Een papieren glimlach door Jan Cartens

Beoordeling 7
Foto van een scholier
Boekcover Een papieren glimlach
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 2344 woorden
  • 1 februari 1999
  • 16 keer beoordeeld
Cijfer 7
16 keer beoordeeld

Boekcover Een papieren glimlach
Shadow
Een papieren glimlach door Jan Cartens
Shadow
ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Titel Een Papieren Glimlach Motto "On a relégué la bien-aimée parmi les images
qui ne sont presque plus des souvenirs
et pas encore des désirs, images qui ne sont belles que de leur ancienneté et de la lumière de votre coeur."
Dit gedicht staat op de eerste bladzijde van het boek en is van de schrijver/dichter: Alain-Fournier uit het boek: Lettres au petit B. En als je dit dan vertaalt, krijg je: "Men heeft zeer geliefde beelden verbannen
die bijna niet meer zijn dan souvenirs
en niet meer dan verlangens, beelden die niet mooier zijn dan die van hun oudheid
en van het licht van uw hart."
Dit gedicht zou je als motto kunnen zien, omdat het gedicht een goede weergave van de inhoud van het boek geeft, omdat datgene wat het gedicht verwoordt, precies datgene is waar de hoofdpersoon, Hans de Roos, aan lijdt (hij geeft namelijk nog steeds om zijn eerste geheime liefde van school, en zijn gevoelens voor haar, ondanks dat hij deze gevoelens probeert weg te stoppen, projecteert hij steeds weer op nieuwe dames in zijn leven).
Opbouw Op de omslag van het boek staat een schildering van twee vage hoofden, die waarschijnlijk de hoofdpersoon, Hans de Roos, en zijn geheime liefde van school symboliseert. Het boek heeft 118 bladzijden, beginnend bij blz. 7 en eindigend bij blz. 125, en 14 hoofdstukken. Het enige wat aan de typografie van het boek opvalt is het volgende: De verschillende alinea's worden weergegeven door een kleine verspringing aan de kantlijn, echter nooit door een hele regel open te laten. Verder is aan de typografie van dit boek niks speciaals te vermelden. De hoofdstuk indeling in dit boek is als volgt: Voor elk nieuw hoofdstuk slaat de schrijver een aantal regels over. Alle hoofdstukken zijn genummerd. De hoofdstukken hebben echter nooit een titel. Samenvatting De vijftiger Hans de Roos, conservator van het Koninklijke Instituut voor Munt- en Penningkunde in Den Haag, ontmoet tijdens een bezoek aan een kennis Juultje, een jonge vrouw met een onvoorstelbare schoonheid. Door haar wijze van glimlachen meent Hans haar vaag te herinneren. Echter de relatie tussen Juultje en de gastheer Charles Verlinden, een patserige antiquair, die zich behalve voor oudheden ook voor zeer jonge dames interesseert, is iets waar Hans zich behoorlijk aan ergert. En wat bezielt Charles om Hans uit te nodigen tezamen met een zakenvriend uit Antwerpen, een plakkerige kunstmagnaat omgeven door koele, perfect beschilderde schoonheden die zich aan drank te buiten gaan en zich hun ware, perverse gedaante tonen? Ineens herinnert Hans zich waar hij de glimlach van Juultje al eerder had gezien, tijdens zijn gymnasiumtijd had hij dezelfde glimlach bewonderd bij Maria van Mechelen, zijn onbereikbare schoolliefde. De verliefde Hans de Roos is geschokt door zijn ontmoeting met Juultje. Zijn rustige leven is voorgoed voorbij. Hij kan zich nog maar amper op zijn werk concentreren, maar ook kan hij slechts met moeite reconstrueren wat er met hem en Juultje gebeurd is tijdens de twee dagen die volgden op hun overhaaste vertrek uit de boerderij van Charles Verlinden. Hij moet de stukjes herinneringen als stukjes mozaïek in elkaar passen. Daarbij verwart hij bovendien het verleden, dat nog maar enkele dagen oud is, met zijn jeugdjaren toen zijn eerste liefde voor Maria van Mechelen bloeide. Tussen Juultje en Hans ontstaat een contact dat aanvankelijk lijkt op een dochter/vader-relatie. Maar op een hete zomerdag nodigt Juultje Hans uit om naar haar te komen in Breda. Juultje begint Hans te verleiden, ze scheen namelijk al door te hebben dat Hans verliefd op haar was geworden. En als ze met elkaar in bed liggen en Juultje Hans volledig in haar macht heeft, wijst ze Hans op een vergeeld fotootje van haar moeder, en vraagt Hans wie hij mooier vindt, haar moeder of zij. Hans weet echter meteen wie de vrouw op de foto is, Maria van Mechelen. Hans weet niet meer hoe hij het heeft, hij deelt nu het bed met de dochter van zijn jeugdliefde. Hans vraagt Juultje helemaal uit naar haar moeder, of ze getrouwd is, waar ze nu woont en haar telefoonnummer. Een klein gelukje voor Hans, Maria was weduwe, alleen als Hans het hele verhaal aan Maria zou moeten gaan uitleggen dat hij met haar dochter naar bed was geweest, kon hij zijn langverwachte relatie met Maria wel op zijn buik schrijven. Na veel wikken en wegen belt hij Maria toch maar op en regelt hij een afspraakje met haar. Maria komt naar hem toe, Hans ziet zijn droom in vervulling gaan, voor het eerst praat Maria met hem alléén, ze eet zelfs met hem in zijn buurtrestaurant. Ze vertelt hem dat hij echt niet zo onbereikbaar was voor haar, dat alleen haar ouders het verboden om met hem om te gaan, Hans was namelijk zoon van een eenvoudige kleermaker en Maria was een directeursdochter. Maar dat was nu verleden tijd, nu was hun vriendschap beklonken, en zat er misschien zelfs wel een late relatie in. Beginsituatie Het verhaal begint in Den Haag, in de woning van Hans de Roos, waar de telefoon gaat en Charles Verlinden hem uitnodigt om naar hem toe te komen. Eindsituatie En het boek eindigt met een brief van Juultje aan Hans: "Lieve Hans, ik wens mama en jou gelukkige dagen toe. Dat jullie samen Kerstmis vieren, geeft mij het eigenaardige, misschien wel dwaze gevoel dat ik daarmee terugkrijg wat ik eigenlijk nooit bezeten heb; ouders. Liefs Juultje." Personages Hans de Roos(H): De tweeënvijftig-jarige Hans de Roos, is conservator van het Koninklijke Instituut voor Munt- en Penningkunde in Den Haag, waar hij tevens ook woont. Het is een man die leeft voor zijn munten, maar na de ontmoeting met Juultje inziet dat hij al jaren een eenzaam, liefdeloos kluizenaars leven lijdt, wat hem zeer onzeker maakt. Door deze onzekerheid gaat hij achter alles wat iemand zegt of doet iets anders denken, wat hem vaak in een soort van tweestrijd met zichzelf brengt. Hij heeft het gymnasium gedaan, hier is hij bevriend geraakt met Charles Verlinden en hier heeft hij ook zijn grote jeugdliefde Maria van Mechelen ontmoet. En zelfs nu hij al lang volwassen is, laat Maria hem nog steeds niet los. Als hij haar dochter Juultje Terborgh ontmoet, is hij dan ook meteen helemaal weg van haar. Over zijn uiterlijk wordt niets vertelt. Juultje Terborgh(H): Dochter van Maria van Mechelen, maar die de achternaam van haar overleden vader draagt, die ze overigens alleen van foto's kent. Ze heeft een lichaam als een volwaardig topmodel, volgens haar veel oudere vriend Charles Verlinden (die qua leeftijd best haar vader zou kunnen zijn), ze heeft lange blonde haarlokken, slanke lijn, en een gewelfde bovenlip. Haar leeftijd wordt niet precies vermeldt, maar volgens Hans de Roos zou ze tussen de 20 en 25 jaar zijn. Ze is woonachtig in het Baroniepad 36 te Breda, waar ze ook werkt als binnenhuisarchitecte.
Charles Verlinden(B): Een patserige antiquair, die zich behalve voor oudheden ook voor zeer jonge dames interesseert. Zijn te jonge vriendin is Juultje Terborgh. Hij is eigenaar van een kunsthandelbedrijf in Leiden, waar hij Juultje heeft leren kennen, Juultje was namelijk de binnenhuisarchitecte voor dit bedrijf. Charles Verlinden kent Hans de Roos van zijn studententijd, hij is dus ook rond de vijftig, Charles kan Hans alleen niet goed begrijpen waar van zijn liefde voor zijn munten en penningen vandaan komt, en hij drijft daar dan ook graag de spot mee, wat soms tot flinke spanning oploopt. Charles Verlinden is een type. Maria van Mechelen Moeder van Juultje Terborgh, en is al jong weduwe geworden. Zij is de grote jeugdliefde van Hans de Roos, ze zag Hans de Roos zelf best wel zitten, alleen haar ouders verboden haar om met hem om te gaan, omdat hij de zoon was van een eenvoudige kleermaker en zij zelf een directeursdochter was. k Maria had na het overlijden van haar man haar meisjesnaam, van Mechelen, weer aangenomen, omdat een zus van haar man, haar altijd als een indringster had beschouwd. Ze zag er vroeger net zo uit als Juultje nu, inmiddels is Maria even oud als Hans de Roos, dus ook rond de vijftig. Maria van Mechelen is ook een type. Tijd Het verhaal speelt zich ongeveer 10-15 jaar geleden af, omdat er apparaten worden beschreven die wij allang niet meer gebruiken. Vb.: "Hij duwde een kwartje in de gleuf en zag dat achter het ruitje in het apparaat schuin oplaag rollen. Met de hoorn tegen zijn oor gedrukt, alsof ze zich al zou kunnen melden voor hij het nummer helemaal gedraaid had, liet hij telkens de kiesschijf teruglopen." (blz. 65 en 66) Er was dus nog een munttelefoon en het telefoontoestel had nog een kiesschijf. Ruimte Het verhaal speelt zich af in de Randstad (o.a.: Den Haag, Scheveningen, Leiden, A'dam) en in Noord-Brabant (o.a.: Breda en Wouw) Vb.: "Natuurlijk kon hij ook naar Breda gaan om eens te zien wat voor een straat dat Baroniepad was." (blz. 64) Functionele beschrijving Het verhaal speelt zich af van de zomer tot aan de Kerst, dus het weer is vaak verschillend beschreven. Vb.: "Hij hoorde haar in de kamer bezig en keerde zich onwillekeurig naar haar toe, maar de zon scheen zo fel in de hoge ramen dat hij haar pas zag toen ze in de open balkondeur verscheen, in een witte bikini, haar blonde haren opgebonden met een wit lint." (blz. 90)
Tijdsbeschrijving Het verhaal is niet-chronologisch verteld, het bevalt flashbacks. Vb.: "De jaren van vroeger, de buurt waarin hij was opgegroeid en de straten waarlangs hij naar school was gelopen, kwamen de laatste dagen telkens bij hem boven, scherper dan een foto, duidelijker dan de takken die hij, opkijkend naar de hoge ramen van het Instituut, achter de vitrage in het flessegroen van de namiddag heen en weer zag bewegen." (blz. 57) Ook komt in het verhaal tijdsverdichting en tijdsvertraging voor. Vb.: "Ruim een week daarna belde Charles hem op, alsof er niets gebeurd, dan wel alles vergeten en vergeven was." (blz. 62) Perspectief De vertelsituatie die het meeste in het boek voorkomt is: het personaal perspectief, en dan vooral het "hij/zij"-perspectief. Vb.: "Waarom had Charles hem eigenlijk uitgenodigd? Een zekere vriendschap had er alleen maar in hun studententijd tussen hen bestaan. Daarna nauwelijks nog. Of moest hij soms in deze namaakboerderij de waarschijnlijk nog broze liefde tussen Charles en Juultje met zijn aanwezigheid bevestigen, als gehuurde getuige?" (blz 9 en 10).
Thema In dit boek is sprake van slecht één thema en dat is: jeugdliefde Motief Jeugdliefde: De jeugdliefde van Hans de Roos is zo sterk, dat hij in alle vrouwen die hij krijgt, hij gaat kijken wat ze overeenkomen met zijn jeugdliefde: Maria van Mechelen. Stijl Het verhaal is geschreven in best moeilijke Nederlandse taal, meestal is het taalgebruik vrije modern, alleen soms gooit de schrijver er een oudere term doorheen. Genre Dit boek is een roman. Stroming Het is moderne Nederlands literatuur. Over de schrijver Jan Cartens, geboren in 1929 in Brabant. Cartens wordt vaak genoemd samen met vele rooms-katholieke schrijvers, dit omdat Cartens zelf streng rooms-katholiek is en het Katholicisme vaak centraal staat in zijn boeken. Hij is altijd leraar Nederlands geweest op het Newman-HBS in Breda, het tegenwoordige Newman-College. Jan Cartens debuteerde in 1975 met Dat meisje uit Munchen, en vooral door het boek Een Roomsche Jeugd verwierf hij een vast en omvangrijk lezerspubliek.
Eerder verschenen boeken van zijn hand: Dat meisje uit München. De thuiskomst. Vroege herfst. Gestorven te Reykjavik De verleiding Het kwade hart Monsters gratis Een Roomsche Jeugd Een Papieren Glimlach Recensies Bron: Het Binnenhof Publicatiedatum: 23-8-1985 Recensent: Jan Verstappen Mislukte pastorale liefde. Het verhaal dat Jan Cartens in zijn nieuwe roman "Een papieren glimlach" opschrijft, begint als een soort klassieke pastorale roman: een wat oudere, vereenzaamde man, die toch in zoveel opzichten erg de moeite waard is, verblijft een weekeinde in het buitenhuis van een van zijn kennissen. Daar ontmoet hij een beeldschoon meisje, dat zijn hele bestaan ondersteboven zet. Jan Cartens geeft zijn verhaal een hardhandige wending, als hij zijn hoofdpersoon, de wat saaie Hans de Roos, op het hoogtepunt in zijn toenadering tot dit meisje, laat ontdekken, dat zij de dochter is van de vrouw, die hij in zijn middelbare schooltijd zo innig liefhad. De frustratie, dat hij dat meisje van toen, dat ideaal, nooit heeft kunnen krijgen, leidde tot zijn vereenzaming. Nu gaat hij zit gemis als nog goed maken. Dat is allemaal wel positief en hoopgevend, maar als basis van een verhaal blijkt het Jan Cartens niet te voeren tot een meeslepend geheel. De aarzelingen en de onmacht van die hoofdpersoon komen maar nauwelijks tot een uitwerking, de overige figuren en de gebeurtenissen daarmee schijnen helemaal geen rol te spelen. Een echt verhaal kun je dit dan ook nauwelijks noemen. Bron: Brabants Nieuwsbladk
Publicatiedatum: 14-6-1985 Recensent: Michel de Koning Liefde op eerste en tweede gezicht We beginnen er al aan te wennen dat Jan Cartens haast elk jaar met een nieuw boek op de proppen komt. Deze maand verscheen de roman "Een papieren glimlach", een verhaal over een vijftiger die in een jonge vrouw van ongeveer twintig zijn jeugdliefde ziet herleven. Deze vijftiger is een echt Cartens-figuur, een al wat oudere man, eenzaam, in zichzelf gekeerd, onbeholpen in zijn contacten met vrouwen. Wel zien we behalve hetzelfde type hoofdfiguur ook een stijlkenmerk terugkeren, namelijk de vraagzin. Onophoudelijk duikt deze op als om aarzelingen, het weifelen van de hoofdfiguur te onderstrepen. Bij het verschijnen van "Gestorven te Reykjavik", merkte A. Buckens in deze BN-rubriek al op dat hij daar niet zo gelukkig mee was. Ik kan deze mening ten volle onderschrijven. Daarbij moet echter worden opgemerkt, dat die vraagzinnen zich vooral in het eerste deel van het werk opstapelen. De schrijver maakt het daardoor zijn lezer niet gemakkelijk. Het lijkt erop alsof in die eerste hoofdstukken de schrijver zelf zijn draai niet heeft kunnen vinden. De beschrijvingen van figuren, van de plaats van de handeling en van de gedachten van de hoofdfiguur nemen zoveel tijd in beslag dat de lezer enigszins vermoeid raakt. Maar Cartens heeft wel elementen ingebouwd om desondanks spanning op te roepen.

REACTIES

S.

S.

het is echt een geweldig gedicht ik zou er graag meer van willen zien wilt u me dat opsturen? groeten sjoerd

21 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.