Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De midasmoorden door Pieter Aspe

Beoordeling 7.8
Foto van een scholier
Boekcover De midasmoorden
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 812 woorden
  • 18 oktober 2015
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 7.8
12 keer beoordeeld

Boekcover De midasmoorden
Shadow
De midasmoorden door Pieter Aspe
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

1 Thema

In het boek ‘De Midasmoorden’ van Pieter Aspe moet de alcoholverslaafde hoofdcommissaris Van In de moord op Dietrich Fiedle oplossen. Als het standbeeld van Guido Gezelle opgeblazen wordt, is het duidelijk dat dit iets met de zaak te maken heeft. Van Inn ontdekt dat Fiedle lid is van de Thule, een groep politiekers die Brugge wil omvormen tot een toeristenstad zonder inwoners om zo steenrijk te worden. Uiteindelijk blijkt dat Fiedle de burgemeester van Brugge onder druk wou zetten door aanslagen op belangrijke Brugse monumenten te plegen. Hij werd vermoord nog voor hij zijn doel kon bereiken.
Het thema is dus de moord op Fiedle, die veel ingewikkelder blijkt te zijn dan Van In eerst had gedacht. Uiteindelijk lukt het hem natuurlijk toch om deze zaak op te lossen.

2 Personages

Hoofdcommissaris Van Inn is de protagonist. Hij is alcoholverslaafd en slaagt er toch in de moord op te lossen. De antagonist is Hannelore, zijn vriendin. Door haar komt de commissaris altijd in actie, bijvoorbeeld als zij hem nieuwe informatie geeft over de zaak, wil hij direct verder met onderzoeken. (Pagina 181) De nevenpersonages zijn Guido Versavel, de brigadier die Van In helpt met de zaak en onderzoeksrechter Creytens, die informatie achterhoudt door zijn vaders verleden. Vanderkerckhove, Staglione, Adriaan Frenkel, Nicolaï… zijn ook allemaal nevenpersonages die minder aan bod komen in het verhaal, maar toch een belangrijke rol spelen in het verhaal. Zonder deze personages zou het verhaal niet veel zin hebben, deze personen zijn allemaal misdadigers. Zonder hen zou er geen misdaad zijn gebeurd en zou Van In ook geen opdracht hebben.

3 Vertelperspectief

In het boek gebruikt de schrijver een auctoriële hij-zij verteller. Het hoofdpersonage is Pieter Van Inn, maar de lezer weet veel meer over de zaak dan de hoofdcommissaris. Bijvoorbeeld op pagina 187 gaat Nicolaï (een dader) het belfort van Brugge bestijgen om te kijken hoe hij de bom zou plaatsen. “Tijdens zijn klim registreerde hij de videocamera’s die op diverse strategische plaatsen stonden opgesteld.” Zo weet de lezer nog niet helemaal wie de daders zijn en hoe het complot in elkaar zit, maar hij weet absoluut meer dan de protagonist Pieter Van In. Op het einde van het verhaal is bijna elk personage in het boek een de hij-zij persoon geweest.

4 Ruimte

Het merendeel van het verhaal gebeurd in Brugge, omdat daar de moord en de aanslag zijn gebeurd. Enkele keren speelt het verhaal zich af in decoratieve ruimtes, zoals Van Ins living, een café, een restaurant… Er wordt zeer vaak gebruik gemaakt van functionele ruimtes zoals het politiekantoor, het kantoor van de bankdirecteur, het onthaal van het ziekenhuis… Enkele keren komt er een symbolische ruimte, zoals in de discobar “de Villa” in Brugge, waar de Adriaan Frenkel in een verlaten deeltje van de zaal zit en 2 zakenmannen bespreken een geheim. Adriaan kan hun gesprek afluisteren doordat het zo stil is in de disco. Pagina 11: “De twee mannen gingen steeds luider praten. Frenkel hoefde geen moeite te doen om hun gesprek te volgen.”

5 Tijd

Het volledige verhaal staat in de verleden tijd. De vertelde tijd is ongeveer 2-3 weken, dit wordt niet expliciet vermeld in het boek. De verteltijd was ongeveer 5-6 uur. Er wordt meerdere keren gebruikt gemaakt van flashbacks, meestal enkele zinnen, maar één keer is er een flashback van enkele pagina’s: pagina 150-156 “Hoewel Creytens in 1944 amper acht jaar was, herinnerde hij zich de vader Dietrich nog heel levendig. …” Het verhaal eindigt halfopen, de moord en de aanslag zijn opgelost, maar je weet op het einde niet of Hannelore zwanger is en hoe het afloopt met Van In zijn schulden. De lezer weet op het einde ook dat Adriaan Frenkel de moordenaar is, en niet Vanderkerckhove. Dit zal echter nooit uitkomen, want bijna mannen zijn vermoord. Er wordt nergens gebruikt gemaakt van een retardering of versnelling of flashforward. De lezer wist dus niet hoe het verhaal zou aflopen.

6 Spanning

De schrijver maakt vooral gebruik van verhaalspanning, bijvoorbeeld op pagina 257, waar Van In Staglione (een moordenaar) gaat opzoeken in zijn huis. De lezer weet dat Staglione een geweer verstopt heeft in de balk in een muur en dat de hoofdcommissaris onbewapend is. Op een moment grijpt Staglione zelfs zijn geweer vast, pagina 258: “Staglione ging staan en legde zijn hand tegen de zijkant van de balk.” Er wordt vaak gebruikt gemaakt van literaire spanning, doordat de lezer vaak al meer weet dan de hoofdcommissaris, je wil hem als het ware zelf vertellen wie de daders zijn en zeker doordat je op een bepaald moment de samenwerkende groep hoort bespreken hoe ze de politie kunne misleiden. Als Van In er dan intrapt, is dit zeer spannend voor de lezer, omdat je op dat moment niet weet of hij de zaak nog zal oplossen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De midasmoorden door Pieter Aspe"