Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De toegift door Carry Slee

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
Boekcover De toegift
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 3578 woorden
  • 21 februari 2006
  • 50 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
50 keer beoordeeld

Boekcover De toegift
Shadow
De toegift door Carry Slee
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Boekbeschrijving 1.1 Titel: De toegift Verklaring: De toegift houdt in dat de hoofdpersoon in het boek toegeeft aan haar liefde en voor zichzelf kiest. In het begin van dit boek denkt ze alleen aan anderen, maar hoe verder je bij het einde van het boek komt, des te meer ze het belangrijk gaat vinden om toe te geven aan haar eigen verlangens. 1.2 Uitgave: Pimento, 2005, 1e druk, 221 pagina’s 4 Analyse Structuurelementen 4.1 Personages: * Hoofdfiguur, Rond personage; je komt in het boek goed te weten hoe zij zich voelt omdat het ik-perspectief heeft. Haar moeder heeft een psychische ziekte en haar partner, Arnoud heeft ook een moeder met zo’n ziekte. Daarom voelt ze zich verbonden met hem. ‘Het gaat niet meer,’ zei ik.’Ik laat mijn moeder los.’ Arnoud schrok.’Jouw moeder, mijn moeder… ze horen bij ons.’ Ik wist dat hij gelijk had. Samen huilden we om het verdriet van onze moeder die niet wisten hoe ze moesten leven. Dat schiep een band tussen ons.(blz 24) Na een tijdje komt ze erachter dat ze verliefd is op een vrouw en ze verlaat Arnoud. De paniek sloeg toe. Hoe moest het nu met Arnoud en mij? Ik kon hem niet in de steek laten. Het spookte maar door mijn hoofd. Ik kan niet bij Arnoud blijven, ik ben lesbisch...(blz 38) Later in het 2e deel van het boek is ze samen met Esmee en hebben ze 2 kinderen, ze is boekenschrijfster. * Arnoud; Rond personage; Hij heeft een relatie met de hoofdfiguur in het begin van het boek. Na een tijdje krijgt hij een driehoeksverhouding met Esmee erbij. Hij heeft een moeder met psychische klachten, ze wil hem helemaal vol met eten stoppen en hij doet alles wat ze zegt. Arnoud was nog klein toen zijn moeder in de keuken op de grond was gaan liggen en deed alsof ze dood was. Arnoud rende in paniek naar buiten. Zijn vader was kwaad toen hij het hoorde.’Weet je waarom je moeder dat deed jongen?’ zei hij tegen Arnoud. ‘Omdat ze niet weet of jij wel van haar houdt, daarom. Ik zou mijn liefde maar eens tonen als ik jou was.’ Vanaf die dag had Arnoud altijd laten merken hoe belangrijk zijn moeder voor hem was.( blz 10 ) Arnoud wordt drama docent in het 2e deel van het boek en hij blijft een vriend van de hoofdpersoon. * Esmee; Rond personage; Ze zit op dezelfde academie als de hoofdpersoon en na een tijdje worden ze verliefd en doen veel dingen samen. In het begin wil Esmee niets van een relatie met de hoofdpersoon weten. ‘Je gaat niet zomaar weg,’ zei ik. ‘Goed dan.’ Ze kuste me. ‘Nou moet je naar huis,’ zei ze. ‘Arnoud wacht op je.’Ik zag het raam waarachter hij lag te slapen. En ik wist dat het niet meer genoeg was. ‘Ik wil met jou mee,’ zei ik. ‘Ik wil vannacht bij jou blijven.’ ‘Je hebt Arnoud,’ zei Esmee. (blz 49) Later in het 2e deel van het boek, woont ze samen met de hoofdpersoon en hebben ze 2 kinderen. Ze steunt de hoofdpersoon door dik en dun als het lang duurt voor het boek wordt uitgegeven. ‘Ze doet het!’ riep ik. ‘Ze gaat het uitgeven!’ ‘Fantastisch!!!’ schreeuwde Esmee. * Moeder van hoofdpersoon; typetje; Ze ziet het leven niet zitten en komt elke keer naar haar dochter toe om te zeuren dat het geen zin heeft en dat ze zich gaat verhangen. Jij mag best zeggen dat je het leven een heel vindt, dacht ik steeds als ze tegenover me zat. En dat je alleen nog maar een touw nodig hebt om het te beëindigen.(blz 25) Ze zoekt overal wat achter en vertrouwt haar man helemaal niet. ‘Je vader duikt met dat wijf het nest in en dat moet jij hebben geweten, want jij woont er vlakbij.’(blz 14) Kort na het overlijden van haar man, overlijdt zij zelf ook. * Vader van hoofdpersoon; plat personage; Hij dumpt zijn dochter eigenlijk met de problemen van zijn vrouw. Hij gaat heel zijn leven al vreemd zonder dat iemand er wat vanaf weet. Als hij overlijdt is dat dan ook aan een hartinfarct bij zijn 1e vrouw met wie hij een geheime verhouding had. ‘Je vader is niet in de winkel gestorven,’ zei ze. ‘Hij is gestorven op de plek waar hij het liefste was. Bij zijn eerst vrouw.’ Ik was verbijsterd hij had ons allemaal bedrogen. Ze zagen elkaar nog regelmatig. Twee keer in de week ging hij naar haar toe. (blz 129) * Moeder van Arnoud; typetje; Ze wil haar zoon helemaal voor zichzelf houden en stopt hem vol met eten omdat ze bang is dat ze hem niet genoeg geeft. Arnoud moet vaak dingen uit haar hoofd praten en pas na een heel lang gesprek wordt ze dan rustig. Met een paar dozen in zijn armen liep hij door naar de kamer. Arnouds moeder kwam er hijgerig achteraan: ze vroeg of ze mijn keuken even mocht gebruiken, terwijl ze het gas al aanstak en een koekenpan, bestek en boter uit haar tas haalde. ‘Het is een flinke biefstuk, Arnoud, maar die kun je makkelijk op. Hij is zo mals je kan ‘m zuigen, toch pap.’ Pap had geen tijd. Terwijl mam de biefstuk sneed rukte pap een blikje bier open en zette het naast Arnouds bord. Ik keek naar Arnoud. ‘Lekker, mam,’ zei hij bij elke hap. (blz 17) * Vader van Arnoud; typetje; Hij gaat helemaal mee met de drang van zijn vrouw om Arnoud vol te stoppen. Hij werkt bij Heineken en wil de zorgen van zijn moeder vooral op zijn zoon afschuiven. ‘Drink een beetje door, jongen,’ zei pap. ‘Je vader werkt niet voor niets bij de Heineken. Het is allemaal gratis.’ (Blz 18) * Moeder Esmee; typetje; Ze heeft nooit laten merken aan Esmee dat ze van haar dochter houdt. In het 2e deel van het boek denkt ze dat ze dood gaat omdat ze kanker hebben geconstateerd. Dan nog laat ze niet merken dat ze wat om Esmee geeft. Esmee’s moeder is een heel uitbundig iemand, ze is ervan overtuigt dat ze mensen vanalles moet leren. Als ze heel ziek op bed ligt, komen er dan ook veel mensen langs die van haar moeten leren hoe je doet moet gaan. ( blz 180) De moeder van Esmee belde dat ze ons wilde spreken. Alleen haar man zou bij het gesprek zijn. Ik wist wat Esmee hoopte. Esmee verlangde er soms naar om een keer van haar leven dicht tegen haar moeder aan te mogen zitten. Nu nog, terwijl ze een volwassen vrouw was.( Blz 190) * Vader Esmee; plat personage; Hij doet bijna alles wat zijn vrouw zegt en geeft geen commentaar. Zijn vrouw is erg dominant en hij luistert naar haar. Esmee krijgt van hem meer aandacht. Esmee gaf haar moeder een kus. ‘Dag ma,’ zei ze. Haar moeder reageerde niet. ‘Vrouw,’ zei mijn schoonvader. ‘Kijk eens wie er is? Onze lieve dochter staat naast je,’ Er kwam geen enkele reactie. (blz 213) * Ida; plat personage; Ze is de uitgeefster van de boeken van de hoofdpersoon. Ze is een best wel pinnig type en ze wijst de hoofdpersoon er ook op, dat alles wel moet gebeuren zoals zij het wil. Op het einde van het boek denkt de hoofdpersoon dat ze verliefd is op Ida. Ida neemt dit niet goed op en ze groeien steeds verder uit elkaar. Ida word boos als de hoofdpersoon besluit naar een andere uitgeverij te gaan. ‘Ik vind het heel vervelend voor je,’ zei ze. ‘Maar ik kan je niet helpen. Ik kan je alleen een beetje bijstaan vanaf de zijlijn.’ Ze stond aan de zijlijn! Het klink allemaal veel te afstandelijk. Ik had haar verteld dat ik verliefd op haar was, Ik wilde dat ze dat als cadeautje zag waar ze blij mee was. (blz. 197) * Merel; plat personage; Het eerste kindje van Esmee en de hoofdpersoon. Er wordt in het boek niet vermeld wie de moeder is van Merel. Ze is aan het einde van het boek 10 jaar en ze houdt van voorlezen. * Pleun; plat personage; Het tweede kindje van Esmee en de hoofdpersoon. Esmee is zwanger geweest en heeft Pleun gedragen. Pleun is 8 aan het einde van het boek en ze is erg snel afgeleid. Ik vertelde hem dat Esmee zwanger was. ‘Ze is in september uitgerekend,’ zei ik.(blz 85)
4.2 Perspectief: Het hele boek is geschreven in het ik-perspectief. Dit is heel goed voor het boek, omdat je zo de gevoelens van de hoofdpersoon goed te weten komt. Hierdoor kom je de naam van de hoofdpersoon niet te weten. Omdat het boek in dit perspectief geschreven is, weet je wel de gevoelens die de andere personen uiten, maar niet hoe ze zich van binnen voelen. Ik denk dat dit verder niet van belang is voor het boek, want het draait toch om de hoofdpersoon en de ontwikkelingen die deze persoon mee maakt. Je komt de gevoelens van de hoofdpersoon heel goed te weten. ‘Hoe gaat het met je?’ vroeg ik toen Ida voor een werkbespreking bij me kwam. ‘Goed,’ zei ze. ‘Ik ben zo opgelucht sinds die laatste sessie.’ ‘Ik was wel heel verdrietig, hè,’ zei ik. ‘ Je hebt misschien gedacht….’ ‘Heel goed, dacht ik toen je zo moest huilen. Huil jij maar dan is het tenminste afgelopen.’ Ik keek haar aan en weer keek ik in haar ijskoude ogen. En ik schrok, want nu wist ik wat het was geweest. Ik had voor mijn uitgever gevochten, net zoals voor mijn moeder. Ik wilde dat ze van me hield, mij begreep. Ik zou haar over mijn verleden vertellen. Over mijn die toen ik klein was de banden met mij had doorgesneden, over haar ogen die toen al een tijd verwilderd stonden. Dat alleen Arnoud en Esmee wisten wat er toen was gebeurd en dat ik het verder nooit iemand verteld had. Want daardoor had ik het haar zo moeilijk gemaakt. Het was allemaal terug gekomen, nu begreep ik het helemaal. Misschien moest zij dan ook huilen om alles wat misgegaan was. Om wat ik haar had aangedaan. Dan konden we samen weer mooie boeken maken, in vriendschap. We hadden zoveel doorgemaakt en konden echt warmte voor elkaar voelen. Maar ze liet het me niet vertellen. Het leek of ze het niet wilde horen. (blz 219/220) Hier komt het heel goed naar voren dat je de gevoelens van de hoofdpersoon te zien krijgt, maar ook dat je doorkrijgt hoe de andere personen werkelijk zijn. 4.3 Plaats: Het is een autobiografisch boek, dat over Carry Slee zelf gaat. Ze is in 1949 geboren en het boek begint als ze aan de Academie studeert voor 2 jaar en het huis uit gaat. Dat is dan dus het eind van de jaren ’60. Het boek speelt zich af in het huis waar ze met Arnoud woont, een leegstaande winkel met 2 kamers in Amsterdam. Later verhuist ze met Esmee naar een zomerhuis in Schoorldam. Het ligt in een bungalowpark aan een dijk. Ze reist ook nog een tijdje in Java rond, maar als haar moeder overlijdt, dan is ze genoodzaakt terug naar Nederland te komen. 4.4 Tijd: Het wordt allemaal verteld in de chronologische volgorde. Af en toe zijn er flashbacks als de hoofdpersoon bijvoorbeeld aan haar jeugd terug denkt, of aan een eerdere ontmoeting. Zodra mijn ouders ruziemaakten kroop ik onder de tafel. En dan zat ik in het halfduister onder het tafelkleed. Ik had van alles kunnen doen: hardop lezen met mijn vingers in mijn oren zoals mijn zus; schuilen bij de moeder van Ada, het buurmeisje dat twee huizen verderop woonde. Maar ik vluchtre in een veilige wereld die ik zelf verzon.(blz 11) De vertelde tijd is vanaf dat ze een jaar of 19/20 is, tot het moment dat ze een andere uitgeefster zoekt. Ik denk dus dat de verteld tijd zo rond de 30 jaar zal zitten. 4.5 Thematiek: De thema’s in dit boek gaan over hoeveel invloed je jeugd kan hebben op je verdere leven. Als je zoals de hoofdpersoon in je jeugd niet gelukkig bent geweest en slecht bent opgevoed, blijf je dit je hele leven bij je houden. Het verdriet dat je hierdoor hebt, kan alleen maar begrepen worden door mensen die het zelf ook meegemaakt hebben. Het trauma van de hoofdpersoon gaat er vooral om dat haar ouders liever een jongetje hadden gehad als kind en dat haar ouders een slecht huwelijk hadden. De ziekte van haar moeder neemt ook veel tijd in beslag. Ze vindt het moeilijk om verlaten te worden en wil graag dat er van haar gehouden wordt. In deel 2 van het boek wordt dit ook duidelijk bij de relatie met haar uitgeefster. De uitgeefster wil een zakelijke band en de hoofdpersoon wil een emotionele band. Als de hoofdpersoon er na de therapie achter komt dat haar uitgeefster veel op haar moeder lijkt, kan ze er eindelijk afstand van nemen. 4.6 Spanning: Er zit veel spanning in het boek, doordat je niet weet wat er met de personen gebeurd. Je ziet de gedachten en denkwijze van de hoofdpersoon wel, maar je weet niet wat er tegelijkertijd gebeurd met de andere personen in het boek die het ook heel moeilijk hebben. Vooral als ze in het begin verteld dat ze Esmee leuk vind, dan reageert Esmee er heel flauwtjes op. Dan weet je natuurlijk niet hoe het verder gaat. Dit is ook zo met de uitgeefster Ida. Ida die wil niets met de hoofdpersoon, maar je weet natuurlijk niet of dit door de therapie kan veranderen. De situatie die zich in het boek voordoet is eigenlijk ook wel een beetje absurd. Het komt niet vaak voor en iemand die onder normale omstandigheden is opgegroeid weet hier dus ook niks vanaf. Hierdoor word het vanaf het begin tot het einde spannend gehouden.
5. Oordeel 5.1 Structuur: De structuur in het boek is goed. De verhaallijnen lopen niet door elkaar heen en er is goed rekening mee gehouden dat het niet te moeilijk is gemaakt om te lezen. Alles wordt op een normale manier verteld en er worden niet teveel moeilijke woorden en zinnen gebruikt. Ook de opbouw van het boek is goed. Het is verdeeld in twee delen om het makkelijk te maken. Het boek is goed door te lezen, omdat de structuur dus zo goed is opgebouwd. 5.1.1 Personages: Ik kan me in geen van de personages goed vinden. Eigenlijk zijn ze allemaal een beetje raar. De hoofdpersoon, Arnoud en Esmee hebben alledrie een nare jeugd mee gemaakt en daar een soort van trauma aan overgehouden. Dit maakt ze verbonden met elkaar. Het is wel goed dat er deze personages gebruikt zijn in het boek, dit maakt het anders dan andere. De ouders van alledrie de personages zijn ook niet allemaal even helder. Ze hebben rare gedachtes over de manier waarop ze handelen moeten. De ouders van Arnoud stoppen hun kind helemaal vol met eten. En de ouders van de hoofdpersoon en Esmee tonen geen liefde naar hun kind toe. Ik kan me hier dus niet in vinden. Ik snap best wel dat Ida het moeilijk vind, zoals de hoofdpersoon tegen haar doet. Dit komt ook doordat de hoofdpersoon niks verteld heeft over haar verleden tegen Ida. 5.1.2 Perspectief: Het perspectief wordt goed gebruikt in het boek. Door het gebruik van het ik perspectief weet je de gevoelens van de personen eromheen niet zo goed. Je weet de gevoelens van de hoofdpersoon heel goed. Dit heeft voordelen en nadelen. Ik denk dat het goed is omdat het een autobiografisch boek is en het dus om Carry Slee zelf gaat. Als je dat het perspectief zou veranderen, dan zou het niet meer kloppen. Ik zou het denk ik ook verwarrend vinden om de gedachtes en gevoelens van de andere personages te kennen. Dan ga je snel dingen door elkaar heen halen. 5.1.3 Plaats: De plaats maakt voor de verder loop van het verhaal niet zoveel uit. Wel is het in het begin handig dat het in een grote stad is, want je woont niet in elke stad boven een winkel. In bijvoorbeeld een kleiner dorpje kan dat niet. Dat ze later op het platteland wonen in een zomerhuisje heeft volgens mij verder niet zoveel invloed op het verhaal. Behalve dat de hoofdpersoon hierdoor wel wat meer afstand van haar ouders neemt en meer vrijheid heeft. 5.1.4 Tijd Dat het in de chronologische volgorde verteld is, is erg handig. Zo begrijp je goed waar het over gaat en op welk punt in het boek je aan het lezen bent. Als ze bijvoorbeeld veel flashbacks zouden hebben, dan zou ik op een gegeven moment niet meer weten of het een flash forward was en het vanuit het verleden verteld werd of een flashback en vanuit de ‘nu’tijd verteld werd. Ik denk dat ze het zo dus goed hebben gedaan. Ook is het een goede vertelde tijd, omdat het boek autobiografisch is.
5.1.5 Thematiek: De thema’s in dit boek zorgen ervoor dat je dingen te weten komt, waarvan je normaal niet eens goed wist dat ze gebeurde. Laat staan hoe erg dat kan zijn en hoe het precies gebeurd. Door het verdriet en het trauma dat de hoofdpersoon eraan overhoud, zie je wat er met een mens kan gebeuren als je zoiets mee maakt. Het is goed om te zien dat niet alles gaat zoals wij het gewend zijn. Daarom is het goed dat dit boek zo geschreven is. 5.1.6 Spanning: De spanning in dit boek is ook erg duidelijk en goed. Er is veel spanning vond ik zelf. Omdat er veel dingen verteld worden waar je nog niets vanaf weet. Hierdoor wordt je nieuwsgierig en wil je graag weten hoe het precies gebeurd en wat er nog verder gaat gebeuren. Ik heb het boek ook in een dag gelezen omdat ik het zo spannend vond. 5.2 Schrijfstijl De schrijfstijl van Carry Slee is erg goed. Ze weet je betrokken te maken bij het verhaal. Ze gebruikt niet te moeilijke dingen in dit boek en legt alles uit door dialogen tussen de personages. Door dat er zoveel gepraat wordt tussen de personages in dit boek, kom je veel te weten over hoe de andere personages zich voelen en reageren. Terwijl het boek toch in het ik-perspectief geschreven is. Ook maakt ze het heel spannend door er dingen in te verwerken die je eigenlijk niet verwacht. Zoals dat conflict met Ida, dat het zo afloopt en dat de hoofdpersoon op het einde zegt dat ze weggaat. Ook Ida vind ik erg onvoorspelbaar, aan de ene kant wel begrijpelijk, omdat ze een gewoon mens is. De andere personages zijn toch allemaal een beetje types, die ze op een goede manier heeft weten te beschrijven. Door de schrijfstijl ben je betrokken bij het boek en door de spanning wil je doorlezen, hierdoor leer je er dus ook nog wat van. 5.3 Ethiek Wat de personages uitvoeren in het boek is deels ethisch en moreel verantwoord en voor een ander deel ook weer niet. Ik vind het niet normaal zoals de ouders van de hoofdpersoon, Arnoud en Esmee doen. Ik vind dat ze niet moreel verantwoord doen door hun kinderen op te zadelen met hun problemen en ziektes. De vader van de hoofdpersoon doet dit heel erg en dat komt goed naar voren in het volgende stukje: Mijn vader was woedend toen hij hoorde dat wij uit Amsterdam weggingen. Wij waren een soort vluchthaven voor mijn moeder geweest, maar nu ik ging verhuizen zou ze weer bij hem in de winkel komen zitten. ‘Jij bent makkelijk,’ had hij gezegd. ‘Je knijpt er dus gewoon tussenuit. Ik wou dat ik dat kon doen.’ ‘Waarom ga je dan niet weg bij mama?’ vroeg ik. ‘Weet je nog wat je altijd zei toen we klein waren. Ik blijf alleen bij haar voor jullie. En nu zijn we allang volwassen en je woont nog steeds met haar.’ ‘Jullie denken er maar makkelijk over,’ zei mijn vader. ‘Je zuster is ook al naar Drenthe gevlucht. En nou laat jij haar ook barsten. Blz 91 5.4 Andere Meningen + Reactie Ook dit derde boek leest lekker weg" "Vijf sterren *****." Metro, 4 juni "De Toegift is geschreven in de inmiddels voor Carry Slee bekende sobere, heldere en van alle fratsen gezuiverde stijl." "Haar nuchtere en beheerste observaties zijn sterk en effectief." "Het talent om met weinig veel te zeggen is een vaardigheid die gekoesterd moet worden." De Telegraaf, 27 mei ”Korte, krachtige zinnen, geen onnodige literaire franje en een flinke dosis droge humor.” Opzij, juni “De hoofdpersoon gaat gebukt onder haar onberekenbare, want psychisch zieke moeder, die sterk op haar leunt. Ze woont samen met Arnoud, die ook een problematische relatie met zijn moeder heeft. Dan komt ze erachter dat ze eigenlijk meer voor vrouwen voelt. Haar gevoelens, de worsteling met het schrijverschap, de angst voor afwijzing… Carry Slee durft er rond voor uit te komen en dat alleen al maakt het tot een aangenaam boek.” Esta, 24 april t/m 8 mei “Carry Slee was al een bestsellerschrijfster voor de jeugd, inmiddels is ze dat ook voor volwassenen.” “Sterk is ze vooral in het beschrijven van de innerlijke worstelingen van de onbegrepen jonge vrouw met lesbische gevoelens, die haar eigen kracht – het schrijversschap – ontdekt.” “Bovendien verstaat Carry Slee de kunst om in enkele pennenstreken een karakter neer te zetten.” Utrechts Nieuwsblad, Rotterdams Dagblad, Haarlems Dagblad, Gooi en Eemlander, Haagsche Courant, Krant van Groningen, Gelderlander, BN de Stem ed. Moerdijk

Mijn reactie: Ik ben het met de mensen van de reacties op het boek eens. Carry Slee heeft een heel goed boek geschreven wat heel lekker leest. Het is spannend, de personages zijn goed, tijd en thema’s zijn goed. Kortom niks op aan te merken!

REACTIES

C.

C.

het is een super goed leesverslag, heb er veel aan gehad!

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De toegift door Carry Slee"