Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Dit zijn de namen door Tommy Wieringa

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
Boekcover Dit zijn de namen
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 2887 woorden
  • 29 januari 2018
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
3 keer beoordeeld

Boekcover Dit zijn de namen
Shadow

Pontus Beg is commissaris van politie in Michailopol, een perifere grensstad in de steppe. Als de winter invalt, wordt er een groep uitgeteerde vluchtelingen gesignaleerd in de straten van zijn stad. Niemand weet wie zij zijn, hun spookachtige aanwezigheid veroorzaakt angst en onrust.  Als ze uiteindelijk worden opgepakt, wordt in hun bagage het bewijsstuk van ee…

Pontus Beg is commissaris van politie in Michailopol, een perifere grensstad in de steppe. Als de winter invalt, wordt er een groep uitgeteerde vluchtelingen gesignaleerd in de str…

Pontus Beg is commissaris van politie in Michailopol, een perifere grensstad in de steppe. Als de winter invalt, wordt er een groep uitgeteerde vluchtelingen gesignaleerd in de straten van zijn stad. Niemand weet wie zij zijn, hun spookachtige aanwezigheid veroorzaakt angst en onrust.  Als ze uiteindelijk worden opgepakt, wordt in hun bagage het bewijsstuk van een gruwelijke misdaad gevonden. Stukje bij beetje ontrafelt Pontus Beg de toedracht, en daarmee de geschiedenis van hun helletocht.

De barre reis van de migranten raakt gaandeweg het onderzoek verweven met de ontdekking die Pontus Beg doet over zijn eigen afkomst. De ontmoeting met een oude rabbijn, de laatste Jood van Michailopol, leert hem de werkelijkheid kennen over zichzelf. Zijn plaats in de wereld is een andere dan hij altijd heeft gedacht. 

Dit zijn de namen is een waar kunststuk: Tommy Wieringa weet de duistere binnenwereld van de mens met humor en wijsheid te verbinden aan de grotere thematiek van immigratie, de vraag naar wie wij zijn, en of verlossing mogelijk is.

Dit zijn de namen door Tommy Wieringa
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Boek 10                 Tommy Wieringa – Dit zijn de namen

 

Samenvatting

In deel I zijn twee verhaaldraden die zich onafhankelijk van elkaar ontwikkelen. Voor het gemak worden ze in deze samenvatting gescheiden weergegeven. In de structuur van de roman wisselen de verhaallijnen zich af.


De draad van Pontus Beg
De roman begint in Michailopol, een niet bestaande grensstad ergens in de steppe van de Oekraïne. Het stadje ligt er volstrekt verlaten en afgesloten van de wereld. We maken in dit decor kennis met de 53-jarige politiecommissaris Pontus Beg. Zijn enige lichtpuntje in zijn grauwe wereld en grijze bestaan is de maandelijkse vrijpartij met zijn huishoudster, die er een andere relatie met een vrachtwagenchauffeur op na houdt. “(Beg beschouwde de regeling als een ideaal huwelijk, in Zita’s gedachten was het een uitstekende betrekking.’_ Pontus' kinderloze bestaan biedt een even desolate aanblik als het landschap. Pontus is een gelaten burger met een merkwaardige voorkeur voor de wijsheden van de filosoof Confucius. Hij eet gehaktbrood en drinkt bier in Tina's Bazooka Bar - Tina was een prostituee, maar serveert nu gewoon eten en drank. Zijn bestaan is 'ingericht op het bestrijden van pijn en ongemak', maar hij is 'soms jaloers op de alcoholisten en de junks met hun trampolineleven, van laag naar hoog, van hoog naar laag, net zo lang tot ze geen tand meer in hun mond hebben en een langzame, ellendige dood sterven'.


Pontus Beg heeft het man van zijn leeftijd niet naar de zin. Hij heeft ook wat lichamelijke problemen, (doorbloedingproblemen in zijn benen) maar vooral mentale, wat duidelijker wordt als er in de stad een oude rabbijn sterft. Die moet op Joodse wijze worden begraven, maar hoe moet dat? Leeft er nog wel een tweede Jood in de stad? Die blijkt er te zijn, een andere oude rabbijn die geen goed woord over heeft voor de gestorvene (‘Hij was een slecht mens. Ik ben blij dat hij dood is’), maar hem toch begraaft. Pontus Beg herinnert zich dan ook het liedje dat zijn moeder voor de kinderen zong. Het blijkt een oud Jiddisch liefdesversje te zijn. Zou Pontus soms van joodse afkomst zijn? Dat roept een verlangen in hem wakker, het verlangen om de Jood van zijn moeder te zijn. Hij gaat zelfs de Thora bestuderen.


Maar hij laat ook in een hoofdstuk zien dat hij een keiharde exponent van het systeem is: hij arresteert een vrachtwagenchauffeur die te hard zou rijden en doet zo mee in het systeem van corruptie dat de politie in zijn stad heeft opgezet en waarvan ze met zijn allen de opbrengsten delen. Hij mept de man ook met gemak zonder enige scrupules in elkaar. Weinig menslievend derhalve. De lading wordt later bovendien gestolen door een zware crimineel en van hem ontvangt Pontus een bedrag ter vergoeding. Zo werkt het systeem. Hij neemt ook weer contact op met zijn zus en hij vraagt haar of ze het liedje van zijn moeder ook kent. Hij begint steeds meer te denken dat hij joods is. Hij gaat daarom met de rabbijn naar een plek waar hij in het diepste van de aarde zich zou kunnen reinigen in een bad. Hij zou dat graag willen. Hij vertelt in een flashback ook over zijn verkering met het meisje Lea met wie hij drie jaar is omgegaan, waarna ze het per telefoon uitmaakte. Dat is al weer 23 jaar geleden.

 

 

De draad van de vluchtelingen
Een groep vluchtelingen heeft met geld en valse papieren een mensensmokkelaar kunnen inhuren die hen met een vrachtwagen over de grens moet smokkelen op weg naar een betere toekomst. Ze gaan weg onder het motto van de één zijn dood, is de ander zijn brood. Wanneer ze bij “grens gekomen” zijn, ziet de jongen onder de vluchtelingen inderdaad uniformen van grenswachten ed. maar het is later duidelijk dat ze geflest zijn en dat ze helemaal niet over de grens van een beter land zijn gezet. Daarna maken ze een barre helletocht die sterk doet denken aan de tocht van het volk van Israel in het Oude Testament. Er wordt gesproken over een lange man, een stroper, een vrouw, de man uit Asjchabad, een jongen, een Ethiopiër en ene Vitaly. Ze lijden honger en sterven van de dorst. De lange man en de Ethiopiër raken op een zeker moment achter bij de anderen, maar weten toch weer aan te sluiten. Voor de neger hebben de anderen de meeste angst: hier komt het motief van de onderdrukking van een ander ras toch ook naar voren: hij krijgt de schuld van de ellende en wanneer hij een keer één van de andere mannen aanraakt, krijgt die een zweer in op die plek. Op een zeker moment sterft de lange man en gaan ze zonder hem verder. Wanneer de jongen op een morgen opkomt, heeft iemand van de groep de Ethiopiër om het leven gebracht. Niemand vertelt wie het heeft gedaan, maar zijn hoofd is van zijn romp gescheiden. Dat hoofd nemen ze op de rest van de reis mee. Dat element verwijst naar de reis van het volk van Mozes: daarbij werden de beenderen van Jozef veertig jaar lang meegedragen. Het hoofd krijgt magische betekenis, want de zwervers denken dat het hoofd hun de weg al wijzen naar het beloofde Land waarna ze op zoek zijn. De vrouw heeft intussen een relatie aangeknoopt met de man van Asjchabad en na verloop van tijd blijkt ze zwanger te zijn.

 

In deel II zijn beide verhaallijnen samengekomen. De groep zwervers heeft Michailopol bereikt waar ze angstige gevoelens bij de bevolking oproepen. Ze zien er uit als levende doden (de zg. “ondoden’) en lijken op die manier op mensen die uit een concentratiekamp zijn verlost. De burgemeester van Michailopol wil dat de politiemensen van Pontus Beg de vluchtelingen oppakken. Ook Pontus gaat zich ermee bemoeien, maar het is een andere Pontus dan die uit deel I. Hij lijkt zich vereenzelvigd te hebben met de vertegenwoordigers van het Joodse geloof en dan voelt hij zich ook verwant met de vluchtelingen, want ook de Israëlieten hebben door de woestijn moeten zwerven. Hij komt bovendien tot de lugubere ontdekking dat ze een hoofd hebben meegedragen, als een soort relikwie. Iemand van de groep heeft blijkbaar een moord gepleegd en Pontus wil er wel achter komen wie dat heeft gedaan, maar de leden van de groep lijken niet bereid te vertellen wie dat is. De jongen vertelt nog het meeste aan Pontus. Ook worden nu enkele zaken verteld die op de steppe hebben plaatsgevonden (het leegroven van een kippenhok en de eigenaresse eenzaam achterlaten zonder voedsel, waardoor ze de hongerdood zal hebben gekregen) De zwervers zijn hard. Dan hoort Pontus van de vrouw dat ze zwanger is: in het broodmagere lichaam blijkt een vrucht te zitten en voortijdig brengt de zwakke vrouw een gezond kind ter wereld (op 19 december). De vrouw zelf zal het niet overleven. Ze geeft het kind ook vergeefs de borst: er komt geen melk uit haar lichaam en de keiharde Beg blijkt heel menselijk als hij een lang verwacht kind in zijn armen houdt.

 

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

 

In het deel “Voorjaar” gaat Pontus Beg met de jongen (een van de vluchtelingen) die hij nu de kleine Mozes noemt naar een plaats vanwaar ze naar het Beloofde Land kunnen kijken. Beg zegt tegen de jongen dat hij Jood moet worden, dan kan hij altijd papieren krijgen voor Israel. Dan zullen ze de papieren van de jongen moeten veranderen: hij moet de zoon van de jood geworden Pontus worden: dan wordt hij ook jood en hij zal Hebreeuws moeten leren. De roman eindigt op deze wijze hoopvol, want de jongen wil wel doen wat Pontus aanraadt.

 

Personages

Pontus Beg

Politiecommissaris van Michailopol. Hij is eenzaam, hij heeft zijn moeder verloren en aanvankelijk geen contact meer met zijn zus. Hij heeft last van klein lichamelijk malheur (een koude voet en een piep in zijn oor) Een keer per maand heeft hij seks met zijn huishoudster en hij drinkt precies vier glazen wodka per dag, niet meer. Hij draait mee in een corrupt systeem (de passage met de vrachtwagenchauffeur) en hij is vrij hard. In de roman komt hij tot de ontdekking dat zijn moeder een joodse was en dat maakt hem ook tot een jood. Dan wil hij alles van zijn roots weten en hij krijgt contact met de enige nog in de stad blijvende rabbi. Die vertelt hem wat de essentie van het joodse geloof is en Pontus Beg lijkt zich te gaan bekeren. Hij neemt weer contact op met zijn zus: hij is erg bezig met zijn afkomst, roots en identiteit in tegenstelling tot de groep vluchtelingen die het liefst het verleden achter zich willen verbranden en alleen maar oog hebben voor de toekomst en het Beloofde Land. In deel II zijn de vluchtelingen in de stad gekomen en vereenzelvigt Pontus hen met de vertegenwoordigers van zijn joodse geloof die veertig jaar in de woestijn hebben rondgezworven. Hij wordt dan ook menselijker. Hij ondervraagt de vluchtelingen die niet veel los willen laten. Maar hij ontdooit wanneer hij met de jongen praat en de vrouw ziet die hoe mager ze ook is een kind ter wereld brengt. Je zou kunnen zeggen dat hij door in aanraking met het joodse geloof te zijn gekomen een ander mens is geworden. In het laatste deel schenkt hij de jongen hoop door hem aan te bieden joods te worden waardoor hij in de toekomst naar het beloofde land kan gaan.

 

De jongen
“De jongen” zoals hij bijna het hele verhaal wordt genoemd is de jongste van de groep vluchtelingen. Hij is, dapper als hij is, als enige van zijn familie met deze tocht begonnen om in het beloofde land voor hun een nieuw begin te kunnen vinden. Hoewel hij de jongste van de groep is houdt hij heel de tocht zijn hoofd het beste bij de les en is hij vrijwel de sterkste, qua overleven dan. Wanneer hij in Michailopol door Beg wordt ondervraagt is hij steeds opstandig en eigenwijs, maar stukje bij beetje verteldt hij hun verhaal en ontstaat er toch wel een band tussen hem en Pontus.

 

De Ethiopiër
Niemand van de vluchtelingen weet nou eigenlijk waar deze man vandaan komt of waarom hij met hen op reis is gegaan. Hij praat niet en wordt buitengesloten door de groep, ze zien hem als een gevaar en denken dat hij over magische krachten bestaat, waarmee hij de anderen kan besmetten met erge ziekten e.d. Uiteindelijk wordt hij ’s ochtends door gevonden, zijn hoofd is ingeslagen met een steen en niemand weet/zegt wie het heeft gedaan. uiteindelijk nemen de overige vluchtelingen hem mee omdat ze geloven dat hij hun nu wel goede dingen brengt en hen de weg naar het beloofde land zal brengen

De lange man
Welke niet veel voor oponthoudt of spanning zorgt en zich vooral op de achtergrond houdt.
Wanneer hij op een gegeven moment achter wordt gelaten door de rest om te sterven blijft de Ethiopier bij hem om zich over hem te ontfermen. Hij geeft de lange man te eten en uiteindelijk kunnen ze weer verder en halen ze de groep uiteindelijk weer in. Dit wordt de neger alleen niet in dank afgenomen door de rest van de groep. Uiteindelijk sterft de lange man.

 

De stroper
Hij zorgt voor het meeste eten en voelt zich als een van de leiders van de groep.

 

De vrouw
Zij is de enige vrouw van de groep vluchtelingen en wordt daarom zo nu en dan eens even alleen genomen van de groep.. vooral door de man uit Asjchabad, waarvan ze uiteindelijk ook zwanger blijkt te zijn. En in het ziekenhuis in Michailopol bevalt ze, hoe zwak en mager haar eigen lichaam ook mag zijn, van een gezond kind.

 

De man uit Asjchabad
De man waarmee “de vrouw” een kind baart. Hij heeft ook niet zo’n opvallend karakter.

 

Vitaly
De vechtersbaas van de groep en ook degene met de grootste mond en waarschijnlijk de duisterste achtergrond. Hij draagt uiteindelijk het hoofd van de Ethiopiër met zich mee, waardoor men ook vermoedt dat hij diegene is die de neger heeft vermoord.

 

Tijd

De verteller geeft weinig prijs over de tijd waarin het verhaal speelt. We weten dat in deel II de maand december een rol speelt, want de baby die geboren wordt uit de vrouw die op de vlucht is geslagen, wordt op 19 december geboren. Hij heeft immers ook de functie van redder van de mensheid en is dus een nieuwe Messias voor de groep vluchtelingen en voor Pontus.

De verteller geeft weinig prijs over de tijd waarin het verhaal speelt. We weten dat in deel II de maand december een rol speelt, want de baby die geboren wordt uit de vrouw die op de vlucht is geslagen, wordt op 19 december geboren. Hij heeft immers ook de functie van redder van de mensheid en is dus een nieuwe Messias voor de groep vluchtelingen en voor Pontus.

 

Wel moet er sprake zijn van een actueel verhaal, want internet komt in de tekst voor.

In deel III wordt gesproken over de hoop op het bereiken van het Beloofde Land en dat is twee weken na de bevalling van dat kind, waardoor je net in het nieuwe jaar zit. Een mooie maand voor een nieuw begin.

 

Er zijn drie delen in deze queesteroman: Najaar, Winter en Voorjaar. Deze drie delen zijn onderverdeeld in genummerde en getitelde hoofdstukken.
Deel I in 24 hoofdstukken. Deel II in 14 hoofdstukken en Deel III in slechts 1 hoofdstuk : “Kleine Mozes.’ In totaal zijn er dus 39 hoofdstukken.

 

In deel I lijken de twee verhaaldraden qua tijd synchroon te verlopen. In deel II wordt de chronologische volgorde enkele keren doorbroken, want de zwervers zijn al in de stad van Beg en in enkele hoofdstukken wordt dan weer terugverteld over wat er tijdens de vlucht is gebeurd. Deel III is zoals hierboven gesteld slechts 1 hoofdstuk.

 

Ruimte

Het decor speelt zich af in een niet bestaande plaats Michailopol, een grensstad ergens in de steppe van de Oekraïne. De andere verhaallijn speelt op de steppe, een ruimte die te vergelijken is met de woestijn waardoorheen het volk van Israel onder leiding van Mozes trok. Ook de groep vluchtelingen is op weg naar het Beloofde Land (het symbool voor de betere toekomst). De steppe als decor wijst natuurlijk op eenzaamheid: de zwervers zijn allemaal eenlingen die vluchten voor het verleden: de één zijn dood is de ander zijn brood of schoenen.

 

Thema

Op zoek naar geluk. Zowel de vluchtelingen als Pontus Beg zijn op zoek naar geluk. De vluchtelingen denken dit te vinden in de nieuwe wereld, Pontus in het Jodendom.

 

Motieven

Eenzaamheid

Pontus lijd een vrij eenzaam leven. Hij heeft geen contact meer met zijn zus, geen gezin en beide ouders zijn overleden. Ook de vluchtelingen zijn vrij eenzaam. Ze reizen wel in gezelschap, maar eigenbelang komt op de eerste plaats.

 

Het Jiddisch liefdesliedje (symbool)

Dit is eigenlijk het begin van Pontus’ zoektocht naar zijn afkomst. In eens komt het liedje terug. Hij herinnert zich dat zijn moeder het altijd zong, maar weet niet wat het betekend. Hij voelt een drang om te weten te komen wat het liedje is en waarom zijn moeder het zong.
 

Het Jodendom
In het verhaal komt het Jodendom steeds terug. Pontus ontdekt in het verhaal dat hij van Joodse afkomst is en raakt naarmate hij meer te weten komt over het geloof er steeds meer door geïnspireerd. Tussendoor komen stukken over het Jodendom naar voren en ook dat hij de vluchtelingen met de Joden vergelijkt komt steeds weer terug.

 

Discriminatie/Racisme

Tijdens de zwerftocht wordt de Ethiopiër gediscrimineerd: hij wordt gezien aan de veroorzaker van de ellende.

 

Motto

“De Meester zei: ‘Zolang je ouders nog leven, reis dan niet ver weg. Indien je op reis gaat, laat ze dan weten waar je naar toe gaat.”

 

Het hoort thuis in een roman over zoektochten, maar het is niet zozeer toepasbaar op alle personages. Ik zie er de jongen in terug en ook wel Pontus Beg. De jongen omdat hij als uitverkorene van zijn van familie op reis gaat, maar hij is geen goed voorbeeld van het advies van de Meester omdat hij wel ver weg reist. Pontus Beg plaats ik er ook bij omdat hij eigenlijk een zoektocht naar de ware identiteit van zijn moeder begint om zo zichzelf te vinden.

 

 

 

Titelverklaring

“Dit zijn de namen” verwijst naar de Bijbel, welke voor Pontus Beg erg belangrijk wordt in het verhaal. Het verwijst in het bijzonder naar de beginpassage van het boek Exodus (Uittocht) Exodus 1 vs. 1 Dit nu zijn de namen der zonen van Israel, die in Egypte gekomen zijn, met Jakob; zij kwamen er in, elk met zijn huis. Het gaat over de groep Joden die 40 jaar door de woestijn hebben gezworven, op zoek naar het beloofde land. In het boek zijn er veel parallellen te vinden tussen de vluchtelingen uit de Bijbel en de vluchtelingen uit het verhaal. Er is nog een verklaring van “dit zijn de namen”, in het verhaal van de vluchtelingen worden ze namelijk eerst zonder naam aangeduid, maar wanneer ze in deel II met de commissaris spreken krijgen de vluchtelingen eindelijk allemaal een naam.

 

 

 

 

 

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Dit zijn de namen door Tommy Wieringa"