De renner door Tim Krabbé

5.2

Boekverslag door een scholier
Klas onbekend | 387 woorden
21 augustus 1998
79 keer beoordeeld

5.2

79 keer beoordeeld

‘Meyrueis, Lozère, 26 juni 1977. Warm, bewolkt weer. Ik pak mijn spullen uit mijn auto en zet mijn fiets in elkaar. Vanaf terrasjes kijken toeristen en inwoners toe. N…

‘Meyrueis, Lozère, 26 juni 1977. Warm, bewolkt weer. Ik pak mijn spullen uit mijn auto en zet mijn fiets in elkaar. Vanaf terrasjes kijken toeristen en inwoners toe. Niet-wielrenners. De leegheid van die levens schokt me.’

Tim Krabbé, die een kleine duizend wielerwedstrijden reed, beschrijft in De Renner de driehonderdnegende: de Ronde van de Mont Aigoual, een zware klimkoers in Zuid-Frankrijk. Het boek, dat voor het eerst verscheen in 1978, werd een klassieker in de Nederlandse literatuur.

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE

Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter.

Meer informatie

Schrijver De schrijver is Tim Krabbé. Hij is geboren is geboren op in 1943. Tim Krabbé leeft nog en hij schrijft niet onder een pseudoniem. Nog één boek van hem is: 'Het gouden ei' Titel De titel is: 'De Renner'. De titel heeft alles met het boek te maken want het gaat over wielrennen. Het boek heeft geen ondertitel en motto of opdracht. Boek Het boek is uitgegeven door Erven Thomas, Vijverhof, Baarn uitgegeven in het jaar 1978. In het boek staat niet wanneer het is geschreven. Het is een soort sportboek. Plaats Het verhaal speelt zich af in Zuid-Frankrijk.

Tijd Het verhaal speelt zich in 1977 af. Het verhaal loopt niet erg regelmatig. Thema Het boek gaat over wielrennen, je maakt zijn toer mee en hij vertelt dan over zijn sportcarriëre . Hoofdpersonen De hoofdpersonen zijn: Tim Krabbé, Dhr. Lebusque, Klébe en Reilhaven; dat zijn de koplopers. Bijpersonen Er is maar één echte bijpersoon en dat is Dhr. Barthélemy. Verhaal Op 26 juni 1977 begint Tim Krabbé op een warme zomerdag te wielrennen. Hij had eerst samen met iemand anders het parcours verkent en wachtte nu op de wedstrijd. Hij stelt zijn fiets goed af en trekt zijn wielerspullen aan. Hij eet nog wat voor hij begint. De toer heet 'De ronde van de Mont Aigoeral' en hij gaat over 137 Km. Eénmaal als ze rijden beschrijft hij alles wat hij tegen komt en wat hij eet en drinkt, hoe hard hij gaat hoe lang ze nog moeten en hoe hoog de berg is. En tussen zijn verhaal door vertelt hij over zijn sportcariëre. Er was eerst nog een kopgroep maar die had hij ingehaald. Tijdens de race vallen er heel veel mensen af die het niet meer redden. En op een gegeven moment zijn ze met zijn vieren over: Krabbé, Kléber, Reilhan en Lebusque. Uiteindelijk zijn Krabbé en Reilhan alleen nog over. Ze zijn allebei kapot, maar Lebusque komt terug maar Reilhan wint. Ik vond dit niet echt een leuk einde en ik had het ook niet echt verwacht want ik hoopte dat Tim het ging winnen. Taal Er staan best veel moeilijke woorden in die met wielrennen te maken hebben. Het was best ruige tekst 'Godverdomme, daar gaat één reservewiel' maar geen dialecten.

Oordeel Het verhaal is echt gebeurd omdat die wedstrijd echt bestaan heeft.