De val van de Vredeborch door Thea Beckman

Samenvatting: De val van de Vredeborch

Het verhaal speelt zich af in de 16e eeuw in Antwerpen en in Uthrecht . Het is de tijd van de vervolging van de “Ketters” (de protestanten).

Het is 1548, Jan Jacobs van Leemputte woont in Antwerpen. Hij heeft een goedlopende baan als brouwersknecht. Op een dag wordt zijn oom waarbij hij woont, veroordeeld tot de brand stapel omdat hij beschuldigd wordt van ketterij. Voor Jan zijn geen duidelijke bewijzen gevonden maar hij wordt verbannen uit zijn geboorte stad. Hij gaat op weg naar Amsterdam. In de buurt van Utrecht komt hij Catharina Bergens van Voorne tegen. Zij heeft een broer die een eigen brouwerij heeft in Utrecht, waar zij de boekhouding doet. Ze biedt hem werk aan bij zijn broer en hij gaat mee naar Utrecht. Hij hoort later dat, om een echte burger te worden van Uthrecht, je 5 jaar in de stad moet wonen.

Op een dag is de hele stad geschokt. In de kelder van de brouwerij van Willem is een knecht overleden; men zegt dat het door een wezen van de hel, een “Basilisk” is gebeurt. Jan waagt het om naar binnen te gaan daar treft hij een katten nest aan. De hele stad staat ondertussen rond de brouwerij. Jan weet dat als hij verteld dat het een paar onschuldige katjes zijn dat de katjes dan in de gracht zullen gooien. Hij ziet een paar kippen botten en legt ze neer. Hij zegt tegen iedereen dat hij de Basilisk verslagen heeft, Hij krijgt meteen de burger van Utrecht rechten en wordt een held hij wordt ook benoemd tot meester knecht.


Jan’s spaargeld is ondertussen verdubbeld en hij kan aan trouwen gaan denken. Hij wordt uitgenodigd bij de ouders van Catharina, waar hij al tijden verliefd op was. Er is een traditie dat de man wordt uitgenodigd bij de ouders en dat ze hem dan dronken voeren. Als hij een kwade dronk heeft dan is het geen goede man, als hij geen kwade dronk heeft dan is het een geschikte man. Jan heeft hier nog nooit van gehoord en wist dit dus ook niet. Hij wordt dronken gevoerd en blijft heel aardig.

Jan en Catharina trouwen en Jan begint een eigen brouwerij. Ze krijgen vier kinderen: Digna, Daniël, Adam en Catrientje. ze hebben allemaal een eigen persoonlijkheid. Adam is geusgezind (voor de bevrijding van het land(protestants)), Daniël overtuigt katholiek en Digna wordt de minnares van een Spaans officier. Dan komen de Spanjaarden Utrecht bezetten. Elk gezin moet een Spanjaard in laten trekken. Bij de familie van Leemputte trekken maarliefst twee Spanjaarden in.

Digna wordt helemaal verliefd op een van de Spanjaarden, Catharina komt erachter en zegt dat ze moet kiezen tussen het gezin en de Spanjaard. Digna kiest de Spanjaard en gaat bij hem op de Vredeborch wonen. Ze komt bekend te staan als “De gesluierde vriendin van Don Francisco.”

De burgers komen in opstand tegen de Spanjaarden en er breken rellen uit. Jan heeft ondertussen een schutterij opgericht en is een Hopman. De Spanjaarden hebben al tijden geen loon meer gehad van hun leiders en het Spaanse leger valt uiteen in groepen die door het land zwerven. De opstandige Spanjaarden vallen op een dag de stad aan. Jan gaat met zijn schutterij naar de brug en dan helpt Don Francisco de Nederlanders, Hij richt zijn kannonnen op de poort en schiet op de Spanjaarden die daarop vertrekken.

Don Francisco moet vertrekken naar Spanje. Digna neemt het besluit om in Nederland te blijven en komt terug bij de Leemputter’s. Jan en zijn mede Hopmannen willen dat de Vredeborch word afgebroken, ze zijn bang dat als er iemand anders de Vredeborch inneemt en zo de stad gaat besturen. Ze slopen met de hele stad de Vredeborch en iedereen voelt zich weer veilig.