Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De ontaarde slapers door Ward Ruyslinck

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
Boekcover De ontaarde slapers
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 1e klas wo | 5894 woorden
  • 11 augustus 2004
  • 31 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
31 keer beoordeeld

Boekcover De ontaarde slapers
Shadow
De ontaarde slapers door Ward Ruyslinck
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
communicatieschema 1.1de biografie van de schrijver² Ward Ruyslinck werd als Raymond De Belser geboren op 17/06/1929 te Berchem. Hij is de tweede zoon van Leo De Belser en Germaine Nauwelaers. Zijn vader was een bibliothecaris bij een olie- maatschappij. Hij groeit op in een katholiek milieu maar zijn ouders zijn eerder lauwe katholieken. Na de Duitse aanval in mei 1940 tracht het gezin via Frankrijk naar Engeland te vluchten. Ze stranden op enkele meters van Calais dat al door de Duitsers blijkt ingenomen te zijn. Ze keerden terug dan maar terug naar Berchem. Na een tijdje verhuisden ze naar Mortsel. Op 12-jarige leeftijd schreef Raymond een roman genaamd: “ Vaargeulen”. Zijn vader ,die zelf ook de roman: “ De gepantserde beschaving” had geschreven , stuurde dit werk op naar Stijn Streuvels. Deze schrijver stuurde het boek ongelezen terug maar met een brief vol met raadgevingen. In die tijd schreef Raymond ook een aantal gedichten en verhalen , waarvan sommige zelfs gepubliceerd werden in “Het Vlaamsche land “ . Nadat hij het middelbaar had afgewerkt vertrekt hij in 1947 naar Gent om daar de studierichting Germaanse filologie te gaan volgen.Hij houdt echter ,de studierichting maar één jaar vol. In 1948 stierf zijn 5-jaar oudere broer . Dit was zeer ingrijpend voor Raymond. Ter nagedachtenis schreef hij 5 gedichten “ In memorian fratis” die zijn vader liet drukken en onder de familie en kennissen liet verspreiden. In 1951 tot 1953 vervult hij zijn legerdienst. Na zijn legerdienst werkt hij eventjes als vertaler bij een reisbureau en bij een oliemaatschappij. Tenslotte wordt hij aangesteld als adjunct-bibliothecaris bij het museum Plantin Moretus in A'pen. Deze aanstelling biedt hem de financieële ruimte om te trouwen met zijn schoolvriendin Alice Burm met wie hij later één zoon, Chris, krijgt. In 1957 schrijft hij zijn debuutroman “ De ontaarde slapers” . Eind jaren 60 en 70 maakt Ruyslinck een groot aantal reizen , door reisbeurzen die hij krijgt van de overheid of van kranten en tijdschriften waarvoor hij schrijft. Hij bezoekt o.a. Polen , Argentinië, DDR,... In 1984 gaat Ruyslinck met vervroegd pensioen. Met zijn vrouw woont hij in Pulle , waar zij zich in 1964 vestigden. Na de dood van zijn vrouw verhuist hij naar Meise, waar hij nu woont met Monika La Cascioen met wie hij de speeltuin ( 1993) schrijft. 1.2 Bibliografie³ *In memoriam fratris (gedichten, 1948) * De citer van Tijl (gedichten, 1951) * Het huis onder de beuken (gedichten, 1952) * Pieter Aerts, het getemperde staal (essay, 1952) * De essentie van het zwijgen (gedichten, 1953) * Fanaal in de mist. Het epos van een paria (gedichten, 1956) * Geluiden (verhaal, 1957, in "Vijfde kolom") * De ontaarde slapers (novelle, 1957) * Wierook en tranen (novelle, 1958) * De madonna met de buil (verhalen, 1959) * Het dal van Hinnom (roman, 1961) * De stille zomer (= De stille zomer + De oeroude vijver) (verhalen, 1962) * Het reservaat (roman, 1964) * De stille zomer (verhalen, 1964) * De paardevleeseters (verhaal, 1965) * Golden Ophelia (roman, 1965) * De oeroude vijver (verhaal, uit "De Stille zomer", 1960) * Het ledikant van Lady Cant (roman, 1968) * Stefan Pielik (verhaal, uit "Lady Cant", 1968) * De Karakoliërs (roman, 1969) * De apokatastasis of het apocriefe boek van Galax Niksen (roman, 1970) * Neozoïsch : parapoëtische montages (gedichten, 1971) * De krekelput (toneel, 1971) * De pogrom. De stemmen. De sneeuwbui (verhalen, 1971) * De paardevleesters en andere verhalen (1971) (omvattend: De paardevleeseters, Mère terrible, Le corridor) * De heksenkring (roman, 1972) * Uitspraken in opspraak (aforismen, 1972) * De verliefde akela (verhalen, 1973) * Het ganzenbord (roman, 1974) * In naam van de beesten (essay, 1976) * De sloper in het slakkenhuis (roman, 1977) * Valentijn van Uytvanck : tekenaar zonder vaderland (essay, 1977) * Op tournee met Leopold Sondag (roman, 1978) * De paardevleeseters en andere verhalen (1978) (omvattend: De paardevleeseters, Mère terrible, Een man die Samson heet) * Alle vehalen (1979) (omvattend : De stemmer, De slakken, Dicht bij het water, De overspeligen in het koningsgraf, De pogrom, De oeroude vijver, Het kasteel van Weewee, Het koekoeksmeisje, De heilige vingerkootjes, De sneeuwbui, De petitie, Een man die Samson heet, Mère Terrible, Twaalf miljoen gaatjes, Het onderhoud, De receptie, Saneren, Het meisje dat de vrede opat, De barstenmaker, De Grote Buurman) * Wurgtechnieken (roman, 1980) * Open brief aan de gevoelsafschaffers (essay, 1981) * Antwerpen in oude gravures (essay, 1982) * De boze droom het medeleven (roman, 1982) * Leegstaande huizen (verhalen, 1983) (omvattend: Leegstaande huizen, De pagode van Poentsja, Jeuk, Signalement, Geen afvaarten vandaag, Naga Dipa, Hoera het schip zinkt, Vrije enquête, De opossum, Astridje, De boomplanting, Literatuur, Inaugurele rede, De grisaille, Notities voor een autobiografie, Een mannetje van zout en een mannetje van worst, Het meisje dat strepen aan de hemel trok, In memoriam Maurits Graeff) * Open beeldboek : verzamelde verhalen over plastische kunsten (essay, 1983) * Signalement (verhaal, 1983) * Hoera, het schip zinkt (uit "Leegstaande huizen", in "Vlaamse verhalen na 1965", 1984) * De uilen van Minerva (roman, 1985) * Verkenners (verhaal, hoofdstuk uit "Stille Waters", 1986) * Stille waters (roman, 1987) * Hunkerend gevangen (gedichten, 1988) * De beste verhalen van Ward Ruyslinck (1989) (omvattend: De stemmer, De slakken, Dicht bij het water, De overspeligen in het koningsgraf, De pogrom, De oeroude vijver, Het kasteel van Weewee, Het koekoeksmeisje, De heilige vingerkootjes, De sneeuwbui, De petitie, Een man die Samson heet, Mère terrible, Twaalf miljoen gaatjes, Het onderhoud, De receptie, Saneren, Het meisje dat de vrede opat, De barstenmaker, De Grote Buurman, Leegstaande huizen, De

pagode van Poentsja, Jeuk, Signalement, Geen afvaarten vandaag,Naga Dipa, Hoera het schip zinkt, Vrije enquête,De opossum, Astridje, De boomplanting, Literatuur, Inaugurele rede, De grisaille, Een mannetje van zout en een mannetje van worst, Het meisje dat strepen aan de hemel trok, In memoriam Maurits Graeff) * Ijlings naar nergens: ontboezemingen van een boezemvriend (brieven, 1989) * De speeltuin (roman, samen met Monika Lo Cascio, 1992) * De claim van de duivel (roman, 1993) * Het geboortehuis (roman, 1995) * Traumachia (roman, 1999) 1.3zijn gewonnen prijzen *Poëzieprijs der Algemene Kunstkamer in België voor 'Fanaal in de mist' *Romanprijs der Provincie Antwerpen 1958 voor 'De ontaarde slapers'. *Referendum van de Vlaamse Letterkundigen 1959 voor 'Wierook en tranen'. *Referendum van de Vlaamse Letterkundigen 1960 voor 'De madonna met de buil'. *Arkprijs van het vrije woord 1960 voor 'De madonna met de buil'. *Referendum van de Vlaamse Letterkundigen 1962 voor 'Het dal van Hinnom' *Prijs van de Vlaamse lezer 1964 voor 'De stille zomer'. *August Beernaertprijs van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde periode 1964-1965 voor 'De paardevleeseters'. *Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse provincies 1967 voor 'Het reservaat'. *Guldenboek van de lezende jeugd 1975 voor 'Het ganzenbord'. *Romanprijs van de provincie Antwerpen 1976 voor 'De heksenkring'. *(Eerste) Europaliaprijs 1980 voor zijn totale oeuvre. *Bocari Positief Prijs 1984 voor 'Leegstaande huizen'. 1.4 Zijn relatie met andere schrijvers Ward Ruyslinck is in de schrijverswereld een veel besproken persoon. Hij heeft veel vrienden in de schrijverswereld maar ook ' vijanden'. Bob Mendes, een bekend auteur, is bijvoorbeeld een goede vriend van hem. Het ultieme bewijs dat ik hier voor gebruik is dat Ward Ruyslinck en o zo lovende toespraak heeft geschreven ter gelegenheid van de voorstelling van het boek “ Chunnel syndroom” van Bob Mendes. (4) De toespraak zit vol met complimenten . Ik zal hier enkele voorbeelden weergeven: * “ Uiteraard heeft Mendes ,die aardig op weg is om meester in het zogeheten faction genre te worden,..” * “ ...zo briljant en met zoveel structurele feeling.” * “ Ik heb me dan ook op menige bladzijden door de auteur op een zodanige manier bij de neusgenomen gevoeld. “ * ” .... met behulp van zijn scheppende fantasie .” * “ Het bevat een ijzersterk en boeiend plot , het switcht lekker van de ene actiescène naar de andere...” * “ Er hoeft nog nauwelijks iets aan toegevoegd of weggeknipt worden .” * “ ...laat ze maar hartelust rubriceren , het is voor jou vandaag allerminst een dag van schaamte.” Er zijn echter ook schrijvers die Ward Ruyslinck niet kunnen apprecieeren . Zo ben ik ben een surfsessie aangeland bij de “ Memoires van Jeroen Brouwers II” .(doc 1)(5) Ward Ruyslinck en Jeroen Brouwers hebben ruzie met elkaar . De aanleiding was een citaat in het boek “ Ijlings naar nergens “ geschreven door Ward Ruyslinck . De citaat luidde als volgt : “ Te oordelen naar zijn aftakelend geheugen geef ik hem in ieder geval geen 20 jaar meer .” Dit is de mening van Ward Ruyslinck over Jeroen Brouwers. Wat velen echter niet weten en wat Jeroen Brouwers niet in de “ Memoires van Jeroen Brouwers II “ schreef is dat J. Brouwers zich niet heeft gedragen tegenover andere Vlaamse schrijvers die droomden van een gevestigde waarde te worden in de Nederlandse literatuurwereld. Ward Ruyslinck zei in 1997 het volgende in een interview over het feit dat Nederlandse auteurs en critici zich steeds onverdraagzamer opstellen tegenover de Vlaamse.(6) “ Zes jaar later zou Jeroen Brouwers, de gewezen slaaf van de Vlamingen, zich wreken door als een grootinquisiteur aan te treden en zo goed als de hele Vlaamse literatuur tot de brandstapel veroordelen. Zo zachtjes knetterden de letteren niet , ze laaiden hoog op. Het hek was van de dam. Wij werden tot persona non grata verklaard, ten onrechte, want het kind werd met het badwater weggegooid.” Als steek kan dit tellen. Jeroen Brouwers kaatste de bal terug in het kamp van Ward Ruyslinck met de volgende statements . * “ Ward Ruyslinck is als persoon een verknepen voozichtig levende spitsburger met bakkebaarden en rupsgelijkende dunne snor-streep op de bovenlip. Ambtenaar in overheidsdienst. Humorloos-achterbaks. Zeer ijdel.” * ”Ward Ruyslinck is als schrijver zeer overtuigd van de onloochenbare grootheid , schoonheid , waarachtigheid , belangrijkheid van zijn oeuvre en de terechtheid van de hem toegedragen gloria.” * ” Ward Ruyslinck placht zich over de andere schrijvers zich te uiten in wegwerpende zin, niet vies van kwaadsprekerij , bij voorkeur in de vorm van insinuaties en suggesties .” * “ Eind jaren 70 maakte hij mij in NRC Handelsblad uit voor rabiate Vlamingenhater.” Zoals je leest is Ward Ruyslinck zijn relatie tot Jeroen Brouwers en tot andere schrijvers ( “ over andere schrijvers placht hij zich te uiten in wegwerpende zin...”) niet echt ideaal te noemen. Het antwoord op de vraag of Jeroen Brouwers en Ward Ruyslinck het ooit nog gaan bijleggen kan ik niet beantwoorden maar ik weet wel dat het niet direct zal gebeuren. 1.5 Populariteit van de schrijver 1)De eerste reden waarom deze schrijver zo populair is omdat het een zeer merkwaardig persoon is. In een interview dat hij in 1997 gaf en in de database staat van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren, zei hij al het volgende: “ Een veel gevaarlijker kruidvat lijkt me het Midden-Oosten te zijn, en met name de Islamitische Revolutie , die geen kapitalistisch of communistisch brood eet , maar haar eigen fanatieke , onverdraagzame dogma's uitdraagd. Wat de weerslag van een explosie op Europa en de rest van de wereld zal zijn , is moeilijk te voorspellen, maar aangezien wij zo afhankelijk zijn van hun olie, zullen we er zeker geen vette -soep van kunnen koken “ .(7) Dit onderwerp is vandaag de dag veel besproken en dit bewijst nog maar eens hoe hij de problemen van de wereld begrijpt. 2) Zijn veranderde oeuvre: over zijn postie als mens in de maatschappij zei hij ooit het volgende: ” Mijn positie als mens ( én dus als schrijver ) in de maatschappij is niet wezenlijk veranderd, nee, dat geloof ik niet. Ik kan me niet voorstellen dat zoiets zou kunnen gebeuren zonder dat je persoonlijkheid wezenlijke veranderingen ondergaat, en dat is zeker niet het geval. Wel heb ik een tijdlang in mijn geschriften naar een samenvattende visie, een filosofische synthese gestreefd. Ik had daar als kritisch en sociaal geëngageerd individu gewoon behoefte aan. Romans als Het dal van Hinnom, Het reservaat, De Apokatastasis en Op tournee met Leopold Sondag waren pogingen in die richting. Maar in die synthesen kon ik een aantal voor mij belangrijke problemen, emotionéél belangrijke problemen, slechts zijdelings of onvolledig behandelen: het akoestisch geweld bijvoorbeeld, en de dierenmishandeling. Die ‘aspecten’, die in feite met het fundamentele probleem van de agressie te maken hebben, heb ik in afzonderlijke werken proberen te verdiepen. Ook het trauma van de gevoelsmens in onze nuchtere, utilitaristische, technologische samenleving, een thema dat ik al eerder in Het reservaat had behandeld, heb ik later doorgetrokken naar de roman De boze droom het medeleven en mijn Open brief aan de gevoelsafschaffers. Al die stukken van de puzzel, die toch elke levensbeschouwing is, kun je mooi aan elkaar passen. Mijn medewerking aan Vrede heb ik na een jaar of vijf stopgezet, omdat ik vond dat het tijd werd om af te haken. Ik ben niet het schrijverstype dat een onuitputtelijke inspiratie vindt in één onderwerp, dat iedere maand weer een rubriekje kan breien rondom een politieke actualiteit. Voor iemand met mijn temperament is dat erg afstompend. Dat betekent niet dat ik mijn belangstelling voor vredesproblemen verloren heb. In het verhaal ‘Het meisje dat de vrede opat’ bijvoorbeeld keer ik toch weer tot die problematiek terug en in De Morgen heb ik eind vorig jaar mijn standpunt ten aanzien van de bewapeningswedloop uitvoerig toegelicht. Ik geloof dat ik mezelf, roman na roman, verhaal na verhaal, steeds duidelijker zichtbaar ben gaan maken, al lijken sommige geschriften oppervlakkig gezien zijsprongen.”(6) De ene keer schrijft de schrijver al wat meer kritischere boeken dan anders. De ene keer wil hij een boodschap meegeven en de lezer laten nadenken en soms schrijft hij gewoon een triller zoals Traumachia . Hij bereikt dus niet telkens weer hetzelfde lezerspubliek . Daarom is hij de ene keer al wat populairder dan de andere keer want niet iedereen leest even graag een donkere , pessimistische roman. 3)Verloochening van Vlaamse literatuur in Nederland. Er is een haat-liefde verhouding aanwezig tussen de Nederlandse literatuur en de Vlaamse. Ward Ruyslinck zei hierover het volgende: “ Ik geloof dat de verloochening van de Vlaamse literatuur , en niet alléén literatuur , door de Nederlandse media ( gevolgde door een deel van het publiek) te vergelijken is met wat men in de transplantatietechniek afstotingsverschijnselen zou noemen. Wij hebben ons in de jaren vijfitig en zestig veel te geestdriftig aan onze Noordelijke broeders opgetrokken.We hebben ze naar de ogen gekeken, ze schaamteloos opgevrijd. Nederland was hét grote voorbeeld, de wijze erfoom die ons op het rechte taal- en cultuurpad zou brengen. We hebben ze in alles nageaapt en dat moest ze wel irriteren. In een meester-slaaf-verhouding wordt de meester uitgedaagd om de slaaf te trappen en te vernederen. Dat is dan ook gebeurd. Wij waren op weg om namaakhollandertjes te worden.”(6) Ward Ruyslinck is een Vlaamse auteur en is in Nederland nu minder populair als vroeger. Hij was vroeger de meest gelezen Vlaamse auteur in Nederland. Maar uit een onderzoek bleek dat hij nog steeds de populairste Vlaamste auteur is bij de Nederlandse jongeren.(8) 4) Er zijn nieuwe ontwikkelingen op het literaire vlak : om de twintig jaar of zelfs vroeger komen er nieuwe ontwikkelingen in de literatuur. Literatuur is niet dood maar levend, smaken veranderen, overtuigingen veranderen, er worden nieuwe waarden en normen uitgetekend. Als je het niet eens bent met de waarden , het ideeëngoed van Ward Ruyslinck ga je hem ook niet graag lezen. De lezers willen eens iets anders lezen en zouden graag hun eigen waarden , ideeën bevestigd willen zien en daarom zou het kunnen dat de lezers het nu het veel minder eens zijn met Ward Ruyslinck dan dat dat vroeger het geval is geweest en hem daarom niet meer graag lezen of willen lezen. 1.6 Autobiografische gegevens Het verhaal speelt zich af 16 jaar na de oorlog. Margriet heeft een onzettende angst voor alles wat met de oorlog te maken heeft. Ik herken hierin een belangrijke gebeurtenis uit Ward Ruyslinck zijn leven. Hij heeft namelijk ook de oolog meegemaakt en hij is er ook door aangetast . Vooral zijn vlucht naar Calais en het bombardent op zijn ouderlijk huis hebben een indruk bij de schrijver achtergelaten. Ook het feit dat hij vroeger katholiek werd opgevoed kan je opmerken in het boek. Bijvoorbeeld als Silvester spreekt over de pastoor-deken. Ook de karakterisering van de pastoor-deken is zo positief dat men niet anders verwacht dat het boek geschreven is door een gelovige. Zelf zegt Ward Ruyslinck het volgende : “ In die beginperiode hing ik nl. onbewust nog tamelijk veel ideële vezels en morele bindingen cast aan mijn katholiek verleden , mijn katholieke opvoeding, aan de zedelessen van de Mechelse catechismus, het gele boekje van de Paus dat op hetzelfde brainwashing-dogmatisme steunt als het rode boekje van Mao.”(6) Het boek zit ook vol met opvattingen van de schrijver. Het boek wil kritiek leveren op de maatschappij die de individu wil onderdrukken en wil laten anticiperen in de maatschappij. De auteur stelt zich de vraag : “ Zij wij mensen, wel nuttige wezens?” Al de figuren die in de boeken van de schrijver voorkomen en zich proberen te verzetten tegen de gang van zaken, in dit geval is dat Silvester, mislukken .Volgens de schrijver zijn mening hebben ondernemingen van enkelingen weinig en zelfs geen kans tot slagen. Leeftijdsgebonden opvatting
Typisch voor de schrijvers die kritiek willen uiten is dat ze na een tijd het gevaar lopen om in herhaling te vallen. Gelukkig is dat hier niet van toepassing , al was het maar omdat het zijn debuutroman is. Wel zie je aan het verhaal dat de schrijver niet alleen kritiek wil leveren maar ons ook wil activeren opdat we er over na zouden denken . Hij had zijn kritiek ook met een ander medium kunnen verspreiden, bv. lezersbrief, maar hij doet dit niet. Hij wil dat wij ons betrokken voelen , ons verbonden voelen met de hoofdpersonages . Als je je verbonden voelt ben je veel sneller geneigd om te reageren dan wanneer het ver van je bed gebeurd. vb.Als je 60 jaar bent ga je veel sneller reageren op een aangekondigde pensioensverlaging door de overheid dan wanneer je 18 bent . Wat ik nu wil zeggen is , dat het verbeteren van de wereld meestal een eigenschap is van jonge mensen. Jonge mensen zijn minder conservatief dan oudere mensen ( uitzondering bevestigen de regel). De auteur was nog vrij jong toen hij dit boek schreef. Als hij het boek nu had geschreven dan had hij waarschijnlijk andere kritieken willen leveren omdat ten eerste: de maatsschappij blijft veranderen en ten tweede : hij heeft nu al veel meer levenservaringen achter de rug die zijn visie over de maatschappij verfijnen of doen veranderen. Hij zou het boek anders hebben geschreven als hij het nu zou gaan schrijven.
Seksgebonden opvattingen Neen , die vind ik in dit verhaal niet terug. De schrijver is zeker geen feminist maar ook geen vrouwenhater. Al moet ik wel toegeven dat er tijdens het lezen een soort van haat werd opgewekt voor het vrouwelike hoofdpersonage en sympathie voor het mannelijke hoofdpersonage. Ik dacht meermaals :“Je zal maar getrouwd zijn met zo'n vrouw” . Het vrouwelijke hoofdpersonage wordt door de schrijver afgeschilderd als een lelijk , krampachtig en lomp iemand. Het mannelijke hoofdpersonage wordt afgeschilderd als een sukkelaar, zielig persoon maar die naarmate het verhaal vorderd ,toch iets aan zijn situatie probeerd te veranderen. Er wordt een soort van medelijden voor het mannelijke hoofdpersonage opgewekt. 2.Ontvanger Voor dit boek bestaan twee ideale ontvangers. Enerzijds heb je de humorische lezer en de lezer die graag bizarre verhalen leest maar anderzijds heb je ook de maatschappelijk geïnteresseerde en bewogen lezer. De schrijver wil leesplezier opwekken door : 1) De humoristische citaten van Silvester en ook door het bizarre concept. Eigenlijk is het leven van de hoofdpersonages saai en slaapverwekkend maar toch wil je hun dagelijkse sleur en belevingen ( als er zich dan al belevingen voordoen) meemaken en daarom lees je verder. Ik dacht tijdens het leven ,er zal ooit wel iets belangrijks gebeuren. 2)Je nieuwe waarden te laten kennen: het boek zit vol met kritieken van Ward Ruyslinck . Door het lezen van deze kritieken kan je je visie over de maatschappij misschien veranderen, het kan ook zijn dat je je visie behoudt. Maar je hebt tenminste jou meningen en waarden met de meningen en waarden van anderen vergeleken. Ik ben zeker een ideale ontvanger van dit boek. Ik hou van humor en het boek staat bol van de humoristische citaten . Tijdens het lezen lag ik regelmatig te lachen. Ik ben ook geïnteresseerd in de schrijver zijn kritieken. Of ik het ermee eens ben dat is nog iets anders ( hij is naar mijn mening te pessimistisch)maar ik lees zijn kritieken toch graag. Het is ook een boek waarmee je met anderen over kan discusieren. En dat doe ik graag . 3.de boodschap *Het wederkerend dagpatroon: elke dag komt de mycoloog op een bepaald moment voorbijgewandeld, elke dag wordt er brood bezorgd aan huis, elke maand naar de stempelcontrole,... Deze vaste routine staat voor het eentonige leven dat de hoofdpersonages leven . Door dit saaie dagpatroon valt het nogmaals op dat de hoofdpersonages afgezonderd leven van de maatschappij omdat het enige wat ze in hun leven meemaken het vast dagpatroon is. Er zijn bijna nooit uitzonderingen te bespeuren op het dagpatroon. Bij de meeste mensen is dit ( gelukkig) niet het geval. Iedereen maakt het bijna dagelijks mee dat hij kennissen ,vrienden of familie in een winkel tegenkomt of dat men uitgenodigd is op een feestje ,enz. *Lelijkheid : de hoofdpersonages Margriet en Silvester zijn marginale mensen. Ze zijn slordig , onverzorgd en niet hygiënisch ( eten in bed en de kruimels niet opkuisen). Hun huis is niet in goede conditie.De hoofdpersonages zijn ook lelijk van karakter, vb. Silvester zei dat hij een ziek kind had voor een eendeneitje te krijgen terwijl hij helemaal geen kinderen heeft. Van uiterlijk zijn ze ook lelijk. *De oorlog: Het boek speelt zich 16 jaar na het einde van de WOII af. Margriet is héél bang dat de oorlog weer zou uitbreken, ze is als het ware een echte psychopaat aan het worden. Heel haar leven wordt beinvloed door deze abnormale angst voor de oorlog. Maar de oorlog wordt ook nog in het verhaal gebracht door de granaat die Silvester vindt en ook door de militaire oefening die net in de omgeving van Margriet's huis gebeurd. *Leven: Margriet en Silvester vangen niet veel met hun leven aan. Ze zouden niet eens weten wat ze met hun leven allemaal kunnen aanvangen. Ze doen bijna niks anders dan slapen. Op een bepaald moment zegt Silvester : “Niemand kan de ware betekenis van het leven verklaren” De dood is voor hen een vijand, je moet je er tegen verzetten en je moet het bestrijden. Maar anderzijds beschouwen ze ook als een oplossing voor het saaie , eentonige leven dat ze lijden. Als de militairen voor de miliaire oefening het huis van Silvester aanvalt zegt Margriet : “ Dit zijn dingen die men niet van zich afschudt, ment ontkomt er niet aan , het is het noodlot dat op u loert en u niet loslaat “ Dit is van toepassing op haar leven. *De dood: Silvester die een begrafenisstoet tegenkomt, de kraai( “ een kraai op het dak is de dood te wachten->Silvester die op het dak kruipt om het te herstellen), de zelfmoord van Margriet, de eeuwige schrik voor het sterven, de gedroomde electrocutie van Harry's vader,... *De angst : De hoofdpersonages lijden aan een verlamende angst. Door deze angst worden ze lui, ze beleven in niets meer plezier, niets maakt hen nog gelukkig, dus wat doen ze? Slapen! Ze hebben angst voor contact met anderen te hebben, vb. Silvester had schrik om alleen naar het kasteel te gaan en er zich gaan aan te bieden. Hij probeerde er zich daarvan onderuit te muizen. Het hoofdthema van dit boek is de eenzaamheid, individualisme: ze hebben nooit contact met anderen( buiten het wederkerend dagpatroon) . Ze zijn wel verbonden door een huwelijk maar toch laten ze hun angsten niet aan elkaar zien. Hun huwelijk was tot stand gekomen door een seksuele aantrekkingskracht. Het echtpaar leeft naast elkaar, ze ergeren zich aan elkaar, ze begrijpen elkaar niet. Het huwelijk is een soort van mini-gemeenschap. Ze falen zelfs om zich in die gemeenschap te nestelen en te vestigen zonder al te veel problemen. Het individu moet het opnemen tegen de gemeenschap, doet hij hetgeen dat van hem verwacht wordt zal hij geen problemen kennen ( de typische geïdealiseerde gezinssituatie: vader werkt, krijgt af en toe promotie, kinderen leren goed, moeder is lid van de plaatselijke hobbyclub,enz)doet hij niet hetgeen dat van hem verwacht wordt , dan wordt hij uitgsloten in de gemeenschap. ( “seg, heb je het al gehoord van die ene kerel die een nieuwe auto heeft gekocht terwijl hij werkloos is?Profiteurs zijn het! Leven op onze kap! En wij onze nek maar afdraaien zodat we dien Huyandai kunnen kopen!”) 4. context In een interview zegt Ward Ruyslinck openlijk dat hij door de filosoof Malraux beïnvloed werd.(9) Hij gebruikte Malraux voor zijn boek in te kleuren. (Franse schrijver, advonturier, kunsthistoricus, staatsman , minister van cultuur voor 11 jaar van 1958 tot 1969) Volgens Malraux kan je zin geven aan je individuele bestaan door een persoonlijk engagement voor iets. Voor sommige zou dit kunnen betekenen dat we ons bijvoorbeeld inzetten voor het milieu, tegen het racisme,…. Het persoonlijk engagement bevrijdt ons van een gevoel van nutteloosheid en machteloosheid tegenover de steeds grotere en onontkomelijkere gevaren die ons bestaansrecht als individu bedreigen. Alle pogingen om het individueel engagement te bundelen tot een collectief protest stuit echter op de absurditeit van een onverzettelijk autocratisch gezag, dat zichzelf beschermd tegen de subjecten die het zou moeten beschermen. De absurditeit betekend dat wij vandaag de dag nog nooit zoveel rechten hebben gehad dan ooit in heel de wereldgeschiedenis: Conventie van Genève,…. Maar deze rechten zijn niet meer dan een vodje papier volgens Ruslinck, ze kunnen elk moment verscheurd worden of worden weggegooid. Het is niet omdat hij Malraux gebruikte voor de inkleuring van zijn boek dat hij het er volkomen mee eens is. Hij verwacht namelijk niet veel van collectieve acties zoals blijkt in “Het reservaat”. Historische context Het boek is geschreven in ' 57 . Dit was 12 jaar na de Tweede Wereldoorlog. De mensen kregen meer vrijheid en de ontkerkeling was volop aan de gang. De koude oorlog zou stilaan opgang komen. De rock-n'roll had veel succes. De jongeren werden steeds meer vrijgevochten.
Plaats in de literatuurgeschiedenis: De eerste druk van het boek was in 1957. Dit is 12 jaar na het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog. In die tijd zijn veel boeken geschreven die met de oorlog te maken hebben. Mensen wilden hun verhaal vertellen over de oorlog. Je kan er verschillende soorten in onderscheiden; je had enerzijds de verhalen die zich afspeelden tijdens de oorlog maar je had ook verhalen die de boodschap hadden van : nooit meer oorlog. Dit boek gaat wel over de oorlog maar toch zou ik het boek niet typerend vinden voor deze periode. Hij wilde het eerder hebben over de actuele maatschappij, de oorlog was gewoon een aanleiding, een motief dat hij gebruikte. Sommige vinden dat dit boek over de gevolgen gaat die een oorlog teweegbrengt, dit lijkt op het eerste zicht zo , maar dit was niet de bedoeling van de schrijver. Als ik het boek toch met andere literaire werken moet vergelijken dat zou ik dat doen met : 1984, George Orwell ( een fantastisch boek) , Brave New World, Aldous Huxley, enz. Deze laatste twee boeken zijn kwalitatief gezien wel beter maar ze hebben dezelfde pessimistische, negatieve en critische houding tegenover de maatschappij. 5.kanaal Ik vind het kanaal dat Ward Ruyslinck heeft gebruikt zéér geschikt . Doordat hij een fictief verhaal met fictieve personages heeft gebruikt om zijn boodschap weer te geven voelt men zich meer betrokken met de boodschap van de schrijver . Men kan zich inleven of juist niet inleven in de personages. Een boek lezen is altijd een tweerichtingenverkeer. Je hebt enerzijds de schrijver die iets wil bereiken ( o.a. leesplezier, informeren, activeren,...) maar anderzijds heb je ook de lezer die kan reageren op het verhaal of net niet gaat reageren op het verhaal ( onverschillig blijven ). Niet reageren op een verhaal is eigenlijk ook een reactie op het verhaal, maar het effect dat de schrijver probeerd op te wekken vindt dan wel niet plaats. Andere kanalen die de schrijver zou gebruikt kunnen hebben zijn : een lezersbrief , een reportage, een lezing en een debat. Waarom zijn dit geschikte kanalen? *De lezersbrief: in een lezersbrief kan je je commentaren kwijt over de werking van de maatschappij. Men kan bijvoorbeeld een lezersbrief schrijven over de werking ( of niet-werking) van de post, de stakende cipiers in de gevangenissen , enz. Ward Ruyslinck geeft in zijn roman kritiek weer op de maatschappij dus hij zou dit ook via een lezersbrief hebben kunnen doen. Het enige nadeel is wel dat de medewerkers van de krant , je commentaar mogen inkorten of gewoonweg niet publiceren. *Een reportage : Je kan ook een reportage maken over de werking van de maatschappij, je kan de wantoestanden aanklagen , je kan mensen interviewen , naar hun mening vragen over de werking van de maatschappij. Als we dit kanaal zouden toepassen op het boek dan moeten we er wel voor zorgen dat we er geen Jambers-achtige reportage van maken want dat zou niet tot het gewenste resultaat leiden. *Een lezing: Over de wantoestanden in de maatschappij worden regelmatig lezingen gegeven. Een lezing bevat enkele voordelen maar ook nadelen. Bij een lezing zitten er meestal alleen maar geïnteresseerde mensen in de zaal . Dit is een voordeel maar eigenlijk ook een nadeel. Voordeel is: er zitten alleen maar geïntresseerden in , dus de er zullen maar weinige storende effecten in de zaal plaatsvinden waardoor de boodschap goed ontvangen wordt door de mensen. Anderzijds bereik je er een minder groot publiek mee dan met een boek. Een boek kan men voor allerlei redenen lezen. Bv: je moet dit boek verplicht lezen voor het vak Nederlands. Zelfs als je het boek niet goed vindt zal je nog steeds de boodschap ontvangen. Terwijl als hij alleen maar zijn boodschap wilt meedelen door lezingen te doen , je er waarschijnlijk niet eens naar toe zou gaan, waardoor je zijn boodschap dus niet zou ontvangen. Hij zou een minder groot publiek bereiken. *Een debat: in een debat wordt iedereen zijn visie, mening aangehoord. Het is een uitstekend kanaal om je meningen over een bepaald onderwerp mee te delen en waar je ook meningen van anderen aanhoort. Door meningen van anderen te aanhoren kan je ook je eigen mening aanpassen of verbeteren. Een debat kan leerrijk ervaren worden. De kanalen in het kanaal. Het gebruikte kanaal is dus een roman. In de roman gebruikt de schrijver zijn personages om zijn boodschap weer te geven. Hij gebruikt vooral Silvester. In het boek staan veel gedachtes van Silvester. Die gedachtes zijn niet die van Silvester maar ze zijn eigenlijk van de schrijver ,vb. p 23:” Het was het schaap van de kudde dat de kudde verlaten had , omdat het de gedachte niet verdroeg te moeten geschoren worden en gebrandmerkt te worden, of misschien alleen omdat het in de eenzaamheid wilde sterven.” Dit is zowaar dé belangrijkste zin uit heel het boek. Het bevat de kerngedachte van de boodschap. Verder komen er in het boek geen andere belangrijke kanalen in het boek voor. De dialogen die zicht afspelen tussen de twee hoofdpersonages hebben alleen maar als doel de zieligheid van deze personages weer te geven en niet de boodschap van de schrijver. 6.Het tekensysteem De schrijver schrijft in de standaardtaal. Alleen bij de dialogen tussen de hoofdpersonages gebruikt hij een dialect. Maar dat is vooral om de karakters van personages nog wat extra in te kleuren. Door dialect te gebruiken wil hij meegeven dat ze weinig of geen scholing hebben gehad. Dat ze niet beschaafd zijn. Enkele voorbeelden van het dialect zijn: - p 11: “ ...snorken gelijk een varken....“ -p66: “ Ge zult u geld krijgen , Harry” -p84:” Zit daar toch niet te jammere als een oud wijf!” De stijl van de schrijver is zeer simpel , hij gebruikt geen moeilijke woorden , hij speelt ook niet met zijn woorden. Hij is zeker geen Peter Verhelst, hij wil niet met taal goochelen , hij wil gewoon zijn boodschap meedelen. . Af en toe gebruikt hij wel eens een vergelijking vb. P 11: “ Ge sliep gelijk een os .”, maar nu niet in dergelijke mate dat het echte woordspelingen zijn. Het boek is al wel oud, hierdoor zijn sommige woorden die hij gebruikt , nu niet meer ingebruik en niet echt gekend. vb. schier
Het taalgebruik is ook vaak humoristisch. Hij gebruikt veel ironische, sarcastische en cynische opmerkingen. Enkele voorbeelden hiervan zijn: -p 7: “ De oorlog. Alles herinnerde haar aan de oorlog: een stijve westenwind,..., tot zelfs het litteken boven de wenkbrauwen van Harry de broodbezorger.” -p10: “ Heeft hij zijn regenscherm bij zich? Neen , zijn militaire troepuitrusting, zijn oorlogszeil.” -p 10 : “ Er was wel enig verschil: de geblindeerde wagen van Hitler werd in het Legermuseum tentoongesteld en de mensen kwamen er naar kijken, maar een mens die oud werd en zijn tijd had gekregen , ging zonder belangstelling de grond in om vergeten te worden.” -p13: “ Ik ga trachten ook maar wat te slapen , de dag is zolang en mijn werk is al gedaan vooraleer ik er aan begin.” -p93: “ Het is een opdracht , ik kan me er niet aan ontrekken, vadertje.” -p93: “Voilà, hier is een pijltje getekend en dat wijst naar het huis, of zie ik niet goed?” 7.effect Hij wil ons informeren , activeren en overtuigen. In mindere mate wil hij ons leesplezier bezorgen. *Informeren: wantoestanden maatschappij weergeven, hij wil ons zijn mening weergeven over de maatschappij. Dit boek had een informerend effect voor mij. *Activeren: Hij wil ons aanzetten om iets te veranderen aan deze problemen. Hij heeft het verhaal zo geschreven dat we sowieso over het probleem zullen nadenken. Na het lezen van het boek had ik nog een altijd vragen over zijn mening en daar ben ik dan over gaan nadenken. Dit wil niet zeggen dat ik nu van politieke partij of mijn visie over de wereld ga veranderen, maar hij heeft me toch tot nadenken aangezet. *Overtuigen: Hij wil ons overtuigen van zijn gelijk. Ik ben niet echt overtuigd . Hij heeft wel gelijk als hij zegt dat we als individu worden bedreigd. We hebben ons tijdens de Middeleeuwen tot 1990 vrijgevochten van het collectivisme naar het individualisme. Maar de laatste tien jaar worden de rechten van individu meermaals overtreden, recht op privacy ( onbemande camera's die overal alles in het oog houden), .... . Daar heeft Ward Ruyslinck dus wel gelijk in, wij moeten als individu schikken naar de maatschappij, vb. Je moet gaan werken( niet echt een verplichting, maar het wordt wel van je verwacht), je mag niet in het midden van de nacht een feestje organiseren als je er zin in hebt want de buren zouden klagen,... . Wij moeten als individu goedgekeurd worden door de maatschappij. Maar ik geef wel toe dat veel wetten die de individu kunnen belemmeren ( vb. Niet roken op openbare plaatsen of trein ) , ontstaan zijn om de maatschappij leefbaar te houden . Zonder die wetten zouden we nog verder van huis staan. Maar ik sta niet zoals Ward Ruyslinck negatief tegenover de maatschappij. Het is een bron van vreugde . In een maatschappij leven is leuk , je hoort ergens thuis. Er is ook een trend die de laatste jaren ook hard opvalt. De vereenzaming van de mensen. Dit wordt als negatief ervaren door de meeste mensen. Niemand kent zijn buren nog , laat staan de buren van twee huizen verder. Mensen vinden niet zo snel een levenspartner. Lid van een maatschappij zijn zorgt ook voor erkenning, anderen vinden je belangrijk, daardoor kan je ook een zin geven aan je leven, dat hebben Silvester en Margriet niet gehad. Ward Ruyslinck ziet alles te somber in. Hij gelooft niet meer in de mensen terwijl ik dat nog wel doe. Soms ben ik wel teleurgesteld in de mensen maar dat weegt niet tegen al mijn andere ervaringen op. Het leven is zalig , al lijkt het alsof Ward Ruyslinck dat niet vindt . Hij vergelijkt het met een strijd , vol met tegenslagen. Zijn visie is : “ Je leeft alleen maar omdat je hart telkens keer op keer bloed oppompt.” Het leven is voor mij iets helemaal anders. Het is een aangename reis , eine Pausschalreise, met alles erop en eraan. *Hij wil de lezer leesplezier aanbieden. Hij is hier zeker in gelukt, de opmerkingen en gedachtes van Silvester waren zalig om te lezen. Het concept was ook eens iets anders dan dat ik gewoon was( literaire thrillers zoals die van Nicci French) . Ik heb zelfs plezier gehad tijdens het maken van deze taak.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De ontaarde slapers door Ward Ruyslinck"