Informatie over boek
Het boek gaat over een meisje Sandrine de Billancourt en is van adel en leeft in Parijs, ze heeft een zus die Michelle heet en een vader die Sebatién heet en een moeder die Madelon heet, ook heeft zij een dienstmeid die Julie heet en daar is ze erg gesteld op en andersom ook. Het boek begint als Sandrine en Julie net van Sandrine’s school komen aan rijden en er een oproer uit breekt, en ze worden van allebei de kanten ingesloten. En als ze via een zijstraat willen vluchten komen ze vast te zitten en kunnen alleen maar via Rue de Fabourg Saint Antoine. Maar als ze in een gevecht terecht komen tussen de garde soldaten en de oproerstoker vindt ze in een steeg een gewond jongetje. Julie weet wie het is en ze brengen hem samen naar huis. Ze komen er achter dat hij het zoontje van de schoenmaker is en hij heet Pierre Lambertin. Maar hij is gewond geraakt maar tijden de oproer is er geen dokter meer beschikbaar. Maar Sandrine stelt voor dat zij een dokter regelt uit de beter wijk en ervoor betaald zodat Pierre het wel overleefd. Een paar dagen later vertrekken de Billancourts naar Poissy (waar hun kasteel voor in de zomer staat). Ze beginnen te merken dat de mensen steeds een grotere haat voor adel krijgen omdat ze niet goed voor hen zorgen. In Poissy rijdt ze door de bossen als ze Nicolas Bailey ziet die fazanten had gestroopt waar normaal de doodstraf op staat. Dan komt ze erachter dat z’n moeder is omgekomen in de strenge winter, net als veel andere in het dorp. Daardoor is de haat tegen de adel flink toegenomen. Als ze dat hoort brengt ze voedsel naar de familie Bailey, maar daar probeert de vader van Nicolas haar te wurgen. Ze rijdt terug naar het kasteel en der vader is woest en laat de gene doden wie dat heeft gedaan. Nu durft ze niet naar buiten omdat ze bang is door de verhalen over de gevangen genomen koning en de vertrokken edelen naar het buitenland en door het verhaal dat kastelen door rover en bandieten en ontevreden mensen wordt veroverd en geplunderd en de adel vermoord. Dat gebeurd op een warme zomerdag ook bij de Billancourts , deze weten nog net op tijd te ontsnappen en terug te rijden naar Parijs. Onderweg komen ze veel uitgebrande kastelen en kapotte kloosters tegen. Onderweg worden ze veel uitgejouwd en 1x zelf uit de koets gezet. Nu is de haat duidelijk te voelen en ze zijn ook blij als ze weer in Parijs zijn. Het leven is zelfs voor de adel minder luxe geworden en eten is er niet al te veel. Op een dag worden zij en haar familie en bijna alle andere Arristocraten uit hun huizen gehaald en naar de gevangenis gebracht om ter dood te worden veroordeeld. Maar Julie had sandrine verstopt in een luik waar de wachters haar niet hadden gevonden. Toen had Jule gezegd dat ze naar de familie Lambertin moest gaan en zeggen dat Julie haar had gestuurd. Daar eenmaal aangekomen met al het spaargeld mag ze een nacht blijven. Maar dan zien ze op de registers lijst dat haar ouders en Julie dood zijn. Hierop zegt Margot Lambertin dat ze zolang als het nodig is bij hun mag blijven wonen. Maar Philippe Lamerbertin is nu groot voorstander van de revolutie. Maar hij kan zijn moeder niet overhalen haar hier weg te krijgen en zo blijft ze dus ook al is hij daar niet blij mee. sandrine vindt het werk aan het begin erg zwaar en wil het daarom niet meer doen. Maar Margot zei dat als ze niet helpt ze geen eten krijgt. Dus gaat ze toch helpen en wordt ze steeds magerder en worden haar handen minder ruw. Het gaat goed en ze past zich beter aan als gedacht. Als ze op een gegeven moment hoort dat er een graaf en gravin zijn opgepakt die zijn kennen en denkt dat Maurice Lambertin daar niks om geeft rent ze weg. Ze rent weg en wordt op een gegeven moment als het ware meegevoerd naar de Place du Carrousel en ziet ze met der eigen ogen hoe de aristocraten worden onthoofd. Philippe vraagt sandrine mee naar een feest ter ere van de revolutie, in 1ste instantie wil ze niet maar uiteindelijk gaat ze toch. Ze geniet van het feest en ziet de andere kant van de revolutie. Maar plots aan het einde komt ze haar oude vriend tegen uit Poissy Nicolas. Nicolas herkent haar en komt naar haar toe in de werkplaats. Ze hebben een gesprek en komen er beide achter dat allebei hun ouders dood zijn. De man die haar probeerde te laten stikken heeft zichzelf laten verdrinken, aan het einde van het gesprek loop hij weg en voelt zich beledigd. Sandrine is echt veranderd en werkt iedere dag echt mee, op een dag komt Nicolas naar haar toe en wil een brief naar zijn zusje schrijven. De stad wordt steeds onrustiger en er worden nog steeds aristocraten opgepakt en het eten raakt op en het wordt schaarser en schaarser. Ook zijn ze van plan de koning te onthoofden. En dat gaat ook gebeuren. De conventie heeft besloten dat de koning de doodstraf krijgt. Op een gegeven moment wordt Pierre ziek, en ze zijn bang dat hij net als Louisons zal omkomen van de koorts. Maar gelukkig zakt de koorts en wordt Pierre weer beter. Maar dan verklaren Engeland, Italië Spanje, en de Verenigde Nederlanden Frankrijk de oorlog en worden alle mannen die gemist kunnen worden in het huishouden opgeroepen voor de oorlog. Alle vrouwen moeten gaan werken in de fabriek om kleren te naaien voor de soldaten. Alles wordt nog steeds gecontroleerd en het wordt grimmiger en onrustiger in de stad. Maar Philippe en Nicolas worden beide verliefd op Sandrine maar die voelt het meest voor Nicolas. Op een dag vertelt Nicolas aan Sandrine dat hij weg wil gaan uit Parijs. Hij wil terug naar Poissy omdat hij op de lijst staat van verraders van de Revolutie. Hij moet dus snel weg, anders wordt hij vermoord. Hij krijgt valse papieren van Philippe, en hij probeert Sandrine mee te smokkelen. Zij wil namelijk ook wel terug naar Poissy. Helaas lukt het niet om haar door de poort van de stadsmuren te krijgen, en Nicolas en Sandrine worden allebei opgepakt. Ze gaan naar de gevangenis. In de gevangenis worden elke dag ongeveer tien mensen opgeroepen om mee te gaan naar de guillotine of om verplaatst te worden naar een andere gevangenis. Op een dag wordt Sandrine opgeroepen om verplaatst te worden naar de Conciergerie. Dat is een andere gevangenis. Ze moet in een kar gaan zitten, samen met andere gevangenen. Opeens komen ze midden in een opstand te zitten. De officier die meegaat, zegt tegen de cipiers dat de gevangenen uit de kar gehaald moeten worden, en geboeid moeten worden. Dan zegt de officier, terwijl hij naar Sandrine wijst: “Ik neem deze wel mee”. Dan heeft Sandrine door dat die officier Philippe is. Philippe heeft voor valse papieren gezorgd voor hun allebei. Het spijt Philippe dat hij Nicolas niet meer kon redden. Sandrine vindt dat erg jammer, want ze is heel erg op hem gesteld. Nu gaan Philippe en Sandrine terug naar Poissy. De rest van de familie Lambertin
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden