Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De nacht der girondijnen door Jacques Presser

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
Boekcover De nacht der girondijnen
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 2006 woorden
  • 28 juli 1999
  • 307 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
307 keer beoordeeld

Boekcover De nacht der girondijnen
Shadow

Jacques Suasso Henriques, een jonge geschiedenisleraar van Portugees-joodse afkomst, is zich nauwelijks van zijn joods-zijn bewust wanneer hij in Westerbork bij de OD terechtkomt. Deze uit joden bestaande ordedienst zorgt voor het samenstellen van de transporten, in de hoop het eigen bestaan zo lang mogelijk te rekken. De leraar speelt het gruwelijke spel mee, maar sl…

Jacques Suasso Henriques, een jonge geschiedenisleraar van Portugees-joodse afkomst, is zich nauwelijks van zijn joods-zijn bewust wanneer hij in Westerbork bij de OD terechtkomt. …

Jacques Suasso Henriques, een jonge geschiedenisleraar van Portugees-joodse afkomst, is zich nauwelijks van zijn joods-zijn bewust wanneer hij in Westerbork bij de OD terechtkomt. Deze uit joden bestaande ordedienst zorgt voor het samenstellen van de transporten, in de hoop het eigen bestaan zo lang mogelijk te rekken. De leraar speelt het gruwelijke spel mee, maar slaat op zijn baas in als deze een op transport gestelde en met hem bevriende rabbijn mishandelt. Voor hij zelf de reis naar het Oosten begint, schrijft hij zijn ervaringen op.

 

Jacques Presser (1899-1970) was hoogleraar geschiedenis in Amsterdam en publiceerde verschillende historische studies, waaronder zijn beroemde werk 'Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom 1940-1945'.

De nacht der girondijnen door Jacques Presser
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel De nacht der Girondijnen Over het boek Druk: 1e druk Uitgever: Wolters-Noordhoff, Groningen, 1995 Eerste druk: 1957 Pagina's: 61 Indeling De nacht der Girondijnen is onderverdeeld in meerdere hoofdstukken alleen door wit van elkaar gescheiden. Motto Het motto is 'homo homini homo' wat betekent 'de mens is voot de mens een mens'. Dit is afgeleid van 'homo homini lupus est' wat betekent 'de ene mens is voor de andere een wolf'. Dit kan je op twee manieren opvatten; de enorme pijn die mensen elkaar aandoen tijdens een oorlog, maar ook als teken van hoop, want zolang mensen nog tot inkeer kunnen komen kan een mens nog niet met beest vergeleken worden. Samenvatting Jacques Suasso Henriques, een jonge doctorandus in de geschiedenis, heeft naar hij hoopt nog een week om de waarheid over wat hij meegemaakt op te schrijven. Hij zit in de strafbarak van Westerbork en zal volgende week naar alle waarschijnlijkheid op de trein naar Sobibor worden gezet. Henriques is niet als een gewone, opgepakte jood in Westerbork terechtgekomen, maar als vrijwillige medewerker die tot voor kort in dienst van de Duitsers was. De vraag die hij de komende dagen wil beantwoorden is hoe hij in deze situatie is beland. Ten eerste moet hij precies bepalen hoe hij van school in dit kamp kwam. Op de school waaraan hij verbonden was, het Joods Gymnasium, werd met de dag naargeestiger, omdat er steeds meer 'absenten' moesten worden genoteerd. Al die sterren 'die vuilgele fluimen' waren hem ook een doorn in het oog. Na de kerst van 1942 komt ook zijn leerling Ninon niet meer op school, op wie hij in het geheim verliefd was. Met joden in het algemeen heeft Henriques als Portugese, niet-orthodoxe jood weinig op. Hij vindt dat ze zich te veel laten welgevallen en als ze al reageren kunnen ze alleen maar vluchten in plaats van zich te verzetten. Zijn zeer belezen vader heeft ook altijd de realiteit ontvlucht en is kort geleden neergeschoten bij een razzia. Als Georg Cohn, een van zijn leerlingen, hem dan ook aanbiedt bij 'Vati' in dienst te komen grijpt hij die kans. De school is al bijna leeg, en het enige alternatief, onderduiken, biedt geen soelaas. De vader van Georg staat bekend als de ongekroonde koning van Westerbork, omdat hij de chef van de staf Dienstleiters is. Henriques kon op Georgs voorspraak de adjudant van Cohn worden. Als Henriques in januari 1943 in Westerbork aankomt, krijgt hij een uniform aan en moet hij leren om 'cementhard' te worden. Wie te zacht is wordt zelf op de trein gezet, in plaats van dat hij anderen op transport zet. Het is zij of jij, leert Cohn hem, en 'zij' zijn in de eerste plaats de Duitsers, maar in praktijk de andere joden. Henriques leert bijvoorbeeld arresteren. Hij moet volkomen onschuldige jongens oppakken en meesturen met het eerstvolgen de transport, alleen omdat de Duitse bevelhebber Schaufinger, in wiens naam Cohn handelt, een kribbige bui heeft. In het kamp zet hij ook zijn eigen moeder op de trein, en draagt hij eveneens huilend van liefde Ninon de trein in. Bij het opschrijven van dit laatste kan Henriques zijn tranen niet meer bedwingen. Hard wordt men echter ook door het leeghalenn van krankzinni gengestichten om de treinen te vullen. Want de treinen moesten iedere dinsdag opnieuw vol vertrekken. Als lid van de O.D., een soort joodse S.S., woont Henriques steeds in een andere barak waar hij als ordebewaker en spion fungeert. Cohn hoopt zo eventuele rellen of ontvluch tingen in de kiem te smoren. Op de dag waarop Cohn door een Hollandse marechaussee wordt uitgescholden - een manisfestatie van de schijnhi‰rachie waarin geleefd werd, want de kleinste Ari‰r was immers altijd machtiger dan de hoogste jood - komt Jacques in contact met Jeremia Hirsch, die hij bij zichzelf 'de rebbe' noemt en van wie hij al met interesse gesprekken had afgeluisterd. Jeremia Hirsch blijkt geen rabijn, maar een gewone godsdienstleraar te zijn. Toch kan Hirsch in elke barak iets teweegbrengen, want hij heeft een dusdanig geestelijk overwicht dat hij zelfs de ergste zelfzucht, hebzucht en neiging tot roddelen de kop in kan drukken. Tijdens die eerste ontmoeting leert Jeremia Jacques in te zien dat Cohn het in sommige opzich ten moeilijker heeft dan zijn 'onderdanen'. Zijn slachtoffers kunnen immers vertrouwen op de bijbeltekst: 'De Here God is met u alom, waar gij henen gaat.' Na dit eerste gesprek eindigen alle ontmoetingen tussen Jeremia en Jacques op dezelfde manier: de geniformeerde jood, die vroeger nooit een bijbel aanraakte, moet nu soms passages voorlezen waarbij hij zijn emoties nauwelijks kan verbergen. Jacques begint de bijbel te waarderen. Inmiddels raakt de strafbarak waarin Henriques zit te schrijven aardig vol en het wordt ook steeds rumoeriger. Jacques realiseert zich dat hij door zijn gesprekken met Jeremia niet minder antisemitisch is geworden, maar ongetwijfeld meer jood, 'al weet de droesem ook, wat dat betekent'. In ieder geval weet hij nu dat hij op zijn medemens moet vertrouwen en zich vooral niet boven de anderen mag stellen. Ondertussen verstrijken de dagen en Henriques' dodentrein zal spoedig voorrijden. Hij wil vervolgens beschrijven hoe het vullen van de treinen verliep en vergelijkt de gang van zaken met de bedrijven van een treurspel. Op zondag worden de hoopgevende geruchten ontzenuwd dat de geallieerden spoorlijnen gebombardeerd zouden hebben. Op maandagmid dag die voorafgaat aan de dinsdag waarop de trein naar Auschwitz vertrekt, vergader de 'bloedraad'. Onder Schaufingers leiding wordt dan het aantal joden vastgesteld dat mee moet. Na de vergadering wordt de lijst met namen opgesteld, waarop die van de zieken en de gestraf ten altijd bovenaan komen te staan. Wie eenmaal op die transportlijst voorkomt heeft maar een minieme kans om aan de naderende ondergang te ontkomen. Er zijn bijvoorbeeld veel vrouwen die Cohn en de zijnen hun lichaam aanbieden, maar ook dat biedt geen enkele garantie om van de lijst te worden afgevoerd. Het aflezen van de namen in de nacht des oordeels, maandag nacht, gaat met doodse stilte gepaard. Als Henriques klaar is met lezen, volgt een hels kabaal waarin vreugde en verdriet door elkaar heen klinken. De dinsdagochtend waarop de veewa gons moeten worden ingeladen, vormt het pijnlijkste gedeelte van de tragedie, zodat de O.D.'s deze taak zo snel en hardhandig als maar mogelijk is uitvoeren. Ongeveer een etmaal voor de trein komt, arriveert er een nieuwelinge in de strafbarak. Ze heet D‚ en is een oude kennis van Jacques. Ze zijn allebei blij dat ze op het laatste moment iemand getroffen hebben met wie ze hand in hand hun 'guillotine' tegemoet kunnen gaan. Jacques schrijft verder. Hij is tevreden dat hij zover is gekomen met het beschrijven van deze ellende. Drie weken geleden was er een vreselijke nacht waarin een grote groep weeskinderen op transport werd gesteld. Onmiddellijk na deze verschrikkelijke ervaring was hij begonnen met schrijven, maar het wilde niet lukken. De tweede schrijfpoging deed hij een week later, nadat een collega van het gymnasium, juf frouw Wolfson, een pil had ingenomen, waardoor ze binnen twee minuten voor zijn ogen stierf. Bovendien had die nacht ook degene die direct onder Cohn in de schijnhi‰rachierachie stond een foutje begaan, wat Schaufinger beloonde door de man persoonlijk en zeer hoffelijk in de gereed staande trein te helpen instappen. Na zijn eigen val onderneemt Jacques een derde poging tot schrijven. Een week eerder heeft hij zijn eigen ondergang bewerkstelligd door het tegen Cohn op te nemen. In die nacht had hij Jeremia's naam op moeten lezen van de transport lijst. 's Ochtends wankelde Hirsch even onder het gewicht van zijn rugzak waarbij zijn bijbeltje uit zijn handen viel. Voor hij het op kon rapen, had Cohn het al weggeschopt en Jeremia tevens een bloedneus geslagen. Dit was meer dan Jacques verdragen kon en hij was Cohn aangevlo gen als een dolle hond, waarna hij het bijbeltje aan de 'rebbe' had teruggeven. Cohn had Henri ques witheet naar de strafbarak laten voeren. De laatste nacht is nu aangebroken. DŠ heeft alles doorgelezen, de tekst kan het kamp uitgesmokkeld worden. Morgen, in de trein naar Sobibor, wil ze er pas over praten.
Thema Het thema van het boek is bewustwording van Henriques. Hij begint gevoel voor zijn mede mens te tonen. Hij krijgt het gevoel bij het joodse volk te horen, hij durft kleur te bekennen door van zijn veilige bestaan als bewaker af te zien, met als consequentie dat hij hiermee zijn eigen dood tegemoet gaat. Titelverklaring De titel de nacht der Girondijnen verwijst naar de Franse Revolutie. Girondijnen is de naam van een politieke groepering die tijdens de Franse Revolutie de macht hadden. Tot de Jacobij nen de macht grepen. Een groep Girondijnen werd naar de guillotine gestuurd. De laatste nacht van deze mensen is beschreven is L'Histoire des Girondins van Alphons de Lamartine. Georg Cohn praat hierover met zijn leraar Henriques en wijst hem op de vergelijkbare situatie in Westerbork. Waar Henriques uiteindelijk zelf terecht komt. Daar komt hij erachter dat de guillotine vergeleken met de duivelse terin eigenlijk maar een stuk speelgoed is. Personages De hoofdpersoon is de 27 jaar oude, niet-orthodoxe Portugese jood Jacques Suasso Henri ques. Hij is leraar op het Joods Gymnasium en later bewaker in kamp Westerbork. Hij heeft twee kanten; Jacques, de geassimileerde jood en Jacob, de joodse vertaling van zijn naam, die zich meer verbonden voelt met het joodse volk. Henriques is een round-character, omdat je steeds meer te weten komt, naarmate het verhaal vordert. Je ziet hoe hij verandert in een persoon die zich steeds meer verbonden voelt met het joodse volk. Hiermee moet hij alleen wel zijn eigen dood tegemoet zien Siegfried Ira‰l Cohn is een grote Duitse jood, die voor de Duitsers wekt om zichzelf te redden. Hij is al tien jaar bevelhebber in concentratiekampen. Hij is keihard, maar is eigenlijk doodsbang voor de Duitsers. Hij is de uiterste vorm van de geassi mileerde jood. Dit komen we al vanaf vrijwel het begin van zijn verschijning te weten en hij is daarom een flat-character. Jeremia Hirsch is het tegenovergestelde van Cohn. Hij is een tengere, manke, joodse godsdienstleraar. Hij brengt Henriques tot zelfkennis en inkeer, met de gevolgen dat ook Henriques de dood tegemoet zal moeten zien. Ook Jeremia is een flat-character. Perspectief Het boek is geschreven in een ik-perspectief. Henriques vertelt het verhaal en is dus een vertellend-ik. Hij richt zijn verhaal tot iemand die over zijn schouder meeleest. Deze meelezer is Jacob, zijn tweede ik zie zich meer verbonden voelt met het joodse volk, aan wie hij ook vaak het woord richt. Tijd Het verhaal speelt zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog in het jaar '42/'43. De vertelde tijd is een week; van de dinsdagavond dat hij begon te schrijven tot de maandagavond voordat hij zelf vertrekt. Het verhaal is niet-chronologisch, omdat het eigenlijke verhaal dat hij vertelt onderbroken wordt door opmerkingen uit het heden. Ruimte De ruimte waar het verhaal zich voornamelijk afspeelt is Westerbork. Deze ruimte is vooral beeldvormend, maar wel van zeer groot belang. Zonder Westerbork was er geen thema of verhaal geweest.
Beoordeling Ik vond het een zeer goed verhaal, omdat het een erg meeslepend en aangrijpend verhaal is. Het verhaal was af en toe wel moeilijk te volgen door moeilijke begrippen en onsamenhangen de dingen, vooral in het begin. Ik denk wel dat het laatste bewust zo geschreven, omdat het dan gehaast geschreven lijkt en de verteller in het verhaal ook haast heeft, omdat hij maar een week heeft om het op te schrijven. Al met al vond ik het een goed verhaal, vooral door de manier van schrijven, het erg realistisch was en het (dunne) formaat van het boek. Schrijver J. Presser leefde van 1899 tot 1970. Hij was van 1947 tot 1969 hoogleraar in de geschiedenis te Amsterdam. Behalve satirische detectiveromans en geschiedkundige studies publiceerde hij poëzie. Enkele bekende werken van hem zijn: Orpheus en Ahasverus (1945), Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom 1940-1945 ('s-Gravenhage, 1965), De nacht der Girondijnen (1957). Het laatste was een boekenweekgeschenk. In artikelen over Pressers werk werd er waarderend over gesproken.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De nacht der girondijnen door Jacques Presser"