2. Informatie over de schijfster:
de biografie van Mensje van Keulen
Mensje Francina van der Steen wordt geboren op 10 juni 1946 in Den Haag. Na de HBS volgt ze de MMS die door nonnen geleid wordt. Na een één jaar durend verblijf in Engeland, gaat ze aan de Academie voor Beeldende kunsten studeren. In 1967 trouwt ze met Ton van Keulen. Twee jaar later schrijft ze haar eerste korte verhaal, Een bruiloft. Haar debuutroman Bleekers zomer verschijnt in 1972. In datzelfde jaar publiceert ze de verhalenbundel Allemaal tranen. In 1980 schrijft ze onder het pseudoniem Josien Meloen de gedichtenbundel Uit de oude poepdoos. In 1985 krijgt ze de Zilveren Griffel voor het kinderboek Tommie Station en in 1991 mag ze de Nienke van Hichtemprijs in ontvangst nemen. Samenvatting: 3. Het verhaal begint in een inrichting waar Bee de zus van Maria talberg zit. Maria probeert zo vaak mogelijk langs te komen. Ze praten dan over dingen van vroeger, dat ze altijd speelden ook al stond Bee er vaak voor spek en bonen bij. Ze hebben het ook over de beestenman, die man steeds op bezoek kwam en zich voorstelde als “oom leen”. Hij dronk en rookte altijd veel te veel. Bee en Maria hadden het niet zo op hem ook niet toen hij hun beide een tientje gaf omdat ze zo’n goed rapport hadden. Ze vonden hem een indringer. Nu bleef de beestenman ook doordeweeks slapen en begon zich steeds meer met hun zaken te bemoeien. Dan vinden Maria en Bee een muisje en ze willen het houden, ze ruimden de keutels op en hun moeder en beestenman merkten er niks van totdat ze op een dag het muisje dood in een val aantreffen. Ze wisten wel zeker dat dit het werk van de beestenman was. Ze kregen nu een konijn omdat ze zo van dieren hielden. Ze noemen hem Nino. Maria en Bee haten de beestenman en willen hem vermoorden ze weten alleen nog niet precies hoe
In de zomervakantie gaan ze met z’n vieren op vakantie naar het zuiden. Tijdens de vakantie dwingt de beestenman Maria mee te gaan zwemmen wat ze helemaal niet wil.
Als ze weer thuis zijn wordt Maria steeds vaker bang dat hij haar moeder pijn zal doen, want ze hebben steeds vaker ruzie. In bed praat ze met Bee hoe ze de Beestenman gaan vermoorden, want dat willen ze nu.
Opeens is er iets mis met hun moeder, ze bloedt en moet naar het ziekenhuis. Meteen krijgt de Beestenman de schuld. Achteraf blijkt hun moeder een miskraam te hebben gehad. Nu willen ze hem nog liever vermoorden omdat hij misschien nog wel een kindje maakt. Hij dreigt het konijn Nino te gaan vermoorden en Maria pakt een koekenpan en slaat de beestenman neer en denkt dat hij dood is. Ze gooien hem van de trap en doen net of het een ongeluk was. Maria is zijn dood al aan het vieren totdat ze plotseling de Beestenman weer de trap op ziet komen. Maria schopt hem tegen zijn hoofd tot hij dood is. Bee raakt in een shock en zo is ze in de inrichting terecht gekomen.
Mensje Francina van der Steen wordt geboren op 10 juni 1946 in Den Haag. Na de HBS volgt ze de MMS die door nonnen geleid wordt. Na een één jaar durend verblijf in Engeland, gaat ze aan de Academie voor Beeldende kunsten studeren. In 1967 trouwt ze met Ton van Keulen. Twee jaar later schrijft ze haar eerste korte verhaal, Een bruiloft. Haar debuutroman Bleekers zomer verschijnt in 1972. In datzelfde jaar publiceert ze de verhalenbundel Allemaal tranen. In 1980 schrijft ze onder het pseudoniem Josien Meloen de gedichtenbundel Uit de oude poepdoos. In 1985 krijgt ze de Zilveren Griffel voor het kinderboek Tommie Station en in 1991 mag ze de Nienke van Hichtemprijs in ontvangst nemen. Samenvatting: 3. Het verhaal begint in een inrichting waar Bee de zus van Maria talberg zit. Maria probeert zo vaak mogelijk langs te komen. Ze praten dan over dingen van vroeger, dat ze altijd speelden ook al stond Bee er vaak voor spek en bonen bij. Ze hebben het ook over de beestenman, die man steeds op bezoek kwam en zich voorstelde als “oom leen”. Hij dronk en rookte altijd veel te veel. Bee en Maria hadden het niet zo op hem ook niet toen hij hun beide een tientje gaf omdat ze zo’n goed rapport hadden. Ze vonden hem een indringer. Nu bleef de beestenman ook doordeweeks slapen en begon zich steeds meer met hun zaken te bemoeien. Dan vinden Maria en Bee een muisje en ze willen het houden, ze ruimden de keutels op en hun moeder en beestenman merkten er niks van totdat ze op een dag het muisje dood in een val aantreffen. Ze wisten wel zeker dat dit het werk van de beestenman was. Ze kregen nu een konijn omdat ze zo van dieren hielden. Ze noemen hem Nino. Maria en Bee haten de beestenman en willen hem vermoorden ze weten alleen nog niet precies hoe
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden