De hel door Boudewijn Büch

Verwachtingen en eerste reactie op het boek De Hel. We gingen met het gezin op vakantie naar Frankrijk. Als we naar Frankrijk gaan, gaan we altijd met de auto. Aangezien dat altijd lang duurt neem ik dus een boek mee in de auto. Dit keer adviseerde mijn vader een boek van Boudewijn Büch te nemen, omdat hij zo lekker grappig en leuk schrijft. Dat sprak mij natuurlijk erg aan en ik ging naar de bibliotheek en keek bij de Büch boeken. De titel de Hel sprong er gewoon boven uit. Toen ik op de achterkant van het boek las dat het over de Middelbare-school ging was ik verkocht. Dus ik leende dat boek en had veel verwachtingen van het boek. Ik verwachtte een humoristisch boek met veel grappige elementen. Ik had het boek onderweg naar Frankrijk zo uit, maar het voldeed wel aan mijn verwachtingen. Het was inderdaad een heel grappig en leuk boek. Het jammer om te zeggen maar hoe leuker het boek hoe sneller je het uit hebt. Samenvatting. Het boek is uit drie delen opgebouwd. Deel 1 gaat over een joodse jongen genaamd Winkler die naar de middelbare school gaat. Deel 2 als Winkler rond de 40 is en komt hij allerlei mensen tegen uit zijn schooltijd. Deel 3 gaat over de mensen die hij niet meer ziet na zijn schooltijd. Deel1: Winklers ouders zijn gescheiden en hij woont bij zijn moeder. Hij heeft gymnasium advies en gaat naar dezelfde school als zijn broer. Zijn broer zegt de hele tijd: “Winkler je gaat naar de hel”. Zijn eerste dag op school kreeg hij al enorm veel strafwerk omdat hij over het schoolplein fietste en dat was tegen de regels. Op school die week leerde Winkler allerlei leraren kennen en krijgt twee vrienden Peter en Alexis. De leraren zijn allemaal erg streng. Door twee leraren meneer Latjes en Hundertwasser wordt hij zelfs voor dom joodje uit gescholden en zijn gymleraar meneer Staal heeft een trauma van de tweede wereld oorlog Hij zat daar in een kamp in Japan ook heeft hij een gestoorde teken leraar. Wreedstraat laat de kinderen alleen maar eikenbladeren tekenen. Hij heeft ook een leraar geschiedenis die wel aardig was. Omdat Winkler wordt uit gescholden door meneer Latjes en Hundertwasser schrijft hij zijn vader een brief, die komt dan naar school hij zorgt ervoor dat deze twee leraren ontslagen worden. Iedereen op school vond Winkler een held en dat gaf Winkler een goed gevoel, alleen de leraren waren daar niet zo blij mee. Maar niemand durfde wat tegen Winkler te zegen want ze zijn bang dat ze dan ook hun baan verliezen. Behalve meneer Staal die liet Winkler tien keer op en neer klimmen in de touwen. Winkler ging vaak op bezoek bij de dames Lepelaar die verkochten allerlei dingen zoals knopen en stofjes. Deze dames deden altijd heel aardig tegen Winkler waarom wist hij niet. Een keer vertelde Winkler aan de dames dat hij aan zijn geschiedenisleraar meneer Pompeius van der Camp een gruwelijke hekel had. De dames zeiden dat hij hem moest straffen met iets. Winkler kreeg een idee hij zou traan gas kopen in een flesje en dat zou hij dan in de klas kapot gooien want deze leraar had last van zijn ogen. Winkler deed dit de dag daarna maar de leraar kwam er achter dat hij het was hij sloot Winkler en zijn klas op in het lokaal en liet ze daar een tijdje zitten. Toen ze er weer uit mochten haatte iedereen Winkler en hij werd van school getrapt. Deel2: Hier is Winkler 40jaar en heeft hij zijn gymnasium afgemaakt op een avond school en komt vaak op tv en word beroemd. Alexis en Peter vragen op een avond aan Winkler of hij mee wilde gaan naar een reunie. Hier komt Winkler meneer Staal weer tegen in een rolstoel. Nadat Winkler eerst boos was gingen ze toch over vroeger praten en zo raakten ze toch bevriend. Hij hoorde ook nog dat zijn oude teken leraar miljonair is geworden met het ontwerpen van huizen. Hij komt meneer Latjes nog tegen in een café hij was zwerver geworden en meneer Hundertwasser was dood die had zich voor een auto geworpen. Deel3: Dit deel gaat over een paar mensen die niet zo’n belangrijke rol in het boek hebben. De dames Lepelaar gingen kort na elkaar dood en ze bleken zo aardig geweest te zijn voor Winkler omdat zij in de tweede wereldoorlog NSB’ers waren. Zij voelden zich daar nog schuldig over en wilden dit tegenover een joodse jongen goed maken. Indeling. Het boek is ingedeeld in drie delen. Het eerste deel in het verleden en de andere twee in het heden. Genre. Het boek valt onder de Epiek en heeft als subgenre een dagelijks leven roman. Thema. Het speelt zich af op een middelbare school. De hoofdpersoon en Joodse jongen wordt getreiterd door zijn leraren. Het boek heeft een moraal: Het is onkies, onwenselijk en zinloos om racist te zijn, omdat daarmee haat gepredikt wordt. Motieven. In het derde deel van het boek bezoekt Winkler (hoofdpersoon) een schoolreünie, waar hij onder meer de vroegere gevreesde sportleraar ontmoet. In die ontmoeting ligt de volledige verklaring van de titel besloten: Jij zat thuis in een hel, het was op school een hel en ik zat zelf in de hel. De jaren vijftig en zestig zaten stampvol met hellen, maar niemand had er sleutels van. Wie er inzat kon er niet uit en als je er niet in zat kon je er ook niet in komen want er was geen toegang toe. Verklaring van de titel, de ondertitel en motto. De Hel is gewoon de maatschappij voor de Hoofdpersoon op dat moment. Op school zat Winkler in een Hel tussen rectoren die als dictators heerste. Thuis was het ook een Hel voor hem Altijd ruzies en een broer die hem het leven zuur maakt. Personages. Hoofdpersoon: Winkler Brockhaus. Hij heeft een verlegen karakter en wordt een beetje als een watje beschreven in het boek. Hij wordt gepest op school door leraren en kinderen en dat maakt hem onzeker. Zijn uiterlijk wordt eigenlijk niet echt in het boek beschreven. Ja dat hij blond haar heeft en een beetje een bleek gezicht maar niet in details. Bijpersoon: Laroux Brockhaus. Hij is een stoere jongen die precies in de gaten heeft hoe het gaat op school. Hoe het beleid is en hoe dat beleid (van de school) te werk gaat bij bepaalde dingen. Al die dingen, verteld hij dan aan zijn kleine broertje Winkler. Die geloofd alles met grote ogen en durft bijna niet meer naar school. Want de dingen die hij verteld over die school zijn niet echt positief. Zijn uiterlijk wordt niet tot nauwelijks beschreven. Perspectief en verteller. Het boek is de alwetende vertelsituatie met afwisseling van een zogenaamd “ik”-verhaal. Tijd. Het verhaal loopt op zich in chronologische volgorde, maar begint in het verleden en loopt naar het heden toe. Dit is verdeeld in drie delen. Ruimte
Het boek speelt zich af op Wrinkler school en bij hem thuis verder zijn er niet echt belangrijke andere plekken, omdat hij niet verhuist naar een ander plek of iets dergelijks. Stijl. De auteur gebruikt in het algemeen geen lange zinnen en gebruikt weinig bijvoeglijke naamwoorden. De woordenkeus is vrij modern en niet al te moeilijk. Hij gebruikt veel levendige dialogen en geeft eigenlijk niet al te gedetailleerde ruimte beschrijvingen. Verwerkingsopdracht. (27) Vraag1: Was het u idee om het boek te gaan schrijven? Omdat: Het namelijk ook een opdracht geweest kon zijn. Vraag2: Hoe lang heeft u er over gedaan om dit boek te schrijven? Omdat: Het een best ingewikkeld boek is. Vraag3: Zijn er meer factoren die meegespeeld hebben om dit boek te schrijven? Omdat: Er zoveel onderwerpen in behandeld worden Vraag4: Heeft u zelf ook wel eens een discriminatie mee gemaakt? Omdat: Het boek over discriminatie gaat. Vraag5: Waar schrijft u het liefst u boeken (thuis, buiten etc)? Omdat: Het een leuk “weetje” is. Eindoordeel en evaluatie. -Ik vind “de Hel” een leuk en goed boek. Ik ben er zeer over te spreken, omdat het boek een goed beeld van een middelbare school weergeeft van die tijd. Er worden veel punten in besproken die ik zelf ook dagelijks tegenkom. Je leeft heel erg mee met de hoofdpersoon, want die heeft het moeilijk met zichzelf en de school. -Ik vond het niet leuk om aan dit boek verslag te werken, omdat ik het heel moeilijk vond om de analyse samen te stellen.