Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Herinneringen van een engelbewaarder door Willem Frederik Hermans

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
Boekcover Herinneringen van een engelbewaarder
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 2866 woorden
  • 20 november 2009
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
10 keer beoordeeld

Boekcover Herinneringen van een engelbewaarder
Shadow
Herinneringen van een engelbewaarder door Willem Frederik Hermans
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titelbeschrijving

Auteur: W.F. Hermans
Titel: Herinneringen van een Engelbewaarder
Ondertitel: De Wolk van niet Weten
Uitgever: De Bezige Bij
Druk: Grote Lijsters
Jaar: 1993, 1971 1e druk
Plaats uitgave: Amsterdam

Samenvatting

Het boek gaat over een man, Bert Alberegt, een officier van justitie, en 5 van zijn levensdagen. Hij wordt deze dagen vergezeld door een engel en een duivel die hem alsmaar adviezen en raad geven. De eerste dag brengt hij zijn geliefde Duitse vriendin weg, want ze vertrekt naar Amerika. Sysy heet ze, en ze is een jodin. Het is 1939, dus in Duitsland is Hitler aan de macht en er gaan allemaal geruchten dat Hitler ook Nederland wil gaan overrompelen. Doordat Alberegt in gedachten verzonken is, rijdt hij een eenrichtingsweg in waar hij een klein meisje dood rijdt. Dat meisje blijkt een Duits meisje te zijn, waarvan hij het lichaampje in de struiken gooit en verder rijdt. Hij rijdt verder naar werk omdat hij een zaak heeft over een journalist die Hitler beledigd heeft, bij die zaak wordt door hem een vrijspraak gepleit.
Een dag later besluit hij dat hij ook naar Engeland wil. Hij wil geld lenen van zijn vriend, Erik, maar die heeft het niet, en zijn moeder ook niet. Zijn vriend verteld hem wel over hoe hij een familie aan het helpen is, Leikowits, die gevlucht is uit Duitsland. En over een klein meisje dat ze kwijt zijn geraakt. Hij vraagt Alberegt om hulp, die dat ook belooft, maar hij weet zelf dat, dat het meisje is dat hij dood heeft gereden. Alberegt raakt daardoor in paniek omdat hij denkt dat mensen hem hebben gezien. Die zelfde nacht breekt de oorlog uit.

Hij wil geld lenen bij de bank, maar de banken lenen geen buitenlands geld uit. Dan gaat hij maar naar zijn werk, waar hij een collega treft. Beumer verteld hem dat zijn broer, Rense Alberegt, op een lijst staat van mensen die gezocht worden door de Gestapo. Alberegt gaat gelijk naar zijn broer, die een mislukte kunstschilder is, om hem mee te nemen naar Engeland. Maar Rense ziet het niet zitten.
Hij probeert allemaal manieren te verzinnen om naar Engeland te gaan. Hij gaat naar Den Haag om de minister toestemming te vragen naar Engeland te gaan. Hij wil hem vertellen dat hij op de lijst van de Gestapo staat, en niet zijn broer. Maar alle ministers zijn al naar Engeland gevlucht, en hij krijgt een andere man te spreken.
Hij gaat terug naar Erik, en hoort dat de koningin ook gevlucht is, en Nederland gecapituleerd heeft. En als hij, Erik, en Mimi, de vrouw van Erik, uit het raam kijken, zien ze dat Rotterdam gebombardeerd is en in brand staat. Ze besluiten samen met Rense, zijn vrouw Paula, de vriendin van Erik en zelfs de familie Leikowits naar Engeland te gaan. De vriendin van Erik heeft daar namelijk een oom die hun over kan zetten. Rense wil niet mee, en de familie Leikowits kunnen ze nergens vinden, dus gaan ze op weg zonder hun. Maar daar aangekomen, blijkt de boot verkocht te zijn en kunnen ze nog nergens heen.
Als ze naar huis gaan, beslissen ze nog even te gaan kijken of ze de Leikowitsen kunnen vinden. Ze vinden ze ook, maar ze zijn bijna vergast en ze brengen ze naar het ziekenhuis. Het lijkje van het kind is nog steeds niet gevonden.
Vervolgens gaan ze weer naar Erik en Mimi’s huis, en verbranden ze alle boeken die ze denken verboden te zijn. Beumer komt langs, en verteld Alberegt dat niet Rense op de lijst van de Gestapo stond, maar helemaal iemand anders. Alberegt is zo blij met dat nieuws dat hij naar Rense gaat, maar daar komt hij erachter dat Rense zichzelf van kant heeft gemaakt.
Dan gaat hij maar naar zijn moeder, waar zojuist een vriend van hem, 500 engelse ponden heeft achtergelaten, zodat hij naar Engeland kan gaan.

Persoonlijke Reactie

In het begin van het boek dacht ik wat het echt een stom en saai boek zou worden. En de 1e paar pagina’s vond ik heel erg saai en langdradig, ze schreven een hele pagina over een raam. Het duurde daarom ook erg lang voordat ik in het boek kwam. Ik vond het erg vervelend dat het 1e woord in een groter lettertype was geschreven. Daardoor kreeg ik steeds het idee dat er erge nadruk op gelezen moest worden. En dat maakte het lezen in het begin een beetje vreemd. Na de 1e paar hoofdstukken kwam het boek iets meer tot leven, dus er werden meer personages in betrokken, en de dingen werden daardoor minder langdradig. Toen begon ik het boek wel iets leuker te vinden.

Personages
Alberegt:
Hij is een man die almaar wordt beïnvloed door de duivel en een engel.

Citaat: blz. 170,onderaan; “Iedereen noemt je Bert… t/m… Gistermiddag heb je dat requisitoir gehouden..”
Zo wordt hij constant beïnvloed, en weet zelf niet wanneer hij iets slechts denkt, of niet. Hier, in dit stukje citaat, probeert de duivel Alberegt ervan te overtuigen dat hij op een lijst staat met mensen die uitgeroeid moeten worden. Terwijl de engel dat probeert te verhinderen.
Alberegt is een sterk man die van het drinken en roken is afgekomen, en in de plaats alleen maar pepermuntjes eet.
Citaat: blz. 19, midden op de bladzijde, onder aan de alinea. “hij neemt pepermuntje”
Hij is 38 jaar oud en is al kalend, een beetje dik en heeft een rozig gezicht. Hij had al jaren teveel gedronken en had daarom wat waterige ogen. Zijn baan is officier van justitie. En als hij in een situatie komt, gebruikt hij zijn baan voor zijn eigen faam.
Citaat: blz. 21, onderaan de bladzijde; “Ik ben officier van justitie. U kunt zich niet op die manier tegenover mij gedragen.”
In dit stukje wordt hij aangehouden door een sergeant, en hij gebruikt zijn bevoegdheid.
Ook zegt zijn naam veel over zijn persoonlijkheid. Hij heet Alberegt, dat kan betekenen dat hij Al Berecht is. Dus zijn lot staat al beschreven.

Sysy:
Sysy is de joodse vriendin van Alberegt geweest voor een half jaar. Ze heeft hem van de drank af geholpen. Alberegt weet niet of Sysy echt van hem hield, of, of ze hem alleen gebruikte, met als betaalmiddel, haar lichaam.

Erik:
Beste vriend van Alberegt. Hij is getrouwd met Mimi, die eerst verloofd was met Alberegt. Maar omdat hij aantrekkelijk is en veel charme heeft, heeft hij een heleboel vriendinnetjes erbij. Hij runt een uitgeverij, genaamd BoekBoek. Het is een succesvolle uitgeverij en daarom is hij erg rijk.

Rense:
De broer van Alberegt. Hij is een kunstschilder, en een tekenleraar. Al is hij daar niet echt blij mee. Hij is getrouwd met Paula, en ze leven een armoedig leventje.

Citaat: blz. 159, bovenaan; “Dit versterkte de… t/m… deze gedachte.”

De engel:
De engel waakt over Alberegt’s leven. Hij beschermt het door goede gedachten bij hem in te blazen, maar ook door kogels te laten ontwijken.
Citaat: blz. 120, middenin; “Want niemand wist… t/m… konden treffen.”
In dit stukje, staat Alberegt in het midden van een vuurgevecht van Duitsers en Nederlanders, en helpt de engel hem overleven. Voor de rest heeft de engel niet echt een persoonlijkheid. Hij is trouw, behulpzaam en Gods gezind, maar dat is een engel altijd. Voor de rest heeft hij niet een goed beschreven uiterlijk.

De duivel:
De duivel laat Alberegt allemaal dingen denken die slecht zijn. Op zo’n sluwe manier, dat Alberegt niet weet of het slecht is, of juist goed. De duivel is over het algemeen sluw en gemeen, en er vooral op uit Alberegt’s leven te verzieken.

Tijd en Ruimte

Dit verhaal speelt zich af in 1939 vlak voor de 2e Wereldoorlog. Het speelt zich af in Nederlands, dicht bij Rotterdam en Den Haag in de buurt. Het speelt zich in 5 dagen af, de 1e buiten de 2e Wereldoorlog, en de laatste 4 dagen in het begin van de 2e Wereldoorlog.
Het wordt chronologisch verteld, maar sommige gedachten van de hoofdrolspeler, kunnen wel gezien worden als flashbacks. Hij denkt dan na over hoe iets gebeurt is. Er zijn genoeg openplekken in het verhaal. Zoals in het begin wordt er gezegd. “Hij riep mij aan zonder het te weten en ik kwam – na zoveel jaren.” Je weet niet waarom de Engel er al die jaren niet was, en waarom nu wel. Dit wordt ook niet ingevuld.
Nog een openplek is wanneer het meisje doodgereden wordt. Je weet niet wie ze is, of waar ze vandaan komt. Dit wordt wel ingevuld.

Nog een belangrijke openplek is, of Alberegt het geld naar Engeland in handen zal krijgen. Dit wordt op de laatste bladzijde van het boek ingevuld.
Er zijn wel terugverwijzingen, maar die zijn alleen van Alberegt’s gedachten. Zover ik weet zijn er geen vooruitwijzingen.
Er is maar 1 verhaallijn, en die is van Alberegt, maar zowel van de engel. Er is ook maar 1 hoofdrolspeler. Dat is Alberegt, maar de engel en de duivel zou je ook kunnen zien als een hoofdrolspeler.
Ik denk dat de auteur dit heeft gedaan om het verhaal niet ingewikkelder te maken dan dat het nu al is.
De grootste 2 gebeurtenissen zijn volgens mij, dat Sysy weggaat. Dat is in een haven waar een schip ligt, in Rotterdam.
En wanneer hij het meisje doodrijdt, op een eenrichtingsweg.

Perspectief

Het perspectief is dat de verteller een personage in het boek is, maar niet in de ik-vorm vertelt. Hij lijkt objectief, maar is het niet. Dus een personale vertelsituatie.
Ook is het een beetje gecombineerd met de ikvertelsituatie. Want de verteller, vertelt soms in ik-vorm.

Thematiek

Mijn interpretatie over dit boek is chaos en verwarring. Alberegt wordt steeds verward door de duivel en de engel, en daardoor ontstaat de chaos.
Citaat: blz. 106 onderaan, nieuwe alinea. “Vouw dit papiertje zo klein mogelijk open maak het zoek,” t/m “… of de aanrijding ook sporen had achtergelaten.”

Het speelt zich af met als achtergrond de oorlog. Wat het idee van de chaos nog duidelijk maakt. Ik denk niet dat er een diepere bedoeling achter dit boek zit. Het enige wat ik kan bedenken is dat als er een diepere bedoeling is, dat is, dat mensen nooit goed kunnen kiezen tussen goed en kwaad. En dat ze soms niet weten wat goed en kwaad is, omdat het zo op elkaar lijkt.
De titel heeft er gewoon mee te maken dat de herinneringen van een engelbewaarder hier worden verteld. Dat heeft voor mijn idee geen verdere betekenis. Er duikt wel steeds een concreet voorwerp op. Zoals de pepermunt. Dat laat gewoon zien, dat een mens zoals Alberegt, altijd slechte gewoontes heeft. Alberegt heeft het maar tot 1 ding weten te beperken. En dat zijn de pepermuntjes. Ook grijpt hij altijd naar de pepermuntjes als hij in strijd is met zichzelf, of denk dat hij slechte dingen heeft gedaan. Het is een soort afleidingsmiddel, en de smaak lijkt een zuiverend effect te hebben. Andere mensen zouden naar de fles kunnen grijpen, op zo’n moment. Het is meer een vertrouwde gewoonte.
Het motto van het boek is: “Wij zijn in staat te denken dat wij zeer verre van God zijn, wegens deze wolk van niet weten tussen ons en hem, maar het zou stellig juister zijn te zeggen dat wij veel verder van hem zijn als er geen wolk van vergeten is tussen ons en de gehele schepping.” Er staat onder: “The Cloud of Unknowing, anoniem ± 1370.” Dit is ook de ondertitel van het boek, in het Nederlands. De zin komt ook in het boek voor:
Citaat: blz. 319, middenin, “Raadselen; een wolk van niet weten.”
Dit houdt in denk ik, dat God en wij zijn verbonden. Net als de engel in het verhaal met Alberegt is verbonden. Wij weten namelijk helemaal niets van dat alles, zoals de schepping of het leven na het dood zijn. Daarom is het er een wolk van niet weten. We weten een heleboel over voor de tijd van de schepping, maar niets daarna. Daar zit een wolk. En door die wolk hebben wij denk ik het idee, dat we erg ver van God staat. Maar dat is eigenlijk niet zo. Want God beschermt ons altijd. En dat geeft ons een veilig gevoel.
Ik denk dat de belangrijkste thema’s in het boek zijn dat het leven vol verwarring en chaos zit, en dat alles door toeval geleefd wordt.

De Auteur

Willem Frederik Hermans is geboren op 1 september 1921 in Amsterdam. Hij wordt samen met Harry Mulisch en Gerard Reve, gerekend tot de Grote Drie, de drie belangrijkste naoorlogse Nederlandse auteurs. Hij schreef behalve verhalen ook poëzie, toneelwerken en vertaalde sommige andere werken. Volgens sommige critici is dit boek heel snel geschreven, en heeft Hermans daarom niet echt op het taalgebruik gelet. Het thema is waarschijnlijk chaos en verwarring. Maar in Hermans boeken is een terugkerend thema te vinden. En dat is dat mensen de wereld niet echt blijken te kennen.
Willem Frederik Hermans werd in 1952 aangeklaagd wegens belediging van katholieken in Ik heb altijd gelijk. Het is op het moment dat de hoofdpersoon, Lodewijk vlak voor aankomst van de boot in Nederland een toespraak houdt: ‘De katholieken! Dat is het meest schunnige, belazerde, onderkruiperige, besodemieterde deel van ons volk! Maar díe naaien er op los! Die planten zich voort! Als konijnen ratten, vlooien, luizen. Die emigreren niet! Die blijven wel zitten in Brabant en Limburg met puisten op hun wangen en rotte kiezen van het ouwels vreten!’ In dit fragment worden de katholieken wel beledigd, maar niet door Hermans. Het gaat om een halfdronken man, die zijn zegje doet. Het betekent niet dat Hermans zelf ook vindt, wat de hoofdpersoon zegt. Hermans zelf vond altijd dat hij ten onrechte beschuldigd is.

Het boek Herinneringen van een Engelbewaarder hoort tot de literaire stroming, Moderne Nederlandse Literatuur. Er zijn heel veel dialogen in het boek, vooral met zichzelf. Ook met anderen zijn er veel dialogen.
Citaat: blz. 81 t/m blz. 83, “Hoe laat ging Sysy’s boot weg?” t/m… “Nu moet ik eerst van drinken hoor.”
Hier overlegt Alberegt met Erik over het doodgereden meisje.
Citaat: blz. 135, “Voor de zoveelste maal overwoog hij alle mogelijkheden:” t/m “Ik moet gisteren helemaal niet toerekenbaar zijn geweest.”
Hier overlegt hij met zichzelf over het meisje, en wat hij zou gedaan moeten hebben. Ook overlegt hij hier met de engel en de duivel. Die hem goede en slechte dingen influisteren.
De zinnen zijn redelijk makkelijk om te lezen, al zijn er sommige die nog wel moeilijk zijn.
Citaat: blz. 41, middenin, “En ik kon de gedachten van de rechter lezen.” t/m “Mag men de ene slechtheid bestrijden door zich de aanhangers van een andere slechtheid tot bondgenoot te kiezen?”
Ook komen er wel humoristische zinnen in voor.
Citaat: blz. 209, bovenaan, “Ik rook niet, mijn enige afwijking is dat ik pepermunt eet.”

Recensie boek:
W.F. Hermans, Herinneringen van een engelbewaarder, 1971 (12e druk 2000)
Herinneringen van een engelbewaarder is mijn favoriete Hermans. Op de derde pagina staat de naam van de man die vanaf de Duitse inval op 10 mei 1940 koortsachtig probeert het land te ontvluchten: Alberegt. Aha. Het gaat hem dus niet lukken, het personage was al berecht toen de auteur hem schiep. De lezer hoeft zich niet langer druk te maken om het plot. Alberegt zal zijn familie en vrienden om hulp vragen, hij zal het legaal en illegaal proberen. Alles tevergeefs. Eigenlijk heeft de roman geen plot meer. Daar houd ik van: romans die het niet moeten hebben van het plot.
Herinneringen van een engelbewaarder wordt voortgedreven door het mens- en wereldbeeld van de auteur. Het is Hermans’ bekende realisme – soms abusievelijk pessimisme genoemd. Ieder streven is gedoemd te mislukken. De onwetendheid van Alberegt is zo veel groter dan zijn kennis dat hij geen schijn van kans heeft om in deze chaotische, rumoerige meidagen te slagen in zijn missie. Als je deze zinnen opschrijft met alles wat over de nuchtere visie van de auteur is beweerd in het achterhoofd, klinkt het als een cliché. Maar het blijft op mij aantrekkingskracht behouden: romans met een realistisch mens- en wereldbeeld.

Verpest de stijl van Hermans het niet? Vaak worden zijn stilistische vermogens afgedaan als op z’n best functioneel. Ten onrechte. Als in veel van zijn werk is Hermans in Herinneringen van een engelbewaarder dankzij zijn heldere stijl, zijn dosering van informatie en schaarse maar pakkende beeldspraak, van de eerste tot de laatste zin meeslepend. Dat maakt deze roman niet alleen intrigerend maar ook toegankelijk. Dat is niet wat je van mooischrijvers kunt zeggen, wiens geciseleerde zinnen en zorgvuldig opgepoetste franje het zicht op het werk vertroebelen. Ik houd daar niet zo van: geciseleerde zinnen en opgepoetste franje.
Maarten Dessing
http://derecensie.web-log.nl/derecensie/nederlandse_literatuur/index.html
Recensie W.F. Hermans
Met een schier onafgebroken reeks onvergetelijke boeken heeft Willem Frederik Hermans (1921-1995) een status als een van de drie grootste naoorlogse schrijvers verworven. De grote drie (naast Hermans ook Gerard Reve en Harry Mulisch) zijn bijkans onaantastbare grootheden geworden, verplichte kost ook op middelbare scholen en in de propedeuse Nederlands. Zoals met wel meer grootheden het geval is, is hij in de loop der jaren vooral een grote naam geworden; de kwaliteit en zeggingskracht van zijn werk wordt als vaststaand feit verondersteld en is zelden meer onderwerp van discussie.
Terecht, naar mijn mening. Discussie is altijd mooi, maar het moet wel ergens over gaan

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Herinneringen van een engelbewaarder door Willem Frederik Hermans"