hoofdfiguur: ik-verteller. Bijfiguren: vader en moeder Minco, de broer van de ik-verteller, Dave en zijn vrouw Lotte. Plaats van handeling: Breda, Amersfoort, Amsterdam, Aalsmeer en Heemstede. Genre: Het boek behoort tot de epiek. Het is proze met diepe woord-voor-woord betekenis. Het is een novelle. Twee spreuken staan als motto: 1. "Er rijdt door mijn hoofd een trein vol joden, ik leg het verleden als een wissel om…."(Bert Voeten) verklaring: Marga Minco wil haar gebeurtenissen die ze tijdens de tweede wereldoorlog heeft meegemaakt, van zich afschrijven. 2. "Knechten heersen over ons, er is niemand die ons uit hunne hande rukke." Verklaring: Onvoldoende steun om zich te verweren tegen de Duitsers. 2. GEGEVENS OVER DE AUTEUR. Marga Minco is het pseudoniem van Sara Minco, die op 31 maart 1920 geboren wordt in Ginneken. Ze is de enige die het wegvoeren van haar familie in de oorlog overleeft. De voornaam Marga is een overblijfsel van haar onderduikersnaam Marga Faes. Ze trouwt met de schrijver/dichter Bert Voeten, waar zij na enkele jaren van scheidt. Haar werk wordt grotendeels door oorlogservaringen gekleurd. Haar debuut is Het bittere kruid uit 1957, dat in 1985 wordt verfilmd door Kees van Oostrum. Marga Minco distantieert zich echter volledig van deze verfilming. Als haar verhalen niet over de oorlog gaan, dan spelen eenzaamheid en isolement een grote rol. Het toeval is ook belangrijk in haar boeken. Ze schrijft ook korte verhalen en kinderboeken, onder andere Kijk ´ns in de la (1963) en De verdwenen bladzij (1994). Ze krijgt in 1957 de Multatuli-prijs voor het verhaal Het adres en in 1958 ontvangt ze de Vijverbergprijs voor Het bittere kruid.
3. SAMENVATTING VAN DE INHOUD. Samenvatting 1. Marga komt met haar ouders terug in Breda, nadat ze waren gevlucht voor de Duitsers. Haar vader vindt het nog niet nodig om voor de Duitsers onder te duiken, omdat hij denkt dat het zo'n vaart niet zal lopen. Vroeger al was Marga lastig gevallen door kinderen omdat ze joods was, en ze kon zich herinneren dat er altijd afstandelijk en bang werd gereageerd als ze bijvoorbeeld iemand uitnodigde om naar binnen te komen. Ze vindt het ook moeilijk dat alles onder de bezetting verboden was. Op een dag komt vader thuis met de sterren die goed worden ontvangen door iedereen. Vader en Dave (de broer van Marga) krijgen een oproep voor het werkkamp, maar worden beide afgekeurd, omdat vader huidaandoeningen heeft en Dave iets uit een flesje heeft genomen dat hem ziek maakte. Een niet-joods buurmeisje neemt, bij een bezoek om een tennisracket een heleboel van Marga's spullen mee, omdat zij ze mooi vindt en Marga zegt dat ze ze mee mag nemen, want zij zal er waarschijnlijk toch geen gebruik van maken als ze weggaat. Om hen heen duiken steeds meer mensen onder. Toch wil vader nog niet onderduiken, ondanks dat er wel razzia's worden gehouden. Ook Bettie, de zus van Marga, wordt door de razzia's opgepakt. Als Marga, Dave en Lotte (de vriendin van Dave) een oproep krijgen, komen ze daar onderuit omdat de dokter een attest achtergelaten had voor Marga en Dave. Lotte mocht blijven om Marga en Dave te verzorgen. Marga's ouders moesten in een ghetto in Amsterdam gaan wonen, omdat ze over de vijftig waren. Op een dag heeft Marga genoeg van het rondlopen in haar pyjama de hele dag. Ze gaat met de trein, wat zeer gevaarlijk was, naar Amsterdam om haar ouders op te zoeken. Veel mensen om hen heen duiken onder, maar de familie van Marga nog steeds niet omdat ze er het geld niet voor hebben en omdat vader optimistisch blijft en hoopt dat het misschien niet nodig zou zijn. Dave en Lotte wonen inmiddels ook in Amsterdam. Ze gaat naar hen toe als op een avond haar ouders door de Duitsers worden opgepakt. Zij kon nog net door de achterdeur ontsnappen. Omdat haar identiteitspas in handen was gekomen door de Duitsers onderging Marga een metamorfose; haar haar werd gebleekt. Toch besluiten ze om naar Utrecht te gaan om daar onder te duiken, maar op het station worden Lotte en Dave opgepakt. Marga redt het naar Utrecht, maar kan niet bij het onderduikadres terecht. Ze gaat weer terug naar Amsterdam en wordt daar door een jongen, Wout, geholpen met een ander adres te zoeken. Omdat er weinig plaats was, en omdat ze moest betalen en haar geld opraakte, moest Marga een aantal keren van onderduikadres wisselen. Tot na de oorlog verblijft ze in Heemstede. Na de oorlog gaat ze haar oom en tante opzoeken in Zeist. Zij zijn niet opgepakt omdat haar tante Nederlands was. Haar oom kon nog steeds niet begrijpen dat zijn familie allemaal dood was en ging ook elke dag naar de tramhalte om te kijken of ze niet toevallig langs kwamen. Toen haar oom gestorven was en Marga haar tante nog eens op ging zoeken zag ze ook de tramhalte waar hij altijd had gezeten. Alleen zij beseft wel dat noch haar ouders noch Bettie, Dave of Lotte terug zouden komen. Samenvatting 2. Als in 1940 de oorlog uitbreekt, vlucht de familie Minco uit Breda weg. Na een paar dagen keert de rust weer en men komt terug. Marga en haar broertje en zusje hadden het in hun jeugd in Breda vaak moeilijk. Ze werden uitgescholden en soms geconfronteerd met vreemde vooroordelen. Na een capitulatie gaat het leven aanvankelijk zijn gewone gang. Vader is vol vertrouwen en gelooft, dat de Duitsers hen niets zullen doen. Hij is een vroom man en wil dat "de Joodse wetten en gebruiken" gehandhaafd worden. De kinderen onttrekken zich er hoe langer hoe meer aan. In het eerste oorlogsjaar wordt Marga ziek en ze moet kuren in Utrecht. Haar ouders verhuizen intussen naar Amersfoort, waar ze gaan inwonen bij hun getrouwde zoon Dave en zijn vrouw Lotte. Na een poos is Marga zover herstelt, dat ze mag nakuren buiten het ziekenhuis. Ze trekt ook naar Amersfoort. In die tijd hebben de bezetters juist bepaald, dat de Joden een gele ster moeten dragen. Vader komt thuis met een hele collectie sterren en moeder en de meisjes beijveren zich deze zo keurig mogelijk op de kleren te naaien. Marga is niet zo handig met de naald en draad en de ster komt er scheef op. Vader en Dave moeten zich laten keuren voor de werkkampen. De eerste heeft huiduitslag en wordt afgekeurd en de tweede neemt een drankje in, waardoor de dokter hem ongeschikt vindt. Het drankje heeft een nadelige uitwerking, maar na een paar dagen is Dave weer hersteld. Mevrouw Zwagers is ermee begonnen het hele gezin te laten fotograferen. Moeder vindt, dat ze ook maar met het hele gezin op de foto moeten. Marga heeft weinig zin, maar toch gaan ze met z'n allen naar fotograaf Smelting. Als moeder op zekere middag naar mevrouw Zwagers gaat om haar de foto's te laten zien, blijkt de hele familie Zwagers te zijn ondergedoken. Het is voor het eerst dat ze horen, dat iemand is ondergedoken. Op een dag komt er een telegram uit Amsterdam: Marga's zuster Bettie en haar man zijn door een overvalwagen opgepikt. Enige tijd later komen bij Marga thuis ook oproepen om zich te melden. Het lijkt Dave wel avontuurlijk. Ze kopen rugzakken en voeren hun kleding met bont en flanel. Overal stoppen ze doosjes vitaminen in en er worden drie kampeerbekertjes gekocht. Dave en Marga behoe-ven zich echter niet te melden, omdat ze van de dokter een attest krijgen. Lotte mag blijven om hen te verzorgen. Hun ouders moeten naar Amsterdam. Bij het afscheid is vader zeer optimistisch. Moeder denkt aan Bettie. Een paar mannen komen om de koffers en de kamer te verzegelen. Als hun ouders weg zijn, verbreken de kinderen het zegel van de kamer. Dave en Marga blijven zoveel mogelijk in bed. Op zekere dag komt een buurmeisje Marga's racket lenen. Ze krijgt allerlei spullen van Marga cadeau. Marga wil naar Amsterdam, waar haar ouders in de Sarphatistraat op kamers wonen. Ze haalt de ster van haar jas en dan begeeft ze zich op weg. Gedurende die gehele reis zit ze in spanning, maar de tocht verloopt zonder ongelukken. Haar ouders zijn dolgelukkig haar weer te zien. Het Joodse rusthuis naast hen wordt een paar dagen later leeggehaald. Vader, Moeder en Marga verbergen zich in het souterrain, van waaruit ze alleen voeten kunnen zien. Toch weten ze dat er iets afschuwelijks gebeurt. Nadat ze een dienst in de "sjoel" hebben bijgewoond, lopen ze met een kennis op, met wie ze praten over onderduiken. Vader wil liever nog wat wachten. Tante Kaatje uit het oudeliedengesticht zal bij hen komen eten. Marga gaat inkopen doen in de Weesperstraat. Ze wordt aangehouden door een dikke man, die een meisje blijkt te zoeken wat van haar leeftijd is. Marga mag gaan en doet haar inkopen. Als ze thuis komt, hoort ze dat Tanta Kaatje niet komt ("het hele gesticht is leeggehaald"). Als Marga in de Lepelstraat loopt, stopt daar juist een overvalwagen. Alle huizen worden leeggehaald. Een soldaat wil ook Marga meenemen, maar ze zegt dat ze niet in de Lepelstraat woont. De soldaat gaat met haar persoonsbewijs naar zijn commandant; na een poosje komt hij terug: Marga kan gaan. De volgende dag loopt ze weer door de Lepelstraat, die dan is uitgestorven. De winkel van de slager is leeg; er is een plank voor de deur getimmerd. Op een avond is Marga aan het tennisssen. Ze slaat de bal over de schutting en als ze hem pakt, ontdekt ze dat er achter hun tuin een smalle geul is, waar ze zich best in kunnen verstoppen. Als ze met Vader en Moeder thee zit te drinken, wordt er gebeld. Meteen zijn de mannen binnen. Marga moet de jassen halen. Ze vlucht ongemerkt het huis uit, de tuin in. Door het tuindeurtje en via de smalle geul komt ze op straat. Ze rent naar de Weteringschans, waar Dave en Lotte zijn ondergedo-ken. Daar is ze enige tijd veilig. Alle drie bleken ze hun haar, waardoor de vrouw bij wie ze inwonen, achterdocht krijgt. Ze moeten het huis verlaten en besluiten naar een adres in Utrecht te gaan. Die nacht denkt Marga aan het Paasfeest, aan het verhaal over de uittocht uit Egypte, aan het eten van "ongezuurde brood en het bittere kruid". Voor de veiligheid zullen ze apart naar Utrecht reizen. Voor het vertrek gaan ze nog een keer naar de bioscoop. Als Marga op het afgesproken adres in Utrecht aankomt, heeft Dave al opgebeld. Lotte is bij de controle aangehouden en Dave zal zich bij haar voegen. In Utrecht hebben ze geen plaats voor Marga. Ze gaat terug naar Amsterdam, waar ze een kennis heeft. Wout wacht haar bij het Amstel Station op. De volgende dag wordt ze opgehaald door oom Hannes, een boer uit de Haarlemmermeer. Op de boerderij van oom Hannes zijn al veel onderduikers; daarom wordt Marga naar een landarbeidersgezin gebracht. Daar hebben ze geen bed voor haar. Ze moet bij de vrouw slapen, terwijl de man bij de jongens zal kruipen. Op een dag roeit ze naar Aalsmeer, waar ze in een café een afspraak met Wout heeft. Hij heeft voor haar geïnformeerd; het enige wat hij kan zeggen is: "Ze zijn doorgestuurd." Een meisje is op straat aan het tollen. Haar tol wordt verpletterd. Marga's geld raakt op en ze wil het arme gezin niet langer tot last zijn. Wout weet een adres voor haar in Heemstede. Hij heeft ook een nieuw persoonsbewijs voor haar, met een nieuwe naam. Ze leest de naam: "Het was of ik aan mezelf werd voorgesteld." In Heemstede komt ze in een laag huis aan een smalle vaart. Epiloog: Na de bevrijding bezoekt ze de broer van haar vader, die in Zeist woont. Omdat hij met een niet-Joodse vrouw is getrouwd, hebben de bezetters hem ongemoeid gelaten. Het lot van zijn broer heeft hem echter zeer aangegrepen en iedere dag staat hij bij de tramhalte op hem te wachten, hoewel hij ook bericht van het Rode Kruis gehad heeft. Hij heeft al jaren een pak en een paar schoenen voor zijn broer bewaard. Op een dag krijgt Marga bericht, dat haar oom gestorven is. Ze gaat naar Zeist en vindt het vreemd, dat ze bij de tramhalte geen bekend gezicht ziet. Tante geeft haar het kostuum, maar ze wil het niet hebben, omdat ze er toch niets mee kan doen. Ze mist het geloof van haar oom: "Ze zouden nooit terugkomen, mijn vader niet, mijn moeder niet, Bettie niet, noch Dave en Lotte." 4. WAT IS TYPE PROZA WAT MINCO SCHRIJFT. Genre: Een novelle, omdat het een dun boek is, met 90 pagina's. Daarbij komen er weinig personen in het verhaal voor en is de verhaallijn makkelijk te volgen. Verder is de hoofdpersoon niet echt emotioneel uitgewerkt. Subgenre: Het is een oorlogsnovelle, want het hele boek speelt in de oorlog en daar draait ook
alles om. Kenmerken van de novelle zijn. - één plaats van handeling - geen uitvoerige karakterbeschrijvingen - zo weinig mogelijk verhaalfiguren 5. WAAROM IS MINCO AAN HET SCHRIJVEN BEGONNEN? “Ik heb van begin af aan al geschreven, in schriftjes. Dat waren fragmenten, aanzetjes, zinnen, de opzet van een karakter. Ik slaap slecht en soms valt me midden in de ancht een zinsnede in. Er ligt altijd een notitieboekje naast mijn bed. Om Bert niet wakker te maken schrijf ik mijn inval vaak in het donker op. De plotselinge invallen zijn vrijwel altijd goed. Je hoeft er later niets meer aan te veranderen.’’ ‘’In het najaar van 1982 ben ik begonnen stukken op de typemachine te schrijven en vanaf januari ben ik iedere ochtend gaan zitten, toen werd het serieuw. Als ik eenmaal op gang ben en consquent aan iets werk, groet het altijd enorm uit. Het bittere kruid en Een legg huis waren aanvakelijk ook veel groeter. In de loop der jaren is dat mijn methode geworden: eerst een uitgebreide opzet maken en dan de zaak weer terugbrengen tot kleinere stukjes. 5.2 De relatie tussen verschillende teksten
Veel van de verhalen van Marga Minco gaan over oorlogservaringen. Ook schrijft ze boeken over eenzaamheid en isolement. Dit is haar manier om haar oorlogstrauma te verwerken. Naast de boeken die ze schrijft doet ze niets. 5.3 Relatie tussen tekst en context
Dit verhaal is pas na de oorlog geschreven en gaat over de tweede wereldoorlog. In de jaren 50 wisten er nog weinig mensen van het lot van de joden en van de concentratiekampen. Mensen hadden het namelijk jarenlang druk gehad met het opbouwen van het land en hadden daarbij niet veel aandacht geschonken aan de Joden. Het boek van Marga Minco was dus al een niet veel voorkomend genre en boeide dus veel mensen. 6. TITELVERKLARING subtitel: Het Bittere Kruid. Voor dit boek ontving Marga Minco de Vijverbergprijs en het is vertaald in acht talen. Hoofdstuk 16 uit het boek is zo getiteld. De titel is ontleend aan Exodus 12:8. Dit heeft betrekking op het eten van bittere kruiden wat een Joods gebruik is. Het herinnert hen aan de bitterheid der slavernij in Egypte en de ongzuurde broden voor de haast waarmee men wegtrok. En daarmee ook de bittere tijden die de joden meemaakten. Nu beleeft Marga Minco deze zelf. Ook heeft het kruid een lange nasmaak. Hiermee wordt bedoeld dat een lange nasmaak hebben van de oorlog. ondertitel

Een Kleine Kroniek. Heeft twee betekenissen: 1. Verhaal dat opzichzelf staande feiten vermeldt in chronologische volgorde. 2. Kronieken zijn ook twee boeken in het Oude Testament, die de Joodse historie bevatten. 7. THEMA EN MOTIEVEN 7.1 Thema
Het thema van het boek is: de problemen en angsten die de joden in de Tweede Wereldoorlog hebben gehad en hoe lang deze tijd nog zal nawerken in de periode die er na komt. Ook al is Marga als overlevende uit de tweede wereldoorlog gekomen, de titel is niet voor niets “Het Bittere Kruid”. De dingen die ze heeft meegemaakt zullen nog lang een rol blijven spelen in haar verdere leven. Ze zal nog lang de pijn en verdriet kennen omdat ze eigenlijk zonder reden haar hele familie is kwijtgeraakt. 7.2 de motieven
Oorlog: Doordat het verhaal zich afspeelt in de oorlog wordt je er constant aan herinnerd en is het terugkerend
Dood: Dit maakte indruk. Om Marga heen worden veel mensen opgepakt, waaronder ook haar ouders, haar broer en zijn vrouw en haar zus. Joden Vervolging: de Duitsers die mensen oppakken zoals de razzia op de Lepelstraat en in het bejaardentehuis. Vervolgingen: Door de Duitsers waren er een heleboel dingen verboden voor Joden zoals het zwembad, het badhuis, het openbaar vervoer en de bioscoop. De verboden komen veelvuldig in het boek voor en geven de onmacht van de Joden weer. Angst: Dit gevoel maakt zowel indruk als dat het herhaald wordt. Er is altijd de angst om gepakt geworden door de Duitsers. Het gevoel van angst hebben Marga en haar familie altijd, in de trein, in de bioscoop en thuis het is een steeds terugkerend onderwerp. 8. TIJD, RUIMTE, SPANNING, PERSPECTIEF 8.1 Tijd
De tijd die in het boek verloopt is vanaf het begin van de oorlog tot na de oorlog, dus ongeveer vijf jaar. Het verhaal is chronologisch verteld, omdat alle gebeurtenissen elkaar opvolgen. Er zitten wel gedachten van Marga in. Dan denkt ze vooral terug aan de dingen die in haar jeugd gebeurd zijn, zoals het bijna zien verdrinken van haar zus Bettie of het gepest als ze door de Kloosterstraat moest lopen, waarin veel kinderen waren die haar pestten omdat ze Joods was. Dit zijn flash -backs. De verteltijd is korter dan de vertelde tijd. Ik had ongeveer 3½ uur nodig om het boek te lezen, maar in het boek verstrijkt er 5 jaar. Er zitten verschillende tijdssprongen in, want niet elke gebeurtenis in die 5 jaar wordt verteld. Ik denk dat het beste voorbeeld de sprong van het einde van het boek naar de epiloog is, want dan is de oorlog ineens afgelopen. Ook is er wel sprake van tijdsversnelling, omdat niet alles uitvoerig beschreven wordt. Als voorbeeld zijn dat de verhuizingen van Breda naar Amersfoort of de keuringen die vader en Dave krijgen voor het werkkamp. Ook zijn er in het boek vertragingen door de gedachten die door Marga's hoofd gaan. Als ze door de man in de Lepelstraat wordt aangehouden bijvoorbeeld beschrijft ze hoe deze man eruit ziet en daardoor krijg je niet echt een doorlopend verhaal. Verhaalbegin en verhaaleinde
Het verhaal begint met actie en informatie want er wordt gelijk geopend met een gesprek. Daarna wordt wel verteld dat de hele stad had moeten evacueren en dat vormt de informatie, omdat je dan gelijk weet dat de oorlog al aan de gang is. Het einde is een gesloten einde. Je komt te weten hoe het is afgelopen met Marga, dat 'goed' is gegaan en dat zij niet opgepakt is en er wordt ook gezegd dat Marga geen hoop meer heeft dat haar ouders en andere familie ooit nog terug zal komen. Dat is het einde van het verhaal. 8.2 Ruimte

Het verhaal speelt zich op verschillende plaatsen af. Als eerste in het huis in Breda, dan in het huis van Dave en Lotte in Amersfoort. Als Marga naar haar ouders in Amsterdam gaat speelt het zich in Amsterdam af. Dan zijn er dan nog de verschillende onderduikadressen zoals in Utrecht, net buiten Amsterdam en Heemstede en tenslotte in Zeist bij Marga's oom en tante. Sommige van de huizen, bijvoorbeeld in Amsterdam, worden beschreven. De ruimte is vooral ondersteunend gebruikt. Alles wordt sober en triest beschreven en dat was het ook in de oorlog. Ook het huis, dat symbool staat voor veiligheid, verliest haar functie, omdat er in de oorlog voor Joden niets veilig was. Ze konden elk moment opgepakt worden door de Duitsers. 8.3 Spanning
De spanning in het boek wordt opgebouwd door de lezer op te zadelen met een vraag: Lukt het de familie van Marga Minco om uit de handen van de Duitsers te blijven? En als de familie opgepakt is gaat het over in: Zal het Marga lukken om niet opgepakt te worden? Ook wordt de spanning in het verhaal opgebouwd door vertragingen. Bijvoorbeeld als er mensen in de Lepelstraat worden opgepakt en Marga ook bijna moet instappen. Een ander voorbeeld is als de familie in Amsterdam wordt opgepakt, maar Marga nog net via de tuindeur kan ontsnappen. Er wordt zoveel omheen verteld van de situatie die er op dat moment speelt (uiterlijk van mensen e.d.) dat je daardoor een vertraagde werking krijgt, omdat je de dialogen op deze manier niet direct kan volgen. Toch wil je zo snel mogelijk te weten komen wat er gaat gebeuren. Door de omgeving en personen goed te beschrijven bouwt de schrijfster ook spanning op. Ze beschrijft namelijk precies hoe de Duitsers eruit zagen en hoe ze zich gedroegen. Omdat ze zo star en bevelend waren (ze worden dan ook beschreven als tinnen soldaatjes) gaf dat een nare situatie was en het verhaal spannend maakte. 8.4 Perspectief
Het verhaal wordt verteld vanuit het ik-perspectief. Je leest met de gedachten van de 'ik' in het verhaal mee. Het is dus een 'ik-verhaal'. Je kan de naam van het ik- figuur niet opmaken uit het boek. Maar omdat het boek een waar gebeurd verhaal en omdat het boek gaat over Marga's belevenissen in de Tweede Wereldoorlog weet je dat de ik-figuur Marga heet. 9. PERSONAGES Marga: Marga is een hoofdpersoon. Je kan je in haar situatie inleven en ze heeft namelijk rechtstreeks te maken met het probleem van de Jodenvervolging. Doordat het een autobiografie is, is het dus door Marga geschreven en gaat het hele boek over haar en krijgt zij de meeste aandacht. Daarbij is Marga een karakter, omdat ze in het boek ouder en wijzer wordt. Ze leert namelijk dat de Duitsers wel gevaarlijk zijn, terwijl ze aan het begin van het boek, net als haar vader, er vrij optimistisch was en niet bang. Ook is Marga angstig voor de Duitsers en voelt ze zich schuldig als ze haar ouders heeft achtergelaten. Vader: achtergrondpersoon, hij geeft diepte aan de hoofdpersoon door haar te beïnvloeden met zijn positieve kijk op de oorlog, verder is hij een type, want je weet alleen maar van hem dat hij optimistisch is. Hij is ook niet uitgebreid beschreven. Moeder: zij is een achtergrondpersoon, je kan namelijk niet met haar gevoelens meelezen en ze krijgt niet zoveel aandacht. Doordat je maar een eigenschap van haar te weten komt, dat ze zorgzaam en bezorgt is, is de moeder een type. Dave: dit is de broer van Marga. Hij is een achtergrondfiguur. Ook zijn gevoelens zie je niet echt en je weet eigenlijk alleen dat hij een dappere jongen was, omdat hij dat drankje nam voordat hij naar de keuring voor het werkkamp moest, en dus is hij daarbij een type. Lotte: Marga kan het goed met Lotte vinden. Lotte is de vrouw van Dave. Ze wordt niet uitgebreid beschreven en ze is dan ook een type. De enige karaktereigenschap die je van haar te weten komt is dat ze net als de moeder van Marga een zorgzaam type is. Ze is ook een achtergrondfiguur. Ze krijgt namelijk haast geen aandacht, je kan je niet in haar inleven en ze heeft niet rechtstreeks te maken met het probleem. Bettie: Bettie is de een jaar oudere zus van Marga en een type. Je weet namelijk alleen dat ze dapper was. Als voorbeeld kan ik daar de Kloosterlaan van geven. Bettie liep altijd gewoon door als er kinderen stonden die hun eventueel konden gaan pesten. Ook is zij een achtergrondfiguur, want ze geeft diepte aan de persoon, je ziet dat Marga vroeger niet zo sterk was (o.a. Ook de kloosterlaan) «Ieder achtergrond figuur is ook nog eens belangrijk voor de handeling, omdat Marga door het verdwijnen van haar familie ongelukkig en verdrietig wordt. 10. BIBLIOGRAFIE 1957 Het bittere kruid: een kleine kroniek (novelle) 1959 De andere kant: Verhalen
1961 Tegenvoeters (een novelle en gedichten) 1963 Kijk ‘ns in de la (Kinderboek) 1964 Moderne Joodse verhalen
1965 Het huis hiernaast (novelle0 Terugkeer (novelle) 1966 Een leeg huis (roman) 1968 De trapeze, 6
1970 De dag, dat mijn zuster trouwde (novelle) 1973 Enige jaren na de oorlog was ik voor een paar
1974 Meneer Frits en andere verhalen uit de vijftiger jaren
1975 Je mag van geluk spreken
1976 Het adres en andere verhalen

1979 Maart
1982 Verzamelde verhalen: 1951-1981
1983 De val
1986 De glazen brug
1990 De zon is maar een zeepbel: twaalf droomverslagen
Grammofoonplaat
1961 Bomen
Bekroningen
1957 mutatorprijs (eerste prijs) voor Het adres
1958 Vijverbergprijs voor Het bittere kruid. 1958 Regeringsreistoelage. 1960 Reistoelage van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
1963 Opdracht van de gemeente Amsterdam tot het schrijven van een novelle (Het huis hiernaast) 1979 Riestoelage van het Fonds voor de Letteren. 11. LITERATUUR GESCHIEDENIS Marga Minco ook wel Sara Voeten-Minco. Zij werd in Nieuw-Ginne-ken geboren uit Joodse ouders. Zij is getrouwd met de schrijver en Shakespeare-vertaler Bert Voeten. Tijdens de bezetting dook zij onder in Amsterdam; haar hele familie werd gedeporteerd en kwam om. In de novelle "Het Bittere Kruid" (bekro-ond met de Vijverbergprijs van de Jan Campert stichting) geeft zij een kroniek van haar persoonlijke ervaringen tijdens WOII. Het boek is in verscheidene talen vertaald. In 1966 verscheen haar roman "Een leeg huis". Marga Minco heeft ook kinderboeken, verhalen en televisiespelen geschreven. Haar verhalenbundels "De andere kant" (1959) en "Meneer Frits en andere verhalen uit de vijftiger jaren" hebben een groot lezerspubliek gevonden.

REACTIES

H.

H.

realisme

20 jaar geleden

D.

D.

bij de samenvatting is het gewoon een naamloze ik-persoon want op wikipedia staat dit:
'Het boek is in de ik-vorm geschreven, maar de hoofdpersoon heeft geen naam. Zij valt niet samen met de echte Marga Minco (die in werkelijkheid in de oorlog ouder was). Het boek is uiteraard vanuit joods oogpunt geschreven, maar in nuchtere bewoordingen, zonder dat de emotie expliciet wordt.'

12 jaar geleden

M.

M.

sgoed verslag:d

12 jaar geleden

N.

N.

De naam Marga klopt niet, het is gewoon de ik-figuur. Ik kreeg een hele preek van m'n lerares ;)

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het bittere kruid door Marga Minco"