Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De zoon uit Spanje door Tessa de Loo

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
Boekcover De zoon uit Spanje
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas vmbo | 5232 woorden
  • 8 november 2008
  • 16 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
16 keer beoordeeld

Boekcover De zoon uit Spanje
Shadow

Een man heeft niet lang meer te leven. Voor zijn laatste verjaardag speuren zijn kinderen hun rebelse broer Bardo op, die dertig jaar eerder door zijn vader het huis uit is gezet en nooit is teruggekeerd. De bedoeling is dat vader en zoon zich - voor het te laat is - met elkaar verzoenen. Maar de verschillen zijn niet zomaar te overbruggen: de schijnbare zekerheden va…

Een man heeft niet lang meer te leven. Voor zijn laatste verjaardag speuren zijn kinderen hun rebelse broer Bardo op, die dertig jaar eerder door zijn vader het huis uit is gezet e…

Een man heeft niet lang meer te leven. Voor zijn laatste verjaardag speuren zijn kinderen hun rebelse broer Bardo op, die dertig jaar eerder door zijn vader het huis uit is gezet en nooit is teruggekeerd. De bedoeling is dat vader en zoon zich - voor het te laat is - met elkaar verzoenen. Maar de verschillen zijn niet zomaar te overbruggen: de schijnbare zekerheden van het leven in een verzorgingsstaat botsen met de ongebondenheid van Bardo. Een nog altijd sluimerende vete tussen hem en zijn oudste broer dreigt weer op te spelen. En wie moet straks hun vader op zijn sterfbed verzorgen?

De zoon uit Spanje door Tessa de Loo
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Auteur: Tessa de Loo
Titel: De zoon uit Spanje
Uitgeverij: Uitgeverij De Arbeiderspers Amsterdam – Antwerpen.
Jaar van uitgave: 2004

Samenvatting per hoofdstuk
Pa:
Jarenlang ben ik boos op je geweest. Het was een stille verbitterde woede, die eigenlijk met het lot dan met jou te maken had. En nu lig ik hier aan een infuus, terwijl zich achter het witte kamerscherm in de hoek iets verbergt wat voor mij bedoeld is, het verbergt zich en wacht. Vanuit de hoek met het kamerscherm deelt zich een absolute verlatenheid aan me mee, een gierende, gillende verlatenheid, je bonkt met beiden vuisten op de deur van je ouderlijk huis en wordt niet binnengelaten. Ik heb je bij onze hereniging zoveel te vertellen, Ida als het waar is dat je daarboven op me wacht. Ach Ida, zaten we maar vast samen te kibbelen zoals vroeger. Ik lig hier maar en heb niemand om me gezelschap te houden. De kinderen zijn een paar keer langs geweest met bloemen en met boeken, die ik niet meer kan lezen, maar je ziet hun gedachten ontsnappen en wegzweven, weg van de dood naar buiten waar het leven is, of dat wat zij daarvoor houden. Als je nog even geduld hebt, Ida, dan zal ik je laten lachen. Je zult lachen tot je naar adem snakt. Was ik maar thuis, dan kon mijn buurjongen me komen voorlezen.

Floor:
Ik had ook kunnen vliegen, maar heb de bus genomen om langzaam uit mijn verpieterde leven te kunnen wegrijden en te genieten van elke kilometer. En omdat je Edwin nog niet met een stok een bus in zou krijgen, een vervoermiddel voor gastarbeiders en olé-olé toeristen. Keek eens, heuvels, zou ik tegen Steffie willen zeggen, maar die heeft haar walkman op en staart met een lege blik naar de rugleuning voorhaar. Het cd-doosje ligt op haar schoot, een foto van een breed lachende Arabier op de cover. Die cd heeft ze van Hizaam gekregen, een aardig meisje. Zonder hoofddoek. Maar je weet nooit, zegt Edwin, voor je het weet zijn ze getrouwd en lopen ze erbij als een non uit een klooster van de franciscanen. Edwin spreekt nog steeds door mij heen. Jarenlang heeft hij stoom afgeblazen en mijn hoofd gevuld met woorden. Zwijmelen op de muziek van een Arabier met een snor is Steffies manier om alles wat er gebeurd is te vergeten. Je hebt mensen die geven en mensen die nemen. Het was bij mijn geboorte bepaald dat ik zou nemen, maar door de omstandigheden ben ik iemand geworden die geeft. Om respect te krijgen, wat ze zagen in mij iets gevaarlijks, iets antimaals, iets wat de orde der dingen verstoort.


Pa:
De wijkverpleegster werd afgebeld, de kinderen wilden geen vreemden over de vloer op mijn verjaardag. Het gevolg hiervan was dat ik duizend doden stierf. Zo begon die gedenkwaardige dag Ida, die nog heel wat verrassingen voor mij in petto had. Je denkt: ik ben oud en ziek, ik heb mijn plichten vervuld, nu komt de beloning. Vergeet het maar Ida, niet in dit leven. Ze hadden de kamer versierd en overal stonden vazen met bloemen. Mijn rolstoel werd naar het raam gereden, zodat ik naar buiten kon kijken. En daar zag ik op die druilerige dag in mei, terwijl de takken van de struiken bogen onder het gewicht van regendruppels, mijzelf als jonge man, blakend van gezondheid, druk aan het spitten in de tuin. Zonder de hulp van alcohol kan ik het niet opbrengen het spel van mijn verjaardag mee te spelen, en het slachtoffer te zijn van goedbedoelde attenties. Hoe kan ik ze aan hun verstand brengen dat ik al tien keer dood ben geweest en tien keer ben herrezen als Lazarus, dat ik met de scherpe blik van een kind naar ze kijk en alles zie. Ik praat maar door, aangemoedigd door het mierzoete kruidenelixer. Ik word onderbrokten door de bel. Hilde doe de voordeur open en daar klinkt de zijige stem van Frank, dag lieve mensen, allemaal gefeliciteerd. Hij wil me zoenen, maar ik draai mijn hoofd opzij. Dat kan ik gelukkig nog. Neem me niet kwalijk Ida, ik word nog steeds niet graag gezoend door een man, al is het dan onze jongste zoon. En daar gaat de bel weer. Ik vol dat het een lange dag gaat worden, een heel lange dag, en dat het moeilijk zal worden stand te houden onder de druk van mijn nageslacht.

Steffie:
Ik haal de luidsprekertjes uit mijn oren en zet het knopje van de walkman in de off-stand. Buiten is niet veel te zien, Korenvelden tot aan de horizon. Maar aan het eind van duizend korenvelden wacht mijn ooms op ons. Soms lijkt hij een beetje op Sting, maar meestal zie ik hem voor me als de Grote Onbekende die omringd door vogelgeluiden opa’s verjaardag binnenstapte. Waarna alles veranderen. Ik omhels opa en wens hem een heel, lang leven toe. Ik heb verschrikkelijk veel medelijden met hem, want als ik in zijn ogen kijk zie ik hoe jong hij is, misschien wel jonger dan mijn vader. Hoe laat komt hij? hoor ik oom Frank zacht aan tante Hilde vragen. Ze doet erg geheimzinnig. Ik besef nog niet dat mijn tante op dat moment de cadeautjes gebruikt om te verbergen dat er een geheim is. Ik had de bel niet gehoord. Ineens staat mijn tante bruusk op en loopt naar de hal. Er komt een onbekende man binnen, ontspanen om zich heen kijkend alsof hij in zijn natuurlijke element is te midden van het gekwinkeleer. In het midden van de kamer blijft de man staan. De man zoent mijn tante, mijn moeder en oom Frank. Ik sta ernaast en kijk naar het schudden van handen tussen beide mannen, het doet me denken aan politici die als grijnzende krokodillen voor de tv-camera een diplomatieke show ten beste geven. Dat is verontrustend, maar ik heb geen tijd erbij stil te staan, want me moeder geeft me een duwtje in mijn rug en zegt: ‘Zou je je oom niet eens begroeten?’ Zo gaat het altijd. Ze vertellen me ooit wat. Hij zoent me en ik voel me ineens helemaal nieuw. Dan draait hij zich om in de richting van opa. Mijn oom blijft vlak voor de rolstoel staan. Opa kijkt versoord in onze richting, opzettelijk de man voor hem negerend. ‘Wie is deze snoeshaan?’ De oom met het staartje doet nog een stap naar voren en legt zijn handen op de schouders van opa. Hij heft zijn handen als een heilige op een bidprentje en lijkt te berusten in de situatie, want hij doet zijn rugzakje af en gaat naast mijn tante op de bank zitten.

Edwin:
Jones holt voor me uit over het bospad, links en rechts snuffelend alsof er niets aan de hand is. Hij ruikt de andere honden die langs zijn geweest, hij ruikt hun identiteit tot aan de laatste keer dat het geregend heeft. Voor hem is een wandeling een reeks opwindende ontmoetingen waar hij een etmaal op kan teren. Als mensen aan elkaars geur genoeg hadden om in hun sociale behoeftes te voorzien, dan zou dat een hoop ellende schelen. Ik voel me mentaal misselijk. Eens flink de varens lang het pad onderkotsen, zoals Jones wanneer zijn maag van streek is. Zelfs de bomen lang het vertrouwde bospad zijn niet meer hetzelfde. Ze staan daar maar in hun, mysterieuze, vijandige geslotenheid, er is hoe dan ook niets aardigs of vertederends aan bomen en het is belachelijk over ze te praten alsof het levende wezens zijn met wie je contact kunt hebben. Zoals Bardo doet. Wanneer ik terug denk aan de manier waarop hij ons over zijn bomen vertelde, voel ik weer dezelfde irritatie. Jones springt tegen me op en likt mijn hand, raadt hij wat er in me omgaat? Wat was ik naïef, de dag van het feest! Ik kan me wel voor m’n kop slaan. Volweerzin een vijg pakkend toen de schaal mijn richting uitkwam, zei ik tegen mezelf: ik moet Bardo een kans geven. We moeten met z’n allen een bondgenootschap sluiten tegenover de dood en de oude ressentimenten vergeten. Waarom zou ik me ergeren, ik heb alles bereikt wat ik wenste, meer nog, terwijl hij een randfiguur is die op den duur in een tehuis voor daklozen zal belanden. Ze spak ik mezelf vermanend toe, maar hoe moeilijk was het die dag om de daad bij het woord te voegen!

Frank:
Soms staat het leven ineens stil en is het alsof je je eigen grootste vijand bent, zo ongemakkelijk is het op zo’n moment Frank de Windt te zijn. Ik ben moe van het zappen. Tot gek worden toe heb ik naar soaps en programma’s over tuinieren gekeken. Maar als ik de televisie uitzet rest me niets anders dan voor me uit staren of met de andere de plaatselijke pub in duiken en me volgieten met whisky. Ik was wel geschokt toen Bardo voor het eerst sinds al zie jaren over diezelfde drempel stapte, ik keek naar hem met de ogen van Pa en van Edwin en zag de belediging. Ik schaamde me toen Pa weigerde zich te laten begroeten en zich zo defensief opstelde. Om van Edwin nog maar te zwijgen. Die is voortdurend in de aanval geweest, alsof alles wat Bardo uitstraal en vertegenwoordigt van een fundamentele verwerpelijkheid is, die te vuur en te zwaard bestreden moet worden. Nog geen uur na Bardo’s aankomst is hij zo onhoffelijk de televisie aan te zetten om de beurskoeren te zien. Mijn broers gedroegen zich als twee boksers die de ring betreden.

Pa:
Je raadt nooit, Ida, wat voor cadeau ze voor me hadden bedacht. De bel ging. Na wat geroezemoes in de gang kwam Hilde de kamer binnen met een zandloper en de ander omhelsde hem. Ik herkende hem niet. Pas toen hij zich naar mij toe keerde en op me afkwam zonder enige schroom, pas toen zag ik het. Ik zag het aan zijn ogen, aan dat lachje van hem. Zo keek hij me als kind aan wanneer ik hem strafte, om me te laten weten dat ik gerust de vreselijkste straffen voor hem kon bedenken maar dat zijn vrolijkheid, een bikkelharde onkwetsbare vrolijkheid, er niet door werd aangetast. Ik had hem willen slaan en omarmen, het is een wonder dat ik niet ter plekke stierf aan de tegenstrijdigheid van mijn gevoelens. Wat later die middag, toen hij hoorde hoe ernstig mijn ziekte was en hoe somber de prognose, was hij even helemaal de kluts kwijt. Hij trok het zich werkelijk aan Ida! Voor het feest was het niet god, dat dreigde in te zakken voordat het goed en wel op gang was gekomen. Het regende verjaarcadeaus die dag, Ida. Om een verjaarscadeau te ontvangen en naar waarde te kunnen schatten moet je tijd van leven hebben. Iedereen tegelijke tijd vroeg of hij een gezin had. ‘Waar bestaat dat gezin van jou dan uit?’ Edwin keek zijn broer wantrouwend aan, alsof deze hem aandelen in een failliete boedel wil verkopen. Doleres, mijn vrouw. Ramon en Felipe, de kinderen, antwoorden Bardo. We hebben twee kleinzonen, jij en ik! Twee kleine stierenvechters, ik kon het nauwelijks bevatten. Ik heb je zo gemist die dag Ida. Toen je nog leefde nam je de kinderen tegen mij in bescherming en je beschermde mij tegen de kinderen. Maar die dag, zonder jou, was ik weerloos aan hen blootgesteld.


Steffie:
Ik vergat dat we het feest van opa’s geboorte aan het vieren waren en dat hij nog maar kort televen had, ik vergat wat de familieleden allemaal dachten maar niet zeiden, stickzenuwachtig werd ik er van. Wat een geluk dat mijn oom er was een eigen feestje bouwde, midden in het feest dat geen feest was. Natuurlijk moest mijn vader weer alles verpesten en de muziek uitzetten, hij kon het gewoon niet uitstaan dat we plezier hadden. Mijn vader is er haast nooit en als hij komt is het om iets te verbieden of om een schilderij met zwart-witte vegen te vervangen door een schilderij met zwart-witte vierkanten. Of om naar Miles Davis te luisteren. Mijn moeder roept dat de tafel is gedekt en opa wordt naar de eetkamer gereden. Hij heeft nog steeds trek ik lekker eten, gelukkig maar.

Hilde:
Mijn tweede patiënt van deze middag heeft daarnet afgebeld. Twee maanden geleden stond hij op een druk kruispunt het verkeer te regelen, met dictoriale gebaren en met een padvindersfluitje om zijn net waar hij te pas en onpas op blies. Niet lang daarna stortte hij in en werd met spoed opgenomen in een kliniek. Sinds de gebeurtenissen op Pa’s verjaardag voel ik me moedeloos. Ik twijfel aan mezelf, en aan me professionaliteit. Misschien heb ik een kolossale inschattingsfout gemaakt door Bardo uit te nodigen. Weliswaar hebben Pa en hij de vrede getekend, maar tegen welke prijs? Ik werp een korte blik op de huwelijksfoto. Ma, in een wolk van kant en crêpe georgette met een lange sluier, lacht gul en gretig naar de camera, dezelfde sproeten. Trouw nooit en lever jezelf niet uit aan een mand, er wordt ten onrechte heel romantisch over gedaan. Toch hield ze op haar manier van mijn vader, en hij aanbad haar. Ik haal diep adem. ‘Het is goed dat Pa er zelf overbegint, nu we allemaal bij elkaar zijn. Hij zal in de toekomst steeds meer verzorging nodig hebben.’ ‘Ik laat me niet in een thuis stoppen,’ roept Pa, ‘tussen zieken en dementen!’ ‘Jullie hebben het dus allemaal druk,’ constateerde Bardo.

Frank:
Ik zit hier mooi opgesloten tijdens de uitoefening van mijn beroep. Degenen die me om de glamour ervan benijden zouden eens moeten zien hoe ik hier lig op een doodenge glibbersprei, overgeleverd aan mijn gedachten die, als een tong naar een holle kies, steeds weer de richting van Pa’s verjaardag uit gaan. Naar het moment waarop hilde een beroep op ons deed. Ik had kunnen verwachten dat ze op een dag over pa zou beginnen, met al een taakverdeling in haar hoofd. Ik had steeds gehoopt dat het probleem zich vanzelf op zou lossen, al wist ik niet hoe. Ze begon erover waar Pa zelf bijzat, wat ik erg onkies vond, als therapeute had ze toch wel een tactischer moment kunnen kiezen. Maar ze stuurde regelrecht op een confrontatie aan. Terwijl Edwin nog dichter naar de televisie schuift trek ik, om Bardo aan te moedigen, Steffie een imaginaire dansvloer op en begin te swingen. Al is het misschien niet haar soort muziek, ze heeft meteen het juiste ritme te pakken. Alles vergeten, helemaal muziek worden. Als een dansende derwisj je hoofd helemaal leeg centrifugeren tot er niets anders overblijft dan het stompzinnige, primitieve bewustzijn van je eigen futiliteit in de kosmos. Bardo zegt zijn gebeden, het ene nummer gaat naadloos over in het andere, met improvisaties ertussen die professioneel genoeg zijn om ons ervan te overtuigen dat hij nog steeds weet wat muziek maken is. Floor weet Hilde over te halen ons voorbeeld te volgen en is meteen, ik heb het aantal glazen niet geteld, alomtegenwoordig in een overdreven vertoon van sensualiteit. Ik weet niet hoelang we dansten. Op een gegeven moment speelt Bardo een nummer dat me doet denken aan een zwart liefdespaar in een morsige hotelkamer in Haarlem. Met half gesloten ogen draai ik trage cirkels in een genadig moment van vergetelheid, wanneer Bardo abrupt ophoudt met spelen. ‘Ik doe het,’ zegt Bardo. Bardo lacht vaagjes, misschien wel om zijn eigen stoutmoedige inval. Edwin zet de televisie uit en komt er verbluft bij zitten. Pa is aangeschoten en vermoeid, hij articuleert slecht en zijn hoofd schudt een beetje. Maar zijn ogen zijn groot en verwachtingsvol op Bardo gericht. We staren hem aan. Ik zie ons nog staan, gestold in de dans, overrompeld en schuldbewust. Met onverholen verbazing en ontzag kijkt Pa naar Bardo. Zo heeft hij nog nooit naar mij, naar ons, gekeken. Elegant kneep ik ertussenuit.

Floor:
Ik zie mezelf midden in de kamer staan, jas aan, shawl om, ontnuchterd door het afwassen en opruimen. Ik ben bij Pa geweest om hem goedenacht te wensen, maar hij slaapt al. Daar sta ik, voor het eerst met hem alleen, oog in oog, en ruik het gevaar. ‘Kom” Bardo legt zijn hand uitnodigend op de bank bij het na smeulende vuur. Met een vast hand schenk Bardo twee glazen vol. ‘Kom toch even rustig zitten, een glaasje voor het slapen.’ Mijn vader zou gezegd hebben: precies zo gaat de duivel te werk, hij schenkt je glas vol en geeft je een gevoel alsof hij een heerlijk warm bad voor je heeft bereid, maar het is de hitte van het vagevuur en er is geen weg terug, want daaruit is nooit iemand weergekeerd om het na te vertellen. Bardo gooit enkele blokken houdt in de haard en gaat op de bank zitten alsof hij hier helemaal thuis is. Onze glazen tikken vreugdevol tegen elkaar. Hij bekijkt me onderzoekend, op zijn gemak, en ik kijk terug, geen paniek. ‘Ik heb zin om je te kussen.’ Hij strijkt met een vinger over mijn wang. Hij kijkt me recht in de ogen, afwachtend, tartend. Hij heeft nog steeds hetzelfde gezicht, maar anders. De telefoon gaat. Ik wil opstaan, maar Bardo grijpt me bij me arm en dwingt me weer te gaan zitten. ‘Laat de buitenwereld maar wachten,’ zegt hij, ‘zie je hoe hoog de vlammen oplaaien?’ Het kost me veel zelfbeheersing het geluid van de telefoon te negeren. Als Pa maar niet wakker wordt! Het is door de herhaling dan die twee woorden, wilde meid, die refereren aan taboes en verboden, aan een misprijzende straffende buitenwereld, dat er een siddering van op standigheid door me heengaat. Maar omdat degenen aan wie ik lak heb er niet zijn, druk ik mijn lippen op die van Bardo. Een seconde later rollen we over het berbertapijt en is er geen sprake meer van langzaam uitkleden. Wanneer de achtbaan zijn hoogste punt bereikt en uitzicht beidt over de wereld en het firmament, versmelten pijn en genot met elkaar, waarna het in een duizelingwekkende tuimeling kreunend omlaaggaat. We vinden onszelf terug op de aarde, naast elkaar op onze rug liggend.

Edwin:
In plaats van mijn huis ben ik de kas in gelopen, op de voet gevolgd door Jones. Met de straart tussen de poten, omdat dit voor hem altijd verboden terrein is geweest. Bitterheid welt in me op, ik proef de gal op mijn tong, ik spuug haar uit op het dichstbijzijnde boompje. Wat moet ik met die boompjes. De brand erin, is mijn eerste gedachte, een rituele verbranding, misschien knap ik daarvan op. Maar ik blijf dadeloos zitten en wentel me in mijn armzalige masochisme door me telkens weer hetzelfde beeld voor de geest te halen. Een naakte Bardo en Floor die innig verstrengeld in het schijnsel van het uitdovende haardvuur liggen te slapen als een klassiek liefdespaar, omgeven door lege wijnglazen en in het rond gestrooide kledingstukken. Bardo en Floor voor het uitdovende vuur en ik, onhoorbaar binnengekomen want we hebben allemaal een sleutel, als de klassieke hoorndrager in de deuropening. Voordat ik in beweging kom is er een moment van absolute stilte in mij, als een film die even hapert. Floor en ik waren ergens op een feest. Bardo bleek ook te zijn uitgenodigd. Hij leek tegenwoordig, daar in die met oranje en paarse lampjes versierde ruimte, geanimeerd pratend of dansend met steeds weer een ander meisje. Ergens in dat vervloekte huis, waar de ouders uithingen mag Joost weten, belandde ik nadat ik allerlei deuren open en dicht had gedaan op de drempel van een rommelige slaapkamer. Ik verstijfde in de deuropening, oog ik oog met het verpletterende bewijs dat ik haar dus toch onwaardig was. Later werd er met geen woord meer over gerept. Diezelfde zomer nog loste Bardo op in het niets en zat ik ’s avonds op de rand van zijn bed Floor te troosten. Dit was mijn kans haar te laten zien wat ze, in haar blinde adoratie voor mijn losbollige broer, al die tijd had ik versmaad: mijn soliditeit en mijn bereidheid tot onvoorwaardelijke trouw en toewijding. Ik druk op het knopje van de plafonnier, links naast de deur, zodat de kamer van het ene op het andere moment in een zee van licht baadt, en terwijl zij knipperend met hun ogen wakker worden doe ik net of ik het tafereel nu pas zie. Terwijl ik me stem verhef komt nu pas, in een vertraagde reactie, de woedopzetten. De woede die ik toen onderdrukte en die ik nu, met verdubbelde kracht, de vrije loop laat. Zonder me ervan bewust te zijn heb ik enkele stappen de kamer in gedaan, op enige passen van hen verwijderd blijf ik staan.


Pa:
Het is moeilijk niet aan de dood te denken terwijl ik hier als het ware op hem lig te wachten. In onze tijd is de dood een grote onbekende. Hij overkomt vooral anderen, op het televisiescherm, een halfuur per dag. Jou heeft hij verrast op de terugweg, tussen Toulouse en Cahors, het was in één klap raak, je hebt niet eens de gelegenheid gehad eens goed te kijken of hij je wel aanstond. Ik gaf toen, ten onrechte, Bardo de schuld. Ik zie jullie nog de straat uitrijden in Magda’s gammele deux-chevaux, een kampeertent op vier wielen. Jullie vertrokken als twee jonge meiden, met koffers vol jurken die meer bloot lieten zien dan ze bekten en ik kon jullie niet tegenhouden. Je kunt je niet voorstellen, Ida, hoe het is de dood van verre te zien naderen, te voelen hoe hij je besluipt, zijn kansen inschat, als een roofdier zijn lippen likt. Bardo was de enige met wie ik daarover kon praten. De rust had te luisteren naar mijn angst voor het laatste ogenblik en me dwaze, maar goedbedoelde strategieën aan de hand deed om de dood, als het zover is, mild te stemmen. Hij wist me te monteren, de nacht na mijn verjaardag, toen ik wakkeer schrok uit een nachtmerrie. Bardo zet een pianoconcert op. Ik sluit mijn ogen en geniet van een meeslepende waterval van klanken, waardoor zelfs de nagalm van mijn droom verdreven wordt. Bardo komt binnen met twee glazen op een dienblad. Hij zet de muziek zachter en komt naast me zitten. Het gesprek dat we daarna hadden, Ida, zal ik nooit vergeten. Zodra Bardo weer over bomen begint dwalen mijn gedachten af, om vanzelf terug te keren bij Socrates, die olympisch kampioen-sterven aller tijden, en bij zijn idee dat het hele leven een oefening in sterven moet zijn, door op de juiste manier redenerend het wezenlijke te doorgronden. Vervuld met goede voornemens viel ik in slaap Ida, in een diepe zorgeloze slaap.

Frank:
Vroeg in de ochtend werd ik uit diepe slaap gerukt door de telefoon. het was Hilde. Zij was op haar gebeld door Edwin, die ernstig van streek was, zoals zij het formuleerde. Ze gaf me een samenvatting van wat zich die nacht, na ons vertrek, had afgespeeld in het huis van me vader. Hilde vroeg me onmiddellijk naar Edwins huis te komen, van waaruit we met zijn drieën naar de plek des onheil zouden gaan. Edwin stond bleek en gespannen te wachten, met een vinger op zijn lippen om ons te beduiden Floor en Steffie niet te wekken. Er heerste een grimmig zwijgen in de auto, ik zag op tegen wat komen ging. Behoedzaam als een dief steekt Edwin de sleutel in het slot. Onze bedrukte stemming staat in schril contrast tot het vredige schouwspel waarvan we ongewild getuige zijn. Net als Bardo wil antwoorden gaat de deur open en daar staat Floor. Weer slaat er een vlam van ergernis door me heen. Wanneer de werkelijkheid ondraaglijk wordt, dwing ik mezelf aan iets anders te denken. Mijn vader wordt overvallen door een van zijn hoestbuien. Bardo klopt hem verwoed op zijn rug, Hilde roept dat hij dat juist niet moet doen, en Floor loopt nerveus heen en weer met glaasjes water. Edwin zit op de bank en staart naar de neuzen van zijn schoenen. Heel langzaam verdwijnt de hoest. ‘Het spijt me pa,’ zegt Bardo, ‘dat ik zoveel opschudding heb veroorzaakt.’ Terwijl Bardo met Pa en Hilde in de slaapkamer verdwijnt en Floor naar de keuken vlucht, zitten Edwin en ik tegenover elkaar te zwijgen. Ik besef dat niet alleen Bardo maar ook deze broer, die ik al mijn hele leven ken, eigenlijk altijd een vreemde voor me is geweest.

Steffie:
De ochtend na het feest werd ik wakker met twee Spaanse neefjes in mijn hoofd. Het was een heel prettig gevoel mijn ogen open te doen en te weten dat er een paar duizend kilometer bij me vandaan twee jongetjes, die familie van me waren, vast en zeker stoute dingen deden. Ik dacht aan mijn neefjes en popelde om ze te leren kennen. Pas toen ik de trap af liep drong het tot me door dat het vreemd stil wat in huis. Ik voelde meteen dat het helemaal mis was toen ik opa’s huiskamer binnenkwam. Mijn vader en oom Frank zaten tegenover elkaar zonder iets te zeggen en er hing zo’n verschrikkelijke dreiging om ze heen dat ik niet eens aan mijn vader durfde te vragen waarom hij niet op me had gewacht. ‘Je bent net op tijd om afscheid te nemen van oom Bardo,’ mompelt mijn vader. Het is vreemd dat oom Frank zo stil is. De deur van opa’s slaapkamer gaat open. In de opening verschijnt oom Bardo, die zich nog even omdraait naar opa om iets tegen hem te zeggen. Vriendelijk maar afstandelijk schut hij oom Frank en mijn vader de hand. Dan kust hij mij vier keer op mijn wangen en weer voel ik me zo licht als een veertje. Daarna is mijn moeder aan de beurt. haar heeft hij voor het laatst bewaard, ze wordt teder omhelsd. Hij fluistert mijn moeder iets in het oor. Het moet een aangename influistering zijn, want ze krijg blosjes op haar wangen en een ongebruikelijke schittering in haar ogen. Ik haatte me vader op dat moment. Hij had alles verpest: opa’s verjaardag, de brunch, het bezoek van Bardo, alles. Hij verbeeldde zich dat hij de vaas was over alles en iedereen. Bij mijn moeder hing een gezellige sfeer. ‘Wij gaan lekker naar Spanje, jij en ik,’ zei ze samenzweerderig, ‘zodra je vakantie begint.’ Mijn moeder hield woord. Twee maanden lang zweeg ze over ons plan. Mijn vader, die ineens vaker thuis was, vroeg zich misschien wel het een en ander af, want ze zong in alle kamer en als het mooi weer was lag ze uren topless te zonnen op het gras. Toen opa naar het ziekenhuis werd gebracht kreeg ik zijn boeken van Jules Verne en de antieke toilettafel van mijn oma. Het was akelig afscheid te nemen van opa. Ik zat naast opa en babbelde maar wat in het wilde weg. Ik voelde me verschrikkelijk schuldig omdat ik ertussenuit kneep met me moeder.

Pa:
Jij kent de bijbel niet Ida, omdat je net als ik uit een goddeloos rood nest komt. Toch is het een boek vol eerzame, archetypische verhalen. Maar de oudste zoon, Ida? Was die blij zijn jongere broer na al die jaren terug te zien? Met een nors gezicht verschanste ik me destijds achter de notulen van vergaderingen. Ik trok een muur van boosheid om me heen en niemand van de kinderen durfde me nog te benaderen. Dat ik woedend was op Bardo, omdat hij weigerde de consequenties van zijn daden onder ogen te zien en te trouwen met het meisje dat hij bevrucht had. Ik weet nog steeds niet hoe jij het klaarspeelde als enige in huis het hoofd koel te houden. En nu ben ik uitgepraat Ida. Dit was de familiekomedie waar van ik je wilde laten meegenieten, ik hoop dat je het entertainment naar je zin was. Het is meer een tragedie zoals jij het vertelt, zeg je, er valt niet veel te lachen. Weetje wat jij moet doen? Eens lekker uitrusten. Sterven is ontzettend vermoeiend. Ik ben ontzettend blij dat je er bent, je hebt me zo lang laten wachten. Gerlof, ontspan je een beetje, welkom in de eeuwigheid!

Waarom heb ik het boek gekozen
Ik heb dit boek gekozen, omdat ik de titel las en dat sprak me erg aan. Toen ik de achterkant las leek het me wel een leuk verhaal.


Mijn eerste persoonlijke reactie
Ik vind het een begrijpelijk boek omdat ik erg kan begrijpen hoe de personages reageren, bijvoorbeeld dat Edwin erg boos is als hij er achter is gekomen dat Floor en Bardo bij elkaar hebben geslapen. Het is ook indrukwekkend hoe ze zo bot op Bardo reageren. Het is ook een zielig verhaal omdat Gerlof zich niet meer kan bewegen hij kan alleen nog praten en zijn hoofd bewegen

Leeservaring beschrijven
Onderwerp
Ben je door dit boek anders over het onderwerp gaan denken? Geef uitleg.
Ja, ik ben er anders over na gaan denken, want op mijn leeftijd sta je nog niet stil bij ziekte en de dood. En door dit boek te lezen besef je dat dit ook in het dagelijks leven kan gebeuren.

Gebeurtenissen
Komen de gebeurtenissen logisch uit elkaar voort of is het verband moeilijk te verklaren?
De gebeurtenissen komen niet logisch uit elkaar voort. In het ene hoofdstuk stopt het ergens bij een onderwerp en bij het hoofdstuk er na begint het heel ergens anders, maar later in het hoofdstuk komen de onderwerpen wel bij elkaar. Het is in het verhaal niet zo dat er eerst een terugblik is en dan zijn ze even in de gewone tijd en dan gelijk een vooruit of terug blik is.

Personages
Hebben de personages eigenschappen die je bewonder, gewoon vindt of verafschuwt?

De eigenschappen van de personages bewonder ik, omdat ze hun familie lid steunen in zijn ziekte.

Bouw
Is het verhaal boeiend? Wat maakt het verhaal boeiend?
Het verhaal is boeiend omdat je wilt weten hoe het verder gaat. Bijvoorbeeld bij het gedeelte dat Bardo voor zijn vader wilt zorgen, terwijl de meeste het eigenlijk niet echt een goed idee vinden.

Taalgebruik
Vind je het verhaal lastig om te lezen? Hoe komt dat?
Ik vind het verhaal niet lastig om te lezen. Er wordt steeds door een ander persoon vertelt, maar dat maakt voor mij persoonlijk niet uit.

Verwerkingsopdracht
Bespreekopdrachten:
In dit boek wordt er in elk hoofdstuk door een ander persoon verteld. Als je elke keer door de ogen van een ander persoon kijkt dan krijg je ook zijn of haar gevoelens er bij te weten. En je komt soms ook meer te weten over de gebeurtenis wat er in het vorige hoofdstuk ook al geweest is. Je krijg dan te lezen dat er mensen in een bepaalde dicussie er verder op in gaan of juist er van weg lopen. In de meeste hoofdstukken begint het anders dan waar het vorige hoofdstuk gebleven is met het onderwerp, maar komt het na een tijdje bij elkaar. Net zo als bij het hoofdstuk van Steffie naar Edwin (in het begin van het verhaal). Steffie zit eerst in de bus op weg naar Spanje en dan denk ze terug naar de dag dat haar opa jarig was en dat ze haar oom Bardo heeft leren kennen. In het hoofdstuk bij Edwin is hij eerste hond aan het uitlaten, en dan gaat hij terug denken aan de verjaardag van zijn vader. En dat Bardo dan komt.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De zoon uit Spanje door Tessa de Loo"