Het bittere kruid door Marga Minco

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
Boekcover Het bittere kruid
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 1657 woorden
  • 23 juli 2001
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
7 keer beoordeeld

Boekcover Het bittere kruid
Shadow

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerheid en angst. Zelfs als de bezetter toeslaat, blijft er nog een spoor van hoop om aan het lot te ontkomen. Met kleine middelen roept de schrijfster een sfeer op van dreiging, ongegronde hoop …

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerhe…

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerheid en angst. Zelfs als de bezetter toeslaat, blijft er nog een spoor van hoop om aan het lot te ontkomen. Met kleine middelen roept de schrijfster een sfeer op van dreiging, ongegronde hoop en verwachting, die precies weergeeft wat in die jaren in de harten van de vervolgden leefde. Sober omslag, duidelijke druk.

Het bittere kruid door Marga Minco
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Samenvatting: Marga komt met haar ouders terug in Breda, nadat ze waren gevlucht voor de Duitsers. Haar vader vindt het niet nodig om voor de Duitsers onder te duiken, omdat hij denkt dat het zo'n vaart niet zal lopen. Vroeger al was Marga lastig gevallen door kinderen omdat ze joods was en mensen waren ook bang als ze bij de familie op bezoek kwamen. Toen Marga ziek werd, verhuisde de familie naar Amersfoort en trokken bij haar broer Dave en zijn vrouw Lotte in. Vader en Dave krijgen een oproep voor het werkkamp, maar worden beide afgekeurd, omdat vader een huidaandoeningen heeft en Dave iets uit een flesje heeft genomen dat hem ziek maakte. Om hen heen duiken steeds meer mensen onder. Vader wil niet onder duiken ondanks dat er razzia's worden gehouden. Bettie, haar zus, wordt bij zo'n razzia opgepakt. Als Marga, Dave en Lotte een oproep krijgen,  kunnen ze daar onderuit komen doordat de dokter voor Marga en Dave een attest heeft achtergelaten en Lotte mag blijven om hen te verzorgen. Marga's ouders moesten in een sloppenwijk in Amsterdam gaan wonen. Op een dag heeft Marga genoeg van het rondlopen in haar pyjama. Ze gaat met de trein naar Amsterdam om haar ouders op te zoeken. Veel mensen duiken onder, maar de familie van Marga nog steeds niet omdat ze het geld er niet voor hebben en vader optimistisch blijft. Dave en Lotte wonen inmiddels ook in Amsterdam en naar hen gaat ze als haar ouders op een avond worden opgepakt door de Duitsers. Haar identiteitspas was in handen gekomen van de Duitsers, daarom onderging ze een metamorfose; haar haar werd gebleekt. Toch besluiten Dave, Lotte en Marga naar Utrecht te gaan om onder te duiken, maar op het station worden Dave en Lotte opgepakt. Marga redt het tot Utrecht maar ze kan niet bij haar onderduikadres terecht daarom gaat ze weer terug naar Amsterdam en wordt ze door ene Wout geholpen om een adres te vinden. Omdat er of weinig plaats was, of omdat ze moest betalen en haar geld opraakte, moest Marga een aantal keren van onderduikadres wisselen. Tot na de oorlog verblijft ze in Heemstede. Na de oorlog gaat ze naar haar oom en tante in Zeist. Zij zijn niet opgepakt, omdat haar tante Nederlands is. Haar oom kon nog steeds niet begrijpen dat zijn familie dood was en ging ook elke dag naar de tramhalte om te kijken of ze niet toevallig langs kwamen. Toen haar oom gestorven was en Marga haar tante nog eens op ging zoeken zag ze ook de tramhalte waar hij altijd had gezeten. Alleen zij besefte wel dat noch haar ouders noch Bettie, Dave of Lotte terug zouden komen. 2. a) Vertelwijze: In het verhaal zijn veel beschrijvingen van bijvoorbeeld personen of van plaatsen die soms wel een halve bladzijde lang zijn. Er zijn ook redelijk wat dialogen tussen de familieleden. De ik-persoon, Marga Minco, heeft vaak herinneringen aan vroeger zoals toen ze vroeger werd gepest, omdat ze een joodse is. Het verhaal is in de verleden tijd geschreven. b) Er zijn geen eigenaardigheden met betrekking tot typografie, lay-out en dergelijke. 3. Verklaring van de titel "Het Bittere Kruid": De titel heeft betrekking op het eten van bittere kruiden wat een joods gebruik is. Het wordt gegeten op Pesach, de Israëlische paasdagen. Hiermee herdenken zij de bevrijding uit Egypte van de joden. En daarmee ook de bittere tijden die de joden meemaakten. Nu beleeft Marga Minco deze zelf. Ook heeft het kruid een lange nasmaak. Hiermee wordt bedoeld dat Marga Minco een lange nasmaak heeft van de gebeurtenissen in de oorlog.      De ondertitel van het verhaal is "Een kleine Kroniek". Deze ondertitel valt niet te verklaren. Het motto van het verhaal is: "Er rijdt door mijn hoofd een trein vol Joden, ik lag het verleden als een wissel om". Bert Voeten. 4. a) In het verhaal is geen proloog, maar er is wel een epiloog. Het is eigenlijk het slot van het verhaal. Het gaat over Marga wanneer zij na de oorlog naar haar oom en tante in Zeist gaat.. Het is nog de enige familie die ze heeft. b) Het boek is verdeeld in 22 hoofdstukken. c) Hoofdstukkentitels: 1. Op een dag. 12. Sabbat 2. De Kloosterlaan 13. Het meisje 3. De sterren 14. De Lepelstraat 4. Het flesje 15. De mannen 5. De foto's 16. Het bittere kruid 6. Het gebeurde 17. Uit elkaar 7. Kampeerbekers 18. Het kruispunt 8. Verzegeld 19. Het bed 9. In bewaring 20. De tol 10. Thuiskomst 21. Een ander 11. In het soutterain 22. De halte d) De hoofdstukkentitels geven allemaal het belangrijkste punt uit dat hoofdstuk weer.
5. Marga: Marga is een hoofdpersoon. Je kan je in haar situatie inleven en ze heeft namelijk rechtstreeks te maken met het probleem van de Jodenvervolging. Doordat het een autobiografie is, is het dus door Marga geschreven en gaat het hele boek over haar en krijgt zij de meeste aandacht. Daarbij is Marga een karakter, omdat ze in het boek ouder en wijzer wordt. Ze leert namelijk dat de Duitsers wel gevaarlijk zijn, terwijl ze aan het begin van het boek, net als haar vader, vrij optimistisch en niet bang was. Ook is Marga angstig voor de Duitsers en voelt ze zich schuldig als ze haar ouders heeft achtergelaten. Vader: achtergrondpersoon, hij geeft diepte aan de hoofdpersoon door haar te beïnvloeden met zijn positieve kijk op de oorlog, verder is hij een type, want je weet alleen maar van hem dat hij optimistisch is. Hij is ook niet uitgebreid beschreven. Moeder: zij is een achtergrondpersoon, je kan namelijk niet met haar gevoelens meelezen en ze krijgt niet zoveel aandacht. Doordat je maar een eigenschap van haar te weten komt, dat ze zorgzaam en bezorgd is, is de moeder een type. Dave: dit is de broer van Marga. Hij is een achtergrondfiguur. Ook zijn gevoelens zie je niet echt en je weet eigenlijk alleen dat hij een dappere jongen was, omdat hij dat drankje nam voordat hij naar de keuring voor het werkkamp moest, en dus is hij daarbij een type. Lotte: Marga kan het goed met Lotte vinden. Lotte is de vrouw van Dave. Ze wordt niet uitgebreid beschreven en ze is dan ook een type. De enige karaktereigenschap die je van haar te weten komt is dat ze net als de moeder van Marga een zorgzaam type is. Ze is ook een achtergrondfiguur. Ze krijgt namelijk haast geen aandacht.      Bettie: Bettie is de één jaar oudere zus van Marga en een type. Je weet namelijk alleen dat ze dapper was. Als voorbeeld kan ik daar de Kloosterlaan van geven. Bettie liep altijd gewoon door als er kinderen stonden die haar pestten.
6. a) Het verhaal speelt zich af in de Tweede Wereldoorlog (1940-1945). Dit kan je uit het verhaal afleiden, omdat in het verhaal Joden vervolgd worden en er worden mensen opgepakt door de Duitsers. Dit zijn allemaal kenmerken van de Tweede Wereldoorlog. b) De tijd is wel degelijk van belang voor de handelingen. Het is een waar gebeurd verhaal dus de tijd is niet gekozen. 7. a) Het verhaal speelt zich op verschillende plaatsen af. Als eerste in het huis in Breda, dan in het huis van Dave en Lotte in Amersfoort. Als Marga naar haar ouders in Amsterdam gaat speelt het zich in Amsterdam af. Dan zijn er  nog de verschillende onderduikadressen zoals in Utrecht, net buiten Amsterdam en Heemstede en tenslotte in Zeist bij Marga's oom en tante. Sommige van de huizen, bijvoorbeeld in Amsterdam, worden beschreven. De ruimte is vooral ondersteunend gebruikt. Alles wordt sober en triest beschreven en dat was het ook in de oorlog. Ook het huis, dat symbool staat voor veiligheid, verliest haar functie, omdat er in de oorlog voor Joden niets veilig was. Ze konden elk moment opgepakt worden door de Duitsers. b) De plaatsen zijn niet willekeurig gekozen, omdat het een waargebeurd verhaal is. 8.  a) Het verhaal duurt iets meer dan vijf jaar. (1940-1945).      b) Er zitten een paar tijdsvertragingen in vooral als het gaat om beschrijvingen van mensen en personen. Er zijn ook een aantal tijdsversnellingen bijvoorbeeld als er een tijdje niets gebeurd.  c) De tijdsvertragingen en tijdsversnellingen hebben niet echt een bepaalde functie. 9.  a) Het verhaal is in grote lijnen chronologisch verteld. Het verhaal begint als de oorlog begint en eindigt na de bevrijding in 1945. Af en toe zijn er wel herinneringen aan vroeger (flash-backs), maar dat zijn er niet zoveel.      b) Er is niet echt een functie van de herinnering aan vroeger (flash-backs). 10 a) Het perspectief is personaal, omdat de schrijver de hoofdpersoon is.      b) Er zijn wisselingen in het perspectief, omdat het verhaal in de hij/zij vorm wordt geschreven, maar af en toe wordt er ook in de ik-vorm geschreven. 11. Het thema van het boek is: de problemen en angsten die de joden in de Tweede Wereldoorlog hebben gehad en hoe lang deze tijd nog zal nawerken in de periode die erna komt. Marga mag zich dan wel goed hebben gered uit de oorlog, ondanks de spanning en angst die ze heeft gehad en de gevaarlijke momenten dat ze bijna werd opgepakt, is de titel niet voor niets "Het Bittere Kruid". De dingen die ze heeft meegemaakt zullen nog lang een rol blijven spelen in haar leven. Ze zou nog lang pijn en verdriet kennen omdat ze eigenlijk zonder reden haar hele familie is kwijtgeraakt. 12.  Eigen mening: De gebeurtenissen in het verhaal vond ik tegenvallen; ik had  meer spanning verwacht. Maar het waren wel echte gebeurtenissen. Dat maakte het zo boeiend, ook al waren er niet zo veel gebeurtenissen. De personages vond ik echt, ze hebben bestaan en de dingen echt zo meegemaakt. Maar er werd niet diep op ze ingegaan. Ik heb hun emoties niet leren kennen in hun situaties. Dat vond ik erg jammer. Het onderwerp sprak mij erg aan. Ik interesseer me voor de Tweede Wereldoorlog en dit boek geeft de ware realiteit hiervan weer. Het geeft je een ander beeld. Het taalgebruik was makkelijk te volgen en goed te begrijpen. Er werden logische zinnen en goede woorden gebruikt.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het bittere kruid door Marga Minco"