Naam van de uitgever: van Goor, Amsterdam
Jaar van verschijning: 1996 B. Samenvatting Het verhaal gaat over twee broers, Lucas en Maurius (Maus). Maurius heeft de ziekte van Wilson waardoor eerst zijn pink gaat trillen maar later ook heel zijn hand en kan hij ook niet meer lopen laat staan naar school gaan. Ook vallen er gaten in zijn herinneringen. De ziekte wordt pas opgemerkt op zijn 14e. Hij sterft in het ziekenhuis. Maus’ ervaringen heeft hij opgeschreven in zijn dagboek. De moeder van Maus en Luuk wil één jaar na het overlijden van Maus alle spullen van Maus verbranden op een groot vuur in de tuin. Lucas wil dat niet, hij wil de herinneringen aan zijn broer niet kwijtraken. Om toch nog iets te redden probeert hij het dagboek van Maus uit de handen van zijn moeder te houden omdat hij vindt dat je niet de gedachten van iemand kan verbranden. Als oplossing wil hij zijn eigen gedachten opschrijven in het dagboek van Maus zodat zijn moeder het niet verbrand. Hij begint op de eerste lege bladzijde. Als hij dit vertelt aan zijn moeder zegt ze dat ze gewoon Maus’ bladzijden eruit scheurt. Als oplossing heeft Luuk bedacht dat hij tussen de regels door een soort antwoord geeft op het stukje dat zijn broer geschreven heeft. Nu kan zijn moeder het wel vergeten om het dagboek te verbranden. Het vertellen van Maus begint heel gewoon met het vertellen van zijn verjaardag en de cadeaus die hij krijgt. Later word het steeds intiemer en vertelt hij dat hij er achter is gekomen dat hij homo is. Na het lezen van dit geeft Lucas antwoord dat hij ook homo is en dat nooit heeft durven zeggen. Nu is Lucas bang dat zijn ouders het niet zullen respecteren en boos zullen zijn omdat hij hun geen kleinkinderen kan bezorgen. Op een gegeven moment besluit Luuk het dagboek toch aan zijn moeder te overhandigen maar zijn moeder wil het niet verbranden. Nu vertelt Luuk dat hij homo is en hij verwacht dat zijn moeder heel kwaad zal zijn maar ze knikt en gaat rustig door met waar ze mee bezig was, ze wist het al. C. Tekstfragment Jammer genoeg heb ik geen glashard bewijs in handen gekregen om te bepalen of ik nog een broer ben of niet. Toch heb ik wel degelijk een antwoord gekregen dat me logisch lijkt. Bij toeval. Vannacht schreef ik per ongelijk: `Toen wij allebei nog leefden…’ Ik wilde het verbeteren, want jíj leeft niet meer, maar ík nog wel. Ik heb het niet gedaan. Het stond er goed. Er kwamen namelijk allerlei herinneringen boven waarvan ik dacht dat ik ze kwijt was. Jij kwam er in voor, als jongen van tien, van twaalf, van veertien. Maar ook ik kwam in die herinneringen voor, als jongen van elf, dertien, vijftien. En allemaal waren ze van 2 september vorig jaar of van daarvoor. Ná 2 september zijn er geen herinneringen bijgekomen waarin we broertjes waren. Er zijn geen herinneringen waarin jij vijftien bent en ik zestien. Die broers bestaan niet. Dat is een feit. Begrijp je wat dat betekent, Maus? Toen jij stierf, stierf ook de broer die ík was. Ik heb je verteld van de siddering die ik voelde toen mam zei dat je overleden was; dat zal het moment geweest zijn waarop het broertje in mij doodging. Maar daarmee is niet alles gezegd, want ík leef nog en de herinneringen die ik heb bestaan echt. En vannacht had ik heel duidelijk het gevoel dat er iets van jou in leven is gebleven. Ergens kwamen we elkaar tegen. Dat was niet in mijn kamer want daar was jij niet. Het was ook niet bij je graf of in de hemel want daar was ik niet. Het doet er eigenlijk niet toe waar het was. Desnoods kwamen we elkaar halverwege tegen op Nieuw Pangea, dat mooie eiland van ons alleen, waarvan niemand weet waar het ligt. Belangrijker: er is dus iets van jou in leen en ik denk dat ik wel weet hoe dat kan. Als het namelijk waar is dat met jou het broertje in mij is gestorven, dan is het even waar dat met míj het broertje in jóu nog leeft! En dat is wel zo logisch, want waar is het broertje in jou anders gebleven? Dat broertje in jou… ben ík. Dat broertje blíjf ik en dat gaat maar door, en door, en door, mijn hele leven lang. Daar heb ik dit dagboek niet voor nodig. Je hebt het toch allang over mijn schouder meegelezen. Dag lieve Maus, kus van
Geboren: 21-12-1955
Debuut: Raafs reizend theater (1986) Genres: Kinder- en jeugdliteratuur, poëzie, toneel, schrijven voor televisie
Bijzonderheid: Ted van Lieshout is naast schrijver ook illustrator en graficus. Hij studeerde in1980 af aan de Rietveld Academie. Citaat: 'Je mag gerust iets lelijk vinden, maar dan moet je er wel verantwoordelijkheid voor nemen, je moet kunnen uitleggen waarom.' (Volkskrant, 13-2-1998) Recent werk: Mijn tuin, mijn tuin (1996), Kaatje Koe (1998), Stil Leven: een tentoonstelling (1998), Zeer kleine liefde (poëzie, 1999), Het is een straf als je zo mooi moet zijn als ik (2000)
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
L.
L.
Het is Marius ;)
8 jaar geleden
Antwoorden