Geen verbinding door Bobje Goudsmit

A. Algemene gegevens 1. Titel van het boek: Geen verbinding
2. Naam van de schrijfster: Bobje Goudsmit
3. Jaar van uitgave:1998
4. Aantal bladzijden: 126
5. Genre (soort) boek: Spanning en avontuur
6. Onderwerp van het boek: Geen verbinding hebben met de buitenwereld. 7. Geef een korte samenvatting van het boek. Als Mechteld en haar moeder verdwaald raken op een regenachtige avond, stapt Mechteld uit om aan een meisje, die sprekend op haar lijkt, de weg te vragen. Maar het meisje rent weg en Mechteld rent erachteraan. Zo komt ze twee jongens tegen, Tim en Jesse, die haar vrijwillig meenemen naar een groot landhuis. Daar lijkt het alsof ze gevangen wordt gehouden, doordat elke keer als ze wil bellen of wil weglopen er iets gebeurd waardoor haar actie toch niet lukt. Tim, lijkt de ‘baas’ van het huis en hij heeft iets wat haar niet deugd. In het landhuis is nog een ander meisje, Samantha, en een kat, Tobias. Er gebeuren vreemde dingen: iedereen heeft een poppenhuis, zelfs de jongens, en de kat heeft een eigen kamer zoals ieder anders mens. Ook vind ze in het huis een krantenartikel waarop een foto van Samantha staat en dat ze wordt vermist. Als Mechteld op een avond Samantha hoort huilen, wil ze haar troosten, ze loopt de kamer in maar Samantha is er niet, maar een levensgrote pop die nog echt leeft ook! Mechteld schrikt zich wezenloos maar houdt het stil. Ze weet zeker dat ze niet droomt. Als ze dan ook nog een poppetje van stof maakt waarbij ze een knoop van haar moeder vindt die de enige verbinding naar haar moeder is en er een groot poppenhuis voor haar gemaakt wordt door Tim, krijgt ze rare ideeën die best nog eens waar kunnen zijn. Ze willen haar een van hun maken! Nu wil ze echt weg. Ze probeert nu weer te vluchten en er gebeuren weer vreemde dingen, maar het lukt. Ze denkt dat haar moeder haar als vermist heeft opgegeven. Maar datzelfde meisje aan wie ze de weg wilde vragen komt ze tegen en het lijkt alsof die haar rol in haar leven even heeft overgenomen… B. Bijzondere gegevens: 8. Hoe begint het boek: Bij het begin van de eigenlijke gebeurtenissen. Mechteld en haar moeder raken verdwaalt en dan begint heel het avontuur. ‘Met een zucht draaide Mechteld de knop van de radio om. Van zulk nieuws werd je ook niet vrolijker. Ze had spijt als haren op haar hoofd dat ze met haar moeder was meegegaan’ 9. Hoe is de afloop van het boek: a. Het boek heeft een happy end: Mechteld komt weer terug bij haar moeder (‘O mam, ik heb je zo gemist’, mompelde ze onhoorbaar met haar armen om haar nek, ‘ je moest eens weten hoeveel ik van je hou. Ik zal je nooit meer een trutkip noemen.’ ) en het meisje dat haar ‘plaats’ had ingenomen blijkt de grootse vijand van ‘de baas’, Tim, te zijn. Zij neemt Tim mee en zet het huis in brand en het huis brand plat met daarin Samantha, de kat en Jesse. ’Het vuur verspreide zich razendsnel in het huis en in een mum van tijd stond de bovenverdieping in lichterlaaie.’ b. Het boek heeft een open einde. Een deel wordt afgerond.
10. Vertel iets over de hoofdpersoon: Mechteld: Mechteld is duidelijk de hoofdpersoon in het boek omdat alles om haar draait. Ongeveer 15 jaar. Wantrouwend. ‘Ze begreep zelf niet waarom ze zo raar deed. Zo wantrouwend.’ Ze heeft sluik, donker haar tot net over haar schouders. Ze draagt in het boek een spijkerbroek en een zwart T-shirtje. Op het einde van het boek draagt ze weer een spijkerbroek en een wit T-shirtje met de opdruk: ‘Anyplace, Anyhere, Anytime’. Voorop het boek staat een plaatje van een meisje met donker, sluik haar. Ik denk dat zij Mechteld moet voorstellen. Echt veel wordt er niet verteld over haar. Je zit in haar gedachten, maar je komt niet echt veel over haar te weten. Ze verlangt erg naar haar moeder als ze van huis is. Bijpersonen (die ook een grote rol in het verhaal spelen): Tim: Ongeveer 16,17 jaar oud. Hij heeft een vrij hoge stem en koude ogen. Hij heeft een gouden oorringetje in zijn linkeroor, draagt een trainingspak met hoge schoenen eronder, en heeft kort geschoren haar. Mechteld vind hem een engerd. “Tim was echt een engerd, vond ze” Hij is duidelijk de baas van het huis, want iedereen gehoorzaamd hem. Zelfs de kat. Hij regelt ook alles wat er gebeurd in het huis. Jesse: Ook ongeveer 16 jaar oud. Vriendelijk, de manier waarop hij naar Mechteld kijkt lijkt erop dat hij verliefd op haar is. Net zoals Tim draagt hij een trainingspak, hoge schoenen en heeft hij kort geschoren haar. “ en dan Jesse die steeds stiekem naar haar gluurde en rood werd tot in zijn nek, als ze hem erop betrapte. Je zou bijna denken dat hij verliefd op haar geworden was.” Mechteld vind Jesse wel aardig maar wil niets met hem, want hij hoort tenslotte toch bij de club. Samantha: 5 jaar. Grote lichtblauwe ogen en blonde haren, die ze altijd in een paarden staart op haar rug draagt. Ze draagt een lichtgroene tuinbroek en heeft geen schoenen aan. Ze lijkt onschuldig maar toch is er iets volwassens in haar blik. “ Het was net of ze probeerde erachter te komen wat zijn hier eigenlijk kwam doen. Het maakte dat je bijna vergat dat ze nog maar een meisje van vijf was.” Mechteld vind haar eigenlijk te klein om mee te spelen, maar doet het toch omdat ze het anders zo zielig vind.
Tobias: De kat van het huis. Hij is zwart en sluw. De ene keer is hij heel aardig tegenover Mechteld en de andere keer niet. Hij luistert naar Samantha wat heel vreemd is omdat katten tolerante dieren zijn en dus eigenlijk nooit luisteren naar mensen. ” ‘Nee, je bent een verschrikkelijke zeurpiet. Ga maar naar je kamer.’ De kat blies in haar richting en vloog met een luide krijs de trap op naar boven. Mechteld keek hem verbaast na. Dit bestaat niet. Gehoorzaamde hij nou het meisje, of was het toeval?” Het lijkt erop dat hij alles volgt wat Mechteld doet. 11. Geef een uitgebreide mening over de hoofdpersoon of –personen. Mechteld lijkt me een vriendelijk meisje. Het valt me op als ik het boek leest dat ze heel erg wantrouwend is en dat snap ik ook wel van haar. ‘Ze begreep zelf niet waarom ze zo raar deed. Zo wantrouwend.’ Ze komt helemaal in haar eentje, vrijwillig dan wel, in een groot, vreemd landhuis met 2 vreemde jongens, 1 klein meisje en een kat. Dan zou ik ook niet alles meteen geloven. Doordat ze die vreemde dingen ontdekt zoals bijvoorbeeld het krantenartikel van Samantha en de ontdekking dat Samantha eigenlijk een pop is en er levende kleine poppetjes in het poppenhuis leven wordt ze erg bang. Ik vind het vreemd dat ze vóór al die dingen niet bang is. Want ze weet niet wat er gaat gebeuren en ze kan haar moeder niet bereiken. Daar zou ik minstens zenuwachtig van worden. Maar dat wordt ze ook al niet. 12. Waar speelt het verhaal zich af? Het verhaal speelt zich af in een groot landhuis midden in een enorme cirkel van gras. Met daaromheen bos. Zo kan je iedereen zien die naar het huis loopt, of juist wil weglopen. ” Voor hen strekte zich een enorme vlakte uit, omringd door bomen. In de verte lag een landhuis.” “Nu pas viel het haar op dat het grasveld in een vorm van cirkel was aangelegd. Je kon dus nooit ergens naar toe lopen zonder dat je vanuit het huis gezien werd.” 13. In welke tijd van de geschiedenis speelt het verhaal zich af? Vroeger, nu, toekomst? Het verhaal speelt zich af in de tijd van nu. Want er is een telefoon aanwezig en ook is de auto al uitgevonden. “ Samantha wees naar de telefoon, rok de deur achter zich dicht en liet haar alleen achter. Met trillende vingers draaide Mechteld hun telefoonnummer en hoorde de zoemtoon overgaan.” “Haar moeder remde zo hard, dat de auto met een schok stilstond en de motor afsloeg.” Je kunt het ook zien aan de kleding die omschreven wordt in het boek. Als je naar de kaft van het boek kijkt zie je een meisje (maar dat had ik al gezegd in een vorige vraag) en daarop zie je ook een modern kapsel. 14. Welke tijd gaat er in het boek voorbij? Een dag, een week, een maand een jaar? Een paar dagen maar. Veel voorbeelden daarvan zijn er niet in het boek te vinden, maar ze gaat 2 keer naar bed in het boek. Dus waarschijnlijk zit ze er dan 3 dagen. “2 dagen zat ze al in dit huis” 15. Vertel iets over de schrijfster: Bobje Gousmit zag voor het eerst het licht op 27 oktober 1951 in Leiden. Ze heeft het Gymnasium in Zwolle doorlopen en daarna is ze Nederlands gaan studeren in Leiden en Nijmegen. Na die opleiding is ze in 1976 lerares geworden (dus echt al lang!) en bestaat hun gezin tegenwoordig uit 4 kinderen, een echtgenoot en een hondje. Thuis heeft ze een hele collectie in alle standen en maten. Er zijn er inmiddels vijf door de hond opgegeten. Dat ze veel met jongeren omgaat, blijkt wel uit haar boeken. Ze kan zich goed verplaatsen in de dingen die hen bezighouden, zoals blijkt in bijvoorbeeld Gabbers, waarin ze beschrijft hoe gemakkelijk je je kunt laten verleiden om je bij een verkeerde groep aan te sluiten. Skeelers gaat over een jongen die denkt dat hij een dodelijk ongeluk veroorzaakt heeft. Dat overkwam een van Bobje’s eigen kinderen, hoewel het er in werkelijk natuurlijk net iets anders aan toe ging. Bobje Goudsmit debuteerde in 1991 met een boek voor jonge kinderen. Ze beschrijft daarin hoe een jongen ´s nachts allerlei avonturen beleeft, samen met zijn zorgenpoppetjes (poppetjes die ´s nachts je zorgen wegnemen) en zijn knuffel. Haar tweede boek (Het computervirus) is bedoeld voor lezers van ongeveer tien jaar. Het gaat over een jongen die in een soort menselijke computer verandert. Haar laatste boeken zijn bedoeld voor lezers vanaf ongeveer twaalf jaar. De boeken die ze nog meer heeft geschreven: 1991 Robbie Robot en de zorgenstam (Het Spectrum Arion) 1992 Het computervirus (Het Spectrum Arion) 1994 Shoe Sjanah en de spinnevrouw (Holland) 1996 Skeelers (Holland / 3e druk 1999) 1997 Gabbers (Holland) 1998 ... Geen verbinding... (Holland) 1999 Afscheidsbrief (Holland / 2e druk 2001) 2001 Waanzinnig verliefd (Holland / 3e druk 2003) 2002 De ijzeren maagd (Holland) Enkele boeken zijn bekroond: 2001 Tip van de Jonge Jury voor Afscheidsbrief
2002 Tip van de Jonge Jury voor Afscheidsbrief
2003 Tip van de Jonge Jury voor Waanzinnig verliefd C. Creatieve opdrachten 16. Zoek in het boek een beschrijving van een situatie die spannend is voor de hoofdpersoon. Vertel hoe de hoofdpersoon denkt, voelt en handelt. Schrijf dan op wat jijzelf zou denken voelen en doen in zo’n situatie. Ik denk dat dat de situatie is waarin ze probeert te vluchten van het huis en de ‘wachters’ van het huis, 2 honden, haar dan achterna zitten en haar bijna inhalen. Mechteld raakt in paniek, wat ze eigenlijk niet moet doen, maar wat ik me wel kan voorstellen. Hoe ze handelt? Tja, dat is moeilijk uit te leggen. Ze heeft een poppetje gemaakt in het huis en dat is een deel van haar geworden. Een soort kleine Mechteld. Zijzelf in het klein dus. Die gooit ze op de grond. De 2 honden duiken op dat poppetje af en nemen genoegen met het poppetje, want het is ook een Mechteld, maar dan in het klein. De honden rennen daarna terug naar het huis en Mechteld rent door naar het bos waar ze hetzelfde meisje tegenkomt als aan wie ze in het begin de weg wilde vragen, ze wisselen dan van ‘rol’. Dat meisje gaat terug naar het huis en Mechteld gaat naar haar moeder. 17. a. Schrijf een ander begin in ongeveer 15 regels: Daar zat ze dan. In de auto, terwijl ze nu ook in het zwembad had kunnen liggen samen met Manon. Mechteld zucht. Waarom was ze dan ook met haar moeder meegegaan? Stom, stom, stom. Weer een verloren middag. Ze moest beslist gek zijn geweest toen ze de auto instapte. Ze liet zich op de laatste dag van de vakantie levend begraven in deze auto. De weggetjes werden steeds smaller en kronkeliger. De banden van de auto rolden moeizaam over de kuilen in de weg. Nog even en ze was kotsmisselijk. “Mam, we vinden het toch nóóit met dit weer. Je weet toch hoe je bent, je raakt altijd de weg kwijt. Vooral met dit weer.” Haar moeder luisterde niet. Ze was veel geconcentreerd met de weg bezig. Mechteld zuchtte en rekte zich geeuwend uit. Haar moeder leerde het ook nooit. Het zou niet de eerste keer zijn dat ze verdwaalden. Eigenlijk luisterde ze nooit. Als er ooit een prijs zou komen voor de nationale trutkip, gaf ze haar moeder ervoor op. Wedde dat ze dan de hoofdprijs zou winnen?! Ze sloegen bij de volgende kruising rechtsaf en kwamen uit op een volgend bospad. “Wat een verschrikkelijke dag vandaag”, dacht Mechteld.
c.Schrijf een ander einde in ongeveer 15 regels: ’ Het regende opnieuw, maar dat was niet erg. We zouden vanavond weer gaan verdwalen, maar ook dat was niet erg. Ze was weer bij haar moeder, in de auto. Ze dacht aan alle dingen die ze had meegemaakt. Samantha, Tim, Tobias en Jesse. Vooral aan Jesse. Ze trok een scheve grijns in het donker. Er was nog nooit iemand verliefd op haar geweest! Haar moeder zag het. “Wat lach je nou vreemd?”, vroeg ze. Mechteld’s grijns werd nog groter, maar meteen daarna verslapte die. Daar in de verte zag ze een meisje staan. Ongeveer 5 jaar, blonde paardenstaart en een groene tuinbroek, maar ze stond omgedraaid met haar gezicht van hun af… Het zou toch niet? Hoe kon Samantha daar staan! Zouden ze haar weer komen halen? Ze raakte in paniek. “Hallooo Mechteld? Ben je er wel? Waarom lachte je nou?”, vroeg haar moeder opnieuw. Langzaam kwam de auto dichterbij. Het meisje draaide zich om. Mechteld liet een enorme zucht ontsnappen. Het was Samantha niet. Gewoon een ander meisje. “Niets… Ik ben gewoon blij dat jij er bent.”