Gebeurtenissen
Anne frank is een joods meisje ze moet in de tweede wereldoorlog onderduiken. Tijdens het onderduiken houd ze een dagboek bij. Anne duikt onder samen met haar ouders, zus en familie van Daan. Ze duiken onder in woonhuis dat aan de achterkant van het kantoor van haar vader lift. Met een boekenkast word de toegang naar het achterhuis afgesloten. De medewerkers van het bedrijf van vader helpen de onderduikers waar ze bij kunnen helpen. Ze kopen met bonnen eten en af en toe brengen ze kleren mee. Meneer van Dussel trekt later ook bij hen in, hij is tandarts.
Anne verteld alles aan haar dagboek (Kitty) ze verteld hoe moeilijk het is om de hele dag bezig te zijn en geen geluid te maken. Overdag werken er mensen op het kantoor en magazijn en die mogen de onderduikers niet horen. De wc mag niet worden doorgetrokken en er mogen geen kranen lopen.
Anne leert veel ze is vaak bezig met het lezen van boeken en het maken van huiswerk. Otto helpt haar met de dingen die ze niet begrijpt. Later gaat Anne ook wat werk voor het kantoor doen. Ze tikt brieven uit en ze tikt verschillende dingen uit voor het kantoor.
Anne schrijft in haar dagboek over wat ze voelt en hoe ze denkt. Ze schijft dat za vaak bang is als ze ’s nacht op straat geschiet hoort en wanneer er bombardementen zijn. Ze schijft ook veel over de familie van Daan omdat de ouders vaak ruzie maken. Anne vind het moeilijk dat ze niet kan later merken dat ze mevrouw van Daan niet aardig vind. Maar als ze het verteld verpest ze de sfeer, dus houd ze zich in.
Anne vind dat haar moeder Margot voortrekt. Ook vind Anne haar moeder te rustig ze begrijpt haar moeder ook niet vaak. Vader wil moeder verdedigen en wil niet naar haar luisteren. Anne voelt zich vaak alleen. Zo gaat het leven in het achterhuis door totdat ze verraden worden. Op 4 augustus 1944 worden ze opgepakt.
 
Personen
Anne Frank: is de hoofdpersoon en de schrijfster van dit dagboek. In het begin in van het verhaal is ze 13 jaar oud. Ze is geboren in Duitsland en gevlucht naar Amsterdam. Gedurende de onderduikperiode ontwikkelt ze zich tot een zelfstandig jonge vrouw met een diepzinnig karakter. Ze word door de andere onderduikers als een vervelend kind gezien en kan niet goed met de anderen overweg. Anne heeft wel een goede band met haar vader. Anne heeft grote plannen voor de toekomst ze wil schrijfster en journaliste worden. Op 1 augustus 1944 schrijft ze haar laatste tekst in het dagboek.

Otto Frank: is de vader van Anne. Door andere onderduikers word hij Pim genoemd. Hij is zorgzaam en onderneemt graag dingen. In Amsterdam begin hij verschillende bedrijven, maar hij moet ze opgeven omdat hij als jood gevaar loopt. Tijdens het onderuiken helpt hij Anne bij het studeren.

Edith Frank: is de moeder van Anne. Anne kan niet goed met haar opschieten en heeft het idee dat haar moeder haar zus (Margot) voortrekt.

Margot Frank: is de oudere zus van Anne. Anne word vaak vergeleken met haar zus, vooral wanneer ze iets fout doet. Margot is de verstandigste in de ogen van haar ouders.

Peter Daans: is de zoon van familie Daans. In werkelijkheid heten ze Van Pels. Peter is iets ouder dan Anne. Anne vind hem eerst een slome slungel, maar door hun eenzaamheid en hun behoefte om met iemand te praten groeien ze naar elkaar toe.

Mevrouw Daans: is de moeder van Peter. Anne kan niet met haar overweg.

Meneer Daans: is de vader van Peter. Anne kan met deze man ook niet goed overweg.

Albert Dussel: is een tandarts die door de ander onderduikers Pfeffer word genoemd. Anne moet haar kamer met haar delen en hij heeft alleen maar kritiek op haar.

Elli Vossen (Bep Voskuijl), Miep van Santen (Miep Gies), Kraler (Kugler) en Koophuis (Kleiman) zijn de mensen die de onderduikers helpen. Ze helpen met eten brengen, lees spullen en houden ze op de hoogte van de gebeurtenissen in de buitenwereld. In de loop van het verhaal hebben de helpers steeds minder mogelijkheden om de mensen in het achterhuis te helpen. Bij de inval worden de beide heren door de Duitsers meegenomen.

Plaats
Een klein deel uit het boek is in het eigen huis voor de rest vind alles plaats in het achterhuis.

Tijd
Het boek speelt zich af van 14 juni 1942 tot 4 augustus 1944.
 
Probleem en afloop
Het probleem is de familie Frank joods is en ze moeten onderduiken. Ze duiken onder in het kantoor van de vader van Anne. Daar hebben ze tot 4 augustus 1944 ondergedoken gezeten. Toen ze verraden waren, werden ze opgehaald en werd hun schuilplaats helemaal leeg gehaald. De afloop is niet mooi. Anne, Margot en Edith zijn allemaal gestorven in het kamp Bergen-Belsen. Otto overleefde de oorlog.
(De totale verliezen in mensenlevens wordt geschat op ongeveer 72 miljoen. Hieronder zijn ongeveer 47 miljoen burgerslachtoffers, inclusief ongeveer de twintig miljoen die tijdens de oorlog doodziek werden. De militaire slachtoffers komen uit op ongeveer 25 miljoen, inclusief de vijf miljoen die zijn gestorven in gevangenschap. De geallieerden verloren in totaal ongeveer 61 miljoen levens, terwijl aan de zijde van de almogendheden 11 miljoen mensen het leven hadden verloren)

Titel
Ik vind de titel wel bij het boek passen. Want ze zat als ware ondergedoken achter een huis dus achterhuis. En Anne Frank heeft het geschreven daarom past de titel er wel bij.

Schrijfster
De schrijfster van dit dagboek is (Annelies Marie) Anne Frank. Ze is geboren op 12 juni 1929 in Frankfurt am Main. En overleed in Bergen-Belsen begin maart 1945. Anne frank was een joods meisje uit Duitsland en is beroemd geworden om het dagboek dat ze schreef toen ze zat ondergedoken in het achterhuis in Amsterdam. Het dagboek is wereldwijd bekend in veel verspillende talen.

Beoordeling
Ik hou wel van boeken uit de tweede wereldoorlog daarom sprak mij dit boek ook aan. Ik vind het wel heel mooi dat de oorlog ziet door de ogen van een meisje van onze leeftijd. Ik vind ook eigenlijk wel dat iedereen in Nederland dit boek moet kennen.