Samenvatting
Het is het jaar 1944. Joodse mensen worden opgepakt en in concentratiekampen gestopt. Zo ook het Joodse meisje Annelies Marie Frank, oftewel Anne Frank. Maar voordat ze in een concentratiekamp terecht komt, zit ze ruim twee jaar lang ondergedoken in het Achterhuis te Amsterdam. Daar houdt ze een dagboek bij vanaf 12 juni, 1942. Hierin schrijft ze alles op, wat er gebeurd, wat er in haar hoofd omgaat en hoe ze zich voelt.
Het is een fel, pittig en koppig meisje, maar vooral niet begrepen door de medeachterhuis bewoners.
Zo wonen Anne’s ouders, Otto en Edith ook in het Achterhuis. Ook haar zus, Margot woont hier.
Daarnaast komt er, na een tijdje, nog een familie in het achterhuis wonen, namelijk de familie van Daans (in werkelijkheid de familie van Pels). Deze bestaat uit meneer en mevrouw van Daan, Hermann en Petronella (in werkelijkheid Auguste). Zij hebben ook nog een zoon, Peter.
Na nog enige tijd trekt de laatste nieuwkomer het huis in. Hij heet Albert Dussel (in werkelijkheid Fritz Pfeffer).
Anne kan het goed vinden met haar vader en met Peter. Later in het boek wordt ze ook verliefd op Peter. Otto ziet ze als haar voorbeeld.
Anne kan het niet goed vinden met haar moeder, mevrouw van Daan en meneer Dussel en ze maken vaak ruzie. Anne heeft het idee dat Edith Margot voortrekt. Met Margot kan Anne het op zich redelijk goed mee vinden, maar Margot is al ouder en verstandiger, en Anne is nog een jong, bloeiend meisje en dus botst dat.
Mevrouw van Daan zeurt vaak en klaagt altijd maar, dat Anne zo onfatsoenlijk is en niet keurig. En met meneer Dussel moet Anne zelfs een kamer delen, terwijl hij een enorme egoïst is.
De belangrijkste gebeurtenis in het boek is natuurlijk dat Anne naar het achterhuis verhuist; ze woonde eerst in een normaal huis in Amsterdam.
Ook dat de van Daans en meneer Dussel arriveren is belangrijk. Verder is het belangrijk dat ze veel ruzie heeft met moeder en mevrouw van Daan, want daar vertelt ze veel over.
En als laatste denk ik dat ze verliefd wordt op Peter, waar ze veel ‘afspraakjes’ mee heeft en dus ook veel over schrijft.
Anne verandert niet extreem veel in het boek, maar op een subtiele wijze, merk je dat ze verandert in een jongvolwassene en geen kindje meer is. Ze wordt zelfstandiger en ze wordt ook wat koppiger tegenover moeder.
Ze wordt natuurlijk verliefd op Peter, terwijl ze hem eerst “een tamelijk saaie en verlegen slungel” vond. Verder blijft ze hopen en bang zijn
2. Analyse
a.
Tweede Wereld oorlog en onderduiken.
“En ja hoor, daar dreunde het huis en vielen de bommen.” – bladzijde
109.
b.
Het thema ‘een bloeiend, jong meisje dat schuilt tijdens de Tweede Wereld oorlog’ is waarschijnlijk toepasselijk, aangezien het allemaal draait om overleven in het achterhuis en oorlog.
“Onze schuilplaats is nu pas een echte schuilplaats geworden.” – bladzijde
35.
c.
Er is geen motto.
d.
De volledige titel luidt: ‘Het Achterhuis: dagboekbrieven 14 juni 1942 - 1 augustus 1944’. De titel is heel simpel te verklaren, namelijk dat alle gebeurtenissen in het boek in het achterhuis plaatsvinden en gewoon het feit dat ze daar onderduiken. En de jaartallen geven de tijd aan dat ze onderdook.
Het onderduiken heeft natuurlijk allemaal te maken met de oorlog, want anders hoefde ze niet onder te duiken!
e.
Ik denk dat er meerdere motieven in het boek zitten. Namelijk:
- Oorlog: alles draait om de oorlog en het onderduiken.
- Puberteit: ze schrijft vaak over haar gedachtegang en dat ze volwassenen niet snapt en haar weg probeert te vinden in het huis en de wereld.
- Hoop: Anne heeft nog hoop op een goede afloop en enthousiasme over het leven na het onderduiken.
- Liefde: Anne’s liefde naar Peter, daar komt ze vaak op terug.
- Angst: angst over haar leven, het leven van de anderen, wat er gebeurt als ze ontdekt worden en wat er gebeurd met haar als ze meegnomen worden.
f.
De belangrijkste personages zijn:
- Anne Frank: Anne is een meisje van 13 jaar oud, ze is joods en van oorsprong Duits. Ze heeft donker gekruld haar en een mooi hoofdje.
- Haar droom is om journaliste te worden of schrijfster en ze is erg geïnteresseerd in acteurs/actrices en Hollywood. De (meeste) andere huisbewoners vinden haar vervelend en brutaal.
- Otto Frank: ook wel Pim genoemd. Hij is zorgzaam en ondernemend.
- Het achterhuis is dan ook het achterste deel van zijn zaak, al heeft
- hij die op moeten geven toen hij ging onderduiken.
- Edith Frank: je komt niet zoveel over Anne’s moeder te weten.
- Behalve dat ze erg op Margot is gesteld en, naar Anne’s idee,
- haar ook voortrekt. Ze heeft vaak ruzie met haar.
- Margot Frank: Margot is, volgens Anne, de ideale dochter. Ze is stil, luistert en is gehoorzaam. Edith en Petronella zeggen vaak dat Anne
- wel eens een voorbeeld mag nemen aan Margot. Margot kan het ook
- een stuk beter vinden met moeder. Ze heeft een bril en dezelfde
- haarsoort als Anne.
- Hermann van Daan: over deze man kom je niet veel te weten. Anne
- kan het ook niet zo heel goed met hem vinden.
- Petronella van Daan: ze is altijd met Anne aan het kibbelen. Ze is
- verwend en zeurt constant.
- Peter van Daan: hij is nogal slungelig en verlegen, maar Anne kan heel goed met hem praten en ze wordt ook verliefd op hem. Hij begrijpt haar en ze brengen veel tijd door met elkaar.
- Albert Dussel: Albert is een tandarts. Anne moet samen met hem een kamer delen, wat haar totaal niet bevalt, aangezien hij alleen maar kritiek op haar heeft. Hij valt sowieso al niet zo in de smaak bij de medebewoners.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden