Dubbelster door Gerrit Komrij

1. NOTEER SCHRIJVER, UITGEVER EN OORSPRONKELIJK JAAR VAN UITGAVE: Schrijver: Gerrit Komrij
Titel: Dubbelster
Uitgever: de Arbeiderspers
Jaar: 1993 te Amsterdam 2a. IN WELK JAAR/ WELKE JAREN SPEELT HET BOEK ZICH AF? Het verhaal speelt zich volgens mij in de tijd af waarin het geschreven is. Dit is dus rond 1992 en 1993. Echt duidelijk op te maken is dat niet uit het verhaal. Ik kom met dit jaartal omdat ik uit het verhaal op kan maken dat het een best moderne tijd is waarin het verhaal zich afspeelt met veel luxe apparaten die nog niet zolang bestaan. 2b. BEWIJS DAT MET GEGEVENS UIT DE UIT DE TEKST: Blz. 24 Otto kon nu dit appartement betalen, midden in de stad, met een lift, een intercom en een automatische deuropening¡¨
2c. BINNEN WELK TIJDSBESTEK SPEELT HET VERHAAL ZICH AF? MAAK EEN BEREKENING: In het boek staan geen jaartallen genoemd dus echt precies kan ik het niet zeggen. Ik denk dat het ongeveer om een jaar gaat. 2d. IS HET VERHAAL CHRONOLOGISCH VERTELD? ZO NEE, GEEF DAN AAN OM HET OM ENKELE OF MEER FLASHBACKS GAAT: In het verhaal zitten geen flashbacks. Het hele verhaal is chronologisch verteld. 3. GEEF EEN OVERZICHT VAN RUIMTE ELEMENTEN EN GEEF AAN WAAROM ZE BELANGRIJK ZIJN VOOR HET VERHAAL: - De set: Dit is een belangrijk element voor het verhaal omdat Otto hier altijd zijn show houdt en dat hij daar moet bewijzen dat hij de beste is en dat altijd zal blijven. - Het restaurant: Dit is een belangrijk element voor het verhaal omdat Otto hier voor het eerst zijn dubbelganger te zien krijgt. 4. NOTEER DE FABEL IN MAXIMAAL 50 WOORDEN: Otto is een zeer bekende showmaster die het helemaal gemaakt heeft. Hij krijgt te maken met de voor en nadelen van het beroemd zijn. Er worden allerlei dingen en foto¡¦s over hem gepubliceerd war hij niets van af weet. Later in het verhaal komt hij erachter dat hij te maken heeft met een dubbelganger. 5. UIT HOEVEEL HOOFDSTUKKEN, DELEN, AFDELINGEN BESTAAT HET BOEK: Het boek bestaat uit 48 kleine hoofdstukken. 5b. BESCHRIJF DE BEGINSITUATIE EN DE CLIMAX: De beginsituatie is dat Otto het helemaal gemaakt heeft als showmaster. Hij wordt aanbeden door mannen en vrouwen. Hij krijgt te maken met vreemde en onverklaarbare situaties over zichzelf. Hij wordt op plaatsen gezien waar hij nog nooit geweest is. De climax is als hij erachter komt dat hij te maken heeft met een dubbelganger.
6a. GEEF TENMINSTE 3 MOTIEVEN UIT HET VERHAAL: - Symmetriedrang - Homoseksualiteit - Obsessie 6b LEG UIT WELKE BETEKENIS ZE HEBBEN IN HET VERHAAL: Symmetriedrang: Otto heeft last van deze drang. Alles moet bij hem gelijk zijn aan elkaar. Zijn linkerhand moet even veel werk doen als zijn rechterhand BV. Homoseksualiteit: Otto is homo. Hij wil dit niet aan de buitenwereld laten zien dus hij komt er niet voor uit. Een obsessie: De dubbelganger van Otto is geobsedeerd door het leven van Otto. 6c CITEER VAN ELK MOTIEF 3 PASSAGES WAARIN HET VOORKOMT: SYMMETRIEDRANG: - Blz. 5, tweede regel: ¡§als hij op zijn linkerslaap een pluk naar achteren schoof, moest hij met zijn andere hand onmiddellijk hetzelfde gebaar maken langs zijn rechterslaap¡¨ - Blz. 10, iets onder midden: ¡§de flacon rechts zwaaide in de rechterhand naar de palm van de linkerhand. De flacon links zwaaide in de linkerhand naar de palm van de rechterhand¡¨. - Blz. 6, bijna onderaan: ¡§ hij noemde het, niet zonder vertedering, zijn Symmetriedrang¡¨. HOMOSEKSUALITEIT: - Blz. 19, onderaan: ¡§strikt buiten de publiciteit gehouden relatie met zijn vriend, met wie hij niet samenwoont¡¨ - Blz. 44, boven midden: ¡§voor de tweede keer die middag tastten zij handen het slanke lichaam van Arthur af, op zoek naar de bekende gebieden die nog eens ontdekt moesten worden¡¨ - Blz. 150, 3de alinea: ¡§ik wil dat hij bij mij blijft, dacht Otto, en ik weet dat ik bij hem wil blijven. EEN OBSESSIE: - Blz. 219, onderaan: ¡§ ik heb nooit een ander willen hebben, hoorde hij. Je bent Otto¡¦s vriend. Ik heb altijd het beste van Otto willen hebben¡¨. - Blz. 199, onder midden: ¡§ik weet alles van je, gaf Klaas toe. Wat je in bed doet en wat je niet in bed doet, alles¡¨ - Blz. 200: ¡§ Glunderend vervolgde Klaas dat hij, nog maar een dag of wat geleden, een Opel Senator op de kop had weten tikken van exact hetzelfde bouwkaar als die van Otto¡¨ 7. WAT IS HET THEMA VAN HET BOEK: Ik denk dat het thema van Dubbelster is: Bekendheid met zijn positieve en negatieve kanten. 7b. LEG JE KEUZE UIT: Door het hele boek door krijg je te maken met de vormen van bekendheid en de effecten van het bekend zijn. Een voordeel is BV. dat je op VIP- feesten mag komen. Het nadeel is natuurlijk zoiets als de dubbelganger. 8ab. IN WELK VERHAALPERSPECTIEF IS HET VERHAAL VERTELD: Bijna het hele verhaal is persoonaal verteld. Het meeste krijg je te maken met de gedachtes van Otto. Heel soms krijg je te maken met de gedachtes van BV Arthur. 9. SCHRIJF EEN ZO VOLLEDIG MOGELIJK KARAKTERSCHETS VAN DE BELANGRIJKSTE VERHAALFIGUREN: OTTO: Hij is de hoofdpersoon uit het boek. 34 jaar oud. Otto heeft een symmetriedrang en is homofiel. Hij heeft een eigen Tv-show. Hij leeft samen met zijn partner Arthur. Hij heeft geen broers of zussen. Het is een zeer populair persoon. ARTHUR: Hij is de vriend van Otto. Er wordt geprobeerd om hem zoveel mogelijk buiten de publiciteit te houden. De relatie met Otto was goed maar sinds een tijdje loopt het allemaal niet meer zo lekker. ANTOINETTE: Zij is de regieassistente van Otto. Ze kunnen het goed met elkaar vinden. Zij is de persoon waardoor Otto gaat twijfelen aan zijn homo zijn. Ze is een keertje met Otto naar bed geweest

DUBBELGANGER: de echte naam is Klaas Keyzer. Hij probeert het leven van Otto totaal over te nemen. Hij lijkt verschrikkelijk veel op Otto en maakt daar dan ook veel misbruik van.