Dit zijn de namen door Tommy Wieringa

Beoordeling 7.9
Foto van een scholier
Boekcover Dit zijn de namen
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 3201 woorden
  • 19 juni 2017
  • 94 keer beoordeeld
Cijfer 7.9
94 keer beoordeeld

Boekcover Dit zijn de namen
Shadow

Pontus Beg is commissaris van politie in Michailopol, een perifere grensstad in de steppe. Als de winter invalt, wordt er een groep uitgeteerde vluchtelingen gesignaleerd in de straten van zijn stad. Niemand weet wie zij zijn, hun spookachtige aanwezigheid veroorzaakt angst en onrust.  Als ze uiteindelijk worden opgepakt, wordt in hun bagage het bewijsstuk van ee…

Pontus Beg is commissaris van politie in Michailopol, een perifere grensstad in de steppe. Als de winter invalt, wordt er een groep uitgeteerde vluchtelingen gesignaleerd in de str…

Pontus Beg is commissaris van politie in Michailopol, een perifere grensstad in de steppe. Als de winter invalt, wordt er een groep uitgeteerde vluchtelingen gesignaleerd in de straten van zijn stad. Niemand weet wie zij zijn, hun spookachtige aanwezigheid veroorzaakt angst en onrust.  Als ze uiteindelijk worden opgepakt, wordt in hun bagage het bewijsstuk van een gruwelijke misdaad gevonden. Stukje bij beetje ontrafelt Pontus Beg de toedracht, en daarmee de geschiedenis van hun helletocht.

De barre reis van de migranten raakt gaandeweg het onderzoek verweven met de ontdekking die Pontus Beg doet over zijn eigen afkomst. De ontmoeting met een oude rabbijn, de laatste Jood van Michailopol, leert hem de werkelijkheid kennen over zichzelf. Zijn plaats in de wereld is een andere dan hij altijd heeft gedacht. 

Dit zijn de namen is een waar kunststuk: Tommy Wieringa weet de duistere binnenwereld van de mens met humor en wijsheid te verbinden aan de grotere thematiek van immigratie, de vraag naar wie wij zijn, en of verlossing mogelijk is.

Dit zijn de namen door Tommy Wieringa
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Dit zijn de namen

Algemene informatie

Schrijver: Tommy Wieringa

Jaar van uitgave: 2012

Genre: psychologische roman

Verteltijd: 304 pagina’s

 

Eerste zin

Pontus Beg was niet de oude man geworden die hij zich had voorgesteld. Er ontbrak iets aan. Er ontbrak zelfs tamelijk veel aan.

 

Samenvatting

In deel I zijn twee verhaaldraden die zich onafhankelijk van elkaar ontwikkelen. Voor het gemak worden ze in deze samenvatting gescheiden weergegeven. In de structuur van de roman wisselen de verhaallijnen zich af.

 

De draad van Pontus Beg

De roman begint in Michailopol, een niet bestaande grensstad ergens in de steppe van de Oekraïne. Het stadje ligt er volstrekt verlaten en afgesloten van de wereld. We maken in dit decor kennis met de 53-jarige politiecommissaris Pontus Beg. Zijn enige lichtpuntje in zijn grauwe wereld en grijze bestaan is de maandelijkse vrijpartij met zijn huishoudster, die er een andere relatie met een vrachtwagenchauffeur op na houdt, Zita. Pontus is een gelaten burger met een merkwaardige voorkeur voor de wijsheden van de filosoof Confucius. Hij eet gehaktbrood en drinkt bier in Tina's Bazooka Bar. Tina was een prostituee, maar serveert nu gewoon eten en drank. Zijn bestaan is 'ingericht op het bestrijden van pijn en ongemak'. Hij heeft ook wat lichamelijke problemen, maar vooral mentale, wat duidelijker wordt als er in de stad een oude rabbijn sterft. Die moet op Joodse wijze worden begraven, maar hoe moet dat? Leeft er nog wel een tweede Jood in de stad? Die blijkt er te zijn, een andere oude rabbijn die geen goed woord over heeft voor de gestorvene, maar hem toch begraaft. Pontus Beg herinnert zich dan ook het liedje dat zijn moeder voor de kinderen zong. Het blijkt een oud Jiddisch liefdesversje te zijn. Zou Pontus soms van joodse afkomst zijn? Dat roept een verlangen in hem wakker, het verlangen om de Jood van zijn moeder te zijn. Hij gaat zelfs de Thora bestuderen. Maar hij laat ook in een hoofdstuk zien dat hij een keiharde exponent van het systeem is: hij arresteert een vrachtwagenchauffeur die te hard zou rijden en doet zo mee in het systeem van corruptie dat de politie in zijn stad heeft opgezet en waarvan ze met zijn allen de opbrengsten delen. Hij mept de man ook met gemak zonder enige scrupules in elkaar. Weinig menslievend derhalve. De lading wordt later bovendien gestolen door een zware crimineel en van hem ontvangt Pontus een bedrag ter vergoeding. Zo werkt het systeem. Hij neemt ook weer contact op met zijn zus en hij vraagt haar of ze het liedje van zijn moeder ook kent. Hij begint steeds meer te denken dat hij joods is. Hij gaat daarom met de rabbi naar een plek waar hij in het diepste van de aarde zich zou kunnen reinigen in een bad. Hij zou dat graag willen. Hij vertelt in een flashback ook over zijn verkering met het meisje Lea met wie hij drie jaar is omgegaan, waarna ze het per telefoon uitmaakte. Dat is alweer 23 jaar geleden.

 

De draad van de vluchtelingen

Een groep vluchtelingen heeft met geld en valse papieren een mensensmokkelaar kunnen inhuren die hen met een vrachtwagen over de grens moet smokkelen op weg naar een betere toekomst. Wanneer ze bij grens gekomen zijn, ziet de jongen onder de vluchtelingen inderdaad uniformen van grenswachten en dergelijke, maar het is later duidelijk dat ze helemaal niet over de grens van een beter land zijn gezet. Daarna maken ze een barre helletocht die sterk doet denken aan de tocht van het volk van Israël in het Oude Testament. Er wordt gesproken over een lange man, een stroper, een vrouw, de man uit Asjchabad, een jongen, een Ethiopiër en ene Vitaly. Ze lijden honger en sterven van de dorst. De lange man en de Ethiopiër raken op een zeker moment achter bij de anderen, maar weten toch weer aan te sluiten. Voor de neger hebben de anderen de meeste angst: hier komt het motief van de onderdrukking van een ander ras toch ook naar voren: hij krijgt de schuld van de ellende en wanneer hij een keer één van de andere mannen aanraakt, krijgt die een zweer in op die plek. Op een zeker moment sterft de lange man en gaan ze zonder hem verder. Wanneer de jongen op een morgen opkomt, heeft iemand van de groep de Ethiopiër om het leven gebracht. Niemand vertelt wie het heeft gedaan, maar zijn hoofd is van zijn romp gescheiden. Dat hoofd nemen ze op de rest van de reis mee. Dat element verwijst naar de reis van het volk van Mozes: daarbij werden de beenderen van Jozef veertig jaar lang meegedragen. Het hoofd krijgt magische betekenis, want de zwervers denken dat het hoofd hun de weg al wijzen naar het beloofde Land waarna ze op zoek zijn. De vrouw heeft intussen een relatie aangeknoopt met de man van Asjchabad en na verloop van tijd blijkt ze zwanger te zijn.

 

In deel II zijn beide verhaallijnen samengekomen. De groep zwervers heeft Michailopol bereikt waar ze angstige gevoelens bij de bevolking oproepen. Ze lijken op joden die uit een concentratiekamp zijn verlost. De burgemeester van Michailopol wil dat de politiemensen van Pontus Beg de vluchtelingen oppakken. Ook Pontus gaat zich ermee bemoeien, maar het is een andere Pontus dan die uit deel I. Hij lijkt zich vereenzelvigd te hebben met de vertegenwoordigers van het Joodse geloof en dan voelt hij zich ook verwant met de vluchtelingen, want ook de Israëlieten hebben door de woestijn moeten zwerven. Hij komt bovendien tot de lugubere ontdekking dat ze een hoofd hebben meegedragen, als een soort relikwie. Iemand van de groep heeft blijkbaar een moord gepleegd en Pontus wil er wel achter komen wie dat heeft gedaan, maar de leden van de groep lijken niet bereid te vertellen wie dat is. De jongen vertelt nog het meeste aan Pontus. Dan hoort Pontus van de vrouw dat ze zwanger is: in het broodmagere lichaam blijkt een vrucht te zitten en voortijdig brengt de zwakke vrouw een gezond kind ter wereld (op 19 december). De vrouw zelf zal het niet overleven. Ze geeft het kind ook vergeefs de borst: er komt geen melk uit haar lichaam en de keiharde Beg blijkt heel menselijk als hij een lang verwacht kind in zijn armen houdt.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

 

In het deel “Voorjaar” gaat Pontus Beg met de jongen die hij nu de kleine Mozes noemt naar een plaats vanwaar ze naar het Beloofde Land kunnen kijken. Beg zegt tegen de jongen dat hij Jood moet worden, dan kan hij altijd papieren krijgen voor Israel. Dan zullen ze de papieren van de jongen moeten veranderen: hij moet de zoon van de jood geworden Pontus worden: dan wordt hij ook jood en hij zal Hebreeuws moeten leren. De roman eindigt op deze wijze hoopvol, want de jongen wil wel doen wat Pontus aanraadt.

 

Thematiek

Op zoek naar geluk

Zowel de vluchtelingen als Pontus Beg zijn op zoek naar geluk. De vluchtelingen denken dit te vinden in de nieuwe wereld, Pontus in het Jodendom. Het boek past ook goed bij ontheemding. De vluchtelingen vertrekken uit hun eigen leefomgeving en moeten zien te overleven in barre omstandigheden die ze niet gewend zijn. Ook Pontus is ontheemd, hij komt er op zijn 53ste achter dat hij eigenlijk een Jood is en gaat ineens door andere ogen kijken.

 

Motieven

Eenzaamheid

Pontus Beg is eenzaam. Hij heeft geen echtgenote, geen echte vrienden en zijn ouders zijn overleden. Met zijn zus heeft hij geen contact meer. De enige persoon waar hij nog wel mee praat en plezier heeft is zijn huishoudster. Hij leeft dus een eenzaam bestaan. De vluchtelingen zijn misschien met meerdere samen, maar toch voelen ze zich allemaal alleen. Ze willen niets van elkaar weten en denken vooral veel aan zichzelf.

Discriminatie en racisme

De Ethiopiër, de enige donkere in het gezelschap, wordt door de andere vluchtelingen gediscrimineerd. Ze zien hem als iets kwaad. Ze doen onaardig tegen hem, schelden hem uit, slaan en schoppen hem, maar ze zijn vooral bang voor hem. Ze noemen hem “de zwarte” of “Afrika”. Volgens de vluchtelingen is hij de veroorzaker van de ellende. Hij wordt gewantrouwd en behandeld als een dier.

Geloof en bijgeloof

Pontus Beg maakt kennis met het Jodendom. Zijn verhaal gaat voornamelijk over zijn zoektocht in het Jodendom. Hij vergelijkt de vluchtelingen met het joodse volk. Beide groepen trokken onder erbarmelijke omstandigheden door de woestijn of steppe. De vluchtelingen hebben een sterk bijgeloof. Ze zoeken een soort houvast, waar iedereen het over eens is. Eerst geloven ze dat Afrika de bron van de ellende is. Als iemand Afrika heeft vermoord, willen ze Afrika juist niet kwijt. Ze moeten het hoofd meenemen, omdat deze magische krachten bezit. Het zal hen naar het beloofde land leiden.

Egoïsme

Beg toont aan het begin van het verhaal nauwelijks medeleven. Hij denkt voornamelijk aan zichzelf en trekt zich niet veel aan van andere mensen. Gedurende het verhaal wordt hij steeds zachter en menselijker. Hij is veel minder egoïstisch. De vluchtelingen daarentegen worden juist steeds meer egoïstisch. Als er iemand is overleden, springt iedereen er zo snel mogelijk op om de beste spullen te pakken.

Queeste

Dit zijn de namen is een queesteroman. Een queesteroman is een roman waarbij een personage op een reis of tocht is naar zijn verleden of een ander belangrijk object. In deze roman is Pontus Beg erachter gekomen dat hij joods is en hij gaat op zoek naar zijn verleden.

Ook de groep mensen die door de steppe zwerft, heeft een queeste. Zij zijn op zoek naar geluk. Ze hebben alles achtergelaten en willen maar één ding: een beter leven. Wanneer de vluchtelingen in de stad verschijnen, ziet Pontus de overeenkomst tussen de groep zwervers en het volk van Israël dat veertig jaar door de woestijn heeft gezworven. Beide waren op zoek naar het beloofde land. Beide groepen dragen ook iets met zich mee: de groep zwervers heeft het hoofd van de Ethiopiër en de Israëlieten hadden de beenderen van Jozef bij zich als relikwie. Beide geloofden dat deze objecten magische krachten bezaten en hen naar het beloofde land zou leiden. Zowel Pontus als de vluchtelingen zijn dus op zoek naar hun eigen vorm van geluk. Maar er is wel een verschil: de zwervers willen het liefst hun verleden achter zich laten en zich helemaal richten op de toekomst. Ze willen daarom ook hun namen niet noemen. Beg wil juist zo veel mogelijk van het verleden weten om zijn joodse achtergrond te achterhalen.

Menora en het Jiddische liedje

De menora is een zevenarmige kandelaar. Deze hoort bij het Jodendom. Wanneer Beg een menora bij de rabbijn ziet staan, krijgt hij weer herinneringen van zijn jeugd en zijn moeder terug. Het staat voor een soort nieuw begin van Beg: hij wil meer weten over het Jodendom en over zijn moeder. Dit geldt hetzelfde voor het Jiddische liedje dat de moeder van Beg altijd voor hem zong.

 

Titelverklaring

“Dit zijn de namen” verwijst naar de Bijbel en in het bijzonder naar de beginpassage van het boek Exodus (Uittocht) Exodus 1 vs. 1 Dit nu zijn de namen der zonen van Israël, die in Egypte gekomen zijn, met Jakob; zij kwamen erin, elk met zijn huis. Het gaat over de groep Joden die 40 jaar door de woestijn hebben gezworven, op zoek naar het beloofde land. In de roman van Wieringa zijn veel parallellen te trekken tussen de vluchtelingen van vroeger en nu. Wat de namen betreft is er nog hert volgende op te merken: in de verhaaldraad van de vluchtelingen worden ze alleen eerst zonder naam aangeduid, maar wanneer ze in deel II met de commissaris spreken krijgen ze allen een naam. Dan krijgt de titel van de roman in dit deel dus ook een aanvullende betekenis van “dit zijn de namen” van de mensen die op de steppe gezworven hebben.

 

Structuur & perspectief

Er zijn drie delen in deze queesteroman: Najaar, Winter en Voorjaar. Deze drie delen zijn onderverdeeld in genummerde en getitelde hoofdstukken. Deel I in 24 hoofdstukken, deel II in 14 hoofdstukken en deel III in slechts 1 hoofdstuk: in totaal zijn er dus 39 hoofdstukken.

 

In deel I lijken de twee verhaaldraden qua tijd synchroon te verlopen. In deel II wordt de chronologische volgorde enkele keren doorbroken, want de zwervers zijn al in de stad van Beg en in enkele hoofdstukken wordt dan weer terugverteld over wat er tijdens de vlucht is gebeurd.

 

De verteller lijkt in deel I waar het de oneven hoofdstukken betreft vooral een personale verteller (vanuit Pontus Beg), maar de lezer merkt toch wel de aanwezigheid van een alwetende verteller op. De even hoofdstukken leveren een alwetende verteller op die beschrijft wat de vluchtelingen meemaken op hun barre tocht. In deel III lijkt meer te worden verteld door de hij-verteller Pontus. De o.t.t. en de o.v.t wisselen elkaar (onregelmatig) af.

 

In het tweede deel is er geen sprake meer van chronologie. De vluchtelingen zijn al in de stad met de moeilijke naam en dan komen later in enkele hoofdstukken nog de ontberingen terug die ze op de steppe hebben geleden. Er wordt dan aangeduid wie het hoofd van de Ethiopiër moet dragen en hoe ze zelf tegenover anderen te keer gaan. Ze laten het kippenvrouwtje zonder eten achter.

 

Decor

We weten dat in deel II de maand december een rol speelt, want de baby wordt op 19 december geboren. Hij heeft immers ook de functie van redder van de mensheid en is dus een nieuwe Messias voor de groep vluchtelingen en voor Pontus. Wel moet er sprake zijn van een actueel verhaal, want internet komt in de tekst voor.

In deel III wordt gesproken over de hoop op het bereiken van het Beloofde Land en dat is twee weken na de bevalling van dat kind, waardoor je net in het nieuwe jaar zit. Een mooie maand voor een nieuw begin.

 

Het decor speelt zich af in een niet bestaande plaats Michailopol, een grensstad ergens in de steppe van de Oekraïne. De andere verhaallijn speelt op de steppe, een ruimte die te vergelijken is met de woestijn waardoorheen het volk van Israël onder leiding van Mozes trok. Ook de groep vluchtelingen is op weg naar het Beloofde Land (het symbool voor de betere toekomst). De steppe als decor wijst natuurlijk op eenzaamheid: de zwervers zijn allemaal eenlingen die vluchten voor het verleden.

 

Slotzin

De wind suisde zacht langs de hellingen. Het was fris opeens. Beg ritste zijn jas dicht. De jongen voelde geen kou. Hij stond daar net de zon van het beloofde land op zijn gezicht en staarde uit over het golvende gras in de verte, de gele zee.

 

Lijst van personages

Pontus Beg: 53 jaar en politiecommissaris van Michailopol. Hij is erg eenzaam. Hij heeft enkele kleine lichamelijke klachten, zoals een koude voet en een piep in zijn oor. Eén keer per maand heeft hij seks met zijn huishoudster Zita. Beg drinkt precies vier glazen wodka per dag. Beg wil alles over het Jodendom te weten komen. Beg is erg bezig met zijn afkomst en identiteit. Wanneer de vluchtelingen in de stad komen, vergelijkt hij ze met de vertegenwoordigers van het joodse geloof die veertig jaar in de woestijn hebben rondgezworven. Hierdoor wordt Beg nog menselijker.

De jongen / Saïd Mirza: het enige kind in de groep. Hij is, samen met de andere vluchtelingen, op zoek naar een betere wereld. Hoewel hij de jongste van de groep is, blijft hij verstandig tijdens de tocht en is hij een van de sterkste qua overleven. Wanneer hij in Michailopol door Beg wordt ongevraagd, is hij opstandig en eigenwijs. Beg en de jongen krijgen een band. Hij zal de papieren krijgen van de baby van de gevluchte vrouw. Voortaan heet de jongen dan ook Saïd Mirza.

De Ethiopiër: niemand van de andere vluchtelingen weet waarom de Ethiopiër mee op reis is gegaan. De andere vluchtelingen kunnen hem niet verstaan en ze zien hem niet als gelijkwaardig door zijn donkere huidskleur. Hij praat niet en wordt buitengesloten door de groep. Ze zien hem als een gevaar en denken dat hij over magische krachten beschikt.

De lange man: leeft een beetje op de achtergrond. Hij zorgt niet voor oponthoud of spanning. Hij is al redelijk op leeftijd en krijgt het hoe verder de reis vordert steeds zwaarder. Op een gegeven moment kan hij het echt niet meer bijhouden en blijft hij achter. Hij roept nog om hulp, maar niemand helpt hem. De groep laat hem achter en loopt verder. De Ethiopiër ontfermt zich wel om de lange man. Hij geeft hem eten en uiteindelijk sluiten ze samen weer bij de rest van de groep aan. Deze is niet blij dat ze er weer bij zijn. De lange man sterft toch nog wel in de steppe, omdat hij te verzwakt is.

De stroper: heeft een heel groot uithoudingsvermogen. Hij loopt altijd iets voorop om te kijken of er een teken van leven te zien is: een stad, maar ook voedsel of water. Hij zorgt voor het eten en voelt zich een van de leiders van de groep. Hier heeft hij niet om hoeven strijden, hij heeft genoeg aan zichzelf. Hij is gewoon neutraal.

De stroper: heeft een heel groot uithoudingsvermogen. Hij loopt altijd iets voorop om te kijken of er een teken van leven te zien is: een stad, maar ook voedsel of water. Hij zorgt voor het eten en voelt zich een van de leiders van de groep. Hier heeft hij niet om hoeven strijden, hij heeft genoeg aan zichzelf. Hij is gewoon neutraal.

De vrouw / Samira Uygun: de enige vrouw van de groep vluchtelingen. Ze wordt daarom vanaf het begin van de reis bijna iedere nacht even apart genomen. Eerst streden Vitaly en de man uit Asjchabad om haar, maar als snel wordt het alleen de man uit Asjchabad. In het ziekenhuis van Michailopol baart ze een gezond kind, hoe zwak en mager haar eigen lichaam ook is. Ze overlijdt zelf wel.

De man uit Asjchabad / Akmuhammet Kurbankiliev: vroeger was hij rijk en machtig. Totdat hij op een dag jeuk kreeg. De jeuk werd steeds erger en hij moest naar Kara Bogaz reizen om daar in het super zoute water te gaan. Dan zou de jeuk over gaan. Maar hij is nooit het water ingegaan. Hij heeft zich verstopt in een boot en is ervandoor gegaan. Toen hij aan de reis begon, had hij nog een dikke bolle buik, maar als snel raakt hij deze kwijt en wordt hij net zo mager als de andere vluchtelingen. Over het algemeen is de man aardig, maar soms heeft hij zijn buien en kan hij agressief uit de hoek komen.

Vitaly: de vechtersbaas van de groep vluchtelingen. Hij heeft een grote mond en is agressief. Hij zit vol met tatoeages en wonden. Hij was verslaafd aan drugs. Vitaly was vroeger verslaafd aan drugs en hij handelde hier ook in. Gedurende de reis kickt hij af, omdat er natuurlijk niets te krijgen is in de steppe. Aan het einde van de reis kan hij bijna niets meer. Hij praat nauwelijks meer en loopt er doods bij. Hij draagt het hoofd van de Ethiopiër, wat doet vermoeden dat hij de moord heeft gepleegd.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Dit zijn de namen door Tommy Wieringa"