De hoofdpersoon is Maarten Klein, 71 jaar oud en hij woont in Gloucester. Vroeger woonden hij en zijn vrouw Vera in Nederland, maar ze wonen nu al 15 jaar in Amerika. Hun twee kinderen zijn in Nederland gebleven. Maarten werkte vroeger bij een bedrijf waar hij de visvangst moest voorspellen. Het verhaal speelt zich af rond 1980. Er is bijvoorbeeld al televisie en er rijden auto\'s. Maarten denkt vaak aan de tijd dat de oorlog afgelopen was. Die tijd moet zijn jeugd geweest zijn. Op een dag staat Maarten voor het raam en verbaast zich erover dat er geen kinderen op de schoolbus staan te wachten. Vera zegt hem dat het zondag is. Hier blijft het niet bij: hij staat die zondag zonder het te merken plotseling in het washok, hij vergeet wie er in een boek aan het lezen is en scheurt onbewust een krant in stukken op de wc. Als excuus voor Vera gebruikt Maarten zijn slechte geheugen en de sneeuw die hem desoriënteert. Hij gaat met Robert, de hond, een eindje wandelen, maaar hij verdwaalt en raakt ook nog eens Robert kwijt. Dan stopt er een auto voor hem: Vera die hem op komt zoeken omdat hij al een halve dag weg is. Maarten schrikt er telkens zelf van dat zijn geheugen hem in de steek laat; hij vergeet nu soms gebeurtenissen van vijf minuten geleden. De volgende ochtend eet Maarten de halve ijskast leeg. Hij breekt de door Vera gesloten deur en vertrekt vervolgens naar een (ingebeelde) vergadering. Hij komt bij een verlaten vakantiehuisje aan en houdt daar een betoog. Pas als hij moet overgeven beseft hij waar hij is en gaat dan snel naar huis. Thuis aangekomen is Vera er, ze is naar dokter Eardly geweest om Maartens toestand te bespreken. De dokter heeft gezegd dat door middel van foto\'s van vroeger Maarten zijn herinneringen kan ordenen. Maar het helpt niet. Later komt de dokter langs, maar Maarten moet niets van hem hebben en zijn Engels gaat plotseling niet meer vloeiend. Het wordt steeds erger met Maarten: hij vraagt Vera of papa al weg is en als de hond probeert binnen te komen slaat hij een ruit voor hem stuk. De volgende dag ziet hij in Vera zijn moeder. Hij heeft in zijn bed gepoept, en geeft Vera en de inmiddels ingehuurde verzorgster de schuld ervan. Zijn gedachten zijn steeds meer zintuigelijk: horen, zien en ruiken. Hij leeft helemaal in zichzelf. Hij merkt wel dat Vera verdriet heeft, maar hij weet niet waarom. Op een dag merkt hij dat de lente in aantocht is: hij moet naar buiten. Hij ontsnapt en omdat hij verdwaalt brengt de vuurtorenwachter hem thuis. Vera haalt dokter Eardly, die hem in een ziekenwagen naar de kliniek brengt. In de kliniek is er helemaal geen verband meer tussen zijn gedachten: alles staat los van elkaar. Hij wordt met een slaappil in bed gelegd. Als hij de volgende morgen wakker wordt zegt Vera \'\'dat de lente op het punt staat te beginnen.\'\' Uitgewerkte persoonlijke reactie
Er zit een motto in de tekst: \'\'A touching dream to which we are all lulled but wake from seperately.\'\' Dat betekent \'\'Een mooie droom waar iedereen wordt ingewiegd maar elk afzonderlijk uit wakker wordt, waarmee doodgaan bedoeld wordt. Het doodgaan staat centraal in de tekst. Het onderwerp van de tekst is het omgaan met het dementieproces. Ik vind dit onderwerp erg interessant, omdat mijn moeder werkt met dementen en ik er graag meer van af wil weten. Juist omdat je door de ogen van Maarten kijkt beleef je het proces van dementie en depersonalisatie erg goed. Ik merkte dat ik het heel erg vond dat Maarten zo aftakelde, ik leefde helemaal mee met hem en zijn vrouw. Doordat het verhaal in de ik- figuur is geschreven, beleef je de gedachten van Maarten mee. Toen ik even stopte met lezen en over enkele dingen zat na te denken merkte ik dat ik een paar keer dacht van \'\'Heb ik dit nu verzonnen of is dat echt gebeurd?\'\' Die verwarde denkwijze beïnvloedt je dus echt. De belangrijkste gebeurtenis was dat Maarten naar de kliniek werd gebracht, hier moet je gewoon als lezer accepteren dat er niets meer aan te doen valt. Het verhaal wordt op het laatst een beetje mistig, het bestaat alleen nog maar uit losse zinsdelen. Het is hier moeilijk te begrijpen wat er gebeurt. Later besef je dat dat eigenlijk zo hoort, omdat Maarten het ook allemaal zo meemaakt. De gevoelens van de personen hebben de overhand, maar die worden afgeleid uit verschillende gebeurtenissen, het hangt erg met elkaar samen. Ik vind het wel onwaarschijnlijk dat het dementieproces zo snel verloopt, in acht dagen. Volgens mij duurt dat wel veel langer, maar dit doet niets af aan het verhaal. Juist omdat Bernlef het ingekort heeft, blijft het verhaal wel boeien. De hoofdpersoon is geen held, hij is juist diegene die het allemaal overkomt. Je komt niet veel over het uiterlijk van Maarten te weten, omdat het verhaal vanuit zijn persoon is geschreven. Ik denk dat het uiterlijk ook niet erg belangrijk is in dit verhaal. Vera is geen hoofdpersoon. Ze speelt wel een belangrijke rol in het verhaal. Ik kon me goed inleven in haar, het lijkt me verschrikkelijk om een partner te hebben die jou op het laatst niet meer herkent. Ik denk dat ik nu wel anders tegen dementen aankijk; ik weet nu hoe het proces in elkaar zit en dat dat ellendig is, ook voor degene die het zelf meemaakt, vooral in de beginfase als je het nog door hebt dat je steeds meer dingen vergeet. De opbouw van het verhaal is simpel: Er worden acht dagen beschreven, waarvan elke dag een verslechtering is voor Maarten. Er zijn veel flashbacks in het verhaal, maar dat is ook logisch omdat het vanuit een dement persoon is geschreven en die \'\'leven\'\' op het laatst van herinneringen. Het boek begon mij meteen te boeien, omdat het met een open opening begon. Ik wilde graag weten wat hij met bepaalde uitspraken bedoelde. Er waren gelukkig niet al te moeilijke woorden te vinden in de tekst. Dit kwam omdat Maarten en Vera ook maar gewone mensen waren en dan zou moeilijk tekstgebruik daar totaal niet bij passen. Er was wel veel \'\'duister\'\' taalgebruik, veel symbolische woorden. Voorbeelden hiervan zijn de sneeuw die het gevoel van eenzaamheid en onbereikbaarheid versterken en de meeuwen die de onbeperkte vrijheid symboliseren. Verdieping
Ik vind \'\'Hersenschimmen\'\' een heel intrigerend boek. Het is gewoon beangstigend dat iemand van een oudere, gerespecteerde persoon verandert in een dement iemand die niet eens meer voor zich zelf kan zorgen, en de enige is die zich zelf nog een beetje begrijpt. Het is ook een heel speciaal boek, ik denk niet dat er meerdere boeken zijn geschreven vanuit het oogpunt van een demente. Mijn mening voor de uitgewerkte persoonlijke reactie was hetzelfde, maar omdat ik nu goed over het boek heb nagedacht en al het \'\'duistere\'\' taalgebruik eruit heb gehaald, is het nog bijzonderder geworden. Ik ben tevreden over het uitvoeren van de beschrijving. Ik vond het niet moeilijk om de inhoud samen te vatten en een persoonlijke reactie te geven. Het was wel veel werk. Ik zag erg tegen de verdiepingsopdracht op, omdat ik dacht dat dat ontzettend veel werk zou zijn, maar dat viel wel mee. Wel vond ik het moeilijk om de open plekken en de spanningsbogen te vinden. Het boek lezen vond ik erg leuk, ik heb sowieso geen hekel aan lezen, vooral niet als het ook nog eens zo\'n goed boek is! Het einde vond ik wat moeilijker dan de rest van het boek, omdat Maarten daar alleen nog maar in \'\'hersenschimmen\'\' dacht. Ik heb het idee dat ik voldoende kennis en vaardigheden bezit om deze opdrachten uit te voeren. Alleen ga ik de volgende keer al tijdens het lezen aantekeningen maken.
REACTIES
1 seconde geleden