A Titel: De vierde man
Schrijver: Gerard Reve
1e druk: 1981
Gelezen druk: 1999
Uitgeverij: Malmberg (een van de Grote Lijsters) Opdracht: Voor Perkin Walker B Ik heb voor dit boek gekozen omdat een vriendin van me eerder een boek van Gerard Reve heeft gelezen en me de schrijver aanraadde. Ik had dit boek bij de Grote Lijsters gekregen, dus daarom werd het De vierde man. Samenvatting Het boek begint met een gesprek tussen Gerard Reve en Ronald. Gerard zegt dat hij Ronald een verhaal zal vertellen dat hij nog niet eerder aan iemand heeft verteld, en dat gaat over een relatie die hij vroeger met een weduwe heeft gehad. Het verhaal begint bij de schrijver Gerard Reve die een lezing houdt over zijn werk. Hij heeft een hekel aan hotels en nadat een vrouw hem vaagt bij haar te overnachten zegt hij dan ook ja. Hij gaat met haar mee en ze gaan met elkaar naar bed. Als Gerard in slaap valt droomt hij over een lange hotelgang. Er staat een oud mager mannetje met een sleutel waarmee hij een zwarte kast opent. Hij zingt: “Tierelierelier, ben jij de nummer vier?” Gerard wordt wakker en denkt er verder niet echt meer over na. De volgende ochtend is het zaterdag en Christine krijgt een telefoontje van ene Herman. Gerard onderzoekt ondertussen het kantoortje van Christine en ontdekt een brief van Herman met een foto erbij. Hij vindt Herman een leuke man. Hij hoort Christine over de telefoon een afspraak maken met Herman. Christine vraagt aan Gerard of hij de volgende week op haar huis wil passen, als zij Herman in Duitsland bezoekt. Gerard vindt dat best, hij zegt dat hij dan een goede plaats heeft om te schrijven. Als Gerard de volgende week bij haar komt, zegt ze dat ze die nacht toch nog thuis blijft en de volgende morgen vertrekt. Als ze met elkaar praten doet Gerard zich voor als waarzegger. Hij wil meer te weten komen over die Herman, die hij dus zo leuk vindt. Op een gegeven moment ziet Gerard Herman echt voor zich, hij staat voor de boeg van een schip met één oog gesloten. Als Gerard uitgesproken is vertelt Christine het hele verhaal. Herman is haar minnaar en wil al tijden met haar trouwen. Nog niet zo lang geleden is haar man overleden. Gerard en Christine bedenken een plan. Ze spreken met elkaar af dat zij gewoon naar Herman gaat en dat ze dan samen terug komen naar haar huis. Gerard bedenkt dat hij dan mooi een relatie met Herman kan beginnen. De volgende dag vertrekt Christine naar Duitsland. Gerard weet niet wat hij moet doen en besluit naar het strand te gaan. Op weg daarheen ontdekt hij ene Laurens, die hij versierd en mee naar Christines huis neemt. Als ze samen in bed liggen valt er een boek op Laurens’ rug. Wanneer Gerard het boek terug wil zetten, ontdekt hij een zwart kistje staan met de sleutel er bovenop. Als Laurens de volgende dag weer weg is besluit Gerard het stje te pakken om te kijken wat erin zit. De sleutel en het kistje doen hem aan iets denken, namelijk aan de droom. De sleutel is dezelfde als die de man had en het kistje is een kleinere versie van de kast die de man opende. Gerard vindt in het kistje drie enveloppen, met in elk van de enveloppen een herinnering, foto’s en rouwberichten van een man. Elke man heeft lijkt wel wat Gerard en een draagt dezelfde naam. Het zijn allemaal ex-geliefden van Christine, haar pas overleden man zit er ook bij. Gerard krijgt ineens een raar gevoel en belt naar Christine om te zeggen dat hij ineens weg moet, vlucht halsoverkop het huis uit en komt niet meer terug. Ronald luistert naar het hele verhaal en denkt er over na. Gerard vertelt hem ook nog dat Christine hem later heeft opgebeld. Ze vertelde dat Herman in de auto naar het strand was gereden, maar doordat hij te hard reed op de boeg van een schip was gebotst en daarbij een oog had verloren. Als er iemand naast hem had gezeten was die dood geweest, de boeg was dwars door de bijrijderplaats gegaan. Als Gerard niet weg was gegaan, had hij naast Herman in de auto gezeten. Wat wil hij bereiken: Hij wil met Christine trouwen en bij haar in haar grote huis gaan wonen en als zij niet thuis is leuke jongens uitnodigen. Belangrijkste beslissingen: Met Christine mee naar huis gaan na de lezing; de volgende week terug willen komen om op het huis te passen en weg gaan als hij de foto’s en de rouwberichten heeft gezien. Gevolgen van die beslissingen: Hij zal zien hoe mooi Christine woont en besluiten om te proberen bij haar te blijven; hij komt terug en zal zo het kistje met de foto’s ontdekken en als hij niet was weggegaan was hij dood gegaan. Ik was om te beginnen al niet met Christine mee gegaan, en als ik toch was meegegaan zou ik zeker niet de volgende week terug gegaan zijn. Als ik het kistje had ontdekt zou ik wel meteen weggegaan zijn. Ik vind Gerard geen sympathiek persoon, hij liegt zijn hele leven bij elkaar, gebruikt mensen alleen voor geld en seks en is alleen maar op zijn eigen voordeel uit. Andere personages: Christine, een vrouw van rond de 30, knap, rijk, een beroemd kapster, goedgelovig en aardig. Ze blijkt later een moordenares te zijn die al haar ex-mannen heeft vermoord. Laurens, een domme, naïeve jongen. Hij gaat meteen met Gerard mee en het enige wat hij doet is seks met hem hebben. Ik ben het niet helemaal eens met de ideeën van de hoofdpersoon, ik vind dat hij behoorlijk sadistisch en egocentrisch is. Hij liegt alles bij elkaar en vindt dat allemaal prima; hij heeft er totaal geen problemen mee dat Christine denkt dat hij heteroseksueel is terwijl hij homo is en dat Laurens geloofd dat hij echt in dat huis woont, hij gebruikt ze toch alleen maar en als hij klaar met ze is kunnen ze weer gaan.